Mi-
li!
oend
sen
ets
i
Antirevolutionair
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
soinmi
IN
JS
IN HOC SIGNO VINCES
!le, Bonton oi iets nergeiilks.
:hten.
No. 3261
WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1926
41ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
Leekepraatjes.
VEREENIGDEVERGADERING
van
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco toe le zenden aan de Uitgevers
De R.H.B.S. te Middelharnis
VAN DE BEIDE KAMERS
DER STATEN-GENERAAL
STATEN-GENERAAL
travonden en geeft hun een
in den Boekhandel
medewerkers
rtretten opgeno»
r op het gebied
eken produceert,
or het plaatsen
lelijk gemaakt
izelf. Zoo geeft
eek een veertig
de medewerking
de schitterende
rende van welke
komt.
n het blad nog
:dig kennis met
ing kan geschie»
>ectus en p:oef»
an Het Schouw*
en Overflakkee
eptember 1926
es per 100 stuks.
15,-.
f 10.-.
>t 11,60.
21.—.
f 22,-.
t f 13,-.
14,-.
5,50 tot f 9,-.
5,- tot f 17,-.
per 100 K.G.
bos.
:r pond.
er K.G.
Alles per stuk.
4 Sept. 1926
igslokaal. War»
Veiling, wer»
ed:
15 tot f 8,10
tot
tot
45 tot 6,45
tot
tot
tot
HE VEILING
en ge-
jeken,
coopt,
irraad
TOF-
Deze Courait vexschijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG.
ABONNEM NTSI'RIJS per drie maanden franco per post f 1.— b§ vooruitbetaling.
BUrTENLANi) bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDEKLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAlvffeS 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
O
Verkeerde Mentaliteit.
De Banier (S. G. P.) blijkbaar nog geen
kennis genomen hebbende van onze rectifi»
catie in de driestar«Op de vingers getikt»
waar in de zetter van het woordje steunt
sfemf gemaakt had, heeft het over de oneer»
lijke bestrijding van de Maas» en Scheldebode,
Wanneer er eenige goedwilligheid bij den
Banier.schrijver ware, zou hij ook zonder de
verbetering wel begrepen hebben, dat hier
een fout of een misverstand in het spel moest
zijn. Want natuurlijk konden wij niet geschre»
ven hebben, dat de S. G. P. liever vrijzinnig
stemt, ofwij moesten ons moedwillig van
leugens bedienen, wat behalve slecht óók
uitermate dom zou zijn.
Toch gaat De Banier er, o zoo 1 gemakkelijk
f» ijm.toe over moedwillige verleugening te veronder»
VjV stellen.
Het blad vraagt«moet zóó het A.»R. pu»
bliek verleugend worden
Bij eenig nadenken had de Banier»schrijver
echter kunnen weten dat wij dat niet geschre»
ven konden hebben en had hij, vóór een oor»
deel uit te spreken, gevraagdwanneer de
S. G. P. dan een vrijzinnige gestemd heeft?
en daarop ons antwoord afgewacht.
Nu komt hij met een lichtvaardig oordeel.
Wij «verleugenen het A.»R. publiek».
Wij «moesten eens ter behartiging nemer»,
wat wij geschreven hadden in ons hoofd
artikel getiteld«De leugen
Wij zouden «gaarne gezien hebben dat de
S. G. P. op de vrijzinnigen gestemd had« enz.
Bij het lezen van deze opeenstapeling van
ongegronde verwijten, kwam ons onwille»
keurig in de gedachte het schriftwoord«Bij
den rechtvaardige is goedwill gheid».
Dat bij den Banier-schrijver deze goedwillig»
fieid ontbreekt wijst op een verkeerde mentali.
teit.
Niet gestemd, maar wel gesteund.
Het uitkomen met een eigen lijst bij de
'lste Kamerverkiezing, heeft de linkerzijde ge»
steund. Had de S. G. P. kunnen besluiten
zich aan de Rechterzijde te scharen, dan had
lioks een zetel moeten missen.
Natuurlijk is het niet de bedoeling der S.
G. P. geweest links te steunen maar de uit»
komst was zoo.
Nu smaalt de Banier wel over die «poli»
tieke rekensommetjes».
Maar de S. G. P. houdt er zelf ook poli»
tieke rekensommen op na.
Deed zij dat niet dan zou zij aldus rede»
neeren
Wij rekenen niet, dus doen wij aan geen
politiek.
Wij getuigen principieel onder het volken
wijzen het den weg aan dien het te gaan heeft.
Maar zoo gauw als de S.éS P. zich in de
practische politiek wierp, ging ze natuurlijk
rekenen.
Hoe méér stemmetjes, homeer invloed wij
hebben. Vandaar haar verkiezingsactie, haar
politieke vergaderingen, haar strooibiljetten,
haar politieke berekingen.
Zonder «rekenei ware de S. G. P. nimmer
in de practische politiek gekomen.
Dat de S G. P. wanneer zij eenmaal haar
afgevaardigden in de volksvertegenwoordiging
gerekend heeft, nu plots met rekenen wil op»
houden is een inconsequentie.
Nu zegt ze opeens halt en komt ze tot de
ontdekking: «Veel rekenen is ook vermoeiing
des vleesches.« (De Banier van 16 Sept., lste
kolom, 3e pag).
Neen, S. G. P. reken nu maar door
Want de practische politiek rekent ook door,
onverbiddelijk, volgens de vaste regels der
arithmetiek, en langs die vaste, strakke regels
der cijferkunst heeft de vrijzinnigheid door
Uw niet rekenen een harer afgevaardigden in
ons Hoogerhuis gerekend.
En zeg nu niet dat de A. R. bij de aan»
vulling van het college van Ged. St. v. Zuid»
Holland precies hetzelfde deden, want dat is
onjuist.
Gij zegt welwij zullen niet gaan onder»
ïoeken in hoeverre hier een principieel on»
derscheid bestaat tusschen de verkiezing van
een lid vin Ged. Staten en het kiezen van
leden van de le Kamer.
Maar dit had ge nu juist eens wel moeten
onderzoeken.
Wellicht had ge het principieele onderscheid
gevonden.
Uw niet berekenen heeft U ook hier par»
ten gespeeld.
Er bestaat in ons staatsrecht naast het ge»
schreven recht, nog zoo iets als constitu»
tioneele conventie, welke voor ons niet minder
bindend is.
Reken of reken niet. Maar kom niet pas
tot de ontdekking dat rekenen zondig is en
vermoeiing des vleesches, wanneer gij u een»
maal op de groene kussens gerekend hebt.
Want «politieke rekensommen« beginnen
niet pas wanneer de stembus gesloten is.
Het rekenen daarvóór is meestal meer ver»
moeiing des vleesches dan daarna. Op dien
regel maakt gij, blijkens Uw verkiezings»actie,
geen uitzondering!
V De actie op Voorne en Putten.
Voorne en Putten is paraat.
De instelling van een eigen Hulp»Centrale
blijkt hier goed te werken.
Er komt meer verband en samenwerking
tusschen de verstrooide broeders en zoo kan
er in dit gewest ook nog een geconcentreerde
invloed over de bevolking uitgaan.
Niet het minst zijn de broeders in Nieuw»
Helvoet en Hellevoetsluis op hun qui«vive.
Deze K. V.'en hadden dezer dagen een
gecombineerde vergadering waarin dapper
voortgewerkt werd aan het schema van Ne-
der/and en Oranje.
Het volgende kwam ons onder de oogen
Nadat op gebruikelijke wijze geopend is
verkrijgt de heer N. Graafland gelegenheid
tot het leveren van zijn referaat over punt
III van het schema.
Hij brengt dit over op art. 3 van ons
Program van Beginselen en behandelt ach»
tereenvolgens
1. dat het Goddelijk gezag der Heilige
Schrift voor het Staatkundig terrein erkend
moet worden
2. hoe dit gezag op dit terrein niet werkt;
3. hoe dit gezag op het Staatkundig
terrein wel werkt.
Inleider toont aan, dat het onze roeping
is om ook op Staatkundig terrein de eeuwige
beginselen van Gods Woord te belijden.
Dit gezag werkt niet rechtstreeks daar de
Staat geen Theocratische isook niet door
uitspraak van eenige Kerk. Geen zeggen»
schap der Kerk over de Staat, zooals Rome'
dit (wil, maar ook geen samenvloeiing van
Staat en Kerk. In de consciëntie zijn Over»
beid en onderdaan gebonden aan de or<
dinantiën Gods. De overheidspersoon kan
- alleen zijn rot-ping goed vervullen wanneer
hij leeft bij en uit het Woord Gods. In
het licht van dat Woord kan hij uit de
natuur en uit de historie wijsheid putten.
Maar ook de onderdanen, aldus inleider,
hebben een groote taak te vervullen. Op den
volksgeest moet worden ingewerkt, daar deze
weer van groot gewicht is voor de Over»
heid. Daarom moeten we opkomen voor
onze Chr. Pers, onze scholen, onze ver»
eenigingen, opdat de beginselen verbreid
worden tot verheerlijking van den Naam
des Heeren.
Dien weg moet het op.
Geregelde actie, bearbeiding der bevolking,
beginselstudie.
De waarheid, óók in het politieke leven,
is slechts door gebed en arbeid te verkrijgen.
Een voorrecht dat de broeders op Voorne
en Putten dat begrijpen.
In mijn jeugd heb ik het gelezen.
Men had toen in het land der aloude Hu»
genooten nog een kring van vrome prote»
stanten, na.kinderen van het internationale
Réveil en waarmee b.v. ook Groen van Prin»
sterer in brief» en gedachtenwisseling stond.
Die kring omvatte ook enkele auteurs.
Zoo van werken voor ouderen, als van
kinderboekjes.
'k Herinner me nog, dat er destijds te
Toulouse een soort van centrale orthodox»
protestantsche boekhandel en uitgeverskantoor
bestond, waarmee men hier in Nederland wel
zaken deed; waar voor mulo.klassen wel
Fransche leesboekjes werden besteld en waar
ook wel werkjes verschenen, die in het Hol»
landsch werden vertaald.
Welnu, 't was een van die vertaalde boe.
ken, een verhaal voor de «rijpende jeugd«,
daar las ik het in, een kleine bizonderheid,
die destijds toch wel diepen indruk op me
moet gemaakt hebben, dat die juist zich zoo
vast in m'n geheugen, die wonderlijke be»
waarplaats onzer z ei met haar onnaspeurlijke
wetten, heeft gegrift, dat ik haar al die jaren
door bewaarde.
En dat, waar ik den naam van 't boek noch
dien der schrijfster 'k weet weer wèl, dat
't een vrouw is geweest meer zou kunnen
zeggen.
Maar den naam van den jongen weet ik
heel goedRaoul.
Hij was een kind van rijke ouders.
Schatrijk waren ze en hun liefde tot hun
kinderen toonden ze o.m. daardoor, dat elke
wensch? die dezen uitten, voorzoover het ten»
minste met goud te betalen was, ingewilligd
werd,
Raoul was een knaap van pl.m. dertien jaar.
Toen de jongen nu weer jarig worden zou
en zijn moeder met een allesbelovenden glim»
lach hem had opgewekt, nu eens een flink
verlanglijstje klaar te maken, voelde Raoul
zich diep ongelukkig.
Hij kon geen lijstje voor»mekaar krijgen 1
Hoe hij zich ook inspande't ging niet.
Kostbaar speelgoed van allerlei soort, dure
boeken, fraaie kleederen, hij had nu letterlijk
van alles. En wat hij niet bezat, och 1 dat
waren meest dingen, waar hij ook weinig om
gaf.
Tenslotte, ja 1 was er één zaak, die hem
werkelijk interresseerdeéén verlangen dat
hij graag bevredigd zagEen kennis van hem,
die van buiten af eiken morgen naar school
kwam loopen 't was toen nog niet de eeuw
van de fiets had een paar lompe, doffe
vetleeren laarzen gekregen voor dien tocht
zóó wilde Raoul er ook een paar hebben 1
Hij had natuurlijk een plank in zijn kast
vol staan met allerlei schoeisel van 't fijnste
leer, maar zoo'n paar laarzen van 'n snit
en de grondstof als waarmee polderwerkers
in den »put« staan, jadat 1 ek hem nog 't
meest begeerenswaardige geschenk.
Ziedaar een indruk uit mijn jongensjaren.
Ik moet er soms nóg aan denken, als ik
bij mezelf naga hoe men kinderen zooal be»
derven kan. Het geven van geschenken en
belooningen aan kinderen is een zaak, waar»
over wel enkele opmerkingen te maken zijn.
'k Wil er een paar naar voren brengen
In 't bovenstaande güf ik er feitelijk reeds
één, de toepassing maakt ieder wel voor
zichzelf. p. Br.
Leest Ge Uw Courant?
Leest* ge Uw courant: Neen niet:
zijt ge op een of ander blad geabonneerd
Maarleest ge dat blad ook Neemt ge
goed in U op, al het goede, en schoone, en
alles wat welluidt, dat Uw blad U biedt?
Zoodat ge er U mee verrijkt, doordat het Uw
geestelijk eigendom wordt.
We bedoelen dan natuurlijkindien ge een
goed blad leest, een dat staat op den grond»
slag Uwer eigen godsdienstige, politieke en
maatschappelijke beginselen. Geen zoogenaamd
»neutraal« blad. Ge vindt in Uw »eigen«
blad zoo menig kostelijk stukje, dat, soms
zonder dat ge het vermoedt, goede leering be»
vat. Zoo vonden we vandaag in een onzer
kleine antirevolutionaire bladen. De Alblasser»
waard en Vijfheerenlanden, een plaatselijk be»
richt dat ons waard dunkt heel ons antirevo»
lutionaire volk onder de oogen èn onder den
aandacht te worden gebracht. Waarom we het
aan al onze bladen doorzenden.
Ziehier dat bericht:
»LEXM.ONDZaterdagavond j.l. werd ook
onze gem. bezocht door «de roode auto« tot
propaganda voor Ontwapening. Met gloed
van overtuiging en niet zonder talent werd
door de sprekers vanuit hun wagen de omrin»
gende menigte toegesproken, gewezen op de
verschiikkingen van den oorlog en bezworen,
om toch mede te werken tot verwezelijking
dei Ontwapening. De zangvereen. «Nieuw
leven» zette door het zingen van enkele
propagande»nummers nog meerder gloed aan
«de beweging» (sta ons toe, dat wij dezen po»
litieken term hier gebruiken) bij. En toen de
heeren hun boodschap gebracht ha .'den ver»
trek de wagen, een breede lichtstroom voor
zich uitwerpend, in de richting jMeerkerk, om
ook elders de vredesidee te gaan prediken.
Op zichzelf een schoon bedoehn. Want wie
acht den vreJe niet begeerlijk goed? Den
vrede der volkeren, den vrede in eigen Vader»
land, den vrede in de huisgezinnen, den vrede
in het hartl Of de S.D.A.P. nu juist de draag»
ster des vredes mag heeten Want het is nog
wat anders, luid om vrede te roepen, dan
dezelve waarlijk te bevorderen. Eenigszins ver»
dacht scheen ons althans de bitterheid tegen
de vrijwilligen Landstorm. Een instituut, dat
met oorlog in den gewonen zin niets uitstaan»
de heeftdoch juist bedoeld om den binnen»
landsehen vrede tegen elk geweld te bescher»
men. Toch schijnt dit instituut den heeren
leelijk dwars te zitten. Vermakelijk was bijna
de bangmakerij voor modernen oorlog.
Als wij een der propagandisten gelooven
mogen, zou een Fransch generaal gepocht heb»
ben, dat zijn luchtvloot heel Nederland met
een doodend gif kon besproeien, zoodat er
geen kat meer levend bleef. En daarom
wonderlijke conclusie moeten wij ons ont»
wapenen. Met andere woorden zeggen «Fran»
sche mijnheer, doe alsjeblief geen kwaad,
maar kom binnen«.
Lijkt het niet verbazend veel op de welkomst
groet der vrijheidshelden uit den patriotten»
tijd? Gelukkig, onze Vaderlandsche historie
toont nog andere tafreelen. De vreemde over»
weldiger, Al va, die den Turk versloeg, zou
ons volkje van boter ook wel klein krijgen.
Doch zie daar onzen Prins Willem I aan de
joodsche kooplieden zijn kunstschatten verkoo»
pen om een leger uit te rusten tot verlossing
van dat bedreigde volk. Drie zijner broeders
sneuvelden als helden in den ongelijken kamp
en hij zelf zijgt, nog biddend voor zijn arme
volk, stervend neer door het schot van den
sluipmoordenaar. Maar zie dan zijn zonen de
bange worsteling voortzetten en zegevieren.
Hoort ge, predikers van de nederlaag, zegevie»
ren 11 Ja, Fransche pochers waren er vroeger
ook al. Lodewijk XIV liet onze stad Utrecht
zijn vorstelijken praal uitstralen en achtte den
ondergang der zeven provinciën een kwestie
van enkele dagen. Maar onze onvergetelijke
stadhouder Willem III, zwak naar het lichaam,
maar moedig als een leeuw, durfde den Zon»
nekoning weerstaan. En met smaad en hoon
droop de Fransche pocher af. Dat waren an»
dere kerels als prof. Van Embden, met zijn
leuterpraat over den gifoorlog. Och, wij nemen
het den heeren in de roode auto niet kwalijk,
dat zij hun ontwapeningsleuze aanheffen. Wij
hebben zelfs respect voor hun geestdrift en
talent als propagandist. En aan de jonge zang»
vereen. «Nieuw leven« en haar eenvoudigen,
ijverigen leider brengen wij gaarne ons saluut
voor haar spontaan gezang, Wij ook, ja wij
haten den oorlog met een volkomen haat. En
heerlijk zou het zijn, als Locarno de kroon
op haar werk mocht zetten door de ontwape»
ning der volkeren voor te bereiden en te be»
reiken. Maar zoolang Frankrijk en België tot
de tanden gewapend zijn, zoolang Rusland
zijn revolutie handhaaft met wapengeweld en
Italië op het zwaard leeft, zoolang Engeland
en Amerika met argus»oogen gadeslaan de
gisting op het vasteland van Europa, zoolang
passen wij er voor hier vrij entree te geven.
En de bangmakerij ik jla prof. Van Embden
kon ons wel tot grooter waakzaamheid prik»
kelen, maar er niet toe brengen om met een
lieve buiging tot dezen of genen overweldiger
te zeggenalsjeblieft mijnheer, hier heb je
mijn land en maak me nu alsjeblieft niet dood.
O nageslacht der Geuzen, der ,martelaren, der
kampvechters voor vrijheid en recht, hoe ver
is het met U gekomen 1»
Ons dunkt het behoeft geen commentaar.
Het spreekt voor zichzelf.
R. A. d. O.
De directeur is overgeplaatst en daarmede
eindigt een tijdperk in het bestaan der R.H.B.S.
dat ons altijd geëraerd heeft. Hij mat met on»
gelijke maat tegenover de leerlingen uit Chris»
telijke en niet.Christelijke gezrinen. Uit de
in ons blad verschenen \erklaripgen van Ds.
van Montfrans en anderen is wel met vol»
komen duidelijkheid gebleken, dat Christelijke
ouders onmogelijk hun kinderen lid konden
laten worden van dat troetelkind van den
directeur, den H B.S.-bond. De toestand was
nu zoo, dat de leden van den H.B.S.«bond
op het terrein der school mochten korfballen
en de anderen niet, dat de leden van den
H.B.S.»bond door den directeur uitgenoodigd
werden om de sterren door een kijker te zien
en de anderen niet, dat in de school concerten
werden gearrangeerd voor de leden der H.B.S.»
bond en hun familie en niet voor de anderen,
en zoo meer.
Niet ten onrechte vroeg Ds. van Montfrans
den minister om den H.B.S.»bond uit de school
te zetten. Wij hopen dat de opvolger van dezen
directeur andere, betere wegen zal bewandelen.
Er is ook nog een waarnemende directeur,
in de wandeling onderdirecteur geüoemd, die
den directeur bij ontstentenis vervangt en
derhalve nu en dan directeur der school is.
Deze man, het spijt ons het te moeten con»
stateeren, is niets beter dan de directeur zelf.
Wij herinneren aan de artikelen in ons blad
van ons, Ds. van Montfrans en hemzelf over
het schoolfeest. Wij zullen deze zaak thans
niet oprakelen, want het is er ons niet om te
doen feiten of feitjes te exploiteeren, maar om
de beginselen te verdedigen, welke door
den directeur en hem werden aangerand.
De heeren zullen misschien ontsticht zijn,
dat wij ons alweer met dé H.B.S. bemoeien. De
schuld treft evenwel niet ons, maar henzelf,
vooral den inspecteur, die door onvoldoende
inzicht in menschen en zaken een toestand
liet ontstaan, zooals die nooit meer mag terug»
keeren. De minister heeft nu ingegrepen en
den directeur verwijderd, maar hoe zal het nu
verder gaan Wij willen, dat de Rijks-H.B S.
een neutrale school zal zijn, dat zij geen
partij-instituut zal zijn, dat alle politiek er 0
uit wordt gehouden, dat er geen antithese >H (L
onder de leerlingen wordt gekweekt, dat nie»all IK jLUIILII
mand er in zijn overtuiging gekrenkt wordt,.
dat ook Christelijke ouders, omdat hier nu een»
maal geen Christelijke H.B S. is, hun kinderen
zonder groot bezwaar daarheen kunnen zen»
den, dat de Christelijke leerlingen niet bij
de anderen worden achtergesteld. Dit alles is
eenvoudig, billijk en bescheiden. Indien men
nu in den Haag zoo verstandig is een man
van een ander type aan het hoofd der school
te plaatsen, een man, die zich eenigermate bij
de mentaliteit onzer Flakkeesche bevolking
weet aan te passen, dan zal alles goed gaan
en zullen allen, ook wij, medewerken óm
hem zijn taak gemakkelijk te maken. Indien men
ons echter opnieuw opknapt met een man van
gelijke mentaliteit van den tegenwoordigen
directeur of waarnemenden directeur, dan zal
de onrust over de H.B.S. blijven bestaan. Wij
verlangen van den thans te benoemen direc»
teur niet, dat hij bepaalde dogma's zal aan»
hangen, wij verlangen alleen, dat hij zal zijn
verdraagzaam, eerlijk, objectief en dat hij met
menschen kan omgaan.
Sluiting van de zitting der
Zaterdag is de vereenigde vergadering van
de beide Kamers gehouden tot sluiting der
zitting van de Staten»Generaal.
De heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst
bekleedde den voorzittersstoel.
De VOORZITTER deed door den griffier
van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk
Besluit van 9 September 1926, waarbij de
minister van Binnenlandsche Zaken en Land»
bouw werd gemachtigd te 3 uur, des namid»
dags zich te begeven naar de vergadering der
Staten. Generaal, teneinde in een vereenigde
vergadering der beide Kamers de zitting in
naam der Koningin te sluiten.
De VOORZITTER benoemd een commissie,
welke den minister in het gebouw zou ontvan»
gen en uitleiden. Aangewezen werden de leden
der Eerste KamerHeerkens Thijssen en de
Savornin Lohman, en de leden der Tweede
Kamer dr. de Visser, Dresselhuys, J. J. C.
van Dijk en Knottebelt.
Kort daarna_ trad de minister, vooraf ge»
gaan door de' leden der commissie, de ver»
gaderzaal binnen.
De heer KAN, MINISTER VAN BINNEN.
LANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW,
plaatste zich achter de ministerstafel en hield
de volgende rede
SLUITIN GSREDE.
Hare Majesteit de Koningin heeft mij opge
dragen de zitting det Staten»Generaal in
Haar naam te sluiten.
Na de beslissing der Tweede Kamer op 11
November 1925, ontstond een politieke crisis,
welker oplossing, vóórdat het tegenwoordig
Kabinet was gevormd, bij herhaling tevergeefs
is beproefd.
Geruimen tijd bleven, in verband hiermede,
Uw beraadslagingen geschorst; de vruchten
die dit zittingsjaar heeft afgeworpen, waren
dientengevolge geringer, dan onder normale
omstandigheden ongetwijfeld het geval zou
zijn geweest.
Uw ijver en toewijding aan 's Lands belan»
gen verflauwden nochtans niet en kwamen
vooral tot uiting in de dagen van ingespannen
arbeid die op de crisis volgden. De Koningin
heeft mij opgedragen U daarvoor Haar er»
kentelijkheid te betuigen.
In naam van Hare Majesteit de Koningin
en daartoe door Haar gemachtigd, verklaar
ik deze zitting der Staten»Generaal te zijn ge»
sloten.
De minister werd door de commissie uit»
geleid.
Nadat de commissie in de vergaderzaal is
teruggekeerd, sloot de VOORZITTER de ver»
eenigde vergadering.
Apothekers en Drogisten.
J VOOR NAMAAK! V
Riemerstraat 2c/4. DEN HAAG. .«f