Hoofdhuid
PUROL
Gemengd Nieuws
Kerk en School.
roofpartijen in de laatste veertien dagen. Steeds
was zij de bestuurder van de auto, waarin de
bandieten ontkwamen. Met één uitzondering
is zij er steeds in geslaagd met haar mede»
plichtigen te ontkomen aan de behendig se»
spantien netten der politie. Alleen den laatsten
keer zijn twee mannen van de lende gepakt,
die zich thans in hechtenis bevinden. Het
meisje en een derde man ontkwamen echter.
Heel Scotland»yard is thans fel op de aan»
houding van de vrouw De politie heeft den
haar toegeworpen handschoen opgeraaptzij
beschouwt de onversaagdheid van de bandiete
als een rechtstreeksche uitdaging Beroemde
speurders, die met veel succes mannelijke mis»
dadigers weten op te sporen, breken zich het
hoofd om een middel te vinden om haar in
de val te lokken. Men denkt er ook over om
vrouwelijke list met vrouwelijke scherpzinnig»
heid te bestrijden en vrouwelijke speurders
aan het werk te zetten.
Het verbijsterendste van deze achtervolging
Uw Hoofdhuid wordt vrij van roos en
Uw haar wordt zacht en handelbaar
indien U de gewoonte aan neemt om
er des morgens een weinig
doorheen te wrijven
is, dat geen van de politie»agenten, die de
vrouw gezien hebben en zij is herhaaldelijk
gezien in staat is geweest een nauwkeurige
beschrijving van haar te geven. Eén agent zegt,
dat zij het haar kort geknipt draagt als een
man, »Eton»cropped«, zooals dat op zijn En»
gelsch heet. Volgens anderen draagt zij het
haar over de ooren lang, »bobbed« De een
zegt, dat zij donker is en slank, volgens een
ander is zij flink gebouwd en heeft zij blond
haar. Scotland>yard heeft uit de verschillende
getuigenissen de volgende beschrijving opge»
maakt
•Leeftijd 30 jaar, lengte 1 Meter 60, blond
haar, vermoedelijk »bobbed«, blanke huid,
rond gezicht, goed ontwikkeld lichaam. Draagt
een langen, nauwsluitenden grijzen mantel,
een nauwsluitenden lichtrooden hoed, witte
kousen en zwarte schoenen.
Elke Londensche agent heeft deze beschrij»
ving ontvangen met het bevel speciaal op deze
vrouw te letten, die waarschijnlijk zal worden
aangetroffen aan het stuur van een snelle auto
De politie verdenkt er de vrouw van bui»
tengewoon behendig te zijn in het vermommen.
Elke viouw kan haar verschijning geheel ver»
anderen door den snit van haar kleeren te
wijzigen en schoenen met meer of minder
hooge hakken te dragen. Men denkt, dat de
gezochte het in deze kunst bijzonder ver ge»
bracht heeft. Zij heeft klaarbli;kelijk den
nauwsluitenden mantel en het kleine roode
hoedje door geheel andere kleeding vervangen.
Ook is het mogelijk, dat zij inderdaad een
Eton--coiffure draagt, doch daaroverheen af en
toe een pruik met lang haar over de ooren
of zelfs met geheel lang baar. Haar forsche
gestalte kan een gevolg zijn van het dragen
van zware autojassen, want bij ten minste een
gelegenheid hebben ooggetuigen van haar strijd
om de vrijheid verklaard, dat zij een slank
en uiterst jeugdig figuurtje had.
De politie vraagt zich ook af waar de vrouw
haar auto mag stallen. Zij acht het het waar»
schijnlijkst, dat de auto gestald wordt in een
garage bij een particulier huis Dit klopt met
de veronderstelling, dat de vrouw of het meisje
tot den gegoeden of ontwikkelden stand be«
hoort.
Men acht de verklaring aannemelijk, dat een
meisje om een ongelukkige liefde te vergeten,
een leven van wanhopig misdrijf is begonnen,
alleen uit lust tot avontuur.
Deze vrouw, zoo besluit de Daily Express,
bezit de handigheid en besluitvaardigheid van
een Arsène Lupin, gepaard met vrouwelijke
intuïtie. Deze combinatie blijkt een van de
ingewikkeldste vraagstukken, waarmee Scot»
land.yard ooit te doen heeft gehad.
Een ander blad meldt, dat de politie over»
helt tot de meening, dat er twee vrouwen in
het spel zijn, wat dan gemakkelijk het verschil
in beschrijving zou verklaren.
DE BIOSCOOPRAMP TE DRUM
COLLOGHER.
Verschrikkelijke tooneelen.
Uit Londen wordt gemeld, dat tot dusver
onder de puinen van de afgebrande bioscoop
te Drum Collogher in het graafschap Limerick
45 lijken zijn gevonden. Nog 10 personen
worden vermist.
Omtrent dezen vreeselijken brand lezen we
nog in de Engelsche bladen dat de bioscoop
gevormd werd door de tweede verdieping van
een garage. Van de garage uit leidde een
smalle trap naar boven. Zondagavond was deze
lage zaal overvuld met volk, dat van ver in
de omgeving was toegestroomd om de voor»
stelling bij te wonen, omdat daartoe in het
plaatsje maar zelden gelegenheid is. Een 150»
tal personen, mannen, vrouwen en kinderen,
stonden in het zaaltje opeengepakt. Het doek
was aan den achterkant der zaal opgesteld, het
projectietoestel bij den ingang. Tijdens de
voorstelling vatte plotseling de film vlam, de
zaal werd in dikke rook gehuld. De oorzaak
van het in brand geraken der film moet daarin
gelegen zijn dat zij in aanraking kwam met
een brandende cigaret of lucifer.
Een politieagent trachtte het vuur te doo»
ven, maar hij slaagde er niet in en weldra
verspreidde de brand zich over de andere
films en over den grond en stond het heele
oude houten gebouw in lichten laaie.
Onder de aanwezigen ontstond een paniek.
Ze drongen op naar den eenigen uitgang, die
spoedig versperd raakte. De zaal was een
gloeiende oven. Een dikke rook rolde over de
straat, zoodat de toegesnelde bevolking van het
plaatsje teruggeworpen werd. Wanhopig gegil
van vrouwen en kinderen om hulp drong
tot de handenwringende menigte op straat
door, die hulpeloos moest toezien, hoe tien»
tallen van hun naastbestaanden in den vuur»
gloed omkwamen. Een meisje sprong van het
dak van het brandende gebouw naar beneden.
Ernstig gewond werd zij opgenomen. Anderen
volgden haar voorbeeld. Een man trachtte
langs de buis van een goot naar beneden te
klimmen, maar met vreeselijke brandwonden
moest hij den buis loslaten zoodat hij op den
grond neerplofte. Een aantal vrouwen werden
bezwijmd gered.
In het gebouw zelf heerschte een onbe»
schrijflijke toestand. Men stompte en duwde
en trapte om den uitgang te bereiken, velen
geraakten onder den voet. Eenigen die hun
plaats vlak bij den uitgang hadden konden
ontkomen alvorens de brand in volle woede
uitbarstte, de overgroote meerderheid echter
moest door de vlammen heen, welke juist bij
den uitgang, waar de brand was ontstaan, het
hevigst was. Het vuur had nauwelijks tien
minuten gebrand, toen een gedeelte van den
vloer het begaf, en mannen, vrouwen en kin»
deren naar beneden werden gesleurd. Hart»
verscheurende tooneelen deden zich voor on»
der de geredden. Half krankzinnige vrouwen
zoekend tusschen de puinen naar het lijk van
man of kinderen. Vele liiken zijn half of ge»
heel verkoold, zoodat herkenning niet moge»
lijk is. Onder de slachtoffers is een geheele
familie van zes personen.
Geneesheeren uit Limerick met hulpmateri»
aal zijn in het zoo vreeselijk getroffen dorp
aangekomen om hulp te verkenen. Geen huis
gezin in het dorp, of het heeft een vader, een
moeder, een zoon of een dochter bij de ramp
verloren, en ieder voelt het leed van zijn
buren mee, daar vrijwel tusschen alle famil es
bloedverwantschap bestaat.
Déraillement.
De locomotief van de tram die om 1,24 uur
uit Wageningen te Bennekom aankomt is al»
daar op den wissel in het dorp van de rails
gereden. Het duurde ruim een uur voordat de
machine weder op haar plaats was. De passa»
giers waaronder veel meisjes van de Enka
werden per vrachtauto naar haar bestemming
gebracht.
Verdronken.
In de Zuid»Willemsvaart te Maastricht is de
8»jarige J. uit de St. Antoniusstraat verdron»
ken. Na 2 uur dreggen gelukte het de politie
het lijkje op te halen.
Portefeuille in den trein kwijtgeraakt
Door den heer K. te Halfweg werd bij de
Haagsche politie aangifte gedaan dat hij in
den trein tusschen Haag en Halfweg een por»
tefeuille met f 750 is kwijtgeraakt Vermoede»
lijk is de portefeuille ontvreemd.
Een gevaarlijke dansvloer.
Op de Voldersgracht nabij het Vrouwjutten»
land te Delft legden de honden een plotselinge
neiging tot dansen aan den dag.
Deze danstlust bleek te ontstaan door een
defect aan een electriciteitskabel, waardoor
een gedeelte van de straat onder stroom kwam
te staan.
De politie droeg zorg dat het onderstroom
staande gedeelte van de straat 'niet meer be=
treden werd, totdat er geen gevaar meer was.
Ernstig ongeluk.
Eén doode, één ernstig gewonde.
Bij den nieuwbouw van het meststoffen»
magazijn der Coöp. Handelsvereniging N C B.
te Veghel is een electrische loopkat, waarin
zich een monteur en een hulpmonteur be»
vonden, naar beneden gevallen. De monteur
A. Machielsen uit Woensdrecht werd gedood,
de hulpmonteur A. Jansen uit Oudenbosch
werd ernstig gewond.
Motorongeluk.
Dinsdagavond kwam de heer Brummelhuis
uit Delden op den Vriezenveenschen weg te
Almelo met zijn motor in botsing met een
auto, doordat hij tusschen den auto en een
passeerenden wagen wilde doorrijden De be»
stuurder, alsmede zijn 16»jarig nichtje, dat op
de duo zat, werden tegen den grond geslingerd.
De heer Br. kwam er vrij goed af, doch de
duorijdster werd met versplinterd been naar
het ziekenhuis vervoerd.
De man in de slaapkamer.
Woensdagnacht werd de ongehuwde mej.
M. van M., uit de Hamelstraat, plotseling wak
ker, doordat zij gestommel in haar slaapkamer
hoorde. Tot haar grooten schrik ontwaarde
zij een onbekenden man, die haar, toen zij
het op een gillen zette, toevoegde
Schreeuw maar niet zoo, ik ben van de
politie I
Daarop nam hij de vlucht, doch werd spoe»
dig door de politie, die op het hulp geroep
was toegesneld, gegrepen en over jgebracht
naar het politiebureau aan den Bergsingel,
waar bleek, dat men met den 30=jarigen los»
werkman W. J. T. te doen had. Met behulp
van een valschen sleutel had hij zich toegang
tot de woning van mej. Van M. verschaft
er wordt evenwel niets vermist.
Vernieling.
Maandag werd te Haarlem een werklooze
door den deurwaarder wegens huurschuld uit
een huis aan den Slaperdijk (welke de noor»
delijke grens van Schoten vormt) gezet. De
deurwaarder en zijn helpers moesten toen door
de politie beschermd worden, omdat er men»
schen waren, die partij trokken voor den huur»
-dei en tegen de uitzetting protesteerden. De
eigenaar had het huis reeds weer verhuurd.
Toen de nieuwe bewoner zijn meubelen in
het huis wilde brengen, vond hij dit in zoo'n
toestand, dat er van betrekken der woning
geen sprake was Zoo goed als alle ruiten
waren vernield, de plafonds naar beneden
gehaald, het behangsel en de trapleuning zwaar
beschadigd. Men vermoedt dat dit gebeurd is
bij wijze van wraakneming op den huiseige»
naar. De politie te Schoten stelt een onder
zoek in.
Zwecverslust.
Dinsdagavond laat zijn op straat zwervende
aangetroffen de lkjaiige C. L„ uit Vlissingen,
en de 16»jarige W. v. D., van het Frederiks»
pad te Rotterdam. Eerstgenoemde had van
zijn moeder f 10 gestolen en voor dit geld
een reisje naar Rotterdam ondernomen. Hij
had in den loop van den dag kennis met
v. D. gemaakt en met hem samen de rest van
het geld versnoept
L is naar Vlissingen op transport gesteld,
v. D. is naar zijn ouders teruggebracht.
BLANK EN BRUIN.
Weer een vechtpartij. 14 Arrestanten.
Woensdagmiddag, even na 12 uur is het in de
omgeving van de Veerhaven te R'dam weer
onrustig geweest. Groote groepen Europeesche
en Arabische zeelieden waren daar samenge»
komen en namen af en toe een dreigende
houding tegen elkaar aan. Op een gegeven
oogenblik raakten de groepen met elkaar slaags,
waarbij een Scandinavisch zeeman een dolk»
stoot opliep
Naar aanleiding van dit relletje zijn niet
minder dan 15 Arabieren aangehouden9
zijn dadelijk overgebracht naar het politie»
bureau aan de Witte de Withstraat, de 5
anderen zijn voorloopig ondergebracht in den
post aan den Heuvel. Zij zouden in den loop
van den middag eveneens naar de Witte de
Withstraat gebracht worden.
In het geheel zijn op de aangehoudene 2
dolkmessen en 1 revolver in beslag genomen.
De gewonde zeeman is in het ziekenhuis aan
den Coolsingel verbonden. Ondei de aange
houden Arabieren bevindt zich ook degeen,
die den Scandinaviër gestoken heeft. Proces»
verbaal is tegen hem opgemaakt.
Het was niet onmogelijk, dat de meesten
in den loop van dag weer op vrije voeten
gesteld zouden worden.
Een juweelendief gepakt.
Maandag kwam een kleine caféhouder van
Montmarte bij een juwelier en verzocht hem
eenige juweelen te taxeeren. Hij had er 30
Engelsche ponden op geleend, doch was gaan
twijfelen of hij niet bedrogen was. De juwe»
lier zag dadelijk, dat hij met echte en kost»
bare stukken te doen had, afkomstig van een
diefstal, eenigen tijd geleden gepleegd bij den
graaf van Charbannes te Moulins. De waarde
bedroeg een paar honderdduizenden Holland»
sche guldens. De juweli r waarschuwde de
politie, die met den caféhouder meeging om
den beleener te arresteeren als deze dejuwee»
len zou komen inlossen Inderdaad verscheen
deze, een jongmensch van 24 jaar, later op
den dag in het cafétje. Hij werd dadelijk ge»
grepen en bekende onmiddellijk, dat de ju
weelen van den bedoelden diefstal afkomstig
waren.
Ernstig ongeluk bij een militaire oefening.
Bij oefeningen in het handgranaatwerpen te
Lorient is een handgranaat ontijdig ontploft,
waardoor een fuselier en twee kinderen gedood
en drie fuseliers gewond werden.
Twee meisjes ontvoerd.
Zondagmiddag meldden zich, naar de Stand,
meldt, in het gesticht De Voorzienigheid te
Noordwijkerhout eenige familieleden aan to*
het brengen van een bezoek aan twee meisjes
Zij werden met de kinderen alleen gelaten in
de spreekkamer en de zuster deed, zooals
gewoonlijk, de deur op slot. Toen het spreek»
uur voorbij was, wilde de zuster de bezoekers
waarschuwen, doch tot haar schrik waren
meisjes en familieleden verdwenen. Zij waren
door een der openstaande raaien naar buiten
geklommen. De politie werd gewaarschuwd
en onmiddellijk stelde zij een onderzoek in.
Vermoedelijk zijn de bezoekers echter in een
auto gekomen en zijn zij met de meisjes er
vandoor gegaan. De moeder der kinderen
hoort in een veidacht huis te Amsterdam
thuis.
Een griezelige ontdekking.
De politie te Manchester heeft een grieze»
lige ontdekking gedaan in een huis, waar een
84.jarige vrouw van de trap gevallen en dien»
tengevolge gestorven was.
Toen politiebeambten de woning doorzoch»
ten, vonden zij namelijk in een zwart geverfde
blikken doos de geraamten van twee kinderen,
waarschijnlijk tweelingen.
Geen stukje vleesch zat meer aan het ge»
beente en geen kleedingstukken bevonden
zich in de bus.
Geneesheeren, die de geraamten onderzoch»
ten, waren van meening, dat de lijken, waar»
van ze afkomstig waren 40 of 50 jaren ge»
leden in de doos moeten zijn gelegd.
Een getuige verklaarde, dat hij de veronge»
lukte vrouw sinds 60 jaren kende, doch nooit
de blikken doos gezien had.
De politie zai trachten, het griezelig ge»
heim te ontsluieren.
Griezelige vondst.
Bij het sprokkelen van hout vond een jon»
gen in de bosschen bij Boekei tiet lijk van
den 27»jarigen K. uit VenJo aan een boom
hangen. Het verkeerde reeds in verren staat
van ontbinding. Volgens den dokter moet
het lijk er reeds ongeveer een week gehangen
hebben.
Een vuurbol.
In geheel zuid-oostelijk Engeland is aan den
hemel een vuurbol waargenomen, die snel in
zuidelijke richting verdwenen is, maar die het
land ongeveer 6 seconded in feilen gloed heeft
gezet, zoodat het leek of de zon scheen. Het
observatorium te Greenwich deelde mee, dat
het een gewone meteoorsteen is geweest, maar
van zelden voorkomende grootte en daar»
door lichtgevend.
Een Köpenickiade te Praag.
Een paar dagen geleden ging de telefoon
over in het Praagsche treinbatallon nummer
één. De wachthebbende onderofficier nam den
hoorn op en noorde een overste Paral, plaats'
vervanger van den commandant der vierde af»
deeling, hem op korten kazernetoon bevelen,
dat om half drie bij het Denis»station drie
makke paarden klaar moesten staan, daar
eenige stafofficieren een verkenningsrid in de
omgeving van Praag wilden maken. In den
dienst heeft men te gehoorzamen en dus wa»
ren, toen de klok half drie sloeg de drie paar»
den met de paarden voor het station present.
Kort daarop verscheen ook overste Paral. Hij
nam den binocle in het oog en monsterde de
dieren met critischen blik. Twee er van von»
den genade in zijne oogen, maar het derde
deugde niet; het was schuw. Een zondvloed
van scheldwoorden, waarin de arme oppasser
dreigde te verdrinken, volgde. Dan werd hij
met zijn paard naar de kazerne teruggestuurd.
De overste besteeg een der dieren en reed
met het andere en een oppasser naar de ka»
zerne van een telegraafcompagnie te Karoli»
nental Daar stuurde hij den soldaat weg en
reed alleen met de beide andere paarden verder,
ln de kazerne van het treinbatallon wachtte
men den avond en den langen nacht op den
terugkeer van den overste ea de paarden.
Niets verscheen. Den volgenden morgen vond
een officier de dieren terug bij een paarden»
handelaar te Praag die ze hem geheel tegoe»
der trouw te koop bood. Zoo kwam het bedrog
al spoedig aan het licht. Het bleek toen ook,
dat er heélemaal geen overste Paral, plaats»
vervanger van den commandant der vierde
afdeeling bestond.
De oplichter liep ook al spoedig tegen de
lamp. Te Iglau baarde het eenig opzien, dat
de reserve Ie luitenant Malek daar op een ge»
geven oogenblik met twee zadels verscheen.
Hij zit thans achter slot en grendel en denkt
er over na, hoe bet iemand in de wereld kan
tegenloopen.
DE WRAAK VAN EEN ONTSLAGEN
BEDIENDF.
Twee oude dames vermoord.
Op Burghill Court, een Buitenverblijf in
de nabijheid van Hereford, woonden de da
mes Woodbous, die om hun liefdadigheid in
de heele streek zeer in aanzien stonden. Haar
persodeel bestond uit een huishoudster en drie
mannelijke bedienden. De hofmeester, een
man van 45 jaar, die al 22 jaar bij de familie
was onlangs in ongenade gevallen en werd
Maandag op staanden voet ontslagen. Den
volgenden ochtend, toen een der dames in
de keuken was, verzocht de huishoudster haar
den man tenminste nog een week in dienst
te houden. Mej. Wood house weigerde zulks
echter. Toen zij daarop de keuken verliet, klonk
er een schot en storte zij neer. Haar zuster
snelde de gang in, waarop een tweede schot
ook haar terneer wierp. Toen de bedienden
aansnelden, zagen zij den hofmeester de dien»
keuken invluchten. De beide dames, die 58
en 65 jaar oud waren, lagen te zieltogen. Toen
de dokter verscheen waren zij al overleden.
De onmiddelijk gewaarschuwde politie slaag»
de er na een uur onderhandelen in den hof»
meester te bewegen uit de dienkeuken te ko»
men Hij had getracht zich den hals af te
snijden en zich vrij ernstige verwond.
Bij zijn arrestatie verklaarde hij in drift de
dames neergeschoten te hebben.
Kcankencommune.
Door Dr. Kaajan, Geref. predikant te Utrecht
zijn in een aantal artikelen onderscheiden be»
zwaren ontwikkeld tegen de z g. krankencom»
mune, de .bediening van het H. Avondmaal
ten huize van kranke broeders en zusters.
Ds. S. Datema, Geref. predikant te Drieber»
gen, erkent de bezwaren, maar toch voelt hij
voor de instelling van de krangencommunc
Hij schrijft het volgende
•Het zal nu 16 jaar geleden zijn. Er was
een jongeling op een langdurig ziekbed gewor»
pen. Zijn jeugdleven was ongestadig. Het was
hem niet gegaan als Josia en Obadja. Hoewei
de Schriften van kindsbeen kennende, nam
de wereid gaandeweg de overhand Tot het
den Heere behaagde hem de oogen te openen,
en ook mij als middel in Zijn hand daartoe
wilde gebruiken.
De jonge vriend bezocht weder de catechi»
satie. Kwam tot openbare belijdenis En werd
niet zeer lang daarna op het ziekbed gewor»
pen, wat ook zijn doodbed is geworden. Wat
een strijd op dat ziekbed. Wat een wotsteling
om los te komen van wat en vooral van wie
hem lief waren. Allermeest van haar, die hem
boven alles dierbaar was. Wat een bestrijding
ook van zijn geloof.
Levendig herinner ik me, hoe ik zat aan
dat ziekbed, en met den wegkwijnenden en
worstelenden jongeling las Jes. 53. Hij kon
het maar niet gelooven voor zichzelf.
Wat gebeurde daarna
Des morgens vroeg werd ik geroepen. Zoo
ongeveer vier uur in den morgen. Een juffrouw
stond voor onze deur. De zuster van den
stervenden jongeling.
Ach dominéé, aldus de zuster, Adrianus
gaat sterven. En hij is zoo heerlijk gesteld.
Ailes is goed. Maar, hij wil zoo gaarne nog
eens den dood des Heeren verkonndigen en
gebruik maken van het Heilig Avondmaal.
Dat kan zeker niet?
Voor mij was het genoeg. Binnen een uur
stond ik met twee ouderlingen voor het bed
van den kranke, waar alles vrede ademde.
De huisgenooten bijeen. Ik bracht het Woord
des Heeren.
Op de vraag: Gelooft gij dat? riep de jon»
ge broeder met een stem, die ik nog als het
ware verneem ja. Ai mijn zonden zijn verge»
ven. Midden in den dood. Maar, door genade
gered.
Dezelfde zuster, die ,aan onze deur stond
kwam met brood en wijn. Wij braken het en
deelden het uit.
Wij verkondigden samen den dood des
Heeren. De huisgenooten, de stervende, de
ouderlingen en ik.
En onze Adrianus is spoedig daarna van
het Avondmaal in dien morgen gegaan naar
het land, waar geen nacht meer is, om te zit»
ten aan het Avondmaal van de bruilofts des
Lams.
Een mensch kan niet alles zoo maar verge»
ten. En vooral zulke momenten niet. En daar»
om zou ik aan Dr. Kajan nog wel eens willen
vragenals het dan zoo is
De kamerling was ook alleen. Filippus was
toch ook geen Apostel
Naar aanleiding van wat bij de begrafenis
van den heer P. Brouwer, den hoofdredacteur
van Friesch Dagblad is gezegd, n.l., dat hij
op zijn ziekbed meermalen de begeerte had,
dat hem het H. Avondmaal mocht worden
bediend, schrijft Ds Datema nog dit
•Wat mij zoo trof uit de woorden bij zijn
graf gesproken Zijn verlangen om nog eens
het H. Avondmaal te gebuiken. Kon het niet
in de Kerk, dan maar in zijn huis.
Als het kon
Maar, waarom kon dit niet?
Waarom kon die wensch niet worden ver»
vuld?
Waarom kon niet te zijnen huize de Ge»
meente vergaderen
Mij dunkt, daar had de Kerkeraad van
Sneek voor moeten zorgen.
Wat zou Dr. Kaajan hiervan zeggen
De geschiedenis der Filistijnen.
De Filistijnen zijn oorspronkelijk uit Kreta
afkomstig. Dat blijkt niet slechts uit de vol»
kerentafel van GeD. 10, doch dat wisten ook
reeds de oude Egyptenaren. En bij de ge»
brekkige aardrijkskundige kennis die zij had»
den, achtten zij dat land Keftioe een geheim»
zinnig land, in bet uiterste Noordwesten van
de wereld gelegen de Egyptische documenten
spreken ervan als van »de eilanden in het
midden der zee.«
De Egyptenaren vreesden die »zeevolken«
waarvan de Pulasti (Filistijnen) de voornaamste
stam waren. Want deze zeeroovers maakten
de kusten onveilig en drongen, als zij zich
daar eenmaal gene teld hadden, steeds verder
in het binnenland door.
Geen wonder, dat de Filistijnen, toen zij
zich eenmaal langs de kust van Palestina ge»
vestigd hadden, Israels aartsvijanden werden.
Want het streven der »onbesnedenen« was, zich
van het geheele land Kanaiin meester te maken.
Vooral in den tijd der Richteren, toen de
Israëlieten geen nationale eenheid vormden
en ieder deed, wat goed was in zijn oogen,
hadden de Filistijnen succes met hun invallen.
En noch een Samgar, die met zijn ossendrijvers
stok 600 Filistijnen versloeg, noch een Simson,
wiens geheele leven aan de bestrijding dezer
vijanden gewijd was, gelukte het, hun volk
duurzaam van deze plaag te verlossen.
Integendeel, zij drongen steeds verder door.
Ten tijde van Eli leden de Israëlieten een
ernstige nederlaag, ja zelfs de Ark Gods viel
in handen der Filistijnen en niet beter kon
de situatie geteekend worden dan met het
woord van Eli's schoondochter, die bij het
vernemen van al die rampen ontijdig een zoon
baarde, dien zij noemdeIkabód weg is
de eere I
Na deze overwinning werden de Filistijnen
meester van het gebeele kustland tot aan den
Karmel en zij legden in Gibea een garnizoen
en maakten Israël even weerloos als in onzen
tijd de geallieerden Duitschland er werd geen
smid in het onderworpen land geduld.
De nood waarin Israël destijds verkeerde
was wel de hoofdreden die het volk er toe
noopte, om een koning te roepen. De eerste
daad van koning Saui was dan ook, dat hij
den Filistijnschen bevelhebber en het garnizoen
van Gibea overrompelde. Het bericht van dat
succes gaf weer nieuwe hoop aan het volk.
Saul en zijn dappere zoon Jonathan streden
gedurende Saul's geheelen regeeringstijd met
afwisselend geluk tegen de Filitijnen en hun
bondgenooten, doch het gelukte hun niet, hen
geheel te verslaan. In den slag op de bergen
van Gilboa sneuvelden beiden en de heer»
schappij der Filistijnen was hechter dan ooit
gevestigd.
Wel mocht David toen zijn beroemden
klaagzang dichten, het «Lied van denBoog«._
waarin hij uitriep: W]
Meldt het niet te Gath,
maakt het niet bekend op de straten
van Askalon,
opdat niet de dochteren der Filistijnen
zich verblijden,
opdat niet de dochteren der onbesnedenen
opspringen van vreugde 1
Na den dood van Saul werd David door
de mannen van Juda tot koning gezalfd te
Hebron, terwijl Abner, Saul's legeraanvoerder,
die de nederlaag overleefd had, Isjbosjet, Saul's
oudsten zoon, tot koning over Israël deed
uitroepen.
David, die zich door zijn verblijf in Siklag
eenigszins het vertrouwen der Filistijnen had
verworven, regeerde aanvankelijk als hun va»
zalvorst. Het geheele land ten W. van den
Jordaan was in hun macht, dus spreekt het
vanzelf, dat hij bij de gratie der Filistijnen
regeerde, bovendien was het in hun belang,
dat Israël door een burgeroorlog zichzelf
verteerde.
Pas nadat de nationale eenheid hersteld was
en David koning van geheel Israël was ge»
worden, hervatte hij den oorlog tegen de Fili^öJ
stijnen. Hij had meer succes dan zijn voor»
ganger en sindien moesten de Filistijnen voor»
goed hun droom, over geheel Kanaan te
heerschen, laten varen. Toch moeten we 't
ons ook weer niet zoo voorstellen alsof David
de Filistijnen van zich afhankelijk maakte,
doch hij wist een voor beide partijen eervollen
vrede met hen te sluiten. \an de goede ver»
standhouding met hen getuigt ook, dat zijn
lijfwacht voor een groot gedeelte uit Filistijnen
bestond en dan ook de Kerethi en Peiethi
genoemd werd.
Door Saul en David is alzoo de besiissende
strijd »om de heilige erve* gevoerd, een strijd
die ten voordeele van Israël eindigde.
Noch Egypte, noch Assyrië was in dien
tijd (omstreeks het jaar 1000 v. Chr.) tot groote
krachtsinspanning in staat, vandaar dat onder
David en Salomo het rijk tot zoo groot aanzien
kon komen. Later, na de scheuring des rijks,
werd dit anders en Israël was evenals in
onzen tijd België het slagveld der natiën.
En met Juda en Israël was ook Filistéa een
twistappel tusschen de groote mogendheden
dier dagen. Nu eens steunde het op Assyrië,
dan weer Egypte, en met beide kwam het
bedrogen uit.
In 734 v. Chr. ondernam de Assyrische
koning Tiglath Pileser IV zijn beroemden tocht
•naar Filistéa*. Gaza werd door hem ingeno»
men en schatplichtig gemaakt, nadat de koning
van Gaza, Hanno, naar Egypte was gevlucht.
Nadat het Assyrische rijk was uiteengevallen,
kwam het land der Filisiijnen achtereenvolgens
onder Egyptische, Babylonische, Perzische,
Macedonische, ten slotte Romeinsche heer»
schappij.
Den grootsten invloed ondergingen zij van
de Grieksche beschaving, die door de ver»
overingstochten van Alexander den Groote
gemeen goed werd over de geheele wereld.
Gaza werd een brandpunt der Hellenistische
cultuur, hetgeen te begrijpelijker is, indien
men bedenkt, dat de Filistijnen geen Semieten,
doch stamverwanten van de Grieken zijn.
De komst der Arabieren in de eerste helft
van de 7de eeuw na Christus maakte een
einde aan den bloei van wetenschap en kunst
in de Fiiistijnsche steden.
Zijn de Filistijnen spoorloos verdwenen?
De Lesseps, die het kanaal van Suez liet graven
(1869) meende afstammelingen van hen ont»
dekt te hebben in mannen van El»Arisj, die
meehielpen a n het graven van dit kanaal en
die zich door hun blanke huid, blonde haren
en baard evenzeer als door hun overige ge»
laatstrekken onderscheiden van het Semietische
ras, maar daarentegen volkomen op Euro»
peanen geleken.
Het is niet met zekerheid te bewijzen, maar
onmogelijk is het niet, dat we hier met de
nakomelingen der Pelitjtxm te doen hebben,
Zaterdag j.i is F' Amsterdam aangekomen het Duitsche groote rouristenschip »Cap Foionio«.
Het schip is 202 Meter lang en 24 Meter breed en is ruim 20,000 tons groot.