Hoofdhuid PUROL Gemengd Nieuws Kerk en School. roofpartijen in de laatste veertien dagen. Steeds was zij de bestuurder van de auto, waarin de bandieten ontkwamen. Met één uitzondering is zij er steeds in geslaagd met haar mede» plichtigen te ontkomen aan de behendig se» spantien netten der politie. Alleen den laatsten keer zijn twee mannen van de lende gepakt, die zich thans in hechtenis bevinden. Het meisje en een derde man ontkwamen echter. Heel Scotland»yard is thans fel op de aan» houding van de vrouw De politie heeft den haar toegeworpen handschoen opgeraaptzij beschouwt de onversaagdheid van de bandiete als een rechtstreeksche uitdaging Beroemde speurders, die met veel succes mannelijke mis» dadigers weten op te sporen, breken zich het hoofd om een middel te vinden om haar in de val te lokken. Men denkt er ook over om vrouwelijke list met vrouwelijke scherpzinnig» heid te bestrijden en vrouwelijke speurders aan het werk te zetten. Het verbijsterendste van deze achtervolging Uw Hoofdhuid wordt vrij van roos en Uw haar wordt zacht en handelbaar indien U de gewoonte aan neemt om er des morgens een weinig doorheen te wrijven is, dat geen van de politie»agenten, die de vrouw gezien hebben en zij is herhaaldelijk gezien in staat is geweest een nauwkeurige beschrijving van haar te geven. Eén agent zegt, dat zij het haar kort geknipt draagt als een man, »Eton»cropped«, zooals dat op zijn En» gelsch heet. Volgens anderen draagt zij het haar over de ooren lang, »bobbed« De een zegt, dat zij donker is en slank, volgens een ander is zij flink gebouwd en heeft zij blond haar. Scotland>yard heeft uit de verschillende getuigenissen de volgende beschrijving opge» maakt •Leeftijd 30 jaar, lengte 1 Meter 60, blond haar, vermoedelijk »bobbed«, blanke huid, rond gezicht, goed ontwikkeld lichaam. Draagt een langen, nauwsluitenden grijzen mantel, een nauwsluitenden lichtrooden hoed, witte kousen en zwarte schoenen. Elke Londensche agent heeft deze beschrij» ving ontvangen met het bevel speciaal op deze vrouw te letten, die waarschijnlijk zal worden aangetroffen aan het stuur van een snelle auto De politie verdenkt er de vrouw van bui» tengewoon behendig te zijn in het vermommen. Elke viouw kan haar verschijning geheel ver» anderen door den snit van haar kleeren te wijzigen en schoenen met meer of minder hooge hakken te dragen. Men denkt, dat de gezochte het in deze kunst bijzonder ver ge» bracht heeft. Zij heeft klaarbli;kelijk den nauwsluitenden mantel en het kleine roode hoedje door geheel andere kleeding vervangen. Ook is het mogelijk, dat zij inderdaad een Eton--coiffure draagt, doch daaroverheen af en toe een pruik met lang haar over de ooren of zelfs met geheel lang baar. Haar forsche gestalte kan een gevolg zijn van het dragen van zware autojassen, want bij ten minste een gelegenheid hebben ooggetuigen van haar strijd om de vrijheid verklaard, dat zij een slank en uiterst jeugdig figuurtje had. De politie vraagt zich ook af waar de vrouw haar auto mag stallen. Zij acht het het waar» schijnlijkst, dat de auto gestald wordt in een garage bij een particulier huis Dit klopt met de veronderstelling, dat de vrouw of het meisje tot den gegoeden of ontwikkelden stand be« hoort. Men acht de verklaring aannemelijk, dat een meisje om een ongelukkige liefde te vergeten, een leven van wanhopig misdrijf is begonnen, alleen uit lust tot avontuur. Deze vrouw, zoo besluit de Daily Express, bezit de handigheid en besluitvaardigheid van een Arsène Lupin, gepaard met vrouwelijke intuïtie. Deze combinatie blijkt een van de ingewikkeldste vraagstukken, waarmee Scot» land.yard ooit te doen heeft gehad. Een ander blad meldt, dat de politie over» helt tot de meening, dat er twee vrouwen in het spel zijn, wat dan gemakkelijk het verschil in beschrijving zou verklaren. DE BIOSCOOPRAMP TE DRUM COLLOGHER. Verschrikkelijke tooneelen. Uit Londen wordt gemeld, dat tot dusver onder de puinen van de afgebrande bioscoop te Drum Collogher in het graafschap Limerick 45 lijken zijn gevonden. Nog 10 personen worden vermist. Omtrent dezen vreeselijken brand lezen we nog in de Engelsche bladen dat de bioscoop gevormd werd door de tweede verdieping van een garage. Van de garage uit leidde een smalle trap naar boven. Zondagavond was deze lage zaal overvuld met volk, dat van ver in de omgeving was toegestroomd om de voor» stelling bij te wonen, omdat daartoe in het plaatsje maar zelden gelegenheid is. Een 150» tal personen, mannen, vrouwen en kinderen, stonden in het zaaltje opeengepakt. Het doek was aan den achterkant der zaal opgesteld, het projectietoestel bij den ingang. Tijdens de voorstelling vatte plotseling de film vlam, de zaal werd in dikke rook gehuld. De oorzaak van het in brand geraken der film moet daarin gelegen zijn dat zij in aanraking kwam met een brandende cigaret of lucifer. Een politieagent trachtte het vuur te doo» ven, maar hij slaagde er niet in en weldra verspreidde de brand zich over de andere films en over den grond en stond het heele oude houten gebouw in lichten laaie. Onder de aanwezigen ontstond een paniek. Ze drongen op naar den eenigen uitgang, die spoedig versperd raakte. De zaal was een gloeiende oven. Een dikke rook rolde over de straat, zoodat de toegesnelde bevolking van het plaatsje teruggeworpen werd. Wanhopig gegil van vrouwen en kinderen om hulp drong tot de handenwringende menigte op straat door, die hulpeloos moest toezien, hoe tien» tallen van hun naastbestaanden in den vuur» gloed omkwamen. Een meisje sprong van het dak van het brandende gebouw naar beneden. Ernstig gewond werd zij opgenomen. Anderen volgden haar voorbeeld. Een man trachtte langs de buis van een goot naar beneden te klimmen, maar met vreeselijke brandwonden moest hij den buis loslaten zoodat hij op den grond neerplofte. Een aantal vrouwen werden bezwijmd gered. In het gebouw zelf heerschte een onbe» schrijflijke toestand. Men stompte en duwde en trapte om den uitgang te bereiken, velen geraakten onder den voet. Eenigen die hun plaats vlak bij den uitgang hadden konden ontkomen alvorens de brand in volle woede uitbarstte, de overgroote meerderheid echter moest door de vlammen heen, welke juist bij den uitgang, waar de brand was ontstaan, het hevigst was. Het vuur had nauwelijks tien minuten gebrand, toen een gedeelte van den vloer het begaf, en mannen, vrouwen en kin» deren naar beneden werden gesleurd. Hart» verscheurende tooneelen deden zich voor on» der de geredden. Half krankzinnige vrouwen zoekend tusschen de puinen naar het lijk van man of kinderen. Vele liiken zijn half of ge» heel verkoold, zoodat herkenning niet moge» lijk is. Onder de slachtoffers is een geheele familie van zes personen. Geneesheeren uit Limerick met hulpmateri» aal zijn in het zoo vreeselijk getroffen dorp aangekomen om hulp te verkenen. Geen huis gezin in het dorp, of het heeft een vader, een moeder, een zoon of een dochter bij de ramp verloren, en ieder voelt het leed van zijn buren mee, daar vrijwel tusschen alle famil es bloedverwantschap bestaat. Déraillement. De locomotief van de tram die om 1,24 uur uit Wageningen te Bennekom aankomt is al» daar op den wissel in het dorp van de rails gereden. Het duurde ruim een uur voordat de machine weder op haar plaats was. De passa» giers waaronder veel meisjes van de Enka werden per vrachtauto naar haar bestemming gebracht. Verdronken. In de Zuid»Willemsvaart te Maastricht is de 8»jarige J. uit de St. Antoniusstraat verdron» ken. Na 2 uur dreggen gelukte het de politie het lijkje op te halen. Portefeuille in den trein kwijtgeraakt Door den heer K. te Halfweg werd bij de Haagsche politie aangifte gedaan dat hij in den trein tusschen Haag en Halfweg een por» tefeuille met f 750 is kwijtgeraakt Vermoede» lijk is de portefeuille ontvreemd. Een gevaarlijke dansvloer. Op de Voldersgracht nabij het Vrouwjutten» land te Delft legden de honden een plotselinge neiging tot dansen aan den dag. Deze danstlust bleek te ontstaan door een defect aan een electriciteitskabel, waardoor een gedeelte van de straat onder stroom kwam te staan. De politie droeg zorg dat het onderstroom staande gedeelte van de straat 'niet meer be= treden werd, totdat er geen gevaar meer was. Ernstig ongeluk. Eén doode, één ernstig gewonde. Bij den nieuwbouw van het meststoffen» magazijn der Coöp. Handelsvereniging N C B. te Veghel is een electrische loopkat, waarin zich een monteur en een hulpmonteur be» vonden, naar beneden gevallen. De monteur A. Machielsen uit Woensdrecht werd gedood, de hulpmonteur A. Jansen uit Oudenbosch werd ernstig gewond. Motorongeluk. Dinsdagavond kwam de heer Brummelhuis uit Delden op den Vriezenveenschen weg te Almelo met zijn motor in botsing met een auto, doordat hij tusschen den auto en een passeerenden wagen wilde doorrijden De be» stuurder, alsmede zijn 16»jarig nichtje, dat op de duo zat, werden tegen den grond geslingerd. De heer Br. kwam er vrij goed af, doch de duorijdster werd met versplinterd been naar het ziekenhuis vervoerd. De man in de slaapkamer. Woensdagnacht werd de ongehuwde mej. M. van M., uit de Hamelstraat, plotseling wak ker, doordat zij gestommel in haar slaapkamer hoorde. Tot haar grooten schrik ontwaarde zij een onbekenden man, die haar, toen zij het op een gillen zette, toevoegde Schreeuw maar niet zoo, ik ben van de politie I Daarop nam hij de vlucht, doch werd spoe» dig door de politie, die op het hulp geroep was toegesneld, gegrepen en over jgebracht naar het politiebureau aan den Bergsingel, waar bleek, dat men met den 30=jarigen los» werkman W. J. T. te doen had. Met behulp van een valschen sleutel had hij zich toegang tot de woning van mej. Van M. verschaft er wordt evenwel niets vermist. Vernieling. Maandag werd te Haarlem een werklooze door den deurwaarder wegens huurschuld uit een huis aan den Slaperdijk (welke de noor» delijke grens van Schoten vormt) gezet. De deurwaarder en zijn helpers moesten toen door de politie beschermd worden, omdat er men» schen waren, die partij trokken voor den huur» -dei en tegen de uitzetting protesteerden. De eigenaar had het huis reeds weer verhuurd. Toen de nieuwe bewoner zijn meubelen in het huis wilde brengen, vond hij dit in zoo'n toestand, dat er van betrekken der woning geen sprake was Zoo goed als alle ruiten waren vernield, de plafonds naar beneden gehaald, het behangsel en de trapleuning zwaar beschadigd. Men vermoedt dat dit gebeurd is bij wijze van wraakneming op den huiseige» naar. De politie te Schoten stelt een onder zoek in. Zwecverslust. Dinsdagavond laat zijn op straat zwervende aangetroffen de lkjaiige C. L„ uit Vlissingen, en de 16»jarige W. v. D., van het Frederiks» pad te Rotterdam. Eerstgenoemde had van zijn moeder f 10 gestolen en voor dit geld een reisje naar Rotterdam ondernomen. Hij had in den loop van den dag kennis met v. D. gemaakt en met hem samen de rest van het geld versnoept L is naar Vlissingen op transport gesteld, v. D. is naar zijn ouders teruggebracht. BLANK EN BRUIN. Weer een vechtpartij. 14 Arrestanten. Woensdagmiddag, even na 12 uur is het in de omgeving van de Veerhaven te R'dam weer onrustig geweest. Groote groepen Europeesche en Arabische zeelieden waren daar samenge» komen en namen af en toe een dreigende houding tegen elkaar aan. Op een gegeven oogenblik raakten de groepen met elkaar slaags, waarbij een Scandinavisch zeeman een dolk» stoot opliep Naar aanleiding van dit relletje zijn niet minder dan 15 Arabieren aangehouden9 zijn dadelijk overgebracht naar het politie» bureau aan de Witte de Withstraat, de 5 anderen zijn voorloopig ondergebracht in den post aan den Heuvel. Zij zouden in den loop van den middag eveneens naar de Witte de Withstraat gebracht worden. In het geheel zijn op de aangehoudene 2 dolkmessen en 1 revolver in beslag genomen. De gewonde zeeman is in het ziekenhuis aan den Coolsingel verbonden. Ondei de aange houden Arabieren bevindt zich ook degeen, die den Scandinaviër gestoken heeft. Proces» verbaal is tegen hem opgemaakt. Het was niet onmogelijk, dat de meesten in den loop van dag weer op vrije voeten gesteld zouden worden. Een juweelendief gepakt. Maandag kwam een kleine caféhouder van Montmarte bij een juwelier en verzocht hem eenige juweelen te taxeeren. Hij had er 30 Engelsche ponden op geleend, doch was gaan twijfelen of hij niet bedrogen was. De juwe» lier zag dadelijk, dat hij met echte en kost» bare stukken te doen had, afkomstig van een diefstal, eenigen tijd geleden gepleegd bij den graaf van Charbannes te Moulins. De waarde bedroeg een paar honderdduizenden Holland» sche guldens. De juweli r waarschuwde de politie, die met den caféhouder meeging om den beleener te arresteeren als deze dejuwee» len zou komen inlossen Inderdaad verscheen deze, een jongmensch van 24 jaar, later op den dag in het cafétje. Hij werd dadelijk ge» grepen en bekende onmiddellijk, dat de ju weelen van den bedoelden diefstal afkomstig waren. Ernstig ongeluk bij een militaire oefening. Bij oefeningen in het handgranaatwerpen te Lorient is een handgranaat ontijdig ontploft, waardoor een fuselier en twee kinderen gedood en drie fuseliers gewond werden. Twee meisjes ontvoerd. Zondagmiddag meldden zich, naar de Stand, meldt, in het gesticht De Voorzienigheid te Noordwijkerhout eenige familieleden aan to* het brengen van een bezoek aan twee meisjes Zij werden met de kinderen alleen gelaten in de spreekkamer en de zuster deed, zooals gewoonlijk, de deur op slot. Toen het spreek» uur voorbij was, wilde de zuster de bezoekers waarschuwen, doch tot haar schrik waren meisjes en familieleden verdwenen. Zij waren door een der openstaande raaien naar buiten geklommen. De politie werd gewaarschuwd en onmiddellijk stelde zij een onderzoek in. Vermoedelijk zijn de bezoekers echter in een auto gekomen en zijn zij met de meisjes er vandoor gegaan. De moeder der kinderen hoort in een veidacht huis te Amsterdam thuis. Een griezelige ontdekking. De politie te Manchester heeft een grieze» lige ontdekking gedaan in een huis, waar een 84.jarige vrouw van de trap gevallen en dien» tengevolge gestorven was. Toen politiebeambten de woning doorzoch» ten, vonden zij namelijk in een zwart geverfde blikken doos de geraamten van twee kinderen, waarschijnlijk tweelingen. Geen stukje vleesch zat meer aan het ge» beente en geen kleedingstukken bevonden zich in de bus. Geneesheeren, die de geraamten onderzoch» ten, waren van meening, dat de lijken, waar» van ze afkomstig waren 40 of 50 jaren ge» leden in de doos moeten zijn gelegd. Een getuige verklaarde, dat hij de veronge» lukte vrouw sinds 60 jaren kende, doch nooit de blikken doos gezien had. De politie zai trachten, het griezelig ge» heim te ontsluieren. Griezelige vondst. Bij het sprokkelen van hout vond een jon» gen in de bosschen bij Boekei tiet lijk van den 27»jarigen K. uit VenJo aan een boom hangen. Het verkeerde reeds in verren staat van ontbinding. Volgens den dokter moet het lijk er reeds ongeveer een week gehangen hebben. Een vuurbol. In geheel zuid-oostelijk Engeland is aan den hemel een vuurbol waargenomen, die snel in zuidelijke richting verdwenen is, maar die het land ongeveer 6 seconded in feilen gloed heeft gezet, zoodat het leek of de zon scheen. Het observatorium te Greenwich deelde mee, dat het een gewone meteoorsteen is geweest, maar van zelden voorkomende grootte en daar» door lichtgevend. Een Köpenickiade te Praag. Een paar dagen geleden ging de telefoon over in het Praagsche treinbatallon nummer één. De wachthebbende onderofficier nam den hoorn op en noorde een overste Paral, plaats' vervanger van den commandant der vierde af» deeling, hem op korten kazernetoon bevelen, dat om half drie bij het Denis»station drie makke paarden klaar moesten staan, daar eenige stafofficieren een verkenningsrid in de omgeving van Praag wilden maken. In den dienst heeft men te gehoorzamen en dus wa» ren, toen de klok half drie sloeg de drie paar» den met de paarden voor het station present. Kort daarop verscheen ook overste Paral. Hij nam den binocle in het oog en monsterde de dieren met critischen blik. Twee er van von» den genade in zijne oogen, maar het derde deugde niet; het was schuw. Een zondvloed van scheldwoorden, waarin de arme oppasser dreigde te verdrinken, volgde. Dan werd hij met zijn paard naar de kazerne teruggestuurd. De overste besteeg een der dieren en reed met het andere en een oppasser naar de ka» zerne van een telegraafcompagnie te Karoli» nental Daar stuurde hij den soldaat weg en reed alleen met de beide andere paarden verder, ln de kazerne van het treinbatallon wachtte men den avond en den langen nacht op den terugkeer van den overste ea de paarden. Niets verscheen. Den volgenden morgen vond een officier de dieren terug bij een paarden» handelaar te Praag die ze hem geheel tegoe» der trouw te koop bood. Zoo kwam het bedrog al spoedig aan het licht. Het bleek toen ook, dat er heélemaal geen overste Paral, plaats» vervanger van den commandant der vierde afdeeling bestond. De oplichter liep ook al spoedig tegen de lamp. Te Iglau baarde het eenig opzien, dat de reserve Ie luitenant Malek daar op een ge» geven oogenblik met twee zadels verscheen. Hij zit thans achter slot en grendel en denkt er over na, hoe bet iemand in de wereld kan tegenloopen. DE WRAAK VAN EEN ONTSLAGEN BEDIENDF. Twee oude dames vermoord. Op Burghill Court, een Buitenverblijf in de nabijheid van Hereford, woonden de da mes Woodbous, die om hun liefdadigheid in de heele streek zeer in aanzien stonden. Haar persodeel bestond uit een huishoudster en drie mannelijke bedienden. De hofmeester, een man van 45 jaar, die al 22 jaar bij de familie was onlangs in ongenade gevallen en werd Maandag op staanden voet ontslagen. Den volgenden ochtend, toen een der dames in de keuken was, verzocht de huishoudster haar den man tenminste nog een week in dienst te houden. Mej. Wood house weigerde zulks echter. Toen zij daarop de keuken verliet, klonk er een schot en storte zij neer. Haar zuster snelde de gang in, waarop een tweede schot ook haar terneer wierp. Toen de bedienden aansnelden, zagen zij den hofmeester de dien» keuken invluchten. De beide dames, die 58 en 65 jaar oud waren, lagen te zieltogen. Toen de dokter verscheen waren zij al overleden. De onmiddelijk gewaarschuwde politie slaag» de er na een uur onderhandelen in den hof» meester te bewegen uit de dienkeuken te ko» men Hij had getracht zich den hals af te snijden en zich vrij ernstige verwond. Bij zijn arrestatie verklaarde hij in drift de dames neergeschoten te hebben. Kcankencommune. Door Dr. Kaajan, Geref. predikant te Utrecht zijn in een aantal artikelen onderscheiden be» zwaren ontwikkeld tegen de z g. krankencom» mune, de .bediening van het H. Avondmaal ten huize van kranke broeders en zusters. Ds. S. Datema, Geref. predikant te Drieber» gen, erkent de bezwaren, maar toch voelt hij voor de instelling van de krangencommunc Hij schrijft het volgende •Het zal nu 16 jaar geleden zijn. Er was een jongeling op een langdurig ziekbed gewor» pen. Zijn jeugdleven was ongestadig. Het was hem niet gegaan als Josia en Obadja. Hoewei de Schriften van kindsbeen kennende, nam de wereid gaandeweg de overhand Tot het den Heere behaagde hem de oogen te openen, en ook mij als middel in Zijn hand daartoe wilde gebruiken. De jonge vriend bezocht weder de catechi» satie. Kwam tot openbare belijdenis En werd niet zeer lang daarna op het ziekbed gewor» pen, wat ook zijn doodbed is geworden. Wat een strijd op dat ziekbed. Wat een wotsteling om los te komen van wat en vooral van wie hem lief waren. Allermeest van haar, die hem boven alles dierbaar was. Wat een bestrijding ook van zijn geloof. Levendig herinner ik me, hoe ik zat aan dat ziekbed, en met den wegkwijnenden en worstelenden jongeling las Jes. 53. Hij kon het maar niet gelooven voor zichzelf. Wat gebeurde daarna Des morgens vroeg werd ik geroepen. Zoo ongeveer vier uur in den morgen. Een juffrouw stond voor onze deur. De zuster van den stervenden jongeling. Ach dominéé, aldus de zuster, Adrianus gaat sterven. En hij is zoo heerlijk gesteld. Ailes is goed. Maar, hij wil zoo gaarne nog eens den dood des Heeren verkonndigen en gebruik maken van het Heilig Avondmaal. Dat kan zeker niet? Voor mij was het genoeg. Binnen een uur stond ik met twee ouderlingen voor het bed van den kranke, waar alles vrede ademde. De huisgenooten bijeen. Ik bracht het Woord des Heeren. Op de vraag: Gelooft gij dat? riep de jon» ge broeder met een stem, die ik nog als het ware verneem ja. Ai mijn zonden zijn verge» ven. Midden in den dood. Maar, door genade gered. Dezelfde zuster, die ,aan onze deur stond kwam met brood en wijn. Wij braken het en deelden het uit. Wij verkondigden samen den dood des Heeren. De huisgenooten, de stervende, de ouderlingen en ik. En onze Adrianus is spoedig daarna van het Avondmaal in dien morgen gegaan naar het land, waar geen nacht meer is, om te zit» ten aan het Avondmaal van de bruilofts des Lams. Een mensch kan niet alles zoo maar verge» ten. En vooral zulke momenten niet. En daar» om zou ik aan Dr. Kajan nog wel eens willen vragenals het dan zoo is De kamerling was ook alleen. Filippus was toch ook geen Apostel Naar aanleiding van wat bij de begrafenis van den heer P. Brouwer, den hoofdredacteur van Friesch Dagblad is gezegd, n.l., dat hij op zijn ziekbed meermalen de begeerte had, dat hem het H. Avondmaal mocht worden bediend, schrijft Ds Datema nog dit •Wat mij zoo trof uit de woorden bij zijn graf gesproken Zijn verlangen om nog eens het H. Avondmaal te gebuiken. Kon het niet in de Kerk, dan maar in zijn huis. Als het kon Maar, waarom kon dit niet? Waarom kon die wensch niet worden ver» vuld? Waarom kon niet te zijnen huize de Ge» meente vergaderen Mij dunkt, daar had de Kerkeraad van Sneek voor moeten zorgen. Wat zou Dr. Kaajan hiervan zeggen De geschiedenis der Filistijnen. De Filistijnen zijn oorspronkelijk uit Kreta afkomstig. Dat blijkt niet slechts uit de vol» kerentafel van GeD. 10, doch dat wisten ook reeds de oude Egyptenaren. En bij de ge» brekkige aardrijkskundige kennis die zij had» den, achtten zij dat land Keftioe een geheim» zinnig land, in bet uiterste Noordwesten van de wereld gelegen de Egyptische documenten spreken ervan als van »de eilanden in het midden der zee.« De Egyptenaren vreesden die »zeevolken« waarvan de Pulasti (Filistijnen) de voornaamste stam waren. Want deze zeeroovers maakten de kusten onveilig en drongen, als zij zich daar eenmaal gene teld hadden, steeds verder in het binnenland door. Geen wonder, dat de Filistijnen, toen zij zich eenmaal langs de kust van Palestina ge» vestigd hadden, Israels aartsvijanden werden. Want het streven der »onbesnedenen« was, zich van het geheele land Kanaiin meester te maken. Vooral in den tijd der Richteren, toen de Israëlieten geen nationale eenheid vormden en ieder deed, wat goed was in zijn oogen, hadden de Filistijnen succes met hun invallen. En noch een Samgar, die met zijn ossendrijvers stok 600 Filistijnen versloeg, noch een Simson, wiens geheele leven aan de bestrijding dezer vijanden gewijd was, gelukte het, hun volk duurzaam van deze plaag te verlossen. Integendeel, zij drongen steeds verder door. Ten tijde van Eli leden de Israëlieten een ernstige nederlaag, ja zelfs de Ark Gods viel in handen der Filistijnen en niet beter kon de situatie geteekend worden dan met het woord van Eli's schoondochter, die bij het vernemen van al die rampen ontijdig een zoon baarde, dien zij noemdeIkabód weg is de eere I Na deze overwinning werden de Filistijnen meester van het gebeele kustland tot aan den Karmel en zij legden in Gibea een garnizoen en maakten Israël even weerloos als in onzen tijd de geallieerden Duitschland er werd geen smid in het onderworpen land geduld. De nood waarin Israël destijds verkeerde was wel de hoofdreden die het volk er toe noopte, om een koning te roepen. De eerste daad van koning Saui was dan ook, dat hij den Filistijnschen bevelhebber en het garnizoen van Gibea overrompelde. Het bericht van dat succes gaf weer nieuwe hoop aan het volk. Saul en zijn dappere zoon Jonathan streden gedurende Saul's geheelen regeeringstijd met afwisselend geluk tegen de Filitijnen en hun bondgenooten, doch het gelukte hun niet, hen geheel te verslaan. In den slag op de bergen van Gilboa sneuvelden beiden en de heer» schappij der Filistijnen was hechter dan ooit gevestigd. Wel mocht David toen zijn beroemden klaagzang dichten, het «Lied van denBoog«._ waarin hij uitriep: W] Meldt het niet te Gath, maakt het niet bekend op de straten van Askalon, opdat niet de dochteren der Filistijnen zich verblijden, opdat niet de dochteren der onbesnedenen opspringen van vreugde 1 Na den dood van Saul werd David door de mannen van Juda tot koning gezalfd te Hebron, terwijl Abner, Saul's legeraanvoerder, die de nederlaag overleefd had, Isjbosjet, Saul's oudsten zoon, tot koning over Israël deed uitroepen. David, die zich door zijn verblijf in Siklag eenigszins het vertrouwen der Filistijnen had verworven, regeerde aanvankelijk als hun va» zalvorst. Het geheele land ten W. van den Jordaan was in hun macht, dus spreekt het vanzelf, dat hij bij de gratie der Filistijnen regeerde, bovendien was het in hun belang, dat Israël door een burgeroorlog zichzelf verteerde. Pas nadat de nationale eenheid hersteld was en David koning van geheel Israël was ge» worden, hervatte hij den oorlog tegen de Fili^öJ stijnen. Hij had meer succes dan zijn voor» ganger en sindien moesten de Filistijnen voor» goed hun droom, over geheel Kanaan te heerschen, laten varen. Toch moeten we 't ons ook weer niet zoo voorstellen alsof David de Filistijnen van zich afhankelijk maakte, doch hij wist een voor beide partijen eervollen vrede met hen te sluiten. \an de goede ver» standhouding met hen getuigt ook, dat zijn lijfwacht voor een groot gedeelte uit Filistijnen bestond en dan ook de Kerethi en Peiethi genoemd werd. Door Saul en David is alzoo de besiissende strijd »om de heilige erve* gevoerd, een strijd die ten voordeele van Israël eindigde. Noch Egypte, noch Assyrië was in dien tijd (omstreeks het jaar 1000 v. Chr.) tot groote krachtsinspanning in staat, vandaar dat onder David en Salomo het rijk tot zoo groot aanzien kon komen. Later, na de scheuring des rijks, werd dit anders en Israël was evenals in onzen tijd België het slagveld der natiën. En met Juda en Israël was ook Filistéa een twistappel tusschen de groote mogendheden dier dagen. Nu eens steunde het op Assyrië, dan weer Egypte, en met beide kwam het bedrogen uit. In 734 v. Chr. ondernam de Assyrische koning Tiglath Pileser IV zijn beroemden tocht •naar Filistéa*. Gaza werd door hem ingeno» men en schatplichtig gemaakt, nadat de koning van Gaza, Hanno, naar Egypte was gevlucht. Nadat het Assyrische rijk was uiteengevallen, kwam het land der Filisiijnen achtereenvolgens onder Egyptische, Babylonische, Perzische, Macedonische, ten slotte Romeinsche heer» schappij. Den grootsten invloed ondergingen zij van de Grieksche beschaving, die door de ver» overingstochten van Alexander den Groote gemeen goed werd over de geheele wereld. Gaza werd een brandpunt der Hellenistische cultuur, hetgeen te begrijpelijker is, indien men bedenkt, dat de Filistijnen geen Semieten, doch stamverwanten van de Grieken zijn. De komst der Arabieren in de eerste helft van de 7de eeuw na Christus maakte een einde aan den bloei van wetenschap en kunst in de Fiiistijnsche steden. Zijn de Filistijnen spoorloos verdwenen? De Lesseps, die het kanaal van Suez liet graven (1869) meende afstammelingen van hen ont» dekt te hebben in mannen van El»Arisj, die meehielpen a n het graven van dit kanaal en die zich door hun blanke huid, blonde haren en baard evenzeer als door hun overige ge» laatstrekken onderscheiden van het Semietische ras, maar daarentegen volkomen op Euro» peanen geleken. Het is niet met zekerheid te bewijzen, maar onmogelijk is het niet, dat we hier met de nakomelingen der Pelitjtxm te doen hebben, Zaterdag j.i is F' Amsterdam aangekomen het Duitsche groote rouristenschip »Cap Foionio«. Het schip is 202 Meter lang en 24 Meter breed en is ruim 20,000 tons groot.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 6