voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. flHuelfl's Brool BrieuenlioeH Antire volut Orgaan IN HOG SIGNO YINCES WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1926 4lsre JAARGANG Leekepraatjes. Plaatselijk Mleasws* No. 3263 W. BOEKHOVEN ZONEN *ïle stukken voor de Redactie bestemd, Ad vert eatiën eet verdere Administratie, franco toe t© as enden aan de Uitgevers Buitenland. AAN ONZE LEZERS AKVELD'S GROOT BRIEVENBOEK is een Raadgever inzake recht en wet en een Encyclopaedic voor kantoor en huis. Prijs lag. f 1,45 - Geb. f 1,95 afgehaald aan ons Bureau. F Deze Courait veisch'jnt eiken WOENSDAG en ATERDAG. ABONNEM NTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Eer is teer. De Banier (S.G.P.) nam kennis van de in» geslopen drukfout en erkent dat dit inderdaad een anderen klank aan de driestar geeft en «wellicht ware ons stukje niet zoo scherp gesteld geweest als deze drukfout niet was ingeslopen» beleidt de schrijver. «Minder scherp« wel eenigszitis euphemis» tisch uitgedrukt. De schrijver sprak van verleugening, oneer- lijke bestrijding enz. Gaarne hadden wij gezien dat hij dat had teruggenomen. Hij spreekt echter alleen van«minder scherp». 't Is diep te betreuren, dat men zóó spoe» dig gereed is iemand te beschuldigen van verleugening, en dat men daarentegen, wanneer blijkt dat het overhaaste oordeel on» juist was. niet denzelfden spoed gebruikt om den bekladden naam te zuiveren, doch het *^echts laat bij de belijdenis «het stukje min» ^cler scherp gesteld te hebben». Zoo moest het onder ons niet zijn. Scherpte kan geen kwaad, wijzer scherpt men met ijzer, alzoo de man het aangezicht zijns naastezegt Salomo. En de waarheid zelve is vaak scherp. «Minder scherpte» verlangen dus ook wij niet. Maar wat wij wel eischen is, dat men niet iemand's eer aanrandt. En dat is een hoofdgebrek van de Banier Niet alleen is dkt stukje, maar het vloeit schier over alle pagina's heen. Het schijnt alsof tegenover de Anti Rev. Partij alles geoorloofd is. Men spreekt maat over «beginselverzaking alsof het 't gewoonste ding is, dat er is. «Af» wijking van de zuivere paden«, «politieke be« rekeningen», het zijn allen uitdrukkingen die de Banierschrijvers, wanneer zij zich tegen de jjfevntirRev partij richten, en dat is zeker in ^^trie kwart van de Banier, o, zoo lichtvaardig uit de pen laten vloeien. Wij schreven reeds eer: dat wijst op een verkeerde mentaliteit. Wie kennis krijgt aan eigen zieleleven ver» leert het hard oordeelen over anderen. Als de Farizeër in den tempel bidt, ziet hij anderen en dankt God dat hij beter is dan dezulken. Wanneer de tollenaar in den tem» pel bidt ziet hij zichzelf en slaat zich op de borst. De laatste ging heen meer gerechtvaardigd i dan de eerste. Dit geldt allereerst in ons persoonlijk leven, i Maar dit beginsel, dat Christus zelf ons heeft gepredikt, is evenzeer normatief voor ons groepsleven. Mogen wij dan geen kritiek uitbrengen Gerust I En zoo noodig scherpe kritiek. Maar waarvoor wij ons, als Christenen in de eerste plaats, te wachten hebben is, dat wij gaan beschuldigen vankwaden trouw, beginsel verzaking, verleugening en wat dies meer zij. Er kan een onjuiste opvatting zijn er kun» nen fouten en gebreken zijn. En daarop te wijzen is christenplicht. Maar waartoe De Banier niet het recht heeft is de A.»R. partij te betichten van kwade trouw, verzaking van haar beginsel enz. Ook De Banier is gehouden te gelooven dat de A.»R. partij, handelt zooals zij ziet, dat er overkom» stig haar beginsel gehandeld moet worden. Eerst wanneer de Banier zich op dit hooge standpunt weet te verheffen is vruchtdragen. de polemiek mogelijk. Immers, moeten we beginnen met te veron» d'erstellen, dat er bij de tegen partij kwade trouw schuilt, dat is reeds bij voorbaat alle uitwisseling van gedachte tot onvruchtbaar» heid gedoemd. Getuigen en doen. De Banier (S.G.P.) komt terug op ons artikel waarin wij instemming betuigen met hetgeen de Banier-.schrijver geschreven had over het onrustbarend verschijnsel van het klimmend aantal echtscheidingen in het buitenland. Wij hadden daaraan toegevoegd het be» keuren dat De Banier niet een stap verder 8'ng en er op wees, dat de gunstige positie die ons volk ten aanzien der huwelijkswet» geving inneemt, in den middelijken weg een vrucht is van de samenwerking der drie Chris» telijke groepen in ons land. Nu komt De Banier betoogen dat het kwaad van binnen uit bestreden moet worden. Zelfs bij menschen van protestantsche belijdenis vindt men het onzedelijk verschijnsel van korte rokken, afsnijden van haar en wat dies meer zij. Voorts wijst hij op de huidige kies» wet en hij klaagt over het inruilen van het protestantsch karakter der natie tegen een neutraal en dat ter wille der coalitie, enz. Maar daarover ging het nu niet. Even slechts roert bij het onderwerp dat in het geding is aan, door de vraag te stellen «Of wij dan op 't gebied der huwelijkswet» geving met de Roomschen het goeddeels niet eens zijn En het antwoord is dan«Ja, zelfs beter eens dan met vele protestanten». Doch dan volgt deze vraag«Hebben wij ter afwering van verslechtering der huwelijks» wetgeving coalitie noodig? Wij vragen waar» om Treft men bij waarüjke gelijke gezind» heid elkaar niet vanzelf Maar dat is juist de coalitie 1 Het elkander bij gelijke gezindheid treffen 1 En nu wil het verschijnsel zich voordoen dat er op het staatkundige erf zooveel is waar» in gelijke gezindheid zich voordoet. En opmerkelijk is dat die gelijke gezindheid zich juist voordoet bij de meest fudamenteele beginselen van ons staatkundig leven. Hierop wees Groen van Prinsterer reeds in zijn tijd. Waarom hij dan ook juist de samen» werking met de Katholieken bepleitte 1 Wij noemden reeds de huwelijkswetgeving. Is dat niet een zaak van fundamenteele be» teekenis Wij noemen den schoolstrijd. Is dit niet van fundamenteele beteekenis? Wij noemen het Gezags-vraagstuk. Is dit niet van fundamenteele beteekenis Wij noemen de publieke eerbaarheid. Is dit niet van fundamenteele beteekenis Het zijn de hoofdpilaren van het gebouw onzer samenleving. En zie, hier is gelijke gezindheid bij Kat» holiek en Calvinist 1 Vandaar dan ook dat de coalitie niet ge» maakt maar waarlijk geboren is. 't Was iets vanzelfsprekends. Product der historie, waarin wij dankbaar Gods Hand erkennen. Nu vraagt De Banier wel of de coalitie ons kon behoeden voor het vrouwenkiesrecht en of het ons er van verlossen zal. Zulke vragen zijn er tientallen te stellen Maar laat De Banier zich eens deze vraag stellenwatj zou er van ons volk geworden zijn indien er eens geen coalitie geweest was En laat de schrijver dan eens beginnen b.v. bij de zeventiger jaren, toen het liberalisme nog oppermachtig was. Laat hij zich den gang van zaken zooals deze dan gegaan was eens goed voorstellen. Want de coalitie heeft niet slecht positieve maar wellicht nog meer negatieve beteekenis. Al te weinig wordt hier op gelet. Het bewa rend element der coalitie is oneindig veel ster» ker geweest dan het bouwend element. Zonder coalitie geen Christelijk onderwijs (Had dus Ds. Kersten geen gelegenheid gehad, bij de opening van een Christelijke School te spreken over Reobóthde Heere heeft ruimte gemaakt.) Zonder coalitie ware het Gezags«vraagstuk in geheel onze wetgeving en ons bestuur al lang in dien zin opgelost dat wij gebukt gin» gen onder de uitgewerkte theorieën der volks» souvereiniteit. Zonder coalitie ware de huwelijkswetgeving zeker reeds lang in den meest modernen zin ingericht. Zonder coalitie zou de publieke eerbaarheid reeds lang niet meer onder de bescherming der hooge Overheid gestaan hebben. Laat de Banierschrijver zich deze dingen eens duidelijk voorstellen. Ja, wij durven verder gaan en zeggen, dat zonder coalitie ook de S.G.P. waarschijnlijk nooit een politieke partij ware geworden, want de consequentie der liberale richting: «dan moeten de minderheden maar onderdrukt wor» den», (waartoe ook de S.G.P. behoort), zou zich niet tot het schoohvraagstuk beperkt hebben. Maar de S.G.P. weet niet wat het zeggen wil te leven onder de harde dienstbaarheid van Ongeloof en Revolutie. Groen wist het wel. Laat de S.G.P. bij dezen geloofsheld wat meer in de leer gaan. Wellicht vindt zij nog eens het juiste ver» band tusschen getuigen en doen in den strijd op het staatkundig erf des levens. Haat tegen God en Zijn Dienst. De vragen, die ons Kamerlid, de Heer Duy» maer van Twist gericht heeft tot den Minister over de verstoring van de Zondagsrust in Den Haag, geeft een hoofdarlikel.-schrijver van het socialistisch dagblad Het Volk het onderstaande venijn in de pen «Men weet, dat de heer Van Twist, die als krijgsman een matroos op het droge, een kouë bakker, een ruiter te voet is, geen maarschalk maar een schalk, in dit land fun» geert, als de bewaker der zedelijkheid op het tooneel, en van het Christendom in het volksleven. Het teekent een volksgemeenschap, dat zij er zulke generaals.op na houdt, doch deze kenschetsing des persoons doet aan de heiligheid zijner roeping geen afbreuk. Het gemoed nu van dezen Cerberus op den Christelijken geloofsdrempel is ten diep» ste geschokt door onzen Rooden Zondag, toen onze stoet ging door de stad, die schoon vorstelijke residentie toch aller» eerst gekenmerkt wordt door het onder» scheidende feit, dat zij ter woonstede dient aan dezen gevest»zonder»degen»drager«. Men proeft uit ieder woord den haat tegen God en Zijn Dienst. Neen, het gaat niet tegen een menscb, maar tegen het beginsel, dat hij durft uitdragen in het publieke leven. Men ziet ook hier weer hoe valsch de soci» alistische leuze is ?>Godsdienst is privaatzaak«. Voor 't eerst mee naar de kerk: 't Is voor het jonge kind een feest I Lang heeft het al gevraagd, wanneer het nu toch óok es mee mag. Eiken Zondag gaan vader en moeder en de zusters en de broers en het dienstmeisje, elk op zijn beurt en op zijn tijd, naar de kerk. Doch «de kleine» mag thuis blijven. Is er nog niet groot genoeg voor Want we mosten onze kinderen nemen zooals ze zijnop den leeftijd wanneer ze onder kerkgaand volk meeleven gaan, zijn ze nog niet zóo ver, dat ze bewust uit vromen aandrang der ziel verlangen naar de voor» hoven des Heeren. Zeker, er kunnen enkele indrukken zijn. Van den Heere God, die daar hoog in den hemel woont en van Wien alles komt, wat we ontvangen ook hebben ze al een enkel verhaal uit het leven van Jezus thuis bij moe» ders schoot aangehoord. Maar er zijn op dien leeftijd andere prik» kels, die werken. De drang naar het onbekende. Er wordt in huis over kerk en dominee en koster, over 't orgel en 't gezang en vele andere kerkedingen gepraat: het jonge ge» meentelid wil met die onbekende wereld ook kennis maken daar eens hooren en zien wat dit toch al te gader is. Dan is daar het willen«groot»zijn. Uit den uitzonderingstoestand, waarin b.v. baby nog verkeert, is de jongste kerkganger dan overgegaan in de meer normale omstan» digheden, waaronder 't overige deel van 't gezin verkeert, dat waardig en groot genoeg geacht wordt, om plaats te nemen naast vol» wassenen, ja naast ouden van dagen. Hét veelkelig kerkgezang bekoort. 't Orgel is voor velen iets nieuws. En in den regel is het zoo, dat het jonge kind er volstrekt na den eersten keer niet ge» noeg van heeft maar wel gaarne als geregelde kerkganger met vader en moeder meegaat naar het Huis des Heeren. Tegenzin is er, tenminste in de eerste jaren in den regel niet Evenmin als bij normale kinderen tegen 't schoolgaan. Dat komt eerst later. In de jaren der «rijpende jeugd. En die komt dan uit velerlei oorzaak op en kan den ouders soms zeer veel moeite en verdriet be» rokkenen, doch daarover thins niet meer, daar ik me voor dit keer wensch te bepalen tot het jongere kind. Zie, als gaat dit kind gewillig mee Ik kan me zeer wel begrijpen, dat in 't hart van ernstige ouders wel eens de vraag opkomt: Zijn we nu werkelijk met ons kind wel op den goeden weg? Wat toch is het geval? Voor negen tienden, laten we dat maar ge» rust zeggen, begrijpt het kind niets van al wat het in de kerk ziet en hoort; van de preek niet, van 't zingen niet, van 't bidden niet, van sacrement en ceremonie niet. nn al zou men thuis zijn uiterste best doen, om het kind in te lichten, 't geldt ook voor de verstandelijke en geestelijke vermogens «Naar de man is, zoo is zijn kracht». En de kerk wordt nu eenmaal voor «groote menschen» ingericht. Vandaar, dat telkens de vraag opkomt Zou 't niet beter zijn, als we onze kinderen uit de kerk thuis hielden, waar toch vaak plaats te kort is en ze in een afzonderlijk voor hèn toebereide samenkomst bijeen ver» gaderen Daarover nader een volgende keer. P. Br. f De zegeningen van het Communisme. In Rusland vindt men de Bakermat van het Communisme. Daar is het moederland van den toekomstigen wereldheilstaat. Van daar uit gaan de draden over de gansche wereld ora de zegeningen rond te deelen. Zooals een spin in haar web, zoo houdt de Russische Bolsjewiki met argus oogen toezicht dat het aantal slachtoffers grooter wordt. Overal zijn haar agenten met groote activiteit bezig de wereld rijp te maken voor het comminisme. Ook ons land deelt in de belangstelling. En om ons nu maar te overtuigen dat het geluk werkelijk van uit Rusland komen moet, mochten een viertal jongelui van ongeveer twintig jarigen leeftijd uit ons land een reisje maken naar het land der Bolsjewieken om er den heilstaat met eigen oogen te aanschouwen en, weer terug gekomen rapport uit te brengen in de communistische pers. Hoe dat rapport er uit zal zien 1 Waarschijnlijk zal er niet in te lezen zijn wat dezer dagen de bolsjewistische »PraWa« publiceerde over de kinderellende. Dat blad gaf de volgende autobiografie van een 16»jarigen jongen «Ik kwam uit Samara. Er heerschte toen een vreeselijke hongersnood en ik was ge» dwongen van mijn ouders afscheid te nemen en naar Moskou te gaan. Er waren ongeveer 1000 kinderen bij elkaar. Vaak aten wij in geen twee, drie dragen. Maar we hadden niemand wien we konden zeggen dat we iets te eten wilden hebben. Na mijn aan» komst te Moskou werd ik in de Pokrowski kinderverblijfplaats ondergebracht. Hier leer» de ik andere kinderen kennen. Ik had er drie maanden geleefd en kreeg neiging tot diefstal. Ik begon te stelen. Voor de eerste maal stal ik een katoenen hemd uit een mand, maar langzamerhand verviel ik van kwaad tot erger. Ik liep weg en slenterde rond op stations en markten om te loeren of er niets te rooven viel. Werd het avond en had men nergens een slaapgelegenheid, dan was men verplicht ergens op straat te slapen of in koud, vuil zand. 's Morgens stond men smerig op en ging er dan weer op uit Zoo leefde ik twee jaar in hongeren kou. Eens kwam ik op een station bij andere kinderen. Ze snoepten van een soort wit poeder. Ik vroeg wat dit was. Kokaïne, zei» den ze. Ze gaven mij ook wat. Ik werd er krankzinnig van en kon geen woord zeggen. Sedert dien dag begon ik kokaïne te gebrui» ken. Wat ik stal ging in kokaïne op. Dat deed ik twee en een half jaar werd zoo mager als een ram en kon bijna niet meer op mijn beenen staan. Een paar dagen ge» leden kwam ik toevallig in een ziekenhuis, in een kliniek voor verslaafden aan bedwel» mende middelen en daar begon men mij medisch te behandelen. Nu ben ik weer gezond, voel mij goed, werk flink en hoop weer mensch te worden. Alleen dat is niet zoo mooi, ik ben 16 jaar oud, maar men houdt mij voor een 12»jarige. Dat komt van de kokaïne, Enfin, basta I Valentinow Grigori». Dat zijn de zegeningen van den bolsjewis» tische heilstaat. Moge de wereld van deze zegeningen ver» schoond blijven! Men ziet waartoe het komt als de eerbied voor troon en altaar verdwenen zijn. Toch ligt in dit communisme niet het groot» ste gevaar. Het grootste gevaar ligt bij de richtingen die het communisme voorbereiden Liberalisme en Socialisme, die het volk eerst het geloof ontromen hebben zonder er iets voor in de plaats te kunnen geven, dat bevre» diging biedt. Inderdaad ligt er waarheid in het woord van den man die eens sprakWanneer ik niet geloofde in een rechtvaardig en barmhartigen God, dan zou ik communist zijn. SOMMELSDIJK. De landarbeider P. v. H. had het ongeluk bij het bieten hakken zoodanig in zijn hand te hakken, dat hij zich onder geneeskundige behandeling moest stel» len. Onze vroegere dorpsgenoot, de heer P. Peekstok, slaagde dezer dagen voor het toe» Zoo juist verschenen het beste en volledigste, tot op heden geheel bijgewerkte en herziene brievenboek en de meest betrouwbare gids voor het dagelijksch leven of volledige verzameling van oor» spronkelijke modellen van brieven over alle mogelijke onderwerpen uit het dagelijksch leven, benevens re» questen, voorschriften bij geboorte en overlijden, huwelijk en echischei» ding, minder» en meerderjarigheid, ouderlijke macht, voogdij, kinderwet» ten, erkenning en wettiging van kin» deren, burgerlijke acten betreffende koop, huur, enz. en acten, die in den koophandel voorkomen, alsmede aller» lei wettelijke voorschriften, waarvan de kennisneming voor een ieder van belang is, testamenten, volmachten, successie, registratie en zegel, wissels, de ongevallenwet 1921, de kieswet, de sociale verzekeringswetten, de ar» beidswet 1919, de arbeidsovereen» komst, post, telegraaf en telefoon, li li belastingen, enz. li li 10de HERZIENE EN GEHEEL BIJGEWERKTE DRUK Op verzoek ook toezending per post a f 1,70 ingenaaid, of f 2,20 gebonden. latingsexamen van de Rijkslandbouwwinter» terschool te Naaldwijk De paardepeen wordt in deze gemeente thans geleverd voor f 1.— per H.L. Vrijdag 1.1. werd van een der tramhuis» bewoners een beste geit door de wespen dood» gestoken. Wederom is bij het vee van een tweetal landbouwers het mond» en klauwzeer gewe» ken verklaard. Thans komt er nog 1 geval van deze ziekte in de gemeente voor. Maandag 1.1. is men met de levering van cichorei begonnen. Heden (Dinsdag) wordt de cichoreidrogerij «Midden Flakkee« in volle werking gesteld. Van den landbouwer J. J. stierf een 1» jarig paard. Het cadaver is onder politietoe» zicht begraven. Deze week is voor de Coöperatieve Ko» lenbond «Helpt Elkander», alhier, een schip met eierkolen gearriveerd. Aan den metselaar C. Boeter, alhier, is vergunning verleend tot het bouwen van een woonhuis aan de Jacob Panestraat, alhier. Vorige week zijn uit deze gemeente ver» echeeptpl.m. 2000 jH.L aardappelen, pl m. 1100 H.L. uien en pl m. 80 HL. paardepeen. MIDDELHARNIS. De landbouwknecht M. Klink had 't ongeluk een trap van een stier tegen zijn been te krijgen, 't welk zulke ernstige gevolgen had, dat geneeskundige hulp noodzakelijk was. Hij moet eenigen tijd rust houden. De stoker»machinist der R. T. M J. A. K. had het ongeluk zijn hand zoodanig tusschen de buffers der tram te klemmen, dat genees» kundige hulp noodzakelijk was. DEN BOMUViEL- Het mond» en klauw» zeer onder het vee van den landbouwer B. C. Jongeling is geweken. Van den landbouwer W. Peeman viel bij het vervoeren een koe dood op straat. Voor» waar een schadepost. De gemeente»begrooting dienst 1927 ligt vanaf 24 September tot den dag der behan» deling in den Raad ter gemeente»secretarie ter inzage. Vorige week werden vervoerd 1260 H.L. aardappel en 900 H.L. uien. Het dochtertje van A. M. had hetonge» luk in den kelder te vallen en haar arm te breken. Geneeskundige hulp was noodzakelijk. Met het draaien sloeg de wagen, gedeelte» lijk met peen beladen, waarop de knecht K. de V. zat om. Met eenige materiale schade liep dit gelukkig af. Het kind van den schipper R. v. Z viel in het ruim, tengevolge waarvan een lichte hersenschudding werd geconstateerd. De reis ondervond derhalve een dag vertraging. Voor de aardappelen besteedt men hier f 2,50 en voor de uien f 1,50 per H.L. Leven is strijd. Zaterdagavond kwam de vrachtrijder J. B. met zijn auto van Ooltgens» plaat. Nabij het z g.n. witte hein in den Schaapsweg weerlichtte het zoodanig dat hij niets kon zien, het stuur kwijt raakte en in de sloot terecht kwam. Met veel materieele schade moest de auto naar den hersteller Witvliet te Stad vervoerd worden,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1