Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO YINCES No. 3259 WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1926 41STE JAARGANG Uit de Pers. Binnenland. All© sinkken voor de Redactie bestemd, Advertentiën ea verdere Administratie, franco toe Ie zenden aaa de Uitgevers UNIE-COLLECTE. WAREN ZONDER GELD Deze Coura it veischljnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG. ABONNEM NTSl'RIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLljKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIjK Telei. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uur De Wintercampagne. Onze propagandiclub had een tijd van rust Die is thans voorbij I Wie de ernst van den komenden tijd ver» staat, weet zijn roeping. Wij kunnen alvast mededeelen dat hoogst waarschijnlijk eind September of begin Octo» ber de Heer R. A. den Ouden de W nter» campagne zal inluiden met een cursusverga» dering, waar vele Anti»Rev. maar inzonder» heid de propagandaclubs verwacht worden. We herinneren ons nog wel de schoone vergadering des vorigen jaars Leerzaam was het 1 Ook bemoedigend 1 Maar we kwamen hi et klaar. Lang nietl Het boekske Nederland en Oranje getiteld Handhaving der Christelijke grondslagen, is wat men in den volksmond wel eens noemt een binnenvettertje. Men komt er niet in klaar. Voorloopig volstaan wij met mededeeling van deze algem ene plannen. Straks volgt er meer. Intusschen kunnen wij ons al voorbereiden. Wij rusten niet vóór»de handhaving der christelijke grondslagenvolledig ons geestelijk eigendom is, want wij weten dat wij slechts dan wel toegerust zijn om in onze omgeving zegenend te arbeiden. En bovenalsterk te staan als wij met den vijand moeten spreken in de poort 1 landbouwonderwijs. De Flakkeesche Boerenbond heeft zich de zaak van het landbouwonderwijs op Goeree en Overflakkee aangetrokken. Op de laatst gehouden zomervergadering werd het landbouwonderwijs ter sprake ge» bracht en daarbij bleek dat er nogal animo onder de landbouwers was om gebruik te maken van de geboden gelegenheid totstich» ting van een lagere landbouwschool. Reeds meermalen werd over deze nieuwe inrichting in ons blad geschreven. Van harte juichen wij de plannen van den Flakkeeschen Boerenbond toe. De toekomst voor onzen landbouw ziet er niet rooskleurig uit. Allerlei oorzaken zijn er aan te wijzen die het vermoeden wettigen dat er een tijd van pressie aanstaande is. De weeldejaren zijn voorbij. Het buitenland maakt het aan alle zijden moeilijk. Het sluiten der grenzen was reeds een ge» voelige klap. Daar komt bij de valuta van het buiten» landsch geld. En last not least de scherpe concur» rentie vooral van Amerika. En dat alles terwijl de tijden van lage be» drijfskosten onherroepelijk voorbij zijn. De arbeidsloonen kunnen onmogelijk ver» laagd worden. De landprijzen en kunstmest» stoffen zijn en blijven waarschijnlijk voor» loopig duur. Dit alles wijst er op, dat de noodzakelijk» heid gaat dwingen dat alle energie ontwikkeld wordt die er is. Houdt dit nu verband met het landbouw» onderwijs Zéér zeker. Wil de jonge generatie sf.rk staan dan is voor alles algemeene ontwikkeling in het be» drijf noodig, grondige kennis en ruimen blik zijn de eerste vereischten van onzen tijd. De Flakkeesche Boerenbond heeft dit be, grepen. Een der leden dezer organisatie wees in de zomervergadering op het voorbeeld van België. Inderdaad doet België veel voor zijn land» bouw. Toch is er geen reden Nederland bij onze Zuidelijke buren achter te stellen. Vooral de Rechtsche Ministeries hebben zich de landbouwbelangen steeds bizonder aange» trokken. Vooral de Christelijke Boeren, en Tuinders» bond mocht veel invloed ten goede hierop hebben. Dat er niet meer gedaan kon worden dan gedaan is, vindt zijn oorzaak in de crisis, tijd van onzen gulden. Bezuiniging was de eisch. Gevolg van het diep ingrijpen van den heer Colijn is echter geweest dat wij thans ruimer staan. Zelfs staan we er nu veel beter voor dan België. En nu is er óók meer te hopen van de Regeering voor landbouw. Het instituut van de lagere landbouwschool is al een heel schoon resultaat. Alleen maarzien al onze Flakkeesche land» bouwers het nut er van in Zullen zij zorgen dat er voldoende jongens worden ingeschreven? 't Zou jammer zijn dat deze voortvarend» heid ontbrak. De gelegenheid wordt nu geboden. Grijpt dan als het rijpt 1 RECTIFICATIE In onze driestar »Op de vingers getiktvan Zaterdag j 1. is een fout ingeslopen die ver» betering behoeft. In den twaalfden zin van boven af laatste kolom staat: stemt, dit moet zijn: steunt. [Red. De Unie»collecte schijnt nog in vollen gang te zijn. Sommigen zijn van meening dat deze collecte die met onzen schoolstrijd is samengegroe d ihans overbodig werd. Niets is echter minder waar. Helaas tellen we nog vele zwakke schooltjes. Er heerscht op sommige plaatsen no wezelij» ken nood. Maar in de tweede plaats hebben we zeer noodig een verbreeding en versterking van de specifieke christelijke opleiding. Vooral de paedagogiek is een leervak waarop het Licht van het positieve Calvinisme vallen moet. Gelukkig gaat het in die richting. Maar daarbij dient ons volk zijn onverdeel» den moreelen en financieelen steun te blijven schenken. 't Is wellicht goed nog eens te herinneren aan de woorden van wijlen Prof. Bavinck De Unie»collecte is wel eens bij een ther» mometer vergeleken zooals deze door stijging en daling den waemtegraad aanduidt, zoo kent ook de Unie»collecte het op» en neergaan, beide ten nauwste samenhangend met het leven en het welzijn onzer scholen met den Bijbel. De eerste collecte, in 1879, het stichtingsjaar der Unie, bracht ruim f 43.000 op. Met een grooten sprong steeg de collecte het volgend jaar, in 1880, tot ongeveer f 81.000. De aan» slag op ons vrije Christelijk onderwijs, door Kappeyne gesmeed, had een te krachtiger actie voor de school met den Bijbel in het leven geroepende veer, door ruwe hand neerge» drukt, sprong met te meer kracht weer terug en, evenals het volk Israël in het diensthuis in Egypte, groeide ook ons Christelijk onder» wijs onder den druk der Nederlandsche Pha» rao's. Tot 1884 gaat het daarop steeds crescen» domen ziet het bedrag hooger klimmen 0ot f 120.000), Dan treedt een geleidelijke da» lingin tot in 1895 het laagste punt (f76 000) bereikt wordt. Ook het getal Locale Comité's onderging in deze periode een kleine vermin» dering. Van 1897 stijgt de collecte, eerst gelei» delijk, na 1914 met groote sprongen, tot in 1918 ruim f 177.000 ingezameld wordt Dit is het hoogtepunt geweest. De zomer van het jaar 1919 bracht als eerste uitvloeisel van den arbeid der z.g. Bevredigingscommissie een aan» zienlijke verbetering in de salariëring der on< derwijzers en in verband hiermede werd toen de Rijkssubsidie voor de bijzondere scholen aanmerkelijk verhoogd. Onmiddelijk daalde de collectie van f 177 000 tot f 157.000. Op 30 Juni 1920 werd daarna het ontwerp der nieuwe Lager»Onderwijswet met 75 tegen 3 stemmen door de Tweede Kamer aangenomen het was te verwachten, dat de Uniecollecte, als zeer gevoelige thermometer, in Augustus van dat jaar wederom dalen zou zij liep op» Dieuw terug tot f 136.000. Nog eenige jaren ging het in die lijn voort; 1923 bracht het laagste totaalnog geen f 87.000. Gelukkig is er toen een kentering gekomenin de laatste twee jaren gaat het weer opwaarts, al is de ton nog niet weer bereikt (1925f 98.000). In de jaarvergadering van 6 April 1920 kwam zelfs het voorstel in behandeling om na aanneming van de wet»De Visser de Unie maar op 'ie heffen: het was zoo heette het nu de tijd voor de «overbodige geworden Unie om haar bestaan met eere te eindigen. Dit voorstel (het werd gelukkig met over» groote meerderheid door de vergadering ver» worpen) gaf blijk van een heel verkeerd in» zicht in de beteekenis en het doel der Unie in de brochure van Ds. J. L. Pierson over: «De blijvende beteekenis van de Unie «Een School met den bijbèT« wordt dit uitvoerig uiteengezet. De Unie is in 1879 niet te Utrecht gesticht en nooit is haar doel enkel geweest om giften in te zamelen, zooals b.v. een waters» noocUcomité gelden bijeenbrengt tot het leni» gen van den nood. Dit was zelfs niet het hoofddoel van onze Unie»coHecfe. «Het voor» naamste doel van de Unnie=collecte is,« zoo sprak Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman in de jaarvergadering van 17 April 1906 toen, na de wet>Kuyper van 1905 ook al gevraagd werd: wat doen wij thans nog met de Unie? «het voornaamste doel van de Unie»collecte is, in aanraking te blijven met volk.« Zeker wij spannen onze uiterste krachten in ook om de collecte zoo hoog mogelijk op fe voe» renin ons Unieblaadje en in de brochure «De blijvende beteekenis van de Unie «Een School met den Bijbel« wordt aangewezen, waarvoor de geiden der Unie»coliecte nog dringend noodig zijn. Maar dit is toch niet het voornaamste I Het zedelijke gaat voorop I Hooren wij wederom wat de heer Lohman in die jaarvergadering van 1906 sprak»'t Is een groote vergissing te meenen, dat de strijd is geëindigd. Wel de politieke strijd, maar de strijd voor het Christelijk onderwijs zal nooit eindigen. De neutrale school heett men ons volk kunnen opdringen, doordat de ouders verzuimd hadden te waken, dat er overal Christelijke onderwijzers waren. Eerst na dat ingezien te hebben, eerst nadat Groen van Prin» sterer de natie had wakker geschud, is men tot de erkenning gekomen, dat men die weer in onze volksschool heoben moest. «Maar we zijn er daarom nog niet. We moeten wakker blijven, opdat niet over een kwart eeuw ook onze onderwijzers weer zijn ingeslapen want de sluimer is ons van na» ture allen lief. De strijd begint thans. Niet meer tegen de liberalen. Niet meer, gelukkig, om aan recht te komen Maar de eigenlijke strijd ishet volk aan te toonen, waarom het Christelijk onderwijs, waarom het goed onder» wijs moet hebbenook onder Christelijke kringen is er te dezen opzichte een zeker conservatisme. We moeten daarom vooridu» rend onder het volk, gaan om er onze denk» beelden onder te brengen. De fout van het liberalisme is geweest, dat het voortreffelijke hoogescholen en gymnasiën onderhield en hoogere burgerscholen oprichtte, maar dat hei met het volk in al zijn rangen en standen geen rekening hield Wij daarentegen moeten zorgen er altijd mee in aanraking te blijven; met het volk in de dorpen en in de steden in de laaste niet hei minst; want daar is de bekrompenheid dikwijls het grootst.« Bij de voorstanders van het openbaar onder» wijs begint men de waarheid van het woord van den heer Lohman thans goed in te zien. Op allerlei wijze wordt getracht, de ouders weer warm te maken voor de openbare school. Ouderbladen en ouderavonden moeten daar» toe dienst doen «Volksonderwijs® organiseert zijn jaarlijksche «collecte ten bate van de open» bare schools, ja waar het pas geeft, wordt de befaamde «witte das« omgehangen en evenals voor veertig, vijftig jaar de openbare school als de meest.Christelyke den volke voorgesteld. Laat niemand de kracht dezer actie onderschat» tendit ware de zekerste weg om al wat na bange worsteling door ons voorgeslacht ge» wonnen werd, wederom te verliezen. In de laatste tien jaren groeide het ledental van «Volksonderwijs® met 10.000 nieuwe leden 1 Dit behoeft ons niet te verontrusten mits wij zeiven nimmer verslappen, onvermoeid voortgaan met bouwen en bewaren. Door de Uniecollecte maakt Gij propagan» da, strooit Gij het zaad voor het Christelijk onderwijs. Houdt U dan niet langer afzijdig, maar neemt deel aan den strijd. Bezielt onze jonge mannen en vrouwen voor dien kamp, opdat zij straks het vaandei uit Uw bevende hand overnemen. Zorgt voor Uw opvolgers l De schoolstrijd zal nooit eindigen, al neemt hij misschien andere vormen aan, om het even of wij onder de wet van 1878 of onder die van 1920 leven. Die strijd wordt gestreden om de kinderen van ons volk en neemt zoo een plaats in «zij het dan ook eene beschei» dene plaats, in die reuzenworsteiing, welke het geloof alle eeuwen door tegen het onge» loof te voeren heeft gehad en die steeds, ook bij schijnbare nederlaag, met het overwinnen der wereld is geëindigd.® (Prof. Dr. Bavinck bij het 25»jarig bestaan der Unie). De N. Leidsche Crt. (A.<R.) schrijft: De vriend der arbeiders. Leerzaam is, wat dezer dagen uit Frankrijk werd gemeld. Men heeft daar aan den lijve gevoeld de noodlottige gevolgen van de inflatie, waar» voor de heer Colijn ons land heeft weten te behoeden. Onder die gevolgen, zoo schrijf een der Parijsche Correspondenten, zuchten alle deelen der bevolking. Oogenschijnlijk zijn de arbeiders er nog niet het slechtst aan toe. Alle industrieën werken op volle kracht. Van werkloosheid is geen sprake. Schijnbaar is het voor de arbeiders dus een goede tijd. Maar het is niet meer dan schijn. Het is een kunstmatige welvaart, die veroor» zaakt wordt, doordat de buitenlanders profi» teeren van de goedkoope wijze, waarop Frank» rijk momenteel produceert. De toekomst is echter donker. De loonsverhoogingen houden met de prijs» stijgingen geen gelijken tred. De kosten voor levensonderhoud worden steeds hooger, terwijl het voor de hand ligt, dat de werkgevers, door de francstabilisatie van hun uitvoer»gemakken beroofd, zich niet alleen met hand en tand tegen verdere loons» verhoogingen zuilen verzetten, maar ook zul» len trachten de loonen te verlagen. De algemeene opvatting is dan ook, dat een crisis onontwijkbaar is en dat straks voor de arbeiders een tijd van groote ellende zal aanbreken. Door zijn krachtig ingrijpen heeft de heer Colijn onze arbeiders voor die ellende behoed. Men heeft van zekere zijde in 1925 vooral de arbeiders tegen hem in 't geweer gebracht men heeft hem voorgesteld als een man, die het kleine en zwakke met ijzeren vuist ver» drukte, en toch,- het gebeurde in Frankrijk leert het opnieuw is hij in waarheid ge» weest de vriend der arbeiders. De vriend der ambtenaren. Het klinkt vreemd, wanneer de heer Colijn wordt geschetst als de vriend der ambtenaren. Immers, hij was het die ondanks alle pro» testen, de ambtenarensalarissen verlaagde en die met krachtige hand tot bezuiniging dwong. En toch heeft de heer Colijn speciaal aan de ambtenaren zeer groote diensten bewezen. Dit blijkt duidelijk, wanneer men let op wat zich den laatsten tijd in Frankrijk af» speelde. Want in veel slechtere positie dan de ar» beiders, verkeeren daar op dit oogenlik de ambtenaren. Hunne salarissen zijn wel verhoogd, doch niet in verhouding tot de stijging der levens» middelen prijzen. Volkomen naar waardheid kan dan ook worden geconstateerd, dat de salarissen, om ze op hetzelfde peil van voor den oorlog te brengen, met 50 pCt. verhoogd zouden moe» ten worden. Inplaats van vooruitgang is er Jus een ge» weldige achteruitgang. Hun positie is, vergeleken met 1914, niet verbeterd, maar zeer sterk verslechterd. En zóó zou 't ook hier gegaan zijn, wanneer de heer Colijn er niet in geslaagd was, het inflatingevaar te bedwingen Dan zouden de loonen wel niet zijn ver» laagd, maar de waarde der loonen zou sterk zijn verminderd. Door zijn ingrijpen heeft de heer Colijn dit weten te verhinderen. En' hoewel gescholden en gehoond, als iemand die aan de ambtenaren een ondraag» lijke last oplegde, en die met de belangen der ambtenaren niet rekende, heeft hij getoond te zijn, veel meer dan zijn kortzichtige be» strijders, een vriend der ambtenaren. De Koninklijke Familie op Hr. Ms. „Sumatra". De tocht van de Koninklijke Familie op Hr. Ms. «Sumatra® is, vooral doordat het weer, dat aanvankelijk niet mooi was, doch later gunstig is geworden en bovendien door de welgeslaagde oefeningen, een succes geworden. Nagenoeg de geheele bevolking vanljmui» den was Vrijdagmorgen uitgeloopen om het embarkeeren van de Kon. Eamilie te zien. Precies op den vastgestelden tijd reed de Koninklijke auto door IJmuiden naar de visschershaven, waar de motorsloep van de «Sumatra« gereed lag, bestuurd door den luitenant ter zee Rouwenhorst, om de Konin» kiijke Familie aan boord te brengen. Bij het aan boord komen speelden de tambours en pijpers den parademarsch. De Koninklijke Gasten werden beneden op 't bordes van den valreep begroet door den commandant van den kruiser kapitein ter zee jhr. Schorer. Bij den valreep deden vier luite» nants ter zee voor dit hooge bezoek als val» reepgasten dienst. Anders geschiedt dit door matrozen. Aan boord werd H. M. ontvangen door den vice«admiraal C Fock, commandant der Marine te Willemsoord. Na deze begroeting werden de officieren door den commandant aan H. M. voorgesteld. Vervolgens werd door H. M de bemanning geïnspecteerd. Intusschen was de Kon. Standaard in top geheschen en werden de trossen losgegooid Het was toen ruim half tien. De wacht van het fort IJmuiden bracht H. M. de verschuldigde eerbewijzen. Ongeveer nabij den brulboei voegden zich aan beide zijden van den kruiser de twee torpedoboten »Z. 7« en »Z. 8®, die tijdens de reis den kruiser bleven begeleiden. Prompt 10,20 uur werd het sein gegeven, dat men een onderzeeboot op het spoor was. De roode vlag werd geheschen als teeken voor de torpedoboote dat er een torpedo»aanval op komst was. Inderdaad werd omstreeks kwart voor elf een bellen baan zichtbaar op het water. Het bleek, dat de onderzeeër «O. 9® een torpedo had gelanceerd, die echter voorlangs het schip ging. Een tweede aanval werd door den onderzeeër «O. 7« ondernomen, die beter doel trof. De torpedo had, indien het alhans geen demonstratie betrof, den kruiser midden» scheeps kunnen raken. Nu was alles er op ingesteld, dat de torpedo een negental meters onder het schip doorging. Spoedig nadat de torpedo's waren ge'anceerd, zag men de on» derzeebooten boven komen. H. M. de Koningin had deze oefening, die voor Egmond werd gehouden, mjt groote be» langstelling van de commandobrug af gevolgd. Omstreeks half twaalf, toen de kruiser zich voor Kamperduin bevond, werden zeven ka» nonnen, drie aan bakboordzijde, twee op het voorschip en twee op het achterschip gericht op een schijf van 6 bij 36 meier, die geplaatst was op de oude torpedoboot »Ardjoena«, welk schip zich op een afstand van plm. 2000 meter van den kruiser bevond. Nadat eerst indien dueel op de schijf was gericht, werd later van den commando»toren uit centraal gericht. Het centrale vuur werd geregeld door den vuur» leider op den commando toren. Voor en achter de schijf vielen de projectielen, waaruit bleek, dat, terwijl de kruiser met een veertien mijls vaart de zee doorkliefde, zeer goed door de manschappen was*gericht. De Koningin heeft zich telkenmale met de officieren onderhouden. De Prins heeft den R^ianie-^i©ciecie@iliigeii. 40 cent per regel. NIEUW NIEUW Wij blijven aan de spits der concurrentie. Van 15 tot 18 September a.s.( van 's morgens 8 tot 's avonds 9,30 uur, krijgt iederen vijftienden kooper het recht, ter grootte van het bij ons bestede bedrag, waren uit te zoeken. Ziet onze prijslijst dd 15 September '26 Geen 10 of 15 pCt. korting maar Fa. P. WIELHOUWER - MIDDELHARN1S geheelen kruiser bezichtigd en ook de Prinses toonde veel belangstelling voor de inrichting van dit oorlogsvaartuig. Om elf uur gebruikte H. M. de Koningin een proefbord van het eten der bemanning, bestaande uit roode kool, aardappelen en vleesch. De Koningin en ook de Prinses von» den het eten zeer smakelijk. Toen de kruiser bij de reede van Texel genaderd was, werd een foto gemaakt van de Kon nklijke Familie te midden van de officieren en de bemanning gezeten. Vervolgens liet H. M. bij Zich ontbieden den chef van de machinekamer Vin den Hagen en den officier der administratie Verschuur, die onlangs tot ridder in de Oranje Nassau Orde zijn benoemd. Zij bedankten H M. voor de verleende onderscheiding. Tien minuten voor twee arriveerde de »Su« matra® op de reede van Nieuwediep, waar vele belangstellenden op den dijk aanwezig waren, die de Koninklijke Familie toejuichten. Met de gebruikelijke eerbewijzen zijn eerst de Prins en de Prinses met een motorsloep van boord gehaald, waarna later H. M. de Koningin, die officieren en manschappen een goede reis toewenschte, de kruiser verliet, om in den Helder verschillende bezoeken af te leggen. De reis van IJmuiden naar den Helder had ruim vier uren geduurd. De Prins en de Prinses brachten eerst een bezoek aan het Koninklijk Instituut der Marine. Omstieeks drie uur kwam de Koningin met den Prins en de Prinses weer samen op den onderzeeër K. 9, waarmee het Vorstelijk Ge» zeischap een korte vaart in den omtrek maakte. In auto's werd na dezen tocht naar het station gereden, vanwaar de Kon. Familie om 3,55 uur vertrok. Tijdens den rijtoer door den Helder hadden zich vele belangstellenden langs de wegen geschaard om H. M. hartelijk toe te juichen. Hr. Ms. kruiser «Sumatra« was onderwijl al op de terugreis naar IJmuiden. De «Sumatra® zal vervolgens naar Amsterdam varen, om aanwezig te zijn bij de aankomst van het Engelsche eskader. 's Middags om 6,03 zijn H. M. de Koningin, Prins Hendrik en Prinses Juliaua met den trein te Leiden aangekomen. Op het station en ook daar buitei* bevonden zich tal van belangstellenden, die het Konin» klijk Cezelschap, dat van Leiden de reis naar Den Haag per auto voortzette, luide toejuichten Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handelsinfor» matiebureau VAN DER GRAAF Co'sBu» reaux voor den Handel zijn over de afge» loopen week, eindigende 9 Sept. in Neder, land uitgesproken 94 fallissementen tegen, over 83 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 9 Sept. 1926,2576 faillissementen tegenover 2880 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1