voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
BICCEIMR*
j
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
ten.
No. 3262
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1926
41STE JAARGANG
EERSTE BLAD.
Aan het Begin.
Op den Uitkijk.
Reclame-IVIededeelingeRi.
Reclame-Mededeelingen.
:g'
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Met de opening der zitting van de
Staten-Generaal is de parlementaire
arbeid weder begonnen.
De Troonrede hebben onze lezers
in ons Dinsdagnummer reeds kunnen
lezen.
De beschouwingen die de Pers er
over hield loopen niet veel uiteen. Men
is het er over het algemeen over eens
dat dit Staatsstuk weinig zeggend was,
al won het in lengte van zijn voor
gangers.
Men dient echter in het oog te hou
den, dat het nog maar een goed half
jaar geleden is, dat Minister De Geer
zijn regeeringsverklaring het program
an dit Ministerie ontwikkeld heeft.
Herhalingen hadden geen zin en het
openen van nieuwe gezichtspunten was
nog niet noodig daar er nog veel ligt,
dat op afdoening wacht
Voorloopig zal de politieke arbeid
nog wel georiënteerd blijven aan den
financieelen toestand des lands.
De Troonrede gaf dan ook de ver
klaring, dat verlichting van de lasten,
op de bevolking gelegd, een onmisbare
voorwaarde is voor een duurzame ver
betering van den economischen toe
stand.
De groote vraag zal echter zijnhoe
komen wij aan die verlichting? De
Troonrede geeft er geen antwoord op.
En de Mil'ioenennota, welke de Mi
nister van Financiën deze week der
Kamers aanbood, maakt ons al niet
t eel wijzer.
Het perspectief dat ons in de Staats-
ïinanciën wordt geopend is niet ver
helderend.
Het peil der uitgaven bevindt zich
nog steeds op een bedenkelijke hoogte.
Dat blijkt het duidelijkst als wij een
vergelijking maken met het jaar vóór
den oorlog, 1913. Om dat beeld zuiver
te stellen moet rekening gehouden wor
den met het verhoogd indexcijfer. Wat
in 1913 de waarde van f 1,— had, heeft
nu de waarde van f 1,70.
In 1913 was het bedrag der gewone
(staatsuitgaven f 219 millioen, dit staat
bij een indexcijfer van f 1,70 dus gelijk
met f 354 millioen. In 1918 waren de
219 gestegen met 333. In 1919 tot
f 444 millioen. In 1920 tot f 613 mil
lioen. En sedert is het bedrag der staats
uitgaven om dit bedrag blijven schom
melen.
Terecht mocht de minister opmerken,
dat de moeilijkheden waarmede, on
danks menig gunstig gegeven, ons land
in economisch opzicht te worstelen heeft,
zonder twijfel voor een groot deel in
den abnormalen hoogen belastingdruk,
haar verklaring vinden.
En zoo blijft het politieke leven ook
in het komende seizoen, zonder twijfel
staan in het mistroostig teeken der be
zuiniging.
Parlementair drukt de minister dit
uit, als hij zegthet blijft een gemeen
schappelijk belang, door beperking van
collectieve behoeften de voorwaarde te
scheppen voor een duurzamen opbloei
der welvaart.
Zijne Ex. waarschuwt er dan ook
tegen het „doelpunt reeds bereikt te
achten met de geringe verlichting, die
thans mogelijk werd, en vèèl meer nog
hier tegen, dat door verslapping van
den drang tot bezuiniging, ook deze
onvoldoende verlichting weer in de
waagschaal zou worden gesteld".
Het staat voor ieder vast dat de staats
uitgaven naar beneden moeten.
Maar nogmaalshoe daartoe te ko
men?
Een oplossing wordt niet gegeven.
Wel wijst de Minister in het verdere
verloop van zijn beschouwing er op,
dat in de naaste toekomst, naast het
normale accres der uitgaven, waarvan
men slechts hopen mag, dat het door
een accres der middelen zal worden
opgewogen, op eenige onvermijdelijke
nieuwe uitgaven moet worden gerekend.
En dan worden als nieuwe uitgaven
genoemd
f 6 millioen aan stijging der pensioen
lasten
f 5 millioen aan nieuwe lasten op
het staatsbudget voor de Spoorwegen
f 6,2 millioen over 2 jaren als ver
sterkte storting in het Invaliditeitsfonds
f 4 millioen zal de stijging bedragen
op den gewonen dienst der Waterstaats-
begrooting.
Tegenover deze uitgaven die zeker
zijn, wordt nog maar gehoopt op ver
meerdering der inkomsten.
Op voortgaande bezuiniging is dan
ook het streven der regeering gericht.
Naast de bestaande bezuinigings
commissies, is er een nieuwe Staats
commissie ingesteld voor het Lager
Onderwijs.
Het onderwijs blijft het dure kindje.
Niettegenstaande de bezuiniging die
reeds werd toegepast, vertoonde het
eindcijfer voor onderwijs geen daling
zooals verwacht was, maar steeg het
andermaal met een kleine 3 millioen.
Men ziet het beeld is niet rooskleurig
geteekend.
En de moeilijkheden waarvoor Regeer
ring en Parlement zich gesteld zien,
zijn uitermate groot.
De uitgaven verminderen niet, terwijl
de belastingen noodzakelijk verlaagd
moeten worden, wil de economische
toestand weer normaal worden.
Het begin van het aangevangen parle
mentaire jaar stemt niet optimistisch
die heerlijk, vau
geu.rensmaak.en.
tochgoedkoop ia
Het goedkoopste, Het grootste, Het meest gesorteerd
Hoeden- en PettenmagazIJn
>0, vertel nu maar,
ant ik ben zelf de
hij
»'k Begreep
geen woord
voor den dag
koning neer.
- wachtte hij
ving er van
Frederik liet zijn
inktlijnen, maar
Vragend zag
die het stuk
de
t zei
mt«.
nent
den
ouwen
^schouwing
i.
te
van
r
aan
wat dit beteekent,
len Koning staan,
op dezelfde wijze
had gedaan,
koning eindelijk.
F overtuigd en ge
ir op 't oogenblik
len, kom dus van
e terug
blijdschap, dat hij
:reikt. Op den be.
aaal aan 't paleis,
u niets in den weg
:s.
zijn ministers en
t had het met op.
vermaakte zich
iken eenvoud van
inder den minsten
onverwachte te
ezelschap,
apier van den boer
en overhandigde
berg.
ieel hierover ver.
lister Von Hertz.
op de onbegrij.
stuk hoofdschud,
ie naast hem zat.
overhandigde het
iet van hand tot
■r bij den koning
ndeugenden glim.
vroeg hij toen,
ire«, antwoordde
eerlijk bekennen,
k teekeningen uit
verklaring geven«
ertelde hij 't heele
den boer had
had hij uitgespro.
item«Ja, koning
uitgelegd, zoudt
als deze heeren*.
niet langer be.
voorbeeld werd
naar de boer be.
lij vond het niet
:n.
behoeft zoo niet
eeren wil«, prut.
waren volstrekt
kheid minder te
asten het teeken,
ng bleef met den
sprak, «en zie.
uw jonker moet
:eft, zal hij u wel
ellen.*
ïze boer, na den
aedankt. Hij wist
>nd. en zou dien
ezen, maar 't ko.
loende waarborg,
in zijn dorpje
:d, was, den brief
tellen. De jonker
:n, maar toen hij
c afkomstig w s,
te zingen Vlug
ie juist niet van
>er ontving voor
:n edelman, voor
ns zijn geweten
n, als reiskosten
van den koning
•derland.
et Handelsinfor.
kAF S. Co's Bu.
over de afge.
Sept. in Neder,
■ementen tegen.
:elfde week van
Sept. 1926, 2653
over hetzelfde
haver en brood
rinken, een paar
dit bemerkende,
oer Cornelissen,
ven. «Want,*
le rechtvaardige
erhand een even
als daar binnen
itstond er eenig
d alsof hij niets
irediking voort,
ig begonnen en
:en scherpe uit'
vaalleeraars, die
;en verblindden
hij vermaande
erders toch niet
:momde wolven
zelfonderzoek,
ip een valschen
verderf tegemoet
;en aangenomen
of bezaten. Hij
et echte geloof,
wedergeboorte
volgen, toen er
zijdeurtje werd
n den weg toe.
Cornelissen ver.
t naar dien kant.
veel sterker
:n hoorde daar
«In naam der
ier* riep een
een vreeselijke
i« hooren.
riepen nu vele
laai dien omge.
ig hem hier 1
zullen wij hem
jrdf vervolgd.)
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Nadruk verboden.
I. Een eenzame reus.
Was er dan in heel Nederland niet één, die
het luide uitriep, dat de vruchten van den
Vrijheidsboom wrong waren
Niet één, die weigerde de echte, goudglans
zende, bijbeJsche munt tegen de waardelooze
wisseltjes der Revolutie in teruilen? Ja, daar
was er één 1
Het is de 24e Maart van het jaar 1795.
Vier uur in den namiddag, meldt het verhaal.
Te 'stGravenhage zijn vergaderd de «Provi»
sioneele Representanten* van het Volk»van»
Holland. Dat zijn de mannen, die op 't oogen»
blik deze provincie regeeren neen, dat
woord is uit den »slaventijd« afkomstig laten
we zeggenbesturen onder verantwoorde»
lij kheid aan het ^soevereine volk*.
Na de gewone opening komen aan de orde
de «ingekomen stukken*.
Daaronder is er één, een uitvoerig opstel,
dat in zijn geheel wordt voorgelezen en een
gloed van toorn verft op 't gelaat der aan.
zittende burgers.
Reeds de naam van den schrijver had een
slechte klank in hun oorenMr. Willem Bil-
derdijk, advokaat te 's»Gravenhage.
Reeds in 1795 zei de naam iets. Ieder wist,
dat Bilderdijk een onverbeterlijke Oranjeklant
was. Daarbij een man met zeldzame gaven,
wat hem dubbel gevaarlijk maakte. Men was
't niet vergeten, hoe hij, acht jaar vroeger, in
den patriottentijd, onvermoeid had gepleit voor
de vrienden van Oranje, waar die in de klem
raakteno.a. te Rotterdam voor de bekende
Kaat Mossel Men was 't evenmin vergeten,
hoe hij de Pruisen in '87 een gids was geweest,
zoodat na de laatste worsteling, óm Amsterdam,
hun aanvoerder openlijk aan Bilderdijk de eer
van den goeden afloop gaf.
Hij stond dus reeds geteekend als een ^ge
vaarlijk sujet*.
Maar nu het stuk, dat hij ingezonden had,
Bilderdijk was advokaat. En het had den
machthebbers goedgedacht den advokaten,
gelijk allen, die eenig ambt bekleedden, een
nieuwen eed af te vorderen. Zij motsten zweren
als volgt«Ik verklare te erkennen en te
eerbiedigen de onvervreemdbare rechten van
den Mensch en van den Burger Ook
zweer ik, dat ik mede den Volke van Holland,
in welks boezem ik erkenne de eigenlijke
oppermacht te berusten gebouw en ge.
trouw zal zijn*.
Dien eed kón Bilderdijk niet zweren. In
het nu voorgelezen stuk zette hij uiteen, waar.
om niet. En als Bilderdijk iets uiteenzette, dan
stond het op pooten. Dan was daar weinig
tegen in te brengen. Hij verklaarde ronduit,
dat hij die «rechten van den Mensch en den
Burger« niet als zoodanig kón erkennen. En
dat hij aan dat oppermachtige volk van Holland
niet geloofde.
De Vergadering hoorde met «de uiterste
verontwaardiging* de voorlezing van dit stuk
aan. En haar antwoord Bilderdijk werd aan.
gezegd, dat hij binnen 24 uren Den Haag en
binnen 8 dagen de provincie Holland moest
verlaten. Tevens zou men ook de andere
provinciën waarschuwen, opdat men ook daar
tegen zulk een «gevaarlijk sujet« op zijn hoede
zou kunnen zijn.
Die waarschuwing hielp, want een maand
later vinden we Bilderdijk als balling buitens»
lands omzwervende. Eerst na vele jaren werd
het hem vergund in zijn vaderland weer te
keeren.
't Zou voor de rust van de Revolutiemannen
beter geweest zijn, als ze hem stil hier in
Nedrrland hadden laten wonen. Hij had aan»
geboden, om in den tegenwoordigen staat van
zaken te «berusten*. Ware hij in Den Haag
gebleven, hij zou stil zijn ambt hebben uit»
geoefend en gezwegen hebben. Nu zweeg
hjj niet.
Bilderdijk zag in, dat de Revolutie in den
grond van de zaak was een strijd tegen den
levenden God. Dat de strijd niet ging om per»
sonen, zelfs niet om het Oranjehuis, maar over
de vraag, wiens wil wet zou zijn die van den
Heiligen God of die van de meerderheid van
het Nederlandsche volk.
Waar aldus de eere Gods op het spel stond,
daar aarzelde Bilderdijk niet, om zich met ai
den moed zijner onstuimige ziel, toegerust
met de schitterende, met de éénige talenten,
10 cent per regel
I
K.O FFI E „D E. PAUW"
De Royal Gatnering te Braemer.
Onze foto toont Z.M. de Koningin en de Koningin van Engeland bij Hunne aankomst op
de beroemde Highland Games in Schotland. Z.M. draagt hier de schilderachtige Schotsche
kleederdracht met «voetvrije rokje*.
hem geschonken, in 't dichtste strijdgewoel
te werpeD.
Bilderdijk was een genie, een reus onder de
kinderen zijns tijds. Hij stond daar als een
tweede Goliath. Hij, alleen, uitdagende een
gansch leger. Met dit onderscheid, dat hij het
opnam vóór de slagorden des levenden Gods,
die door het heir zijner tegenstanders werden
gehoond.
Maar overigens een Goliath. Van een ijzeren
helm tot de koperen beenstukken, was zijn
wapenrusting volkomen. Zijn spies was als een
weversboom en wee 1 op wien hij een persoon
lijken aanval deeddiens neerlaag was gewis.
Elk wapen wist hij te handteeren. Nu schit»
terde in zijn hand het breede slagzwaard van
Gods Woord, waarmee hij de valsche ideeën
der Revolutie wegmaaide als dorre halmen
dan trok hij uit zijn gordel den fijnen dolk
van bijtenden spot, en liet hij al de dolheid
en leegheid dier ideeën met één, twee sneden
zienstraks weer zal hij de knods opnemen,
die aan zijn voeten ligt, en in de spreektaal
van het «lagere volksken« verzen schrijven,
die als felle slagen neerbagelen op den rug
der Revolutiemannen.
Wilt ge er enkele proeven van?
Hoort, hoe hij het «vrijheidsspook* uit»
schildert
Bedrieglijk Vrijheidsspook, uit Vrijheidsmoord
geteeld,
Blanketselschoon gedrocht, maar naakt, af»
schuwlijk beeld,
In Frankrijks gruwelpoel bij 't moordrot op»
getogen,
Getroeteld door 't Verraad, gevoetsterd door
de Logen
De Mannen van de Revolutie hebben altijd
den mond vol gehad van verdraagzaamheid.
Nu, wij weten er óók van mee te praten, wat
dat woord in hun mond beduidt. Zij willen
u duldenmits ge een «stille partij* zijt.
Maar waag het eens, om op welk gebied ook,
den strijd aan te binden voor de eere Gods
Bilderdijk zag dat óók reeds. Hij zong ervan
Verdragen, dulden 1 Ja, 't is thans een tijd
van dulden
De tijgers grijnen thans, die eerst afgrijslijk
brulden.
En 't lachj' is om den mond, al is de Hel
in 't oog.
Een enkele moord zegt niets, men moet zoo
nauw niet ziften
Het dulden maakt de kern der liberale schriften.
Men duldt, al 't geen gij wilt, tot zelfs een
God omhoog.
Mits duivel en geboeft hier meester spelen moog
Een anderen keer zette hij 't onderscheid
tusschen de valsche en de ware vrijheid aldus
uiteen
Wat, pluimloos kiekennest, vermeet ge u om
te vliegen
Wat krijscht gij 't onverstand, dat aller val
bereidt
In 't laf gebulder na, uit loutre dartelheid
Wat bouwt ge op eigen deugd, die niets dan
ondeugd ademt?
Op Rede, die met d'arm een ijdlen hoop
omvademt
Op Vrijheid, die, de boei miskennend, dien
gij draagt.
Tot regel van gedrag den gril uivs buurmans
vraagt
Weest Duivlen tot een spel, wier zweep
ge u rond laat drijven,
Maar siddert I De almacht zal niet onge»
wroken blijven.
Wij, vrijgeboornen, nooit in 't knellend volks
gareel
Te spannen, sterven vrij, en Jezus is ons deel.
Hij liet niemand met rust en greep iedereen
in de consciëntie. Zonder aanzien des persoons,
pijn doende als 't moest. Hoor, hoe hij de
menschen aanpakte, die ketelachtig van gehoor
geworden waren, van g en vrije genade meer
wilden weten, maar in de kerk liever over
deugd, barmhartigheid enz., hoorden spreken.
Hij voert er één sprekend op
»'k Zou zulk een Preeken weer gaan hooren
Vooral niet beste man 1
'k Ben daartoe veel te teer van ooren Ik heb
er mijn bekomst reeds van.
Hij tiert alsof wij moordenaren, of dieven
en nog meer,
Ja, schuim van wetverbrekers waren. En dit,
dit tart mij in mijn eer
't Is of geen mensch iets goeds kon plegen.
Dat mocht de Duivel doen,
Daar zeg ik Neen dat's onwaar, tegenDat
lijdt geen man van mijn fatsoen,
't Is altijd praten van gelooven, Dat 's alles
wat men hoort,
Enal wat goed is daalt van boven, En 't
kwade komt uit ons harte voort
Dat nam men aan in vroeger dagenNu zijn
we meer verlicht,
Nu hoeft men hun geen les te vragen. De Rede
leert ons onzeta plicht*.
40 cent per regel
VOOD KLK Z'N KDU9
Kipstraat 85«87 Rotterdam
W ZIE DE 5 ETALAGES
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, «J» HENIGER Jr.
Honderden verzen heeft Bilderdijk zoo ge
schreven. Verzen, waarin hij de antirevolutio
naire banier hoog hield en tegen de Revolutie
te velde trok.
Daarom staat hij bij ons in zoo hooge eere.
Toen er nog geen antirevolutionair leger was
geen officieren, die het konden vormen en
aanvoeren, is hij alles in één persoon geweest
generaal, vaandeldrager, kanonnier, scherp»
schutteralles.
Daarmee is niet gezegd, dat wij in klles met
Bilderdijk instemmen.
Als men schamper vraagt naar de zachtmoe»
dikheid, die mêe het kenmerk des christens
behoort te zijn, dan zullen we niet ontkennen,
dat Bilderdijk hierin doorgaans te kort schoot.
Maar dan wordt gewoonlijk één fout ver»
geten.
'k Wil er nief op wijzen, nog minder pleiten,
dat men hem ook soms op de vlijmendste
wijze persoonlijk aanviel en b leedigde.
Maar wèl wijs is op wat destijds gewoonte
was in den publieken en politieken strijd 1
Een ieder is kind van zijn tijd en de taal der
Patriottische tijdstrijd en schotschriften, toen
hun partij nog onder lag, is feller nog dan
die van Bilderdijk 1
Ook hij had zijn gebreken. Voor 't goede,
dat de Revolutie ons bracht, had hij geen
oog. En toch in het oordeel lag ook een
zegen. Een zegen, om maar iets te noemen, was
de invoering van ons tegenwoordig, eenvoudig
maten- en gewichtenstelsel. Bilderdijk toornde
er tegen, als tegen een uitvinding van den
Duivel.
Ook veroordeelde hij zoo ongeveer eiken
opstand. Dien der Grieken tegen de Turken
verfoeide hij eveneens die der Noord»Ame»
rikanen tegen de Engelschen.
Voor de rechten en vrijheden des volks had
hij weinig oog. Van den koning zegt hij
heerscher onzer God, verbonden door 't
geweten.
Die bijdraad vordren mag, bezwaar en
wensch verstaan,
Maar handlen vrij als God en niemand on»
dergaan.
Een Koning dus als Sultan en Czaar: een
grondwet was hem een verfoeilijke vinding.
Maar de hoofdgedachte der antirevolutionaire
leer had hij gevat en die verdedigde hij met
weergaloos talent.
Da&tom hangt zijn beeltenis vóóraan in de
rij van onze beroemde mannen.
UITKIJK.
Voorkomen van verontreiniging
van drinkwater.
Laat nooit een slang, die verbonden is aan
een tapkraan der waterleiding, in het hand»
waschbakje of in den gootsteen hangen. Daar»
door toch kunnen in de riolen voorkomende
witte wormpjes in de kraan kruipen. Indien
dan weer water wordt afgetapt worden deze
wormpjes meegenomen en zij verontreinigen
zoodoende het drinkwater.
GEZONDHEIDSRAAD.