Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO YINCES
No. 3259
WOENSDAG 15 SEPTEMBER 1926
41STE JAARGANG
Uit de Pers.
Binnenland.
All© sinkken voor de Redactie bestemd, Advertentiën ea verdere Administratie, franco toe Ie zenden aaa de Uitgevers
UNIE-COLLECTE.
WAREN ZONDER GELD
Deze Coura it veischljnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG.
ABONNEM NTSl'RIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLljKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIjK
Telei. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uur
De Wintercampagne.
Onze propagandiclub had een tijd van rust
Die is thans voorbij I
Wie de ernst van den komenden tijd ver»
staat, weet zijn roeping.
Wij kunnen alvast mededeelen dat hoogst
waarschijnlijk eind September of begin Octo»
ber de Heer R. A. den Ouden de W nter»
campagne zal inluiden met een cursusverga»
dering, waar vele Anti»Rev. maar inzonder»
heid de propagandaclubs verwacht worden.
We herinneren ons nog wel de schoone
vergadering des vorigen jaars
Leerzaam was het 1
Ook bemoedigend 1
Maar we kwamen hi et klaar.
Lang nietl
Het boekske Nederland en Oranje getiteld
Handhaving der Christelijke grondslagen, is
wat men in den volksmond wel eens noemt
een binnenvettertje.
Men komt er niet in klaar.
Voorloopig volstaan wij met mededeeling
van deze algem ene plannen.
Straks volgt er meer.
Intusschen kunnen wij ons al voorbereiden.
Wij rusten niet vóór»de handhaving der
christelijke grondslagenvolledig ons geestelijk
eigendom is, want wij weten dat wij slechts
dan wel toegerust zijn om in onze omgeving
zegenend te arbeiden.
En bovenalsterk te staan als wij met den
vijand moeten spreken in de poort 1
landbouwonderwijs.
De Flakkeesche Boerenbond heeft zich de
zaak van het landbouwonderwijs op Goeree
en Overflakkee aangetrokken.
Op de laatst gehouden zomervergadering
werd het landbouwonderwijs ter sprake ge»
bracht en daarbij bleek dat er nogal animo
onder de landbouwers was om gebruik te
maken van de geboden gelegenheid totstich»
ting van een lagere landbouwschool.
Reeds meermalen werd over deze nieuwe
inrichting in ons blad geschreven.
Van harte juichen wij de plannen van den
Flakkeeschen Boerenbond toe.
De toekomst voor onzen landbouw ziet er
niet rooskleurig uit.
Allerlei oorzaken zijn er aan te wijzen die
het vermoeden wettigen dat er een tijd van
pressie aanstaande is.
De weeldejaren zijn voorbij.
Het buitenland maakt het aan alle zijden
moeilijk.
Het sluiten der grenzen was reeds een ge»
voelige klap.
Daar komt bij de valuta van het buiten»
landsch geld.
En last not least de scherpe concur»
rentie vooral van Amerika.
En dat alles terwijl de tijden van lage be»
drijfskosten onherroepelijk voorbij zijn.
De arbeidsloonen kunnen onmogelijk ver»
laagd worden. De landprijzen en kunstmest»
stoffen zijn en blijven waarschijnlijk voor»
loopig duur.
Dit alles wijst er op, dat de noodzakelijk»
heid gaat dwingen dat alle energie ontwikkeld
wordt die er is.
Houdt dit nu verband met het landbouw»
onderwijs
Zéér zeker.
Wil de jonge generatie sf.rk staan dan is
voor alles algemeene ontwikkeling in het be»
drijf noodig, grondige kennis en ruimen blik
zijn de eerste vereischten van onzen tijd.
De Flakkeesche Boerenbond heeft dit be,
grepen.
Een der leden dezer organisatie wees in de
zomervergadering op het voorbeeld van België.
Inderdaad doet België veel voor zijn land»
bouw.
Toch is er geen reden Nederland bij onze
Zuidelijke buren achter te stellen.
Vooral de Rechtsche Ministeries hebben zich
de landbouwbelangen steeds bizonder aange»
trokken.
Vooral de Christelijke Boeren, en Tuinders»
bond mocht veel invloed ten goede hierop
hebben. Dat er niet meer gedaan kon worden
dan gedaan is, vindt zijn oorzaak in de crisis,
tijd van onzen gulden.
Bezuiniging was de eisch.
Gevolg van het diep ingrijpen van den heer
Colijn is echter geweest dat wij thans ruimer
staan.
Zelfs staan we er nu veel beter voor dan
België.
En nu is er óók meer te hopen van de
Regeering voor landbouw.
Het instituut van de lagere landbouwschool
is al een heel schoon resultaat.
Alleen maarzien al onze Flakkeesche land»
bouwers het nut er van in
Zullen zij zorgen dat er voldoende jongens
worden ingeschreven?
't Zou jammer zijn dat deze voortvarend»
heid ontbrak.
De gelegenheid wordt nu geboden.
Grijpt dan als het rijpt 1
RECTIFICATIE
In onze driestar »Op de vingers getiktvan
Zaterdag j 1. is een fout ingeslopen die ver»
betering behoeft.
In den twaalfden zin van boven af laatste
kolom staat: stemt, dit moet zijn: steunt.
[Red.
De Unie»collecte schijnt nog in vollen gang
te zijn.
Sommigen zijn van meening dat deze collecte
die met onzen schoolstrijd is samengegroe d
ihans overbodig werd.
Niets is echter minder waar.
Helaas tellen we nog vele zwakke schooltjes.
Er heerscht op sommige plaatsen no wezelij»
ken nood.
Maar in de tweede plaats hebben we zeer
noodig een verbreeding en versterking van
de specifieke christelijke opleiding. Vooral de
paedagogiek is een leervak waarop het Licht
van het positieve Calvinisme vallen moet.
Gelukkig gaat het in die richting.
Maar daarbij dient ons volk zijn onverdeel»
den moreelen en financieelen steun te blijven
schenken.
't Is wellicht goed nog eens te herinneren
aan de woorden van wijlen Prof. Bavinck
De Unie»collecte is wel eens bij een ther»
mometer vergeleken zooals deze door stijging
en daling den waemtegraad aanduidt, zoo kent
ook de Unie»collecte het op» en neergaan,
beide ten nauwste samenhangend met het leven
en het welzijn onzer scholen met den Bijbel.
De eerste collecte, in 1879, het stichtingsjaar
der Unie, bracht ruim f 43.000 op. Met een
grooten sprong steeg de collecte het volgend
jaar, in 1880, tot ongeveer f 81.000. De aan»
slag op ons vrije Christelijk onderwijs, door
Kappeyne gesmeed, had een te krachtiger actie
voor de school met den Bijbel in het leven
geroepende veer, door ruwe hand neerge»
drukt, sprong met te meer kracht weer terug
en, evenals het volk Israël in het diensthuis
in Egypte, groeide ook ons Christelijk onder»
wijs onder den druk der Nederlandsche Pha»
rao's. Tot 1884 gaat het daarop steeds crescen»
domen ziet het bedrag hooger klimmen
0ot f 120.000), Dan treedt een geleidelijke da»
lingin tot in 1895 het laagste punt (f76 000)
bereikt wordt. Ook het getal Locale Comité's
onderging in deze periode een kleine vermin»
dering. Van 1897 stijgt de collecte, eerst gelei»
delijk, na 1914 met groote sprongen, tot in
1918 ruim f 177.000 ingezameld wordt Dit is
het hoogtepunt geweest. De zomer van het
jaar 1919 bracht als eerste uitvloeisel van den
arbeid der z.g. Bevredigingscommissie een aan»
zienlijke verbetering in de salariëring der on<
derwijzers en in verband hiermede werd toen
de Rijkssubsidie voor de bijzondere scholen
aanmerkelijk verhoogd. Onmiddelijk daalde
de collectie van f 177 000 tot f 157.000. Op
30 Juni 1920 werd daarna het ontwerp der
nieuwe Lager»Onderwijswet met 75 tegen 3
stemmen door de Tweede Kamer aangenomen
het was te verwachten, dat de Uniecollecte,
als zeer gevoelige thermometer, in Augustus
van dat jaar wederom dalen zou zij liep op»
Dieuw terug tot f 136.000. Nog eenige jaren
ging het in die lijn voort; 1923 bracht het
laagste totaalnog geen f 87.000. Gelukkig is
er toen een kentering gekomenin de laatste
twee jaren gaat het weer opwaarts, al is de
ton nog niet weer bereikt (1925f 98.000).
In de jaarvergadering van 6 April 1920
kwam zelfs het voorstel in behandeling om
na aanneming van de wet»De Visser de Unie
maar op 'ie heffen: het was zoo heette het
nu de tijd voor de «overbodige geworden
Unie om haar bestaan met eere te eindigen.
Dit voorstel (het werd gelukkig met over»
groote meerderheid door de vergadering ver»
worpen) gaf blijk van een heel verkeerd in»
zicht in de beteekenis en het doel der Unie
in de brochure van Ds. J. L. Pierson over:
«De blijvende beteekenis van de Unie «Een
School met den bijbèT« wordt dit uitvoerig
uiteengezet. De Unie is in 1879 niet te Utrecht
gesticht en nooit is haar doel enkel geweest
om giften in te zamelen, zooals b.v. een waters»
noocUcomité gelden bijeenbrengt tot het leni»
gen van den nood. Dit was zelfs niet het
hoofddoel van onze Unie»coHecfe. «Het voor»
naamste doel van de Unnie=collecte is,« zoo
sprak Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman in
de jaarvergadering van 17 April 1906 toen,
na de wet>Kuyper van 1905 ook al gevraagd
werd: wat doen wij thans nog met de Unie?
«het voornaamste doel van de Unie»collecte
is, in aanraking te blijven met volk.« Zeker
wij spannen onze uiterste krachten in ook
om de collecte zoo hoog mogelijk op fe voe»
renin ons Unieblaadje en in de brochure
«De blijvende beteekenis van de Unie «Een
School met den Bijbel« wordt aangewezen,
waarvoor de geiden der Unie»coliecte nog
dringend noodig zijn. Maar dit is toch niet
het voornaamste I Het zedelijke gaat voorop I
Hooren wij wederom wat de heer Lohman
in die jaarvergadering van 1906 sprak»'t Is
een groote vergissing te meenen, dat de strijd
is geëindigd. Wel de politieke strijd, maar de
strijd voor het Christelijk onderwijs zal nooit
eindigen. De neutrale school heett men ons
volk kunnen opdringen, doordat de ouders
verzuimd hadden te waken, dat er overal
Christelijke onderwijzers waren. Eerst na dat
ingezien te hebben, eerst nadat Groen van Prin»
sterer de natie had wakker geschud, is men
tot de erkenning gekomen, dat men die weer
in onze volksschool heoben moest.
«Maar we zijn er daarom nog niet. We
moeten wakker blijven, opdat niet over een
kwart eeuw ook onze onderwijzers weer zijn
ingeslapen want de sluimer is ons van na»
ture allen lief. De strijd begint thans. Niet
meer tegen de liberalen. Niet meer, gelukkig,
om aan recht te komen Maar de eigenlijke
strijd ishet volk aan te toonen, waarom het
Christelijk onderwijs, waarom het goed onder»
wijs moet hebbenook onder Christelijke
kringen is er te dezen opzichte een zeker
conservatisme. We moeten daarom vooridu»
rend onder het volk, gaan om er onze denk»
beelden onder te brengen. De fout van het
liberalisme is geweest, dat het voortreffelijke
hoogescholen en gymnasiën onderhield en
hoogere burgerscholen oprichtte, maar dat hei
met het volk in al zijn rangen en standen
geen rekening hield Wij daarentegen moeten
zorgen er altijd mee in aanraking te blijven;
met het volk in de dorpen en in de steden
in de laaste niet hei minst; want daar is
de bekrompenheid dikwijls het grootst.«
Bij de voorstanders van het openbaar onder»
wijs begint men de waarheid van het woord
van den heer Lohman thans goed in te zien.
Op allerlei wijze wordt getracht, de ouders
weer warm te maken voor de openbare school.
Ouderbladen en ouderavonden moeten daar»
toe dienst doen «Volksonderwijs® organiseert
zijn jaarlijksche «collecte ten bate van de open»
bare schools, ja waar het pas geeft, wordt de
befaamde «witte das« omgehangen en evenals
voor veertig, vijftig jaar de openbare school
als de meest.Christelyke den volke voorgesteld.
Laat niemand de kracht dezer actie onderschat»
tendit ware de zekerste weg om al wat na
bange worsteling door ons voorgeslacht ge»
wonnen werd, wederom te verliezen. In de
laatste tien jaren groeide het ledental van
«Volksonderwijs® met 10.000 nieuwe leden 1
Dit behoeft ons niet te verontrusten mits
wij zeiven nimmer verslappen, onvermoeid
voortgaan met bouwen en bewaren.
Door de Uniecollecte maakt Gij propagan»
da, strooit Gij het zaad voor het Christelijk
onderwijs. Houdt U dan niet langer afzijdig,
maar neemt deel aan den strijd. Bezielt onze
jonge mannen en vrouwen voor dien kamp,
opdat zij straks het vaandei uit Uw bevende
hand overnemen. Zorgt voor Uw opvolgers l
De schoolstrijd zal nooit eindigen, al neemt
hij misschien andere vormen aan, om het even
of wij onder de wet van 1878 of onder die
van 1920 leven. Die strijd wordt gestreden
om de kinderen van ons volk en neemt zoo
een plaats in «zij het dan ook eene beschei»
dene plaats, in die reuzenworsteiing, welke
het geloof alle eeuwen door tegen het onge»
loof te voeren heeft gehad en die steeds, ook
bij schijnbare nederlaag, met het overwinnen
der wereld is geëindigd.® (Prof. Dr. Bavinck
bij het 25»jarig bestaan der Unie).
De N. Leidsche Crt. (A.<R.) schrijft:
De vriend der arbeiders.
Leerzaam is, wat dezer dagen uit Frankrijk
werd gemeld.
Men heeft daar aan den lijve gevoeld de
noodlottige gevolgen van de inflatie, waar»
voor de heer Colijn ons land heeft weten te
behoeden.
Onder die gevolgen, zoo schrijf een der
Parijsche Correspondenten, zuchten alle deelen
der bevolking.
Oogenschijnlijk zijn de arbeiders er nog niet
het slechtst aan toe.
Alle industrieën werken op volle kracht.
Van werkloosheid is geen sprake.
Schijnbaar is het voor de arbeiders dus een
goede tijd.
Maar het is niet meer dan schijn.
Het is een kunstmatige welvaart, die veroor»
zaakt wordt, doordat de buitenlanders profi»
teeren van de goedkoope wijze, waarop Frank»
rijk momenteel produceert.
De toekomst is echter donker.
De loonsverhoogingen houden met de prijs»
stijgingen geen gelijken tred.
De kosten voor levensonderhoud worden
steeds hooger, terwijl het voor de hand ligt,
dat de werkgevers, door de francstabilisatie
van hun uitvoer»gemakken beroofd, zich niet
alleen met hand en tand tegen verdere loons»
verhoogingen zuilen verzetten, maar ook zul»
len trachten de loonen te verlagen.
De algemeene opvatting is dan ook, dat
een crisis onontwijkbaar is en dat straks voor
de arbeiders een tijd van groote ellende zal
aanbreken.
Door zijn krachtig ingrijpen heeft de heer
Colijn onze arbeiders voor die ellende behoed.
Men heeft van zekere zijde in 1925 vooral
de arbeiders tegen hem in 't geweer gebracht
men heeft hem voorgesteld als een man, die
het kleine en zwakke met ijzeren vuist ver»
drukte, en toch,- het gebeurde in Frankrijk
leert het opnieuw is hij in waarheid ge»
weest de vriend der arbeiders.
De vriend der ambtenaren.
Het klinkt vreemd, wanneer de heer Colijn
wordt geschetst als de vriend der ambtenaren.
Immers, hij was het die ondanks alle pro»
testen, de ambtenarensalarissen verlaagde en
die met krachtige hand tot bezuiniging dwong.
En toch heeft de heer Colijn speciaal aan
de ambtenaren zeer groote diensten bewezen.
Dit blijkt duidelijk, wanneer men let op
wat zich den laatsten tijd in Frankrijk af»
speelde.
Want in veel slechtere positie dan de ar»
beiders, verkeeren daar op dit oogenlik de
ambtenaren.
Hunne salarissen zijn wel verhoogd, doch
niet in verhouding tot de stijging der levens»
middelen prijzen.
Volkomen naar waardheid kan dan ook
worden geconstateerd, dat de salarissen, om
ze op hetzelfde peil van voor den oorlog te
brengen, met 50 pCt. verhoogd zouden moe»
ten worden.
Inplaats van vooruitgang is er Jus een ge»
weldige achteruitgang.
Hun positie is, vergeleken met 1914, niet
verbeterd, maar zeer sterk verslechterd.
En zóó zou 't ook hier gegaan zijn, wanneer
de heer Colijn er niet in geslaagd was, het
inflatingevaar te bedwingen
Dan zouden de loonen wel niet zijn ver»
laagd, maar de waarde der loonen zou sterk
zijn verminderd.
Door zijn ingrijpen heeft de heer Colijn
dit weten te verhinderen.
En' hoewel gescholden en gehoond, als
iemand die aan de ambtenaren een ondraag»
lijke last oplegde, en die met de belangen der
ambtenaren niet rekende, heeft hij getoond
te zijn, veel meer dan zijn kortzichtige be»
strijders, een vriend der ambtenaren.
De Koninklijke Familie op Hr. Ms.
„Sumatra".
De tocht van de Koninklijke Familie op
Hr. Ms. «Sumatra® is, vooral doordat het
weer, dat aanvankelijk niet mooi was, doch
later gunstig is geworden en bovendien door de
welgeslaagde oefeningen, een succes geworden.
Nagenoeg de geheele bevolking vanljmui»
den was Vrijdagmorgen uitgeloopen om het
embarkeeren van de Kon. Eamilie te zien.
Precies op den vastgestelden tijd reed de
Koninklijke auto door IJmuiden naar de
visschershaven, waar de motorsloep van de
«Sumatra« gereed lag, bestuurd door den
luitenant ter zee Rouwenhorst, om de Konin»
kiijke Familie aan boord te brengen. Bij het
aan boord komen speelden de tambours en
pijpers den parademarsch.
De Koninklijke Gasten werden beneden op
't bordes van den valreep begroet door den
commandant van den kruiser kapitein ter zee
jhr. Schorer. Bij den valreep deden vier luite»
nants ter zee voor dit hooge bezoek als val»
reepgasten dienst. Anders geschiedt dit door
matrozen. Aan boord werd H. M. ontvangen
door den vice«admiraal C Fock, commandant
der Marine te Willemsoord. Na deze begroeting
werden de officieren door den commandant
aan H. M. voorgesteld. Vervolgens werd door
H. M de bemanning geïnspecteerd. Intusschen
was de Kon. Standaard in top geheschen en
werden de trossen losgegooid Het was toen
ruim half tien.
De wacht van het fort IJmuiden bracht
H. M. de verschuldigde eerbewijzen.
Ongeveer nabij den brulboei voegden zich
aan beide zijden van den kruiser de twee
torpedoboten »Z. 7« en »Z. 8®, die tijdens
de reis den kruiser bleven begeleiden.
Prompt 10,20 uur werd het sein gegeven,
dat men een onderzeeboot op het spoor was.
De roode vlag werd geheschen als teeken voor
de torpedoboote dat er een torpedo»aanval
op komst was. Inderdaad werd omstreeks kwart
voor elf een bellen baan zichtbaar op het water.
Het bleek, dat de onderzeeër «O. 9® een
torpedo had gelanceerd, die echter voorlangs
het schip ging. Een tweede aanval werd door
den onderzeeër «O. 7« ondernomen, die beter
doel trof. De torpedo had, indien het alhans
geen demonstratie betrof, den kruiser midden»
scheeps kunnen raken. Nu was alles er op
ingesteld, dat de torpedo een negental meters
onder het schip doorging. Spoedig nadat de
torpedo's waren ge'anceerd, zag men de on»
derzeebooten boven komen.
H. M. de Koningin had deze oefening, die
voor Egmond werd gehouden, mjt groote be»
langstelling van de commandobrug af gevolgd.
Omstreeks half twaalf, toen de kruiser zich
voor Kamperduin bevond, werden zeven ka»
nonnen, drie aan bakboordzijde, twee op het
voorschip en twee op het achterschip gericht
op een schijf van 6 bij 36 meier, die geplaatst
was op de oude torpedoboot »Ardjoena«, welk
schip zich op een afstand van plm. 2000 meter
van den kruiser bevond. Nadat eerst indien
dueel op de schijf was gericht, werd later van
den commando»toren uit centraal gericht. Het
centrale vuur werd geregeld door den vuur»
leider op den commando toren. Voor en achter
de schijf vielen de projectielen, waaruit bleek,
dat, terwijl de kruiser met een veertien mijls
vaart de zee doorkliefde, zeer goed door de
manschappen was*gericht.
De Koningin heeft zich telkenmale met de
officieren onderhouden. De Prins heeft den
R^ianie-^i©ciecie@iliigeii.
40 cent per regel.
NIEUW NIEUW
Wij blijven aan de spits der concurrentie. Van 15
tot 18 September a.s.( van 's morgens 8 tot 's avonds
9,30 uur, krijgt iederen vijftienden kooper het recht,
ter grootte van het bij ons bestede bedrag, waren
uit te zoeken. Ziet onze prijslijst dd 15 September '26
Geen 10 of 15 pCt. korting maar
Fa. P. WIELHOUWER - MIDDELHARN1S
geheelen kruiser bezichtigd en ook de Prinses
toonde veel belangstelling voor de inrichting
van dit oorlogsvaartuig.
Om elf uur gebruikte H. M. de Koningin
een proefbord van het eten der bemanning,
bestaande uit roode kool, aardappelen en
vleesch. De Koningin en ook de Prinses von»
den het eten zeer smakelijk.
Toen de kruiser bij de reede van Texel
genaderd was, werd een foto gemaakt van de
Kon nklijke Familie te midden van de officieren
en de bemanning gezeten.
Vervolgens liet H. M. bij Zich ontbieden
den chef van de machinekamer Vin den Hagen
en den officier der administratie Verschuur,
die onlangs tot ridder in de Oranje Nassau
Orde zijn benoemd.
Zij bedankten H M. voor de verleende
onderscheiding.
Tien minuten voor twee arriveerde de »Su«
matra® op de reede van Nieuwediep, waar
vele belangstellenden op den dijk aanwezig
waren, die de Koninklijke Familie toejuichten.
Met de gebruikelijke eerbewijzen zijn eerst
de Prins en de Prinses met een motorsloep
van boord gehaald, waarna later H. M. de
Koningin, die officieren en manschappen een
goede reis toewenschte, de kruiser verliet, om
in den Helder verschillende bezoeken af te
leggen. De reis van IJmuiden naar den Helder
had ruim vier uren geduurd.
De Prins en de Prinses brachten eerst een
bezoek aan het Koninklijk Instituut der Marine.
Omstieeks drie uur kwam de Koningin met
den Prins en de Prinses weer samen op den
onderzeeër K. 9, waarmee het Vorstelijk Ge»
zeischap een korte vaart in den omtrek maakte.
In auto's werd na dezen tocht naar het
station gereden, vanwaar de Kon. Familie om
3,55 uur vertrok.
Tijdens den rijtoer door den Helder hadden
zich vele belangstellenden langs de wegen
geschaard om H. M. hartelijk toe te juichen.
Hr. Ms. kruiser «Sumatra« was onderwijl al
op de terugreis naar IJmuiden. De «Sumatra®
zal vervolgens naar Amsterdam varen, om
aanwezig te zijn bij de aankomst van het
Engelsche eskader.
's Middags om 6,03 zijn H. M. de Koningin,
Prins Hendrik en Prinses Juliaua met den
trein te Leiden aangekomen.
Op het station en ook daar buitei* bevonden
zich tal van belangstellenden, die het Konin»
klijk Cezelschap, dat van Leiden de reis naar
Den Haag per auto voortzette, luide toejuichten
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Handelsinfor»
matiebureau VAN DER GRAAF Co'sBu»
reaux voor den Handel zijn over de afge»
loopen week, eindigende 9 Sept. in Neder,
land uitgesproken 94 fallissementen tegen,
over 83 faillissementen in dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 9 Sept. 1926,2576
faillissementen tegenover 2880 over hetzelfde
tijdperk van het vorige jaar.