Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES No. 3258 ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1926 41STE JAARGANG gen W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Adverteutiëu en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers TWEEDE BLAD. Ernstig spoorwegongeluk tusschen Voorschoten en Leiden. B A S I E VERGIFTIGING Fa. P. UI1ELHDUIUER Middelharnis t de >duct en effecten met zeer kleine geen richting in verdere beschou» moet maar ge» men zal thans veel goeds a.s. herfstvei» worden volgens lies duur betalen, rkt komt en dat Duitschland lang» gaat handhaven zijn, die daarbij odoende worden zeer behoorlijke en D nsdag doen 441 °/o, DeliBa» ■37 zoodat er elen worden ge» w. voor beleg» narkt er niet veel Het is ook hier ainepartij er niet gaan, want men een strop terug ngl laatste weken ■zien, voor Parijs ssel 6.95 zonder >eteekenis is. De met veel aan» aog steeds onge» jnt, dat het geld dat er nog ruime oodat het daar» ieelenmarkt zoo men zijn heil ent veel te laag heelemaal niet •pig verandering kt September 1926 in 't Hotel »de en afslag Open» wan 5»60»40 H.A. en polder Nieu» den Struitsche» November. Aan» ris C. LOEFF. Woonhuizen te Vingerling en tember 1926 bij September 1926 uur (zomertijd) erzoeke van de der Sloot. BUUREN. 7 namiddags 3 ten verzoeke en J. Noorlander,- rilaire goederen.' tv DEN BERG. Stellendam in zet en Woens» am in het Loge» kens desnamid» 9.08.80 H.A. of land te Stellen» aan den Lange» denEendrachts» ectie B nos. 277, 05 en 1506, tot de Gebroeders atiën en massa. 1926 door de den. VAN GENDT 3EN BERG te voormiddags 10 de tram, bij de den Oudeland» en te Ouddorp, ud 12 jaar, 2V3 eloopen. Land» enz. ten verzoe» astenbroek Cz. ■DEN BERG. zet en Zaterdag es avonds 6 uur ogement Akers» rven W. Akers» schuur, erf en 'eststraat, Kad. aren, dadelijk e 48 aren of 3 te Ouddorp, in ieuwland, kad. en massa ver» in Klaas Tanis i daarna tot 11 Kz. a f 409.14 nd te Ouddorp weg, kad. Sectie if 1 G. 261 R. 934 aan Klaas iet jaar. 4. Een p in het oude 1. Sectie B no. '8V2 R. V. M„ n Jocob Klijn rceel bouwland terloo in Schel» root 81.60 aren :d tot 11 Nov. a f 209 12 per te Goedereede B no. 309, groot verhuurd tot Poulus Grinwis 2ste gedeelte in uddorp, geheel 373, 466,491, 36.80. HA- B. urie de Kluiver uin te Oudorp as. 1204 en 2254 M. in 2 per» vaarden. C. ten is Mastenbroek een aandeel in oöp. Cichorei» dorp, met alle reeniging over "en rechten en EN BERG. is de tweede g en afslag van M.) bouwland nd, Kad. Sectie ij den heer P. adelijk te aan» te Utrecht irksland. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- bij vooruitbetaling. BUITENLAND bq vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. De sneltrein, die Donderdagmiddag om 2 u. 21 uit Rotterdam is vertrokken, nabij de Vink ontspoord. - Drie of vier dooden, de heer en mevrouw Lobo—Braakensiek. o. w. De ontsporing. Op de spoorlijn Den Haag-Leiden, op korien afstand van de halte De Vink, is Don» derdagmiddag om ongeveer drie uur een bui» tengewoon ernstig spoorwegongeluk gebeurd. Door een nog niet opgehelderde oorzaak is de sneltrein D. 218 van Rotterdam naar Am» sterdam, die om 2.21 u. uit Rotterdam en 2.48 u. uit Den Haag was vertrokken ter hoogte van het wachthuis no 59 ontspoord, De lo» comotief, een machine van het zwaarste type, heeft den trein klaarblijkelijk nog over korten afstand meegetrokken, doch is daarna vastge» loopen en gekanteld, evenals de erbij behoo» rende tender, en het op den tender vol ende postrijtuig. Een achter het postrijtuig gekop» pelde bagagewagen kwam dwars op de baan te staan, evenzoo het volgende personenrij» tuig, dat tevens gedeeltelijk van den spoordijk af en in de erlangs loopende sloot gleed. De verdere wagens van den trein geraakten even» eens uit de rails, maar bleven ge'ukkig recht» standig. Het eerstvolgende derde klasse>rijtuig liep tegen den grooten dwars over de baan staanden personenwagen op, waarbij de voorste en achterste compartimenten van dat rijtuig in elkaar gedrukt en gedeeltelijk versplinterd werden. De overige rijtuigen bleven onbe» schadigd. De slachtoffers. De trein was als gewoon zeer bezet. In het van den dijk gekantelde personenrijtuig en wel in het eerste compartiment zaten de heer en mevrouw Lobo—Braakensiek, de bekende tooneelspelers, die niet alleen zwaar gewond werden, maar ook in de sloot te water raak» h ten. De heer Lobo werd uit het in tweeën gebroken compartiment tegen den wal van de sloot geworpen. Toen men hem ophaalde, bleek hij reeds den geest gegeven te hebben. Mevrouw Greta Lobo kwam naast het com» partiment half in het water half op het land terecht. Zij werd onmiddellijk aan den wal gebracht, doch toen dit geschied is, bemerkte men, dat zij aan het ohderlijf zwaar gewond was. Een van haar beenen was totaal van den .romp gescheiden, het andere hing er verbrijzeld bij. Binnen weinige oogenblikken bezweek •ook zij. In het zwaarst geteisterde gedeelte van den !trein drie compartimenten heeft zich voorts nog een passagier bevonden, die even» •eens over de sloot werd geworpen, maar hoe- wel vrij ernstig bezeerd, toch geen noemens» waardige wonden bleek te hebben. Op de locomotief bevonden zich een opzichter«machi» nils*, de heer van Rhoon uit Amsterdam, de machinist H. Müller uit Amersfoort en de leerling-machinist Van Ettikhoven, eveneens uit Amersfoftrj. Den opzichter heeft men on« der de kolen van den tender, die hem gedeel» telijk hadden bedolven, levenloos te voorschijn gehaald. Hij was door den uit de leiding van de stoomfluit, die door den schok afbrak, •ontsnappenden stoom en het vuur van den vuurhaard, waarin hij gevallen moet zijn, ge» heel verbrand. De machinist, die aan de rech» terzijde van de machine stond, welke boven kwam te liggen, is geheel ongedeerd gebleven. Minder goed 'S het met den leerling»machi» nist gegaan. Ook hij had erge brandwonden opgekropen en klaagde tijdens het transport naar Leiden over hevige inwendige pijnen. In den loop van Donderda avond bereikte ons het bericht, dat ook hij bezweken zou zijn. Verder hebben ernstige wonden gekregen mevrouw Eichstrich uit Berlijn, de heer B. H. Hageman uit Zoeterwoude, de heer J. J. Metz, Bergeschestraat 226 te Rotterdam enmej.van Schaik, Breestraat 114a te Leiden. M'nder ern» stig gewond zijn de 4 jarige Christina Barthe, mevrouw van Raalte—Ommering uit Vlaar» dingen, de heer A. de Vries, Sarphatistraat 99, te Amsterdam, mevrouw Scbweyger— Harms, 2de Jan van der Heydenstraat, Amsterdam en dr. Suermondt, die in de sloot viel en een hoofdwonde kreeg. De hulpdienst. Er kwam onmiddellijk van vele kanten hulp. ;Zeer kort na het bekend worden- van het ongeval was dr. Birkhof, de spoorwegarts te Voorschoten, reeds ter plaatse, evenzoo dr. van der Stoel uit Voorschoten, die de eerste hulp verleenden. En spoedig daarop kwam ook de gemeentelijke geneeskundige dienst uit Leiden, onder bevel van dr. Horst, onmiddel» lijk gevolgd door den Leidschen eersten hulp» dienst onder dr. Driessen op het terrtin van de ramp Ook in Den Haag werd aanstonds ioen men daar kennis kreeg van de ramp de eerste hulpdienst gemobiliseerd, die met groot materiaal naar de plaats van de ontsporing vertrok. Tezelfder tijd had de afdeeling 's»Gravén« hage van het Nederlandsche Roode Kruis reeds een auto met eenige leden van de Haag- sche transporicolonne onder leiding van de Rümke naar Voorschoten afgezonden, terwijl om ongeveer halfvijf nog een ambulancetrein, die op het Haagsche spoorwegemplacement was samengesteld, daarheen was gedirigeerd. De g rage van Oostrum te 's>Gravenhage stelde het hoofdbestuur van het Roode Kruis een ziekenauto ter beschikking, die onmiddel» lijk naar de Vink afreed. Korten tijd na het ongeluk kwam de Fa» rijsche trein uit Amsterdam bij het blokhuis no. 59 aan. Daar de weg geheel versperd was kon hij de reis niet vervolgen, en is hij dan ook teruggegaan De passagiers, die in den verongelukten trein hadden gezeten en onge» deerd waren gebleven zijn gedeeltelijk naar Den Haag gebracht, gedeeltelijk op eigen gelegenheid naar Leiden verder gegaan. Men begrijpt, dat de consternatie onder hen zeer groot was. Naar verluidt hadden eenigen hun» ner ook nog onbeteekende verwondingen, schrammen en builen opgeloopen De lijken van de omgekomenen en de ge» wonden zijn naar het Academisch Ziekenhuis te Leiden overgebracht. Korten tijd na het ongeval was het Haag» sche parket, vertegenwoordigd door mrs. Pol» man en Enger, reeds ter plaatse. In den ver» deren loop van den middag kwamen ook Ir. Van Manen, van de directie der Nederlandsche Spoorwegen, ir. Maas Geesteranus, de chef van weg en werken, ir. baron Van Panthaleon, van Eek en andere spoorwegautoriteiten ter plaatse. Op de plaats van het ongeluk. Zoo spoedig als het gerucht van het spoor» wegongeluk nabij Voorschoten tot Den Haag was doorgedrongen zijn wij (Red. N. R. Crt.) per auto naar de Vink gegaan om bizonder» heden over den aard en toedracht van de ramp te vernemen. Toen wij er aan kwamen waren de wegen reeds vol met auto's en fiet» sen van menschen, die men moet zich er» over verwonderen zoo snel van Leiden en uit Voorschoten waren gekomen om hun nieuwsgierigheid te bevredigen. Artillerieman» schappen en personeel van de opleiding voor de kustwacht onder bevel van kapitein de Jongh, den waarnemenden garnizoenscommant van Leiden, die onmiddelijk na het bekend worden van het ongeval hulp lad aangeboden en met zijn onderhebbenden naar Voorscho» ten was vertrokken, hield hen op een afstandt Ook ons viel het in den beginne niet makke» lijk den verongelukten trein te naderen, wan» vanwege het Haagsche parket waren de streng» ste orders gegeven om een ieder van het ter» rein te weren. Toen wij dan echter toch wat dichterbij gekomen waren bleek de omvang der verwoes» ting, door het ongeluk aangericht, nog veel en veel grooter te wezen dan zich van een afstand reeds liet vermoeden» Als een desolate ruïne lag het voorste gedeelte van den trein over de baan. De locomotief, naar links om» geslagen, met één zijde plat op de baan ge» deeltelijk tusschen, gedeeltelijk op de rails. Daarachter het postrijtuig eveneens op zij. Veel erger dan deze twee waren echter het begagerijtuig en het daarop volgende AB-per. sonenrijtuig (eerste tweede klasse) gehavend. Deze twee rijtuigen hebben blijkbaar zich» zelf tegen de door de locomotief, den tender en het postrijtuig op de lijn gevormde barri» cade van den dijk gedrongen. Zij lagen er dwas op, hun achterste wielen hoog boven de onzette rails, het voorste stuk van beide wagens versplinterd en gedeeltelijk in het water van de langs den dijk lo >pende sloot onder» gedompeld. Vooral het persoonenrijtuig was als het ware gekraakt De geheele voorwand was er afgerukt, het dak boven de drie eerste compartimenten versplinterd, de brokstukken drijvende op het water. Tragische bijzonderheden. Op den slootkant naast het A BBmjtuig vond kapitein de Jongh uit Leiden een boek, dat bij nadere beschouwing Greta Lobo's rol bleek te zij En op de plaats waar Lobo ge» zeten moet hebben lag een exemplaar van het amusementsblad De Lach, waarmee hij zich blijkbaar den tijd gekort had. Over Lobo's einde wist men ons weinig bizonderheden te vertellen. Naar het schijnt heeft een onbekend gebleven passagier, die in het eveneens ge» kneusde derde klasse rijtuig en nog wel voor» der verdienstelijk gemaakt doorzijn pogingen om hem aan land te brengen. De sloot is echter zeer modderig. Lobo was, naar men ons verzekerde, evenals zijn vrouw zwaar ge» wond en toen men hem eenmaal aan land had, was het reeds te laat Mevrouw Lobo is terzijde van het rijtuig op den slootkant ge» vallen. Toen men haar uit het water had gehaald bemerkte men aan het vele bloed, dat zij ver» loor en de plekken geronnen bloed op haar kleeding, dat ook zii deerlijk gekwetst was. Toch had zij het bewustzijn nog niet geheel verloren. Dr. Birkhof uii Voorschoten, die reeds aanwezig was toen men haar aan den wal bracht, deelde ons mede, dat zij hem om water en chloroform gevraagd had. ODmid» dellijk nadat hij haar een inspuiting had ge» geven was ze echter reeds overleden. In een van de drie voorste compartimenten schijnt ook een dr. Rümke gezeten te hebben. Deze is te water geraakt na een zeer hard«aanko> menden schok in de zitdeelen gekregen te hebben. Ooggetuigen hadden hem nadat hij gered was de sloot was nog zoo diep, dat hij er tot de keel instond op den kant gezien. Wij zagen hem later te Voorschoten terug en het was wel een zeer ontroerend oogenblik toen hij daar zijn met de Roode colonne meegekomen broer, eveneens medicus, ontmoette en deze hem als behouden, hoewel ontzettend geschokt, kon begroeten. In het A B'rijtuig zaten, evenals trouwens in den heelen trein, vele passagiers. Tot dezen behoorden voor het grootste gedeelte de bo« vengenoemde gewonden. Mevrouw Zillesen, de echtgenoote van den Griffier der Eerste Kamer, die met haar dochter in den trein was, viel door den schok, die op de ontspo» ring volgde, op den vloer van haar coupé, doch kwam er met den schrik af. Metgroote moeite konden de reizigers van het zwaarst gehavende rijtuig op den grond komen. In het achterste gedeelte van dit rijtuig, dan wel in het voorste gedeelte van het vol» gecde 3de klasse zat een alleenreizend 4'jarig kind, een meisje. Dit is bij het ineen» schuiven van den trein door den vloer van het compartiment gezakt en onder den wagen gevallen. Men hoorde het om hulp gillen en schreien. Toen men het kon naderen, bleek het met den rechteram onder een door de catastrofe opgewoelden dwarsligger beklemd te zitten, zoodat het uitgezaagd moest worden. De kleine was er met dat al met een vrij onbeteekenende vleeschwonde afgekomen. In het ineengedrukte gedeelte van den derde klasse wagen moet ook nog een heer gezeten hebben, die er zonder eenig letsel afgekomen is, hoewel alles rondom hem ineenstortte. En deze heer zou het geweest zijn, die vlak daarop manmoedig te water ging om het echtpaar Lobo te redden. Ook tal van andere reizigers, die ongedeerd gebleven waren, boden dadelijk zooveel mogelijk hulp. Het was een groot geluk, dat er betrekkelijk zóó spoedig medi» sche bijstand was. Vooral dr. Birkhof en dr. Van der Stoel uit Voorschoten waren zeer snel ter plaatse en konden de pijnen van de zwaargekwetsten door hun bijstand verlichten. Dr. Birkhof deelde ons mede, dat hij zelf vier personen had verbonden, die allen been» breuken hadden, waarvan geen enkele met complicaties. Bijzonder verschrikkelijk schijnt het einde van den heer van Rhoon, den opzichter» machinist, geweest te zijn. Hij is naar men moet aannemen door den stoom en het vuur uit den vuurhaard verbrand. Een kweeker, die zijn kassen nabij de spoorlijn heeft en da lelijk nadat de ramp was gebeurd, hulp was gaan bieden, vertelde ons, dat hij met zijn personeel den opzichter als het ware onder de kolen van den tender uitgegraven had. De machinist, de heer Müller, heeft de tegenwoordigheid van geest gehad, onmiddel. lijk den stoom te laten ontsnappen en het vuur te dooven, waardoor wellicht ergere ongelukken zijn voorkomen. De conducteur, die met den trein meereisde, was het eerste oogenblik, naar ooggetuieen ons vertelden, het hoofd totaal kwijt. Hij herstelde zich echter spoedig en is toen on een draf naar Voorschoten geloopen om hulp te telefoneeren. Te Leiden had men dientengevolge zeer spoedig bericht. De directrice van het Academisch Ziekenhuis was op het oogenblik, dat de ramp gebeurde, in Den Haag, giDg echter zoodra zij er tele» fonisch over ingelicht was per auto op weg naar Leiden en was nog tijdig voor de aan» komst van de eerste gewonden op haar post, om maatregelen te nemen voor het reserveeren van een zaal, die gereed was toen de gewon» den aankwamen. Voorzoover noodig werd hun onder leiding van prof. Zaayer onmiddellijk chirurgische hulp verleend. Van onzen agent te Leiden, den heer Van Zwicht, die in den trein gezeten had, hoorden wij, dat hij en de andere re zig rs in zijn coupé door een plotselingen schok en ongewone stootende bewegingen van den trein gewaar» schuwd werden, dat er iets niet in den haak was. Zij hadden genoeg tegenwoordigheid van geest om de beenen op te trekken, maar nauwelijks was dit geschied of de trein stond al voorgoed stil. waren, zagen zij de ramp, zonder op dat oogen» blik nog haar omvang te kunnen overzien. De heer Van Zwicht, die ook 's ochtends hetzelfde traject bereisd had. meende, dat de trein toen langzaam gereden had, 's middags daarentegen bad hij de gewone vaart gehad. De oorzaak? Wat de oorzaken van het ongeval betreft, tast men nog in het duister Naar een des» kundige ons deed opmerken is de locomotief betrekkelijk weinig beschadigder zijn geen kenteekenen aan, dat de ontsporing aan eenig defect van de wielen te wijten is. De veeren en de wielen waren intact. Toch moet de ont» sporing bij de locomotief begonnen zijn. Was een van- de rijtuigen uit de rails geloopen, de locomotief zou niet omgevallen zijn, op zijn hoogst was er een koppeling gebroken Ook kan men, gegeven de vaart die de trein had, aannemen, dat de ontsporing op een vrij grooten afstand van de plaats waar de loco» motief ligt, is begonnen. Dit is trouwens duidelijk aan de groeve te zien, die het rechterwiel van de locomotief in de dwarsliggers heeft gemaakt, een groeve, die over vrij grooten afstand verloopt. Eenmaal ontspoord is de locomotief blijk» baar in de baan weggezakt Er was althans voor den kop ervan een aanzienlijke hoeveel» heid van het ballastbed opgestuwd. Hoogst eigenaardig is het hierbij met de rails gegaan. Een van de 18 meter lange spoorstaven was tot een 8 vorm omgebogen en zat om het voorste gedeelte van de locomotief en den dom gebogen. Bewoners van Voorschoten spraken tegen» over ons de meeniDg uit, dat de baan slecht geweest moet zijn. Te Voorschoten wist men, zeiden zij, allang, dat zij slap was. Maar de bovengenoemde deskund ge wees ons erop, dat het ballastbed op het stuk van de baan, waar het ongeluk heeft plaats gehad, nieuw was, evenals de dwarsliggers èn de rails. is nog nooit voorgekomen met Basle's Jachtwater. Hoofdagentschap "Wederverkoopers gevraagd. In aansluiting hierbij vermelden wij de be» wering van eenige personen uit Voorschoten, dat er in den nacht van Woensdag op Don» derdag aan den weg gewerkt is en dat deze juist toen vernieuwd zou zijn. Dit in verband gebracht met een mededeeling, door andere reizigers bevestigd, dat er 's ochtends langzaam gereden was (hetgeen een zekere voorzorg op een nog niet ingereden stuk zou kunnen wezen) zou wellicht een aanwijzing kunnen vormen voor de oorzaak van het ongeval, die dan deze zou zijn dat de baan na een recente be» handeling zich nog niet voldoende had kunnen zetten en onder het zware gewicht van den jrein uitgeweken is. Wat dr. Rümke vertelde. Dr. Rümke, een der passagiers, heeft aan het Vaderland verteld «Mijn indruk was, dat we een slechte wagen getroffen hadden, het lezen viel me moeilijk en de wagen schommelde hevig. Toch was ik zóó verdiept in mijn lectuur dat ik niet eens wist, dat we Voorschoten al gepasseerd waren Toen ik de eerste schokken voelde, was ik me nog geen gevaar bewust; ik wierp niet eens dadelijk mijn boek weg.,.. Mijn buur» man, de heer van der Kwast, trok zijn beenen op. Ik had ook wel eens gehoord, dat men dat moest doen in geval van gevaardeed het en juist brak de compartiment open we werden naar beneden geslingerd in het water »Had u den indruk te vallen «Neen, het was meer de emotie, die men op een rutschbaan heeft, wanneer een schuitje naar beneden gaat, het water in Zoo was het precies Toen ik op den kant geklauterd was, heb ik nog geroepen en gezocht naar onse mede» passagiers, den heer en mevrouw Lobo Een eindje verder lag mevrouw. Mijn indruk was dat ze niet meer bij kennis is geweest Haar polsslag was héél slecht en ze reageerde niet meer op hetgeen ik zeide. Terwijl de heer Lobo opvallend bleek was, ontbloede lippen had en ook een zeer slechte pols, meen ik te kunnen zeggen, dat hij mis» schien nog even bij kennis is geweest. Zij waren er het slechtst aan toe Een twaalftal andere gewonden heb ik bijna allen den pols gevoeld en over het algemeen heb ikwachten tot er hulp is, aangeraden Dat heeft men ook gedaan. Er heerschte geen paniekDe meesten waren, de om» standigheden in aanmerking genomen, zeer rustig. Toen er assistentie kwam, ben ik zoo gauw mogelijk weggegaan. Ik heb me niet met de aankomenden in verbinding gesteldIk was zelf te veel geschokt, dat begrijpt u«. N. R. Crt. VI. Verlee weke bin 'k echt waer un beetje kwaed geweest Ik za je zeggen hoe of 't kwam. Noe mot je wete dat ik net een stikje voor de Maas over ons mooie eiland in over de liefde, die ik mien geboortegrond toe» draege, an 't schrieven was, toen de deure opengedaen wier bie mien in un kwaejongen un strooibiljet in de gange gooide. Ik raepe 't dieng op in zag toen, dat 't van un laeg soort was, al stieng de naem van un dominé der onder, 't was un dieng om ons te waer» schoewen, om toch niet nae de Landdag van de vriewillige Landsturm in Ouddurp te gaen, want dan zouwe men 't militarisme diene in 't oorlogvoeren in de hand werke. Mit un haop leelukke woorden wier ons dat duude» luk gemaekt. 't Was dan aok geen wonder dat 't deur dat strooibiljet de klus un beetje kwiet rogt, want dat was noe van die lui waer k van geschreve haa In 't was nog al deur 'n do» miné onderteekend. Noe mot je wete dat de vriewillige land» sturm totaol niks mit oorlog voeren of mili» taerisme te maken heit, want die is er alleen om in eeval van nood zich te schaeren as een levend bolwerk rondom de troon van onze Koningin, tegenover alle anslaegen van de revolutionaire elementen. Die landsturm is onistaen in 1918, toen Troelstra hier in ons land in naevolging van Duusland zoo'n beetje revolutie wou maeke, mar zoo gauw as die nae de macht wou griepe, kwamme der un duuzend of wat oud» militaire vriewillig onder de waepens, ze reis» de op eige gelegenheid nae den Haeg, in stelde der eige beschikbaer om Koningin in Vaoderbnd te verdedigen as 't most met 't zwaerd, tegenover de booze anslaegen van Troelstra. In dat is in de middellijke weg geredeneerd, de oorzaek geweest dat wiele, dank zij Gods goedheid, voor de revolutie bewaerd gebleve binne in men nog aoltied 't voorrecht haawe deur un telg uut 't Oranjehuus geregeerd te worren. Want dat staet vast voor mien, as Neder» land Oranje de rik toekeert breke der zwaere tie»en voor ons land an. De geschiedenis is daer om dat te bewiezen, rechtdeur as ons volk Oranje vergat, vergat ut aok zien God, in kwam diezelfde God, die ons land zoo riek gezegend heit in tegenheden met ons te handelen, fn dan was er as ons volk volop in de ellende zat weer een algemen roepen om Oranje. Der is op heel de waereld dan ook mar één land waer die band zoo hecht is. In of noe net as vroeger de Regenten» Partie, of de Sosjalisten en Commenisten van tegenwoordig probeere die band uut mekaore te raefelen, dat wete wiele, dat as ze dat ooit mocht gelokke, ons ontzettende zwaere tie-e zouwe wachte. Vooral daerom is 't instituut van de vrie» willige landsturm zooveul waerd, want in 1918 begreep men 't in den Haeg wel, dat as ze de kans schoon zagge, meugelijk de rooie nog wel is zouwe kenne probeere om revolulie te maeken. In daerom ontstond uut die soldaten die toen vriewillig onder de waepens kwamme »De vriewillige landsturm®. Duymaer van Twist was de man, die zen eige daervoor gaf. As officier bezat die naest zen militaere bekwaemheden as 't ware un onuut» roeibaere iiefde voor ons Oranjehuus in voor onze rechten en vrieheden. Hie wier de com» mandant en organiseerde heel die zaek. Recht» deur kwamme der vrijwillegers bie. Ik gelaove dat er noe zoowat 60.000 der eige daerbij verbonde haawe. Dat is natuurluk un doorn in de aogen van de rooie, die zouwe heel ons leger of wille schaffe in as der dan us moeite kwam mit onze buren stonden wiele weerloos, mis» schien kenne men dan bie de grens horretjes zette mit «Verboden toegang® der op, mar ik dienke dat geen mensch zen eige daeran steure zou. In as ons land, wat God genoadig ver» hoede, in oorlog kwam, of as wiele ge» roepe wiere net as in 1914 om onze neu» traliteit te handhaven, zag 't er voor ons zonder leger mar donker uut. 'k Weete wel, God kan ons toch wel helpe in verlosse, na» tuurlijk daer is Hie de machtige voor, mar in de regel helpt in redt God alleen in de middellukke weg. Net zoo goed as wiele onze deure sluute op 't nachtslot, as men gae slaepen, ter voor» komming van inbraek in raoverie.e, net zoo goed motte wiele een slot. haawe dat ons zooveul meugeluk beveiligt tegen inbraek in ons land. Mar bie die lui zit er eindelijk wat aores achter. Heulje zouwe wille haawe, dat ons leger ofgeschaft wier, mar in de grond van de zaek, verlangen ze dat alleen om dan zelf de handen ruum te haawen, om revolutie te maeken, om de bestaende, deur God zelf in» gestelde macht omvaore te laopen in zelf de laekens uut de deelen. In as die menschen noe us op 't kossen kwamme, zouwe heulje dan geen leger noodig haa? Natuurlijk wel, in dan zouwe ze begin»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 3