DERDE BLAD
De Schipbreuk
Zaterdag 25 Sept. 1926.
Reclames Mededeelingen.
FEUILLETON
No. 3262.
Kerk en School.
Land- en Tuinbouw.
Een verhaaS van hef
Schotsche Strand
40 cent per regel.
(Wordt vervolgd).
Nadruk verboden.
Faard en Tractor in het
Landbouwbedrijf.
Over de beteekenis van den paardenarbeid
als onkosten»factor in het landbouwbedrijf is
meermalen geschreven, en die factor heeft den
laatsten tijd begrijpelijkerwijze nog meer den
aandacht, nu den tractor zijn intrede heeft
gedaan. De Groninger Mij. van Landbouw
heeft daarom aan haar afdeelingen eenige
vragen voorgelegd, teneinde uit de daarop
inkomende antwoorden Da te gaan of het
mogelijk zal zijn de kosten van den paarden,
arbeid te verminderen, en in de tweede plaats,
of aanschaffing van een tractor in sommige
omstandigheden is aan te bevelen. Ruim der.
tig antwoorden kwamen in, en de daaruit
getrokken conclusies zijn niet enkel voor de
Groninger landbouwers van belang. Het bleek
dat inderdaad in het Groningsch bouwbedrijf
de onkosten in hooge mate door paardenar»
beid worden beïnvloed dat daar met 10 pCt.
klaverbouw, de kosten van paardenarbeid en
die van menschenarbeid zich verhouden als
3 tot 8. Men heeft n.l. in zulk een bedrijf per
12 Hectare één span paarden nood'g, waarvan
de onkosten bij 100 dagen bediening f 1050,—
bedragenzonder badiening f 700,— of ruim
f 58,— per H.A. Men is van oordeel, dat bij
verdeeling der oogstwerkzaamheden over een
langeren tijd, en van de herfstwerkzaamheden
eveneens, voorzoover de grond het toelaat,
over iets langer tijdruimte, het getal paarden
is in te krimpen.
Geen heil ziet men in de sterkere voeding
der paarden, om ze daardoor tot een sterkere
prestatie te brengenwel verwacht men wat
van de keuze van werktuigen, die per tijds»
eenheid meer capaciteit bieden. De tractor
geeft voor. en nadeelen. Hij geeft in tijden
h van drukte een groote krachtsreserve en kan
f voorts op boerderijen, waar men niet beschikt
over elecrtischen stroom, uitstekende diensten
bewijzen ale stationaire moter Toch is aan«
schafflng slechts gemotiveerd, als men daar.
door minstens 2 paarden kan afschaffen. Een
tractor, doende het werk van één span paar»
den, kost, naar schatting, met inbegrip van
bediening gedurende 50 werkdagen, de ronde
som van f 1000,—. Elk paard, dat meer afge»
schaft kan worden (tot en met 4 in totaal)
verlaagd de exploitatierekening nog met f 250,—
(n.l. f 350,— met aftrek van de kosten van
brandstof en onderhoud.)
De tractor heeft ook bezwarenop natten
grond kan men hem niet zoo spoedig, en in
den herfst niet zoo lang gebruiken als paarden
men heeft niet steeds een vakkundig bestuur»
der beschikbaaraan provinciale wegen moet
er weggeldbelasting voor worden betaald. In
de concusies wordt de »Fordson«»tractor, om
de overal verkrijgbare onderdeelcn, zijn ge»
makkelijke bediening en den lagen aanschaf»
fingsprijs, de geschikste tractor voor den land»
bouw genoemd. De groote behoefte wordt
uitgesproken aan een combinatie van ploeg»
en wagen.tractor.
Lootsende fruitteelt.
Een Amerikaansch vakblad becijferde on»
langs, dat de Amerikaanscbe teler voor zijn
beste appels netto slechts f 1,95 per kist ont»
vangt, of ongeveer 10 cents per K G.voor
de C .sorteering f l,27'/2 Dgemiddelde prijs
is dus f 1,60, of per K.G. ongeveer 8 cent.
Tegen dezen prijs is de appelcultuur in Ame-
ka löonend. Vergelijken wij dien prijs met
wat in Nederland de laatste jaren is betaald,
dan zien we een zeer groot verschil. De ge»
middelde prijs van Goudreinnetten voor extra
en le kwaliteit zal in 1925 toch zeker aldus
de heer Lijsten in No. 7 van »De Fruitteelt«
20 cents per K G. zijo geweestvoor Brab.
Bellefleur vermoedelijk 15 cent. Wanneer nu
de vruchtenteelt in Amerika loonend is tegen
een gemiddelden prijs van 8 cent, zal de teelt
8) door L. PENNING
Rob ijsde er van, en eeD eindelooze smart
overstelpte zijn hart bij de gedachte aan zijn
vader, die daar zielloos heendreef op de wilde,
onbarmhartige golven. Hij liep tot aan de
zee; 't water bespoelde zijn voeten en terwijl
het bleeke schijnsel des hemels verdween in
de schemering van den avond, zocht hij snik»
kend naar het lijk van zijn vader.
Niemand was bij hem. Een groep zee»
meeuwen, azend op voedsel, vloog op, toen
de jongen naderde, en zijn gesnik smolt sa»
men met het eentoonige, indrukwekkende lied
der branding.
Zoo wandelde de kleine Rob dan in zijn
eentje voort, totdat hij de ouderlijke woning
had bereikt. En den drempel overschrijdend,
ging er een smartelijke ontroering door zijn
ziel, toen Lie teRen hem opsprong.
«Trouw LiekeI® zei hij; «wacht jij den
baas Die komt nooit - nóóit terug Liekel«
Het was donker in het vertrek, maar de
maan was opgegaan en temperde de duisternis
En bij het rustige schijnsel, dat door de kleine
ruiten viel, kon de jongen de vage omtrekken
van de oude tafel en van een paar schamele
stoelen herkennen.
Rob nam den kleinen stoel met de houten
zitting, door zijn Vader verleden jaar voor
hem getimmerd en zette zich aan den uitge»
doofden haard. Er lag een verlatenheid over
zijn kinderhart, die onder geen woorden was
te brengen.
Bang was hij niet, maar di*p bedroefd
dat was hij. Het was zijn vaste overtuiging,
dat hij nooit meer vroolijk zou wordenhij
zeide dit ook vlakweg tot Lie, die op zijn
knie was gesprongen en een zacht gehuil uit»
stiet. En het was ten minste een troost in
zijn leed, dat hij den hond bij zich had, aan
wien hij zijn nood en leed kon klagen,
in ons land toch zeker wel loonend moeten
zijn bij een gemiddelden prijs van 15 cent.
Toch betwijfelt de heer Lijsten of bij ons,
ondanks de betere prijzen, de teelt beter loont
dan in Amerika. En hij noemt dan drie oor»
zaken daarvoor op. Ten eerste worden ten
onzent zeer vele variëteiten geteeld, welke
niet loonend zijn. Tegen goede prijzen worden
verkochtGoudreinnetten, Brab. Bellefleur,
Sterappel, Notarisappel, Yellouw transp rent
en Transparente de Cronals. Maar wat is de
gem. prijs van andere soorten, als: vele
oude zoete appels, de zure Paradijs, Keuleman,
Ossekoppen, Reinnette d'Or, enz. enz. De
De rentabiliteit van onze boomgaarden wordt
zeer sterk beïnvloed door de zeer talrijke min»
derwaardige variëteiten, welke in de aanplan»
tingen voorkomen. Hoe eerder deze worden
verwijderd, des te beter. Een tweede oorzaak
is de geringe opbrengst der boom. Niet ons
klimaat heeft hiervan de schuld. De grondoor»
zaak ligt in het ontbreken aan voldoende
voedingsstoffen, in de onvoldoende voeding
der hoornen. Zoodra betere bemestingen meer
algemeen door de fuittelers worden toegepast,
zal de opbrengst der boomgaarde aanmerkelijk
worden verhoogd. Over 't algemeen bloeien
onze appels jaarlijks, of om het andere jaar
rijk Dat deze bloesems niet in vruchten wor»
den omgezet, moet volg-ns den schrijver in
de eerste plaats worden toegeschreven aan den
dikwijls zeer ongustigen voedingstoestand. -
Een derde oorzaak is de slechte kwaliteit, wel»
ke wordt geoogst. Hij, die fruit wil telen voor
de consumptie, kan dit alleen bereiken door
een streng doorgevoerde ziektebestrijding Men
laat het in Amerika niet bij een éénmalige
bespuiting, doch spuit soms tot 8, ja zelfs tot
12 maal toe. Na jaarlijks herhaalde bespuitin»
gen is de Amerikaan in staat 80 pCt. van zijn
fruit te sorteeren voor de verpakking in kisten.
Om dat ook te bereiken, acht de heer L. noo»
dig: een bespuiting om de 3 jaren met vrucht»
boom»Carbolineum, jaarlijksch een bespuiting
met Californische pap vóór de bloei en idem
Da den bloei met Cal. pap en loodarsenaat.
De kosten zijn per H A f 250,—voor het
oogsten der vruchten f 150,—, totaal per H.A.
f 600,-.
Is het U bekendi
dat onlangs bij het slachten van een aan milt»
vuur gestorven rund de eigenaar miltvuurkar
bonkels opliep dat door het geven van het
vleesch van dat rund aan varkens een uitge»
breide mildvuurinfectie onder de dieren op»
trad dat men met zulke cadavers en in 't
algemeen met het afslachten van alle plotse»
ling gestorven dieren, niet te voorzichtig kan
zijn dat het miltvuur het meest voorkomt
bij runderen en schapen, maar toch ook bij
paarden, varkens, geiten, honden en katten
dat met bloed en ontlasting van zieke dieren
een enorme verspreiding van bacillen plaats
vindt? dat in een weide welke eenmaal be»
smet is, nog jaren later miltvuur kan uitbre»
ken (z.g. «miltvuurweiden®), dat het miltvuur
als huidziekte bij de dieren zeer zelden voor»
komt, in tegenstelling met den mensch, bij
wien dan z.g. karbonkels optreden dat die
infectie gewoonlijk tot stand komt door kleine
verwondingen aan handen, gezicht enz. en
eerst een of meer blaasjes zich vertoonen, welke
gevuld zijn met een bloedig sereus vocht
Weet gij: dat van een behandeling van aan
mildvuur lijdende dieren geen sprake is, dat
ook seruminspuitingen meestal falen dat
men het beste doet om het cadaver ongeopend
te laten liggen, hoogstens een oor af te
snijden en dit naar een veearts te brengen
voor een microscopisch onderzoek
Korte wenken en mededeelingen.
Voor melkers en melksterspraat onder
het melken niet met elkanderspreek tot het
dier op een zachten goedigen toonnooit
haastig of driftigsla het dier niet I Onder
het melken worde op den stal niet gewerkt
ook niet in de wei nabij de dieren, als ge
merkt, dat ben hindert. Niet voeren tijdens
het melken 1 Zit zoo dicht mogelijk bij de
koe, en plaats den emmer zoo ver mogelijk
Ineens echter kwam er een wonderlijke ge»
dachte in den jongen op, en deze gedachte
rees op in zijn ziel als een licht uit een die»
pen put, dat al helderder en stralender wordt,
naarmate het dichterbij komt.
Vele jaren later, toen hij een grijsaard was,
heeft hij geglimlacht om zijo kinderlijke on»
noozelheid en gedacht aan het woord van
Paulus«To -n ik een kind was, sprak ik als
een kind, was ik gezind als een kind, over»
leide ik als een kind.®
Zijn vader had hem dikwijls over God en
Zijn dienst gesproken, en hem wel honderd
en wel duizendmaal gezegd, dat de Heere is
een Hoorder en Verhoorder des gebeds. En
het eerste psalmvers, dat de kleine Rob had
geleerd, en waarvan bij de troostrijke waar»
heid in een leven vol stormen en beproevin»
gen zou leeren verstaan, was dit:
«Opent Uwen mond.
Eischt van mij vrijmoedig
Op Mijn trouw verbond I
Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zoo gij 't smeekt.
Mild en overvloedig I«
Dit vers was het, dat Rob zich levendig
herinnerde. En terwijl hij nadacht, hoe zijn
vader op het wrak was achtergebleven en
niemand had gezien, dat zijn vader verdron»
ken was, zoo achtte hij dc mogelijkheid niet
uitgesloten, dat zijn vader nog leefde.
Waarom kon dat niet? Kon hij niet een
plank, een ton, een drijvende poort, een stuk
mast hebben gegrepen en boven water zijn
gebleven
Thomas had zijn jongen wel eens verteld
van de wonderbaarlijke redding van Albert
Biesel, die verleden jaar stokoud en rustig
op zijn bed was gestorven. Welnu, deze man
had indertijd de ramp meegemaakt van een
schipbreuk. Hij had den arm door het spon»
gat van een groot vat gestoken, en vier en
twintig uur had Albert Biesel rondgezwalkt
op de zee, voordat er redding kwam. Hij
was reeds bewusteloos, toen Noorsche vis»
schers hem oppikten, en toen Albert in zijn
dorp terugkeerde, was zijn naam op de rol
der levenden reeds doorgehaald.
Deze gedachten werden levendig in het
vooruit. Melk eerst de voorste, dan de achter»
ste kwartieren, doe het daarna nog eens over.
Vat de spenen zoo hoog aan als 't kan. Na»
melken met de platte hand op den uier wordt
door benedenwaartsche drukkingen het af»
vloeien de melk bevorderddan gewoon uit»
melken de laatste drop is de boterknop I Het
melken moet een nabootsing zijn van het zui»
gen door het kalfhet mag dus geen trekken
of strijken zijn, maar 't moet wezen een druk»
kende knijpende beweging. Met de volle hand
de arm mag weinig of niet bewegen. Een goed
melker, iemand dus, die technisch goed melkt,
wint méér en vetrijker melk dan iemand, die
de kunst van het melken niet verstraat. En
zoo zijn er nog zeer velen. Voor een goed
melker wordt dan ook meer dan vroeger een
hooger loon geboden.
B-r.
Te Utrecht werd ter gelegenheid van het
12'/2 jarig ambtsjubileum van den burgemeester,
Mr. Fockema Andrea, hem Zaterdag 18 Sept.
een momentale bank aangeboden. On onze
foto links de burgemeester van Utrecht.
Waar is uw thuis
Eens op een prachtigen zomeravond over
de wonderschoone Drentsche heide dwalend,
zoo schrijft een predikant uit het Oosten
onzer provincie werd mijn oog getroffen
door een groote kudde schapen, welke zich
als een golvende zee langzaam voortbewoog
achter den herder naar een nabijgelegen dorp.
Het was een bekoorlijk iets die dichte, tegen
elkander aangedrongen schapen onder den pur»
peren gloed van den vallenden avond door
den trouwen herder naar het dorp geleid.
Ik kon me niet weerhouden de kudde te
volgen.
Bij het dorp kwam er plotseling echter be»
weging in de saamgedrongen eenheid.
Eensklaps zag men de schapen uit elkander
gaan naar alle zijden, schijnbaar ordeloos en
doelloos. Echter schijnbaar, want de troepen
waarin de kudde zich splitste, zag men elk
trekken naar zijn eigen stal en zijn eigen plaats.
Niet één der schapen vergiste zich Allen
kenden ze hun stal, waar het zoo warm en
zoo veilig voer hen is.
Toen ik dat zag, werd ik ontroerd en dacht
hoeveel kunnen wij, menschen, niet van de
schapen nog leeren 1
Want ens wordt het toch voor ieder meDsch
ook avond, wanneer de levenszon gaat dalen
ter kimme. Zelfs op den langsten dag wordt
het ten slotte toch donker. En weten wij
dan ook, gelijk deze schapen, waar onze stal,
waar ons huis is, waar het zoo warm is en
zoo veilig
Ach, vele menschen, die, wanneer het avond
wordt in hun leven en de schaduw van den
eeuwigen nacht komt over hen, niet weten
waar ze henen gaan. Ze hebben het nog niet
eens zoo ver gebracht als de schapen, die wel
weten, wanneer het donker en duister wordt,
waar hun veilige kooi is. Is dat niet droevig
Grijpt het u niet aan?
Daarom laten we toch alle zorg dragen, dat
we weten, wanneer straks ook voor ons de
avond komt, waar ons huis is, waar we zullen
aanlanden.
En dan weet ge, dat in den Bijbel geschre»
ven staat«Ik ben de deur®, de deur van den
hart van den jongen Rob. En nederkn eiend
voor zijn stoeltje, bad hij tot God, dat Vader
terug mocht keeren. Hij beloofde, zijn vader
nooit meer verdriet te zullen doen zijn ge»
hoorzaamheid zou tot een voorbeeld strekken
voor zijn kameraadjes; en er lag een cnme»
telijk verlangen in zijn hart, om aan zijn va»
der nog eens zijn innige liefde te betuigen.
In duizenderlei vorm zijn soortgelijke ge»
dachten in lateren leeftijd teruggekeerd. Nooit
heeft Rob King een vriend, een bloedverwant,
een nabestaande naar de laatste rustplaats
gebracht, of een stil zelfverwijt klopte in zijn
ziel, dat hij tegenover die dooden te kort
was geschoten in liefde, toegenegenheid en
erbarming. Die overweging vervulde dan zijn
ziel met diepen weemoed en leerde hem die»
per indringen in de koude, harde, onzalige
zelfzucht van zijn hart.
Zoo bad hij dan. En er stroomde een zoet
geluk door zijn jonge hart bij de gedachte,
dat zijn vader terug zou keeren. Hij stelde
zich voor, dat zijn vader juist de deur zou
binnenkomen, en als hij in de donkerte zijn
zoon had herkend, zou hij zeggen«Robbie,
m'n jochie ben jij daar?«
Maar toen Rob dat woord werkelijk ver»
nam, verschrok de jongen, alsof de bliksem
voor zijn voeten was ingeslagen, en hij stootte
een schor, heesch geluid uit, terwijl hij op»
sprong van den stoel
HOOFDSTUK IV.
Rob had niet behoeven te ontstellen, zoo
het zijn vader was geweest.
Doch het was zijn vader niet't was moe»
der Rosette, die een vuurhoutje aanschrapte
en het kleine kaarsstompje op den ijzeren
luchter deed ontbranden.
«Ik heb je overal met angst gezocht®, zeide
Rosette, en er lag in haar stem een verwijt.
Hij antwoordde niet.
«Waarom doe je dat nu?« zeide zij op
den forschen toon der visschersvrouw «Je
jaagt mij op den achtersten zolder kom, ga
nu mee I®
»Ik ga niet mee 1« zei hij vastberaden.
«Waarom niet?®
«Ik wacht op Vader 1«
Zij bukte zich, om hem in 't gez'cht te
stal der schapen (Joh. 10 9). Dat heeft Jezus
gezegd, de Goede Herder, die Zijn leven heef
gegeven voor de schapen. Hebt ge wel eens
ingedacht, wat deze Herder voor u is, indien
gij u als een schaap door hem laat leiden
Hij wil u leiden gansch uw levensweg. Hij
behoedt u. Hij zorgt voor u en, als het avond
wordt, dan is Hij voor u als een deur van
den stal der schapen. Dat wil zeggen als gij
u in geloof in Zijn armen neerlegt, gelijk een
verloren schaap in de armen van een herder,
dan zal Hij u dras.en in die eeuwige schaaps»
kooi daarboven, waar gij in overvloed ont»
vangtvrede, vreugde, zaligheid en heerlijk»
heid.
Als gij gehoorzaam zijt aan den Goeden
Herder, die ook u roept, dan zal Hij het u
aan niets doen ontbreken, noch in leven, noch
in stervennoch des morgens, noch des mid»
dags, noch des avonds.
Nooit is alleen wie met den Heer
Zijn levensweg mag gaan.
Al daalt de nacht des levens neer,
Gods trouw blijft steeds bestaan.
Neen, nooit alleen; Hij baant uw pad;
Al ziet Hem niet uw oog,
Toch houdt Hij vast uw hand gevat,
Wischt eens uw tranen droog.
Neen, nooit alleen; God blijft getrouw,
Hij schraagt u onder 't kruis;
En eens, na droefenis en rouw,
Brengt Hij u vei'ig thuis.
zien en zuchtte.
«Zou je nu niet meegaan, Robbie? 't Is
hier zoo koud
«Ik heb geen kou
Zij voelde naar zijn gezicht, naar zijn han»
den en zeide«Kom nu, RobbieI®
Maar de geest der jeugdige weerbarstigheid
was over hem vaardig geworden, en hij ant»
woordde niets.
«Je kunt toch hier niet blijven, jochie I®
«Waarom niet?®
«Er is hier geen eten.®
«Daar ligt nog een homp brood in dekast
en een stuk worst 1®
«Malligheid!® zei ze op strengen toon, «Je
moet toch slapen 1 En je bed is niet eens
geschud 1«
Rob antwoordde niet, moeder Rosette wist
wel raad. Zij greep hem stevig bij zijn rech»
teroor en dwong hem mee te gaan.
Toen zij echter het huis hadden verlaten,
zeide ze opeens«Waar is Lie Zeg, Rob
waar is de hond Hij komt hier om van
gebrek 1«
Terugkeerend in de kleine woning, bracht
zij Lie, die het huis zoo trouw bewaakte,
mede, en deze daad der barmhartigheid ont»
wapende den jongen.
«Gij zijt een best mensch, hoor!« zeide hij
op hartelijken toon, maar zij antwoordde
«Maak maar voort I®
Het weer was nu geheel bedaardzacht
ruischte de branding. En de glans van maan
en sterren breidde zich uit over de wijde zee.
«Vader kan nog wel terugkomen«, zeide
Rob, terwijl hij de hand der oude vrouw
nam: «denkt gij ook niet, moeder Rosette?®
«In de opstanding der dooden I« antwoordde
zij.
«Neen dat bedoel ik niet 1« hernam Rob
ijverig.
»'t Is toch niet zeker, dat hij verdronken
is Denk maar eens aan den ouden Albert
Bigsel, moeder Rosette
«Arm schaap I« zeide ze
En dat was alles, wat zij zeide.
Zwijgend gingen ze voort, totdat zij aan
het strand een groep menschen bereikten,
waarboven de kapitein als een toren uitkwam.
«Een lijk?® vroeg Rosette.
De kapitein knikte met het hoofd.
VAN HIER EN DAAR.
Het is inzonderheid wel voor den geeste»
lijken werker, een verkwikking als hij, in het
zenuwsloopend jachten van onzen tijd, zoo
enkele weken de tredmolen van den in ver»
bijsterenden snelheid iedere week weerkeeren»
den arbeid verlaten mag als het schip eens
een tijdje uit de vaart wordt genomen wordt
opgelegd, zoo ge wilt.
Vooral voor iemand, die er zijn werk van
maakt, zoo «hier en daar® te kijken en in de,
vaak penible, noodzakelijkheid verkeert, dat
hij anderen van het belangrijks, dat hij hier
en daar ziet of leest, ontmoet of opmerkt,
deelgenoot moet maken zulke weken zijn
een ware weldadigheid.
Behalve veel sarcasme zit er toch ook nog
wel eenige waarheid in het oud»Hollandsch
spreekwoordde beste stuurlui staan aan wal.
Men ziet nu eenmaal dingen het beste op een
afstand. Over veel gaat ons pas als we er
achter staan en er buiten staan, hrt rechte licht
op. En zoo kunnen rustige vacantie weken ons
gelegenheid geven om veel wat in de drukte
van den arbeid voorloopig ondoordacht in
het magazijn moest worden weggelegd, nog
eens weer in onze herinnering naar voren te
halen en in rustige beschouwing ons inzicht
te verdiepen.
Zóó gebruikt dient inderdaad de rust den
arbeid. Drijft ook de rust weer naar den arbeid.
Want uit inzichten worden strevingen en
uit de streving de arbeid geboren.
Het mag dan velen gegeven zijn om nu
«Zoo pas aaugespoeld, Rosette nog een
jonge vrouw 1®
En het licht der maan viel vol en klaar op
dat verbleekte'gelaat met die druipende lange
haren, die starre gebroken oogen en dien
open mond met de witte tanden.
«Wees maar niet bang, jochie 1® zei de oude
vrouw troostend, toen ze het beven voelde
van Rob's hand. En ze liepen beiden snel
voortnaar haar huis.
Doch in spijt van al de liefde, die de trouwe
sloof den jongen bewees, voelde hij zich dien
avond toch diep ongelukkig. De verschrikke»
lijke onzekerheid, waardoor zijn hart werd
geslingerd, pijnigde zijn ziel, en hij durfde
niets te zeggen, toen Rosette de deur grendelde,
ofschoon het hem verschrikkelijk hinderde,
evenals een half jaar gekdeo, toen hij 't had
gekeerd. Toen wist hij niets anders, of zijn
vader leefde, terwij! ze thans allemaal zeiden:
«Thomas King is verdronken 1®
Maar stond het daarom vast Van Albert
Biesel hadden ze 't ook gezegd, en toch was
't niet waar geweest.
De roest'ge ijzeren stang, die Moeder Ro»
sette voor de buitendeur schoof, scheidde
hem van zijn vader.
Er lag iets onherroepelijks in iets ontzet»
tends I En de jongen keek met groote, angst»
volle oogen naar die deur, terwijl Rosette
zeide«Zie Robbie 1 Hier heb je nog een
lekkere pannekoek van hedenmiddag«.
«Ik heb de deur toch wel goed gesloten
liet zij er op volgen. «Mijn oogen worden al
oud, weet je 1«
«Ach, Moeder Rosettebarstte Rob toen
Uit«ik houd het hier niet uit, als de deur
gegrendeld is 1 Hoe zal Vader binnenkomen
met een gegrendelde deur Door 't raam kan
hij ook niet, want de pin steekt er op
En de jongen zou naar buiten zijn gegaan,
indien Rosette de deur n:et had ontgrendeld.
De oude vrouw hielp hem bij het uitklee»
den en gaf hem een stevigen zoen, terwijl
haar beverige handen hem warm onder de
dekens stopten. Maar de jongen nam zijn
smart mee, en hij had een gevoel, alsof er
een rauwe plek was in zijn binnenste, die
bij de geringste aanleiding schrijnde en pijn
deed.
(Wordt vervolgd).