Purol verzacht en geneest Kloven in tie Handen. Doos 30 ct
loot den Jfdttèag
DE KOSTEN
Hte-BiaxuHm
Gemengd .Nieuws.
V er koopingen
Een ernstige vermaning tot een heilig
leven. Wij willen ze wat nader bezien
nagaan wat ze inhoudt.
Waar de apostel de geloovigen op
hun roeping wijst, stelt hij eerst een
negatieven en daarna een positieven
aard. Eerst zegt hij, wat ze niet en dan
wat ze wel moeten doen.
Zij moeten niet gelijkvormig worden
aan de begeerlijkheden, die te voren in
hun onwetendheid waren. De apostel
doelt hier op hun vroegeren toestand,
toen zij nog heidenen waren; op de
zonden, waarin zij toen leefden. In hun
onbekeerden staat leefden zij in hun
begeerlijkheden, d. i. in hun zondige
lusten, naar het goeddunken van hun
verdorven hart, als blinde heidenen,
onwetend aangaande den waren God
en den Heere Jezus Christus. Nu door
Gods genade hun het licht is opgegaan,
en zij met die vroegere zonden gebroken
hebben, moeten ze niet weer terug-
keeren tot hun vroeger onheilig leven.
Daarnaast komt de apostel ook met
een stelligen eisch, waarin hij leert,
wat de geloovigen wel moeten doen.
„Maar gelijk Hij, die u geroepen heeft,
heilig is, zoo wordt ook gij zeiven heilig
in al uw wandel; daarom dat er ge
schreven iszijt heilig, want Ik ben
heilig." Zij worden geroepen tot heilig
heid. Verstaat echter wel, wat daarmede
bedoeld wordt. Geen wettische heilig
heid, ten einde God daarmede te ver
zoenen. De apostel wil de geloovigen
niet leiden op het pad der werkheilig
heid. Maar hij bedoelt die heiligheid,
welke de vrucht des geloofs is, en
hierin bestaat, dat wij, vreezende God
te onteeren, naar Zijn geboden te leven
de zonde haten, omdat God ze haat;
de verzoeking vlieden, en alles mijden
wat ons tot zonde zou kunnen brengen,
omdat wij God vreezen. Zulk een heilig
leven komt voort uit liefde tot God en
uit de hartelijke begeerte Hem daardoor
te verheerlijken.
Die heiligheid omvat den geheelen
mensch, zoowel zijn innerlijk als uiter
lijk bestaan. Daarom vermaant de Schrift,
dat wij onszelven zullen reinigen van
alle besmetting des vleesches en des
geestes. En voortsGod te verheerlij
ken in ons lichaam en in onzen geest.
Wij moeten sterven aan ons eigen ik,
eigen wil verzaken, dien buigen onder
Gods wil, strijden tegen de onheilige
bewegingen van ons vleesch. Petrus
zegt 'tin al onzen wandel heilig wor
den, op alle gebied, overal^. onder alle
omstandigheden. Niet maar onder vrien
den en geestverwanten, maar ook te
midden van een Gode vijandige wereld.
Ja, daar in 't bijzonder. Wij hebben
vooral in de ure der verzoeking op
onze hoede te zijn, dat wij niet door
de wereld meegesleept worden en haar
gelijkvormig worden. Te wandelen als
een Noach, die niet ophield zijn tijd-
genooten te vermanenals een Lot,
die zich rein hield van Sodoms zonden
als een Jozef, die, al stond zijn leven
op 'tspel, vreesde tegen God te zon
digen als een Daniël, die al zijn
vijanden trotseerde, toen hij weigerde
voor iemand anders dan Israels God
de knie te buigen.
Letten wij er op, hoe de apostel in
onze tekstwoorden doet uitkomen, dat
de heiligmaking een voortgaand werk
ishoe de geloovigen daarin moeten
toenemen. Hij vermaant„wordt" heilig
in al uw wandel, en dat woordje „wordt"
wijst op een toeneming, een vordering
maken in heiligheid. Zonder zonde
leven kunnen wij hier op aarde niet.
De allerheiligste brengt 't zelfs niet
verder dan tot een klein beginsel der
gehoorzaamheid. Maar zulk een heilig
leven wordt hier door de kracht des
Geestes aangevangen en moet worden
voortgezet, doordat de geloovigen steeds
overvloediger vruchten des geloofs en
der bekeering voortbrengen. Hoe verder
de Geest ons leidt, des te meer zonden
zullen wij zien. Telkens zullen wij ver
borgen afdwalingen ontdekken. Daarbij
zullen zonden, die wij meenden te
boven te zijn, soms plotseling het hoofd
opsteken. Wij zullen ervaren, dat wij
van onszelven zwak zijn tegenover de
verzoeking, die van de wereld uitgaat.
Daarom hebben wij niet op te houden
te bidden en in Gods kracht hoe langer
hoe meer tegen alle zonden te strijden,
opdat het door een steeds heiliger leven
blijke, dat Christus in ons leeft. De
zaak met een geloovige staat zoo, dat
hij in Christus heilig is, zoodat God
in hem geen zonde meer ziet, maar
daadwerkelijk is hij 'nog slechts een
beginsel der heiligheid deelachtig, zoo
dat, zoolang hij op aarde is, hij geroepen
is, heilig te worden in al zijn wandel.
'tls geen nieuwe, tot dusver onbe
kende waarheid, welke de apostel hier
voorhoudt. Reeds door Mozes sprak
de Heere: „Zijt heilig, want Ik ben
heilig." Israël als een volk Gods werd
geroepen tot heiligheid. En niets min
der wordt geëischt van de gemeente
des N. V. God zelf wordt haar tot
voorbeeld gesteld. Niet, alsof wij ooit
aan God gelijk zouden kunnen worden,
want God is Schepper en wij zijn het
maaksel Zijner handen. Maar evenals
God, hebben ook wij het kwade te
haten en lust te hebben tot alle ge
rechtigheid, heilig te leven. God, die
de zonde niet kan gedogen, heeft een
welgevallen aan allen, die Zijn geboden
beminnen. Al wat Hij doet is goed;
zonde strijdt met Zijn Wezen. In den
hemel is dan ook de zonde niet meer.
Daar zal niet inkomen, dat ontreinigt
of gruwelijkheid doet of leugen spreekt.
En omdat God heilig is, wil Hij ook
in Zijn schepsel heiligheid. Zullen wij
die volkomen heiligheid eerst hier
namaals verkrijgen, het streven, het
jagen daarnaar moet hier bij ons ge
vonden worden, in gehoorzaamheid aan
het woord des Heerenwordt heilig
in al uw wandel, gelijk Hij, die u ge
roepen heeft, heilig is.
Ingezonden Stukken
verbonden aan bet graven van het
Suez-kanaal waren zeer groot.
Maar toch vormde dit geen be
letsel om dat werk tot stand te
brengen, omdat men begreep dat
de voordeelen de onkosten ruim
schoots zouden dekken.
Met de reclame is het niet anders
gesteld. Een advertentie vraagt
kosten, maar hoe gering zijn die
vergeleken bij den omzet van wa
ren, dien daardoor te verkrijgen
is. Zorg dat het Flakkeesche pu
bliek met Uw zaak en Uw waren
bekendisdoor een Advertentieinde
zag zich thans liefst zoo weinig mogelijk aan
dien tijd herinnerd.
Daarom hèd men z'n «afgodjes® nog wel
»Vrijheid«, »Gelijkheid« en hm 1
En daar kwam nu Bilderdijk en haalde al
die afgodjes een voor een naar beneden en
liet zijn discipelen zien hoe naakt zij waren
en hoe hol en hoe voos En hij stelde
daartegenover de Nederlandsche Maagd«Steu-
nende op den Bijbel, verdedigen wij de vrij
heid en Onze hulpe is in den Naam des
Heeren 1« en zette de oude Oranjes daarom
heen, die dit met hun bloed bezegeld had
den
En dan vlogen de vonken vuurs van heilige
passie door de smidse heenl
Alle drie deze grooten
Bilderdijk, in 't begin, Groen van Prinste»
rer in 't midden en Kuyper tegen 't einde
der negentiende eeuw, hebben in zeer ruime
mate den smaad van menschen ondervonden,
omdat zij opkwamen, ook op staatkundig ter
rein en in 't politieke leven, voor de eere
Gods.
En neen 1 waarlijk zij niet alléén 1
Ik neem en noem hen slechts als represen
tanten.
't Was de gansche eeuw dóór net zoo hoog
en laag waren voorwerp van dezen bitteren
hoon en waar ook onze volksgroep zich over
veel te verootmoedigen heeft, ook in den po-
litieken strijd, daar mogen we tot roem van
Gods genade getuigen Neen, zóó hebben wij
ten opzichte van onze tegenstanders nimmer
gedaan
Bilderdijk, Groen en Kuyper noemde ik.
Daarmee wil ik niet zeggen, dat ze precies
op dezelfde wijze op dien smaad reageerden.
Bilderdijk hief de vuist en sloeg terug.
Groen gaf weieens naar buiten den indruk,
alsof hij met stoïcijnsche kalmte al dat modder
water liet klotsen langs en tegen de rots,
waarop hij stond, maar Busken Huet heeft
ons aangetoond, hoe ook Groen een man van,
soms ïelle, hartstochten was, maar die ze wist
te distilleeren in de groote kolf van verstand-
en-wil, waaruit ze dan in den vorm van fijne,
maar vlijmscherpe ironie weer te voorschijn
kwamen.
Kuyper had die hooge voornaamheid van
Groen niet
Maar had minstens even goed en stellig in
veel hooger mate zijn geest in bedwang dan
Bilderdijk en had het groote voorrecht, dat
hij bij aanvang «onze menschen® onder den
druk uit mocht halen en den tegenstander
met beschaamde kaken doen staan, als hij
hen, zelf in het hoogste gestoelte des lands
gezejen, die mannen presenteeren konZie
mijne heeren 1 de menschen waarop gij altijd
zoo hebt gesmaald, u merkt, zij mogen er
zijn
Doch keeren we thans naar Bilderdijk terug.
De smaad is feitelijk altijd zijn deel geweest
Maar 't werd toch in zijn Leidschen tijd
het ergst, toen zijn tegenstanders, vreezen gin
gen, dat met zijn dood niet de laatste aanhan
ger van zijn zonderlinge ideeën zou wegge
storven zijn, maar dat zij door een kleine,
doch uitgelezen schaar van jongeren zouden
worden voortgeplant.
Da Costa, die ons meedeelt, wat trouwens
uit lang vergeelde en vergeten pamfletten dier
dagen genoegzaam blijkt en waar ook Bilder-
dijks gedichten genoeg van gewagen, geeft er
een sobere maar duidelijke beschrijving van,
die we hier net zoo overnemen.
Da Costa's schets doelt op 't jaar 1823 en
daarna, toen hij trouwens geheel buiten
Bilderdijk om, die van niets wist zelf zijn
«Bezwaren tegen den Geest der Eeuw® had in
't licht gegeven, waarvan de tegenpartij dit
in elk geval juist inzag, dat ze uit de pen van
den jonger vloeiden, doch dat deze uit het
arsenaal van den oude gekomen was.
Ziehier wat da Costa er van zegt:
«Doch nu dan ook kende de algemeene
verontwaardiging geen palen. Men achtte
(of hield zich alsof men zulk een ernstige
beduchtheid koesterde) het volk, den Staat,
de Constitutie, de Kroon zelve, zoo er op
den kreet den verschrikte meerderheid geen
afdoende maatregelen genomen waren, in
onmiddellijk dringend gevaar.
Nog een weinig tijds, nog eenige derge
lijke geschriften, en men zag in Nederland,
in Europa, de vestiging van het Absolutis
me, met oplegging bovendien van de 'leer
regelen van Dordrecht, zoo goed als zeker
tegemoet,
Alles, in den kring allereerst der Boeken
wereld, scheen in rep en roer te komen
Het waren recensiën, pamfletten, anony-
me (voor het meestI) of pseudonieme schimp
schriften, spotverzen, epigrammen, parodiën,
kluchten, schand- en schendbrieven over
de post, te vuig om er den inhoud zelfs
van te laten vermoeden
Zelfs de aardappel, zoo zij meenden,
door Bilderdijk beleedigd I vond zijn vinnige
wrekers.
Nooit heeft een publiek of wat zich
voor zijn woordvoerders uitgeeft allen
eerbied, wij zeggen niet voor een der schitte
rendste sieraden van taal ea poëzie der
natie, maar voor zichzelf op zoodanige wijze
uit het oog verloren, als in deze zaak en
dien tijd®.
Uit dezen laatsien zin kan men merken,
dat da Costa de negentiende eeuw niet ten
einde toe heeft meegemaakt 1
Intusschen, hoe ouder hij werd, met hoe
meer lijdzaamheid Bilderdijk den smaad van
Christus wist te dragen.
Diirom haatte de wereld ook hém, dewijl
hij van de wereld niet was, maar «Heb goeden
moed, Ik heb de wereld overwonnen I® was
Jezus woord, daarin vond ook Bilderdijk,
zijn versbundels uit die laatste jaren getui-
gen het, bij den voortduur steeds grooter
troost.
UITKIJK.
I PETRUS 1 14-16.
«Als gehoorzame kinderen, wordt
niet gelijkvormig aan de begeerlijk
heden, die te voren in uw onwe
tendheid waren
Maar gelijk Hij, die u geroepen
heeft, heilig is, zoo wordt ook gij»
zeiven heilig in al uw wandel;
Daarom dat er geschreven is Zijt
heilig, want Ik ben heilig.«
I.
(Wordt vervolgd.)
het Roode Kruis zelf. Immers bij rampen als
de storm in Borculo of de waterstand in 't
Oosten van ons land, die ook op ons eiland
zouden kunnen plaats vinden, zou het voor
het Roode Kruis een groot voordeel zijn, als
het hier onmiddellijk qa. over een goede
ziekenauto kon beschikken bij zijn hulpver
leening. 't Stelde al spoedig een bijdrage van
f 1000,— voor dit doel in uitzicht, maar zag
daarbij gaarne, dat wij de zieltoogende Roode
Kruisafdeeling op ons eiland weer op de been
brachten. Daartoe werd besloten en zoo wer
den ondergeteekenden met Notaris Van Buuren
op een daartoe bijeengeroepen ledenvergade
ring tot bestuursleden gekozen.
Het Hoofdbestuur heeft ons nu uitgenoo-
digd in deze maand een collecte te organiseeren
voor het Roode Kruis, aan welk verzoek wij
bij dezen gaarne voldoen. Een lange aanbe
veling zal wel niet noodig zijn. De heilzame
werkzaamheid van het Roode Kruis bij het
vervoer en de verpleging van de gewonde
soldaten in oorlogstijd ter verzachting van
hun lijdende krachtdadige hulpverleening
aan de burgerbevolking in vredestijd bij ge
legenheid van rampen als bovengenoemd is
Het gebouw van de Nederlandsche Handels Mij. te Amsterdam wordt deze week
officieel geopend.
De Copie van Ingezonden stukken die niet ge
plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers
Mijnheer de Redacteur.
Zoudt u zoo goed willen zijn onderstaand
stukje in uw geëerd blad te willen opnemen.
U bij voorbaat dankend.
Dat er nog eigenaardige toestanden in het
leven bestaan waarvoor men vaak de schou
ders vragend moet optrekken, zal zoowel de
een als de ander wel bekend zijn, daar men
het nut van sommige gewoonten niet kan in
zien. Bestaat zoo'n gewoonte eenmaal, is het
ook zeer lastig deze met wortel en tak uitte
roeien, hetzij dat men het kwade van zulk
een gewoonte niet inziet of hetzij men te
laksch is hieraan een einde tc maken. Zoo
ook bestaat er in de gemeente Nieuwe Tonge
ook een zeer eigenaardige en (mijns inziens)
zeer afkeurenswaardige gewoonte. Namelijk
deze Heeft b.v. een arbeider zijn wekelijk»
sche taak verricht en wil hij daarvoor zijn
zuur verdiende centen ontvangen, kan hij dit
wel doen, maar in het een of andere café, op
advies van den voorman. 2e Heeft men b.v.
aardappelen of uien of wat desgelijks zij, ver
kocht aan Commissionnairs, kan men hiervoor
wel zijn of haar geld ontvangen, mits men de
zaak in een café afhandelt.
Waarvoor dit dienstig is, kan ik mij abso
luut niet indenken. Deze gewoonte bestaat al
sedert geruimen tijd en zal ook zonder ingrij
pen van de betrokken personen zelf wel blij
ven voortduren. Waarom kan het loon van
den arbeider niet aan huis bij hem worden
bezorgd, of waarom kan hij het desnoods
niet zelf bij den voorman komen halen
Waarom kan ook het geld, wat men tegoed
heeft voor zijn verkochte aardappelen enz.
niet dadelijk aan huis in ontvangst nemen?
Waarom juist in een herberg? Is iedereen
hiervan gediend? Nu, ik weet wel zeker van
»neen«. Als »oud«»Nieuwe Tongenaar stond
ik vreemd te kijken toen ik kort geleden mijn
geboorteplaatsje nog eens bezocht, en ik van
een kennis vernam, dat genoemde wantoestand
nog altijd bestond, daar toch N. T. een van
de eerste plaatsjes is, waar men bij wijze van
spreken met Gods Woord in de zak loopt.
Natuurlijk begrijp ik wei dat niet alle voorlui
enz. dezen toestand in leven houden maar ik
spreek slechts over diegenen, die het wel doen.
Er bestaat natuurlijk (en dat is maar gelukkig
ook) altijd uitzondering op den regel.
Dat iemand zijn geld in een kroeg moet
halen, dat hij verdiend heeft, beteekent op
zichzelf zooveel niet, maar uit staanswil is
men dan toch allicht geneigd, om ook het
een of andere te gebruiken en de vraag is
maar: «Kan het er altijd af?« De eene is op
dit punt sterker dan de andere. De eene kan
weerstand bieden aan de verleiding, de andere
weer niet. Ik wil onder geen enkelen vorm
te kennen geven, dat dit in de bedoeling ligt
van H.H. Commissionairs en voorlieden, maar
toch was het wenschelijk dat aan dezen wan
toestand een eind kwam, daar er allicht voor
zwakke menschen, die de verleiding niet kun
nen weerstaan, neiging tot drinkgewoonten,
zoo niet erger, konden worden opgewekt.
Wanneer iemand een café wil bezoeken, zoo
laat hem dit dan uit eigen beweging doen,
dat zal niemand hem verbieden, maar laat er
geen dwang of iets dergelijks worden uitge
oefend op den werkman om zijn geld persé
in genoemde inrichtingen te komen halen.
Deze gewoonte moet de wereld uit. «Leve de
gulden vrijheid«.
U, M. de R. nogmaals beleefd dankend
teeken ik
Een «oud inwoner® van Nieuwe Tonge.
HET NEDERLANDSCHE
ROODE KRUIS.
De Afdeeling Overflakkee en Goedereede
hiervan leidde de laatste jaren een kwijnend
bestaan. Door overlijden of vertrek was er
eigenlijk geen bestuur meer en de afdeeling
gaf geen teeken van leven meer. Reeds had
het Hoofdbestuur in den Haag in overweging
gegeven of 't maa niet beter was onder deze
omstandigheden de afdeeling op te heffen,
toen de 2e ondergeteekende bij zijn pogingen
om voor Flakkee een ziekenauto te krijgen
in aanraking kwam met de leden daarvan.
't Hoofdbestuur zag bij deze bespreking
dadelijk 't belang hiervan in zoowel voorde
bevolking op Flakkee als voor het werk van
wel voldoende bekend te achten. Helpen wij
meê het Roode Kruis de geldmiddelen te ver
schaffen voor zijn werk, dan kan dit zijn hulp
verleenen, zoodra en waar die noodig is. Wie
anderen helpt, mag verwachten, dat hem ook
de helpende hand zal gereikt worden in tijd
van nood en 't is altijd nog beter te helpen
dan geholpen te worden. Bovendien heeft de
blijmoedige gever op andere wijze vaak weer
genot van zijn milddadigheid. Zoo heeft Flak
kee door die mooie gift voor onze ziekenauto
reeds veel meer ontvangen van dan 't gegeven
heeft aan 't Roode Kruis. De minimumprijs
van de te verkoopen kruisjes is bovendien
zoo gering, dat die voor haast niemand een
bezwaar kan opleveren, om op deze manier
't mooie Roode Kruiswerk te steunen. We
hopen daarom overal jonge dames bereid te
vinden, om deze aan den man of de vrouw
te brengen.
H.H. Burgemeesters of Voorzitters van plaat
selijke comité's kunnen 't benoodigd aantal
kruisjes bij den 2e ondergeteekende aanvragen.
Steunt allen op deze wijze 't Nederl. Roode
Kruis.
Namens het bestuur der afdeeling
Overflakkee. en Goedereede,
De Voorzitter, L. J. DEN HOLLANDER.
De Secretaris, C VAN GELDER.
Nieuwe Tonge, 4 Oct. 1926.
ERNSTIG ONGELUK BIJ DE
GIEKPONT TE TIEL.
Drie personen verdronken.
Woensdagmorgen tegen 10 uur kwam een auto,
waarin twee dames en een heer, de gierpont
te Tiel oprijden. Als gewoonlijk was de andere
zijde der pont afgesloten door een stalen ket
ting. De auto reed eerst niet ver genoeg door,
waarop het veerpersoneel last gaf, iets verder
te rijden. Waarschijnlijk heeft de bestuurder
toen volop gas gegeven. De auto reed door
de ketting de Waal in, en de inzittenden zijn
verdronken.
Het nummer van den auto is M. 20601
Nader meldt men
In den nieuwen, gesloten Citroën-auto, ver
ongelukt aan het veer te Tiel, bevonden zich
de ongeveer 30>jarige heer F. A. Bekaar, leeraar
te Wageningen, zijn vrouw, en een 76>jarige
dame, waarschijnlijk de moeder van een van
beiden.
De politie was dadelijk met reddingsmate
riaal ter plaatse, doch slaagde er eerst tegen
half "twaalf in, den auto op het droge te krij
gen. De verongelukten schijnen nog pogingen
te hebben aangewend, uit den wagen te ko
men.
De schijnbaar onbeschadigde auto is in be
slag genomen.
De lijken zijn naar het St. Andrea-gesticht
vervoerd.
Het parket heeft ter plaatse een voorloopig
onderzoek ingesteld.
Verder wordt nog gemeld
Op het lijk van den heer Bekaar, die woonde
in het Bowlespark te Wageningen, is gevon
den een perskaart, door de N. V. Landbouw
courant De Zuidpost afgegeven aan den heer
F. Bekaar.
De auto had nog maar 3000 K.M. gereden.
Het rijbewijs was van Mei 1925. De carbura
teur is zwaar beschadigd.
De auto is niet door den ketting gereden,
maar de ketting is uit den haak gelicht, waar
mee zij aan de pont bevestigd was.
Het onderzoek van den auto heeft de poli
tie opgedragen aan den heer A. A. van den
Berga te Tiel. Bij het onderzoek van de rem
men waren aanwijzingen, dat de stang van
de voetrem een oude breuk had.
Het lijk van den heer Bekaar werd niet
achter het stuurrad gevonden, maar bij de
achterin zittenden dames. De justitie heeft de
lijken nog niet vrijgegeven.
Verkeersongevallen.
Woensdagmorgen ongeveer half-twaalf is op
den Bussumer Grintweg, bij den overweg van
de Brinklaan te Bussum, een motorrijder, vol
gens zijn rijbewijs de 30-jarige H. Boenakker
uit Hilversum, tegen een uitstekende hangkast
4*an een vrachtauto gereden. Ernstig gewond
werd hij naar de Majelle-stichting te Bussum
gebracht.
Dinsdagmiddag omstreeks half-vijfheefteen
vrachtauto op den hoek van een straat te
Kerkrade het zes-jarige zoontje van den heer
N. uit Chevremont overreden. Het ventje
was onmiddellijk dood.
De politie heeft den auto in beslag genomen.
De vrachtauto moet langzaam hebben gereden.
Wrigley looft 25.000 pond sterling uit.
Wm. Wrigley Jr., eigenaar van hetCatalina.
eiland, de Wrigley-wolkenkrabber, de Chica
go Cubs baseball club en kauwgomfabrikant
stelt thans 25.000 beschikbaar voor den win
naar van een open zwemwedstrijd over het
Catalina-kanaal, een afstand van 23 mijlen,
die nog nooit overgezwommen is.
De wedstrijd staat open voor mannen en
vrouwen en de winnaar ontvangt het geheele
bedrag. De «New York News® ontving hier
over het volgende telegram«Uw brief van
den 19en ontvangen. Ook artikel gelezen. Ga
met Uw voorstel accoord. Maak er 25.000 van
voor alle deelnemers. Voorbereidend werk
verricht U Begin direct. Wm. Wrigley Jr.«
Dit was Wrigley's officieele antwoord op
het voorstel van The News, dat hij een derge
lijk bedrag beschikbaar zou stellen voor een
Catalina-wedstrijd, die opengesteld moest zijn
voor mannen en vrouwen uit binnen- en bui
tenland.
Evenals bij haar tocht over het Engelsche
kanaal, garandeert The News Miss Ederle in
ieder geval 5.000 pond sterling. Verder wordt
uit Los Angeles gemeld, dat reeds 15 der
meest bekende zwemmers uit Californië hun
training hebben aangevangen. De zwemtocht
zal moeilijker zijn dan die over het Kanaal,
omdat geen der zwemmers weet met welke
moeilijkheden men te kampen heeft.
De New York News seinde aan Wrigley
als volgt«News werkt plan voor Catalina-
wedstrijd uit. Bemerken dat vele zwemmers
direct willen beginnen om Uw 25.000 pond
sterling te winnen. Zend opheldering of U
prijs van 25.000 pond sterling hoofdprijs is
voor een wedstrijd waarbij alle zwemmers tege
lijk vertrekken of bestemd is voor den eersten
zwemmer die het Catalina eiland bereikt.®
Het antwoord luidde«Mijn aanbod betreft
een prijs van 25.000 voor een wedstrijd waar
in alle mededingers voor den prijs tegelijk
moeten vertrekken en is niet bestemd voor
den eersten zwemmer die op eigen gelegen
heid het Catalinakanaal overzwemt. Alles moet
goed gearrangeerd zijn vóór het begin van
den wedstrijd. Details laat ik over aan* The
News. Wm. Wrigley Jr.«
Waar thans deze wedstrijd internationaal is,
bestaat Joch ook voor Hollandsche zwemmers
de gelegenheid hieraan deel te nemen. Of
zich reeds enkelingen als zoodanig hebben
aangemeld, hebben wij nog niet vernomen.
Op Maandag 4 October 1926 bij veiling, en
Op Maandag 11 October 1926 bij afslag,
beide dagen 's avonds 7 uur te Melissant ter
berberge van Van der Werf van een huis met
erf en grond te Melissant aan den Molendijk,
kad. sectie A no. 998 groot 80 cA., verhuurd
aan Js Wielaard Hz. voor f 2 per week, ten
verzoeke van Mej. de Wed, A. Vermaas te
Middelharnis en kinderen.
Notaris VAN DER SLUYS.
Erfhuis te Spijkenisse (wegens vertrek) op
Woensdag 13 October 1926, voorm 10,30 uur,
voor den Heer Johs. Groeneveld, aan zijn
woning, aldaar, aan de tramhalte Malledijk,
om contant geld, publieke verkooping van
8 koeien, waarvan 2 half October moeten
kalven, 2 kalveren, paard, 4 varkens, 40 kippen
en 6 konijnen, voorts boerenwagen, melkkar,
giervat 500 Liters en pomp, 2 kruiwageps, 2
varkenshokken ploegen, egge, tuigen, bouw»,
stal. en melkgereedschap, 8000 K G. hooi
en 6 Aren voerbieten, eenig huisraad en een
houten noodwoning enz enz.
Notarissen LOEFF en VAN TRIGT.
Op Vrijdagen 15 en 22 October 1926 des
voorm. 11 uur, ten koffiehuize van Essebaggers
te Spijkenisse, bij veiling en afslag, publieke
verkooping van 0-72-20 HA. erf, boomgaard
wei- en tuingrond te Spijkenisse, aan de tram
halte Malledijk, beplant met 60 vruchtboomen,
35 bessenstruiken en 10 roeden 2-jarige aard
beziën, wagenloods en bergplaats, gieikelder
(24 M3) welput en 25000 ijsselsteenen.
Te aanvaarden nadat boom- en tuinvruchten
zijn geoogst. Soliede kooper heeft voorkeur
om 6-22-17 H A. in de nabijheid gelegen best
weiland in te huren. Inmiddels uit de hand
te koop Inlichtingen geven de verkooper Johs.
Groeneveld te Spijkenisse en ondergeteekenden
Notarissen LOEFF en VAN TRIGT.
Op Maandag 18 October 1926 bij veiling, en
Op Maandag 25 October 1926 bij afslag,
beide dagen 's avonds 7 uur, te Melissant,
ter herberge van M. van der Werf, van
Een huis, waarin schoenmakerij, met erf en
grond te Melissant aan de Voorstraat, kad.
Sectie A, no. 1072 en 1073, te zamen groot
1 Are 09 centiaren, bewoond door Cornelis
Goedegebuur.
Notaris VAN DER SLUYS.