a 2 proc. I voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. I POTER? Propagandausrgaderina. BICCEBMI?! Abdijsiroop if Antirevolutionair Orgaan (IERS! zakteen*! moede IN HOC SIGNO VINCES wersl 't Haringvliet No. 3270 ZATERDAG 23 OCTOBER 1926 41ste JAARGANG 2 EEKSTE BLAD. Op den Uitkijk. Gilles Uw hoest 'voordat kt tg laat is!! ïlathenesserdiih 2056 W. BOEKHOVEN ZONEN Ploegen ensnijders. res voor Nieuw roor inruilen toch en Bommel Woensdag 27 October a.s. iles nam. om 4 uur zal D.V. de heer 'R. A. DEN OUDEN te Middelharnis In de Weeshuisschool een cursus hou den voor onze propaganda-clubs. Niemand verzuime deze belangrijke vergadering bij te wonen. h. Ook leden van kiesverenigingen Icijn haitelijk welkom 1 Calvinisme en Lutheranisme. K G. f 3,—. I-gebitten. l' M In zijn werk Ter Nagedachtenis van Stahl" schreef Groen van Prinsterer „Stahl was Lutheraan, ik bleef Calvi nist'. Dit woord heeft een diepe beteekenis. Een diepe beteekenis óók voor onzen tijd, een diepe beteekenis vooral ook voor het gewest waar ons blad ver schijnt. Juist hierom heeft het zulk een ge wichtige beteekenis, omdat het groote onderscheid door velen niet gekend wordt. Men denkt, dat het principieele on derscheid tusschen Calvinisme en Lu theranisme zich bepaalt binnen de gren zen van het gebied der Theologie, van de dogmatiek op kerkelijk terrein. Maar dat is onjuist. Het onderscheid strekt zich uit tot fi^Ue levensterreinen en niet het minst Tot dat van de Staatkunde. Groen van Prinsterer heeft dat ge voeld. En dat duizenden in en buiten de Anti Rev. Partij dat onderscheid ten huidigen dage nog niet aanvoelen, is een ramp voor onze partij en voor ons volk. Dr. Stahl, een Duitsch Staatsrecht- leeraar, was een Lutheraan. Van hem is getuigd„Een wijsgeer van aanleg en vorming, Staatsman van neiging en beroep, redenaar gelijk Duitschland er geen tweeden gekend heeft, was hij in de volle kracht van het woord Christen." In de erkentenis van het ware karak ter der Revolutie stond Stahl naast Groen van Prinsterer. Over de Revo lutie liet Stahl zich aldus uit: „De Revolutie in Europa stuit slecht het Christendom en de Christelijke Staat en de Christelijke School". Maar het standpunt dat nu tegenover de Revo lutie-leer moest worden ingenomen was verschillend. Groen zegt van dit onder scheid tusschen hem en Stahl„Er is, bij overeenstemming* in beginsel, een niet onbelangrijk staatsrechtelijk verschil der tweederlei protestantsche richting". Wat is dit onderscheid Het is niet met een paar woorden te zeggen. Maar het moet door onze menschen gekend en aangevoeld worden. Want naar onze meening is voor een zeer groot deel de dwaling en het mis verstand, dat óók in eigen partij nog gevonden wordt hieraan te wijten, dat men meer Lutheraan dan Calvinist is. Aan dezelfde oorzaak is het te wijten dat ons Christenvolk in Nederland, dat in den strijd op het staatkundig erf bijeen hoort, zoo hopeloos verdeeld is. De schismatiseering in het politieke leven, het zelfstandig optrekken van Staatkundig Gereformeerden en Her vormd Gereformeerden, vloeit voort uit bet niet kennen en beleven der Calvi nistische Staatsgedachte. .Men kent het wezen van het Calvi nistisch bouwwerk op het Staatkundig £rf niet. En dat verwondert niet. De strijd die onze vaderen te voeren hadden, en die onze menschen nog steeds te strijden hebben, loopt hoofd zakelijk over de Theologische, de Gods dienstige vraagstukken des levens. Vandaar dat wij Theologisch klaar kwamen met een sterk gefundeerde dogmatiek. Bovendien, ons volk is theologisch aangelegd, wij zijn het „land der Theo logen" en dit gebied trekt ons meer dan dat der Staatkunde. Maar toch, wij mogen niet rusten voordat wij voor ons zelve de groote vraag hebben opgelost„Wat geeft het Calvinisme mij voor het staatkundig leven Want zooals het Calvinisme een eigen systematiek geeft voor ons theologisch denken en belijden, evenzoo geeft het ons een eigen systematiek voor onze levens- en wereldbeschouwing, dus ook voor onze principieele staatkunde. Het Calvinisme is van te groote vitali teit, van te groote levenskracht, dan dat het zich zou bepalen tot een bloot theolo gisch stelsel. Neen, het Calvinisme doortrekt alle stukken des levens. Het geeft de principes voor een eigen wijs begeerte, een eigen rechtsleer, een eigen psychologie, een eigen staatkunde. Hiervan moeten óók onze eenvoudige menschen iets weten, willen zij voor afdwalingen behoed blijven. Alleen de Waarheid geeft ook hier de juiste richting. En onkunde doet dwalen. Hier ligt in de eerste plaats een taak voor onze kiesvereenigingen. Wij gelooven niet dat ze in ons ge west in dit opzicht hun maximum ar beidsvermogen ontwikkeld hebben. In de tweede plaats missen wij bij ons zoo veelszins de plaatselijke leiders en organisators. Enkele gelukkige uit zonderingen, die wij dankbaar waar- deeren, uitgenomen, wat doen onze Christelijke schoolhoofden en Christe lijke onderwijzers? Beseffen zij 'jjjrel wat het hun te zeg gen heeft, dat ons eenvoudige volk vraagt naar de waarheid en zoekt naar het licht? Weten ze niet, dat het vooral ook op hun weg ligt, dit volk de waar heid te toonen en het licht te wijzen Bedenken wij dat God eenmaal ieder onzer zal afvragen wat wij deden met de gaven die Hij ons gaf. En wat is heerlijker en grootscher dan dienstknechten des grooten Konings te zijn In de derde plaats is daar onze Jongelingschap. Op haar is de hope gevestigd. Zij moet mobiel gemaakt worden. Haar jeugdjaren zijn bij uitstek geschikt om zich in de moeilijke stoffe van onze Calvinistische belijdenis in te werken. Later komt er zoo weinig meer van. En het loon is zoo groot. Ook het Calvinisme heeft beloften voor het eeuwige en het tijdelijke leven. Aan het werk dus I Koopt Uw tijd uit Der Jongelingen sieraad is hun kracht, niet het minst de kracht van een ge- scherpten geest, van een geoefend ver stand. Er is dus voor hen, die God plaat selijk een zekere leidings-positie gaf veel te doen. En dat is hier een dank baar werk. In ons gewest weet de groote massa zich nog gebonden aan het Woord van God. Het fundament, de ondergrond is dus aanwezig. Déarop dient slechts te worden voortgebouwd. Maar keeren we tot ons bestek terug. Calvinisme en Lutheranisme, zij stoe len op één wortel, maar loopen sterk uiteen. Stahl was streng Lutheraan, voortge komen uit het specifiek Duitsch en Lutheraansch milieu. De Savornin Lohman ademde geheel zijn geest. In zijn hoofdwerk een prachtboek verdedigt Lohman de Lu- theraansche gezagsleer, een leer die met het Calvinistisch denken in strijd komt. De Leer van Lohman past op de contra. Revolutionaire restauratiebeweging die zich in de eerste helft der vorige eeuw ten onzent openbaarde (Bilderdijk, Da Costa e.a.). Zij sluit zich aan bij den geest van het Reveil, maar vindt haar kracht meer in de negatie, in de ont kenning, dan in eigen constructie, in eigen opbouw. Het is onze overtuiging dat wij in onze dagen nog zeer veel met dezen geest te doen hebben. Zooals wij zeiden, verklaren wij den strijd in eigen boezem grootendeels uit. Men weet hoe het niet moet maar niet hoe het dan wel moet. Het gevolg is dat men een voorliefde gevoelt voor die staatkundige partijen, die meer Lu- theranistisch dan Calvinistisch, in nega tie hun kracht zoeken. In enkele vervolg-artikelen willen wij trachten het onscheid te verduidelijken. Recfame-Mededeelingen. ftedame-IVIededeelingen. it 250 gulden, zon» onderpand, zonder onder verzekering. 0 ct. per week. diet» Verschaffing Frinsestraat 83 toor28092 I 1 Den Haag^ 3 SE is zuiver ijn hoegenaamd in. Omdat het lig is, wordt het nagen zoo goed ekt den eetlust ingewanden wint de bloed» orzaak van zoo» per flacon, 6 fl. Apothekers en >R NAMAAK. I a Co. c/4, Den Haag Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 - Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regêl DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers TV VAR BIJ !ERDE Sf ithe. 28091 S, Mee. Dent, irdam. Prijs per -Jieuwste methode -3, Dinsdag en letten neen, dat zitten.* hierop een ander >en Zondag niet al ebben wij het zelf en te gelijk, «als ïken, dan komen s gevangen willen mee, net als de en de apostelen willen ook wel een hoekje had eert groot zon»- ik moet doen om r, om dien goeden pien, ziehieren keisteen uit zijn eerst gehoord Ik et wedergeboren mij toch, wat ik :n uit, zoodat de met hem aan te «Gij moet maar jeter leven leiden, de boeken lezen.* voegde vrouw houden bij God, :t te zeggen «Gij dan zal Hij zich Meer wist men ;lie nog niet. Boer nu den Heere vs. 2 en men ïuis en boer Jans» uurman met een n zwarte er eens immers mee naar ns hooren, of die ;emeester, die hier ronen, maar doen boer Cornelissen, verwachting van.* 'otdt vervolgd.) k Verzuimen wij dan niet de gaven die in ons is 1 40 cent per regel. die heerlijk, vara ffeu.rei25maak.en- Tochgoedkoop ia K.OFFIE..DE PAUW" De overblijfselen van den grooten fabrieksbrand der N.V. Ver. Touwfabrieken te Edam, waarvan de schade ongeveer l'/2 millioen bedraagt. V Voor onze propaganda»clubs. Woensdag 27 October a.s. houden wij D.V. onze eerste cursusvergadering. Wij raden onze broeders, zoo mogelijk vóór dien dag nog eens plaatselijk saam te komen en enkele moeilijke stukken uit ons schema van Nederland en Oranje te bespreken. Kan dat niet meer, laten wij dan zorgen, dat we persoonlijk enkele dingen ingestudeerd hebben. En wekt dan minder actieve broeders op mede op te komen. Vooral bestuursleden onzer kiesvereenigingen behooren hierin mede te leven. En met deze vergadering wordt onze winter» campagne op Flakkee ingeluid. De heer Den Ouden zal als goed klokkenist zorgen, dat we geen onzeker geluid te hooren krijgen. Aan ons te zorgen op het appèl te zijnl Nadruk verboden. Isaac da Costa. I. De discipel van Bilderdijk. Daar was wat te doen in ons klein land, in den jare 18231 't Was zoo stil, zoo vredigmen soesde zoo zoetjes met den gouwenaar in den mond achter de «Oprechte Haarlemmer*. Bilderdijk alleen liet zoo nu en dan zijn stem eens hooren. Maar daaraan was men gewendde oude heer zou 't zoo lang niet meer maken en tot zoolang moest men hem dan maar dulden. Maar dat daargelaten was al verscheidene jaren «de rust rustig gebleven*. Opeens echter een vreeselijke herrie in de vaderlandsche gelederen. Dat klept, dat krabt, dat bijt, dat pikt daar is een vreemde bin» nengedTongen. Een, die hier niet thuis hoort. Dien daarom allen tegelijk op den kop zitten «Eruit met den indringer I« Of zonder beeldspraak Daar was een boekdeeltje in 't licht ge» komen van nog geen honderd bladzijden. En dat had het 'm gedaan daarom was heel ons vaderlandsch huishouden op stelten. Zoo'n vuil pamflet was in geen jaren op de pers gelegd. Heel Nederland stond verbaasd over de vermetelheid van den jeugdigen schrijver. Men vond, dat alles zoo goed ging en daar komt hij ineens vertellen, dat alles mis gaat, verkeerd, slecht dat men afschuift naar een afgrond. Stel u voor de verbazing, straks de ergenis, de doodelijke haat. Iedereen heeft er den mond van vol. Op de trekschuit, in 't roefje, is het wekenlang het onderwerp van "t gesprek. In de sociëteit steekt men de koppen bijeen en wordt er een vernietigende critiek over uitgebracht. Ouders nemen het hun kinderen als een «gevaarlijk boek* uit de handen. Hoogleeraren waar» schuwden er hun studenten tegen. Zelfs op de preekstoel wordt het niet met rust gelaten, 't Was dan ook ongehoord 1 Verbeeld u: De schrijver van dat boekje zei zoo maar rondweg, dat niemand zonder vrije genade kon zalig wordenhij sprak van «Gods onbepaalde en vrijmachtige Voorbe» stemming in de Uitverkiezing der begenadig» den door Jacob Catshij durfde zeggen, dat de hooggeloofde «verdraagzaamheid* van die dagen overeenkomst had met de praktijk der Jezuïetenhij veroordeelde den schouwburg en noemde Fransche Revolutie heidendom hij noemde' de verdraagzaamheid der 19de eeuw «uit den booze*; hij spotle met de dicht» en letterlievende en allerlei andere kunst» lievende genootschappenhij hield staande, dat de Overheid door God ingesteld was en geloofde niet aan de oppermacht des volks hij durfde lasteren o gruwel I dat de heerschende geest op de lagere scholen niet deugdehij Maar genoeg 1 't Was een zwart register van zot», van valschheden, waardoor 's mans ver» oordeeling zeker was, die dan ook niet uit» bleef. Wie is toch wel de onbeschaamde schrijver, vroeg men. Op het titelblad stond hij genoemd: Mr. I. da Costa. Voor velen toen nog een onbekende groot» heid. Enkelen herinnerden zich, schoone ver» zen van hem gelezen te hebben maar er werd in die dagen zooveel gerijmeld, daar was geen oog op te houden. De persen zweetten van de dichtbundels. De vraag wandelde dus van den een naar den ander«Wie is hij Spoedig volgde 't antwoord «Een gedoopte Jood* «een discipel van Bilderdijk«. 't Eerste was aan zijn gezicht en 't laatste aan zijn boek te zien. Dadelijk had ieder er van ge» zegd«Die muziek is uit de school van den oude 't krioelt van Bilderdijkiaansche noten.* Deze boetprediker, van wien men straks hoopte 40 cent per regel. Hoesten is een verschijnsel van den strijd, dien het lichaam voert tegen alles wat de ademhaling belemmert. Zuiver Uw luchtwegen en kom de natuur te hulp met de slijm- oplossende en ontsteking genezende De groote flacon* rijn voordeeliyeri verlost te zijn, scheen dus een discipel, een opvolger gevonden te hebben Tot op zekere hoogte, ja 1 Een discipel, zeer zeker, een opvolger? Bilderdijk was in schier elk opzicht een eenling en die heeft geen opvolger, maar iemand dan, die in eigen spoor in Bilderdijks richting ging, dat wil dus zeggen dwars tegen de richting in van 99 der toonaangevende menigte, ja 1 dkt wel. Wie was deze Isaac da Costa dan Laat ik 't kort mogen nazeggen, zoodat ds. Rullmann het memoreerde in de «Utr. Kerk» bode* van 22 Maart '24: Isaac da Costa zag op 14 Januari 1798 te Amsterdam het levenslicht. Zijn vader, een geacht handelsman in de hoofdstad, maar aartsvijand van den Fran» schen Revolutiegeest, voelde zich niet thuis in de Bataafsche Republiek van dien tijd. Behoorende tot de arristocratie der Portu» geesche Joden, had hij de inlijving der Jood» sche natie, 'n jaar tevoren, met leede oogen aangezien. Zoo leefde hij afgezonderd, onte» vreden over den gang van zaken in de wereld. Mede tengevolge van deze teruggetrokken» heid zijns vaders, werd Isaac zooveel mogelijk teruggehouden van den omgang met andere knapen. Zijn eenige speelmakker was de zoon van zijns vaders compagnon en bloedverwant, de jonge Abraham Capadose. Beide Joodsche geslachten, de Capadose's en de Da Costa's, waren in de zeventiende eeuw uit Portugal naar Amsterdam gevlucht. Geen van beide families behoorde echter tot de streng»orthodoxe Joden, allerminst die van Capadose. De opvoeding van Abraham was dan ook volstrekt niet godsdienstig. Doch Isaacs moeder was 'n gemoedelijk»vrome vrouw. En zijn vader hield, misschien ook wel uit reactie tegen de verwaarloozing van 't geloof in het huisgezin der Capadose's, streng toe»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1