Mi- li! oend sen ets i Antirevolutionair voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. soinmi IN JS IN HOC SIGNO VINCES !le, Bonton oi iets nergeiilks. :hten. No. 3261 WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1926 41ste JAARGANG EERSTE BLAD. Leekepraatjes. VEREENIGDEVERGADERING van W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco toe le zenden aan de Uitgevers De R.H.B.S. te Middelharnis VAN DE BEIDE KAMERS DER STATEN-GENERAAL STATEN-GENERAAL travonden en geeft hun een in den Boekhandel medewerkers rtretten opgeno» r op het gebied eken produceert, or het plaatsen lelijk gemaakt izelf. Zoo geeft eek een veertig de medewerking de schitterende rende van welke komt. n het blad nog :dig kennis met ing kan geschie» >ectus en p:oef» an Het Schouw* en Overflakkee eptember 1926 es per 100 stuks. 15,-. f 10.-. >t 11,60. 21.—. f 22,-. t f 13,-. 14,-. 5,50 tot f 9,-. 5,- tot f 17,-. per 100 K.G. bos. :r pond. er K.G. Alles per stuk. 4 Sept. 1926 igslokaal. War» Veiling, wer» ed: 15 tot f 8,10 tot tot 45 tot 6,45 tot tot tot HE VEILING en ge- jeken, coopt, irraad TOF- Deze Courait vexschijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG. ABONNEM NTSI'RIJS per drie maanden franco per post f 1.— b§ vooruitbetaling. BUrTENLANi) bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDEKLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAlvffeS 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentlën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. O Verkeerde Mentaliteit. De Banier (S. G. P.) blijkbaar nog geen kennis genomen hebbende van onze rectifi» catie in de driestar«Op de vingers getikt» waar in de zetter van het woordje steunt sfemf gemaakt had, heeft het over de oneer» lijke bestrijding van de Maas» en Scheldebode, Wanneer er eenige goedwilligheid bij den Banier.schrijver ware, zou hij ook zonder de verbetering wel begrepen hebben, dat hier een fout of een misverstand in het spel moest zijn. Want natuurlijk konden wij niet geschre» ven hebben, dat de S. G. P. liever vrijzinnig stemt, ofwij moesten ons moedwillig van leugens bedienen, wat behalve slecht óók uitermate dom zou zijn. Toch gaat De Banier er, o zoo 1 gemakkelijk f» ijm.toe over moedwillige verleugening te veronder» VjV stellen. Het blad vraagt«moet zóó het A.»R. pu» bliek verleugend worden Bij eenig nadenken had de Banier»schrijver echter kunnen weten dat wij dat niet geschre» ven konden hebben en had hij, vóór een oor» deel uit te spreken, gevraagdwanneer de S. G. P. dan een vrijzinnige gestemd heeft? en daarop ons antwoord afgewacht. Nu komt hij met een lichtvaardig oordeel. Wij «verleugenen het A.»R. publiek». Wij «moesten eens ter behartiging nemer», wat wij geschreven hadden in ons hoofd artikel getiteld«De leugen Wij zouden «gaarne gezien hebben dat de S. G. P. op de vrijzinnigen gestemd had« enz. Bij het lezen van deze opeenstapeling van ongegronde verwijten, kwam ons onwille» keurig in de gedachte het schriftwoord«Bij den rechtvaardige is goedwill gheid». Dat bij den Banier-schrijver deze goedwillig» fieid ontbreekt wijst op een verkeerde mentali. teit. Niet gestemd, maar wel gesteund. Het uitkomen met een eigen lijst bij de 'lste Kamerverkiezing, heeft de linkerzijde ge» steund. Had de S. G. P. kunnen besluiten zich aan de Rechterzijde te scharen, dan had lioks een zetel moeten missen. Natuurlijk is het niet de bedoeling der S. G. P. geweest links te steunen maar de uit» komst was zoo. Nu smaalt de Banier wel over die «poli» tieke rekensommetjes». Maar de S. G. P. houdt er zelf ook poli» tieke rekensommen op na. Deed zij dat niet dan zou zij aldus rede» neeren Wij rekenen niet, dus doen wij aan geen politiek. Wij getuigen principieel onder het volken wijzen het den weg aan dien het te gaan heeft. Maar zoo gauw als de S.éS P. zich in de practische politiek wierp, ging ze natuurlijk rekenen. Hoe méér stemmetjes, homeer invloed wij hebben. Vandaar haar verkiezingsactie, haar politieke vergaderingen, haar strooibiljetten, haar politieke berekingen. Zonder «rekenei ware de S. G. P. nimmer in de practische politiek gekomen. Dat de S G. P. wanneer zij eenmaal haar afgevaardigden in de volksvertegenwoordiging gerekend heeft, nu plots met rekenen wil op» houden is een inconsequentie. Nu zegt ze opeens halt en komt ze tot de ontdekking: «Veel rekenen is ook vermoeiing des vleesches.« (De Banier van 16 Sept., lste kolom, 3e pag). Neen, S. G. P. reken nu maar door Want de practische politiek rekent ook door, onverbiddelijk, volgens de vaste regels der arithmetiek, en langs die vaste, strakke regels der cijferkunst heeft de vrijzinnigheid door Uw niet rekenen een harer afgevaardigden in ons Hoogerhuis gerekend. En zeg nu niet dat de A. R. bij de aan» vulling van het college van Ged. St. v. Zuid» Holland precies hetzelfde deden, want dat is onjuist. Gij zegt welwij zullen niet gaan onder» ïoeken in hoeverre hier een principieel on» derscheid bestaat tusschen de verkiezing van een lid vin Ged. Staten en het kiezen van leden van de le Kamer. Maar dit had ge nu juist eens wel moeten onderzoeken. Wellicht had ge het principieele onderscheid gevonden. Uw niet berekenen heeft U ook hier par» ten gespeeld. Er bestaat in ons staatsrecht naast het ge» schreven recht, nog zoo iets als constitu» tioneele conventie, welke voor ons niet minder bindend is. Reken of reken niet. Maar kom niet pas tot de ontdekking dat rekenen zondig is en vermoeiing des vleesches, wanneer gij u een» maal op de groene kussens gerekend hebt. Want «politieke rekensommen« beginnen niet pas wanneer de stembus gesloten is. Het rekenen daarvóór is meestal meer ver» moeiing des vleesches dan daarna. Op dien regel maakt gij, blijkens Uw verkiezings»actie, geen uitzondering! V De actie op Voorne en Putten. Voorne en Putten is paraat. De instelling van een eigen Hulp»Centrale blijkt hier goed te werken. Er komt meer verband en samenwerking tusschen de verstrooide broeders en zoo kan er in dit gewest ook nog een geconcentreerde invloed over de bevolking uitgaan. Niet het minst zijn de broeders in Nieuw» Helvoet en Hellevoetsluis op hun qui«vive. Deze K. V.'en hadden dezer dagen een gecombineerde vergadering waarin dapper voortgewerkt werd aan het schema van Ne- der/and en Oranje. Het volgende kwam ons onder de oogen Nadat op gebruikelijke wijze geopend is verkrijgt de heer N. Graafland gelegenheid tot het leveren van zijn referaat over punt III van het schema. Hij brengt dit over op art. 3 van ons Program van Beginselen en behandelt ach» tereenvolgens 1. dat het Goddelijk gezag der Heilige Schrift voor het Staatkundig terrein erkend moet worden 2. hoe dit gezag op dit terrein niet werkt; 3. hoe dit gezag op het Staatkundig terrein wel werkt. Inleider toont aan, dat het onze roeping is om ook op Staatkundig terrein de eeuwige beginselen van Gods Woord te belijden. Dit gezag werkt niet rechtstreeks daar de Staat geen Theocratische isook niet door uitspraak van eenige Kerk. Geen zeggen» schap der Kerk over de Staat, zooals Rome' dit (wil, maar ook geen samenvloeiing van Staat en Kerk. In de consciëntie zijn Over» beid en onderdaan gebonden aan de or< dinantiën Gods. De overheidspersoon kan - alleen zijn rot-ping goed vervullen wanneer hij leeft bij en uit het Woord Gods. In het licht van dat Woord kan hij uit de natuur en uit de historie wijsheid putten. Maar ook de onderdanen, aldus inleider, hebben een groote taak te vervullen. Op den volksgeest moet worden ingewerkt, daar deze weer van groot gewicht is voor de Over» heid. Daarom moeten we opkomen voor onze Chr. Pers, onze scholen, onze ver» eenigingen, opdat de beginselen verbreid worden tot verheerlijking van den Naam des Heeren. Dien weg moet het op. Geregelde actie, bearbeiding der bevolking, beginselstudie. De waarheid, óók in het politieke leven, is slechts door gebed en arbeid te verkrijgen. Een voorrecht dat de broeders op Voorne en Putten dat begrijpen. In mijn jeugd heb ik het gelezen. Men had toen in het land der aloude Hu» genooten nog een kring van vrome prote» stanten, na.kinderen van het internationale Réveil en waarmee b.v. ook Groen van Prin» sterer in brief» en gedachtenwisseling stond. Die kring omvatte ook enkele auteurs. Zoo van werken voor ouderen, als van kinderboekjes. 'k Herinner me nog, dat er destijds te Toulouse een soort van centrale orthodox» protestantsche boekhandel en uitgeverskantoor bestond, waarmee men hier in Nederland wel zaken deed; waar voor mulo.klassen wel Fransche leesboekjes werden besteld en waar ook wel werkjes verschenen, die in het Hol» landsch werden vertaald. Welnu, 't was een van die vertaalde boe. ken, een verhaal voor de «rijpende jeugd«, daar las ik het in, een kleine bizonderheid, die destijds toch wel diepen indruk op me moet gemaakt hebben, dat die juist zich zoo vast in m'n geheugen, die wonderlijke be» waarplaats onzer z ei met haar onnaspeurlijke wetten, heeft gegrift, dat ik haar al die jaren door bewaarde. En dat, waar ik den naam van 't boek noch dien der schrijfster 'k weet weer wèl, dat 't een vrouw is geweest meer zou kunnen zeggen. Maar den naam van den jongen weet ik heel goedRaoul. Hij was een kind van rijke ouders. Schatrijk waren ze en hun liefde tot hun kinderen toonden ze o.m. daardoor, dat elke wensch? die dezen uitten, voorzoover het ten» minste met goud te betalen was, ingewilligd werd, Raoul was een knaap van pl.m. dertien jaar. Toen de jongen nu weer jarig worden zou en zijn moeder met een allesbelovenden glim» lach hem had opgewekt, nu eens een flink verlanglijstje klaar te maken, voelde Raoul zich diep ongelukkig. Hij kon geen lijstje voor»mekaar krijgen 1 Hoe hij zich ook inspande't ging niet. Kostbaar speelgoed van allerlei soort, dure boeken, fraaie kleederen, hij had nu letterlijk van alles. En wat hij niet bezat, och 1 dat waren meest dingen, waar hij ook weinig om gaf. Tenslotte, ja 1 was er één zaak, die hem werkelijk interresseerdeéén verlangen dat hij graag bevredigd zagEen kennis van hem, die van buiten af eiken morgen naar school kwam loopen 't was toen nog niet de eeuw van de fiets had een paar lompe, doffe vetleeren laarzen gekregen voor dien tocht zóó wilde Raoul er ook een paar hebben 1 Hij had natuurlijk een plank in zijn kast vol staan met allerlei schoeisel van 't fijnste leer, maar zoo'n paar laarzen van 'n snit en de grondstof als waarmee polderwerkers in den »put« staan, jadat 1 ek hem nog 't meest begeerenswaardige geschenk. Ziedaar een indruk uit mijn jongensjaren. Ik moet er soms nóg aan denken, als ik bij mezelf naga hoe men kinderen zooal be» derven kan. Het geven van geschenken en belooningen aan kinderen is een zaak, waar» over wel enkele opmerkingen te maken zijn. 'k Wil er een paar naar voren brengen In 't bovenstaande güf ik er feitelijk reeds één, de toepassing maakt ieder wel voor zichzelf. p. Br. Leest Ge Uw Courant? Leest* ge Uw courant: Neen niet: zijt ge op een of ander blad geabonneerd Maarleest ge dat blad ook Neemt ge goed in U op, al het goede, en schoone, en alles wat welluidt, dat Uw blad U biedt? Zoodat ge er U mee verrijkt, doordat het Uw geestelijk eigendom wordt. We bedoelen dan natuurlijkindien ge een goed blad leest, een dat staat op den grond» slag Uwer eigen godsdienstige, politieke en maatschappelijke beginselen. Geen zoogenaamd »neutraal« blad. Ge vindt in Uw »eigen« blad zoo menig kostelijk stukje, dat, soms zonder dat ge het vermoedt, goede leering be» vat. Zoo vonden we vandaag in een onzer kleine antirevolutionaire bladen. De Alblasser» waard en Vijfheerenlanden, een plaatselijk be» richt dat ons waard dunkt heel ons antirevo» lutionaire volk onder de oogen èn onder den aandacht te worden gebracht. Waarom we het aan al onze bladen doorzenden. Ziehier dat bericht: »LEXM.ONDZaterdagavond j.l. werd ook onze gem. bezocht door «de roode auto« tot propaganda voor Ontwapening. Met gloed van overtuiging en niet zonder talent werd door de sprekers vanuit hun wagen de omrin» gende menigte toegesproken, gewezen op de verschiikkingen van den oorlog en bezworen, om toch mede te werken tot verwezelijking dei Ontwapening. De zangvereen. «Nieuw leven» zette door het zingen van enkele propagande»nummers nog meerder gloed aan «de beweging» (sta ons toe, dat wij dezen po» litieken term hier gebruiken) bij. En toen de heeren hun boodschap gebracht ha .'den ver» trek de wagen, een breede lichtstroom voor zich uitwerpend, in de richting jMeerkerk, om ook elders de vredesidee te gaan prediken. Op zichzelf een schoon bedoehn. Want wie acht den vreJe niet begeerlijk goed? Den vrede der volkeren, den vrede in eigen Vader» land, den vrede in de huisgezinnen, den vrede in het hartl Of de S.D.A.P. nu juist de draag» ster des vredes mag heeten Want het is nog wat anders, luid om vrede te roepen, dan dezelve waarlijk te bevorderen. Eenigszins ver» dacht scheen ons althans de bitterheid tegen de vrijwilligen Landstorm. Een instituut, dat met oorlog in den gewonen zin niets uitstaan» de heeftdoch juist bedoeld om den binnen» landsehen vrede tegen elk geweld te bescher» men. Toch schijnt dit instituut den heeren leelijk dwars te zitten. Vermakelijk was bijna de bangmakerij voor modernen oorlog. Als wij een der propagandisten gelooven mogen, zou een Fransch generaal gepocht heb» ben, dat zijn luchtvloot heel Nederland met een doodend gif kon besproeien, zoodat er geen kat meer levend bleef. En daarom wonderlijke conclusie moeten wij ons ont» wapenen. Met andere woorden zeggen «Fran» sche mijnheer, doe alsjeblief geen kwaad, maar kom binnen«. Lijkt het niet verbazend veel op de welkomst groet der vrijheidshelden uit den patriotten» tijd? Gelukkig, onze Vaderlandsche historie toont nog andere tafreelen. De vreemde over» weldiger, Al va, die den Turk versloeg, zou ons volkje van boter ook wel klein krijgen. Doch zie daar onzen Prins Willem I aan de joodsche kooplieden zijn kunstschatten verkoo» pen om een leger uit te rusten tot verlossing van dat bedreigde volk. Drie zijner broeders sneuvelden als helden in den ongelijken kamp en hij zelf zijgt, nog biddend voor zijn arme volk, stervend neer door het schot van den sluipmoordenaar. Maar zie dan zijn zonen de bange worsteling voortzetten en zegevieren. Hoort ge, predikers van de nederlaag, zegevie» ren 11 Ja, Fransche pochers waren er vroeger ook al. Lodewijk XIV liet onze stad Utrecht zijn vorstelijken praal uitstralen en achtte den ondergang der zeven provinciën een kwestie van enkele dagen. Maar onze onvergetelijke stadhouder Willem III, zwak naar het lichaam, maar moedig als een leeuw, durfde den Zon» nekoning weerstaan. En met smaad en hoon droop de Fransche pocher af. Dat waren an» dere kerels als prof. Van Embden, met zijn leuterpraat over den gifoorlog. Och, wij nemen het den heeren in de roode auto niet kwalijk, dat zij hun ontwapeningsleuze aanheffen. Wij hebben zelfs respect voor hun geestdrift en talent als propagandist. En aan de jonge zang» vereen. «Nieuw leven« en haar eenvoudigen, ijverigen leider brengen wij gaarne ons saluut voor haar spontaan gezang, Wij ook, ja wij haten den oorlog met een volkomen haat. En heerlijk zou het zijn, als Locarno de kroon op haar werk mocht zetten door de ontwape» ning der volkeren voor te bereiden en te be» reiken. Maar zoolang Frankrijk en België tot de tanden gewapend zijn, zoolang Rusland zijn revolutie handhaaft met wapengeweld en Italië op het zwaard leeft, zoolang Engeland en Amerika met argus»oogen gadeslaan de gisting op het vasteland van Europa, zoolang passen wij er voor hier vrij entree te geven. En de bangmakerij ik jla prof. Van Embden kon ons wel tot grooter waakzaamheid prik» kelen, maar er niet toe brengen om met een lieve buiging tot dezen of genen overweldiger te zeggenalsjeblieft mijnheer, hier heb je mijn land en maak me nu alsjeblieft niet dood. O nageslacht der Geuzen, der ,martelaren, der kampvechters voor vrijheid en recht, hoe ver is het met U gekomen 1» Ons dunkt het behoeft geen commentaar. Het spreekt voor zichzelf. R. A. d. O. De directeur is overgeplaatst en daarmede eindigt een tijdperk in het bestaan der R.H.B.S. dat ons altijd geëraerd heeft. Hij mat met on» gelijke maat tegenover de leerlingen uit Chris» telijke en niet.Christelijke gezrinen. Uit de in ons blad verschenen \erklaripgen van Ds. van Montfrans en anderen is wel met vol» komen duidelijkheid gebleken, dat Christelijke ouders onmogelijk hun kinderen lid konden laten worden van dat troetelkind van den directeur, den H B.S.-bond. De toestand was nu zoo, dat de leden van den H.B.S.«bond op het terrein der school mochten korfballen en de anderen niet, dat de leden van den H.B.S.»bond door den directeur uitgenoodigd werden om de sterren door een kijker te zien en de anderen niet, dat in de school concerten werden gearrangeerd voor de leden der H.B.S.» bond en hun familie en niet voor de anderen, en zoo meer. Niet ten onrechte vroeg Ds. van Montfrans den minister om den H.B.S.»bond uit de school te zetten. Wij hopen dat de opvolger van dezen directeur andere, betere wegen zal bewandelen. Er is ook nog een waarnemende directeur, in de wandeling onderdirecteur geüoemd, die den directeur bij ontstentenis vervangt en derhalve nu en dan directeur der school is. Deze man, het spijt ons het te moeten con» stateeren, is niets beter dan de directeur zelf. Wij herinneren aan de artikelen in ons blad van ons, Ds. van Montfrans en hemzelf over het schoolfeest. Wij zullen deze zaak thans niet oprakelen, want het is er ons niet om te doen feiten of feitjes te exploiteeren, maar om de beginselen te verdedigen, welke door den directeur en hem werden aangerand. De heeren zullen misschien ontsticht zijn, dat wij ons alweer met dé H.B.S. bemoeien. De schuld treft evenwel niet ons, maar henzelf, vooral den inspecteur, die door onvoldoende inzicht in menschen en zaken een toestand liet ontstaan, zooals die nooit meer mag terug» keeren. De minister heeft nu ingegrepen en den directeur verwijderd, maar hoe zal het nu verder gaan Wij willen, dat de Rijks-H.B S. een neutrale school zal zijn, dat zij geen partij-instituut zal zijn, dat alle politiek er 0 uit wordt gehouden, dat er geen antithese >H (L onder de leerlingen wordt gekweekt, dat nie»all IK jLUIILII mand er in zijn overtuiging gekrenkt wordt,. dat ook Christelijke ouders, omdat hier nu een» maal geen Christelijke H.B S. is, hun kinderen zonder groot bezwaar daarheen kunnen zen» den, dat de Christelijke leerlingen niet bij de anderen worden achtergesteld. Dit alles is eenvoudig, billijk en bescheiden. Indien men nu in den Haag zoo verstandig is een man van een ander type aan het hoofd der school te plaatsen, een man, die zich eenigermate bij de mentaliteit onzer Flakkeesche bevolking weet aan te passen, dan zal alles goed gaan en zullen allen, ook wij, medewerken óm hem zijn taak gemakkelijk te maken. Indien men ons echter opnieuw opknapt met een man van gelijke mentaliteit van den tegenwoordigen directeur of waarnemenden directeur, dan zal de onrust over de H.B.S. blijven bestaan. Wij verlangen van den thans te benoemen direc» teur niet, dat hij bepaalde dogma's zal aan» hangen, wij verlangen alleen, dat hij zal zijn verdraagzaam, eerlijk, objectief en dat hij met menschen kan omgaan. Sluiting van de zitting der Zaterdag is de vereenigde vergadering van de beide Kamers gehouden tot sluiting der zitting van de Staten»Generaal. De heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst bekleedde den voorzittersstoel. De VOORZITTER deed door den griffier van de Eerste Kamer voorlezen een Koninklijk Besluit van 9 September 1926, waarbij de minister van Binnenlandsche Zaken en Land» bouw werd gemachtigd te 3 uur, des namid» dags zich te begeven naar de vergadering der Staten. Generaal, teneinde in een vereenigde vergadering der beide Kamers de zitting in naam der Koningin te sluiten. De VOORZITTER benoemd een commissie, welke den minister in het gebouw zou ontvan» gen en uitleiden. Aangewezen werden de leden der Eerste KamerHeerkens Thijssen en de Savornin Lohman, en de leden der Tweede Kamer dr. de Visser, Dresselhuys, J. J. C. van Dijk en Knottebelt. Kort daarna_ trad de minister, vooraf ge» gaan door de' leden der commissie, de ver» gaderzaal binnen. De heer KAN, MINISTER VAN BINNEN. LANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW, plaatste zich achter de ministerstafel en hield de volgende rede SLUITIN GSREDE. Hare Majesteit de Koningin heeft mij opge dragen de zitting det Staten»Generaal in Haar naam te sluiten. Na de beslissing der Tweede Kamer op 11 November 1925, ontstond een politieke crisis, welker oplossing, vóórdat het tegenwoordig Kabinet was gevormd, bij herhaling tevergeefs is beproefd. Geruimen tijd bleven, in verband hiermede, Uw beraadslagingen geschorst; de vruchten die dit zittingsjaar heeft afgeworpen, waren dientengevolge geringer, dan onder normale omstandigheden ongetwijfeld het geval zou zijn geweest. Uw ijver en toewijding aan 's Lands belan» gen verflauwden nochtans niet en kwamen vooral tot uiting in de dagen van ingespannen arbeid die op de crisis volgden. De Koningin heeft mij opgedragen U daarvoor Haar er» kentelijkheid te betuigen. In naam van Hare Majesteit de Koningin en daartoe door Haar gemachtigd, verklaar ik deze zitting der Staten»Generaal te zijn ge» sloten. De minister werd door de commissie uit» geleid. Nadat de commissie in de vergaderzaal is teruggekeerd, sloot de VOORZITTER de ver» eenigde vergadering. Apothekers en Drogisten. J VOOR NAMAAK! V Riemerstraat 2c/4. DEN HAAG. .«f

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1