Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3258
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1926
41STE JAARGANG
gen
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Adverteutiëu en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
TWEEDE BLAD.
Ernstig spoorwegongeluk tusschen
Voorschoten en Leiden.
B
A
S
I
E
VERGIFTIGING
Fa. P. UI1ELHDUIUER
Middelharnis
t
de
>duct en effecten
met zeer kleine
geen richting in
verdere beschou»
moet maar ge»
men zal
thans veel goeds
a.s. herfstvei»
worden volgens
lies duur betalen,
rkt komt en dat
Duitschland lang»
gaat handhaven
zijn, die daarbij
odoende worden
zeer behoorlijke
en D nsdag doen
441 °/o, DeliBa»
■37 zoodat er
elen worden ge»
w. voor beleg»
narkt er niet veel
Het is ook hier
ainepartij er niet
gaan, want men
een strop terug
ngl
laatste weken
■zien, voor Parijs
ssel 6.95 zonder
>eteekenis is. De
met veel aan»
aog steeds onge»
jnt, dat het geld
dat er nog ruime
oodat het daar»
ieelenmarkt zoo
men zijn heil
ent veel te laag
heelemaal niet
•pig verandering
kt
September 1926
in 't Hotel »de
en afslag Open»
wan 5»60»40 H.A.
en polder Nieu»
den Struitsche»
November. Aan»
ris C. LOEFF.
Woonhuizen te
Vingerling en
tember 1926 bij
September 1926
uur (zomertijd)
erzoeke van de
der Sloot.
BUUREN.
7
namiddags 3
ten verzoeke en
J. Noorlander,-
rilaire goederen.' tv
DEN BERG.
Stellendam in
zet en Woens»
am in het Loge»
kens desnamid»
9.08.80 H.A. of
land te Stellen»
aan den Lange»
denEendrachts»
ectie B nos. 277,
05 en 1506, tot
de Gebroeders
atiën en massa.
1926 door de
den.
VAN GENDT
3EN BERG te
voormiddags 10
de tram, bij de
den Oudeland»
en te Ouddorp,
ud 12 jaar, 2V3
eloopen. Land»
enz. ten verzoe»
astenbroek Cz.
■DEN BERG.
zet en Zaterdag
es avonds 6 uur
ogement Akers»
rven W. Akers»
schuur, erf en
'eststraat, Kad.
aren, dadelijk
e 48 aren of 3
te Ouddorp, in
ieuwland, kad.
en massa ver»
in Klaas Tanis
i daarna tot 11
Kz. a f 409.14
nd te Ouddorp
weg, kad. Sectie
if 1 G. 261 R.
934 aan Klaas
iet jaar. 4. Een
p in het oude
1. Sectie B no.
'8V2 R. V. M„
n Jocob Klijn
rceel bouwland
terloo in Schel»
root 81.60 aren
:d tot 11 Nov.
a f 209 12 per
te Goedereede
B no. 309, groot
verhuurd tot
Poulus Grinwis
2ste gedeelte in
uddorp, geheel
373, 466,491,
36.80. HA- B.
urie de Kluiver
uin te Oudorp
as. 1204 en 2254
M. in 2 per»
vaarden. C. ten
is Mastenbroek
een aandeel in
oöp. Cichorei»
dorp, met alle
reeniging over
"en rechten en
EN BERG.
is de tweede
g en afslag van
M.) bouwland
nd, Kad. Sectie
ij den heer P.
adelijk te aan»
te Utrecht
irksland.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bq vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
De sneltrein, die Donderdagmiddag om 2 u. 21 uit Rotterdam is vertrokken,
nabij de Vink ontspoord. - Drie of vier dooden,
de heer en mevrouw Lobo—Braakensiek.
o. w.
De ontsporing.
Op de spoorlijn Den Haag-Leiden, op
korien afstand van de halte De Vink, is Don»
derdagmiddag om ongeveer drie uur een bui»
tengewoon ernstig spoorwegongeluk gebeurd.
Door een nog niet opgehelderde oorzaak is
de sneltrein D. 218 van Rotterdam naar Am»
sterdam, die om 2.21 u. uit Rotterdam en 2.48
u. uit Den Haag was vertrokken ter hoogte
van het wachthuis no 59 ontspoord, De lo»
comotief, een machine van het zwaarste type,
heeft den trein klaarblijkelijk nog over korten
afstand meegetrokken, doch is daarna vastge»
loopen en gekanteld, evenals de erbij behoo»
rende tender, en het op den tender vol ende
postrijtuig. Een achter het postrijtuig gekop»
pelde bagagewagen kwam dwars op de baan
te staan, evenzoo het volgende personenrij»
tuig, dat tevens gedeeltelijk van den spoordijk
af en in de erlangs loopende sloot gleed. De
verdere wagens van den trein geraakten even»
eens uit de rails, maar bleven ge'ukkig recht»
standig. Het eerstvolgende derde klasse>rijtuig
liep tegen den grooten dwars over de baan
staanden personenwagen op, waarbij de voorste
en achterste compartimenten van dat rijtuig
in elkaar gedrukt en gedeeltelijk versplinterd
werden. De overige rijtuigen bleven onbe»
schadigd.
De slachtoffers.
De trein was als gewoon zeer bezet. In het
van den dijk gekantelde personenrijtuig en
wel in het eerste compartiment zaten de heer
en mevrouw Lobo—Braakensiek, de bekende
tooneelspelers, die niet alleen zwaar gewond
werden, maar ook in de sloot te water raak»
h ten. De heer Lobo werd uit het in tweeën
gebroken compartiment tegen den wal van de
sloot geworpen. Toen men hem ophaalde,
bleek hij reeds den geest gegeven te hebben.
Mevrouw Greta Lobo kwam naast het com»
partiment half in het water half op het land
terecht. Zij werd onmiddellijk aan den wal
gebracht, doch toen dit geschied is, bemerkte
men, dat zij aan het ohderlijf zwaar gewond
was. Een van haar beenen was totaal van den
.romp gescheiden, het andere hing er verbrijzeld
bij. Binnen weinige oogenblikken bezweek
•ook zij.
In het zwaarst geteisterde gedeelte van den
!trein drie compartimenten heeft zich
voorts nog een passagier bevonden, die even»
•eens over de sloot werd geworpen, maar hoe-
wel vrij ernstig bezeerd, toch geen noemens»
waardige wonden bleek te hebben. Op de
locomotief bevonden zich een opzichter«machi»
nils*, de heer van Rhoon uit Amsterdam, de
machinist H. Müller uit Amersfoort en de
leerling-machinist Van Ettikhoven, eveneens
uit Amersfoftrj. Den opzichter heeft men on«
der de kolen van den tender, die hem gedeel»
telijk hadden bedolven, levenloos te voorschijn
gehaald. Hij was door den uit de leiding van
de stoomfluit, die door den schok afbrak,
•ontsnappenden stoom en het vuur van den
vuurhaard, waarin hij gevallen moet zijn, ge»
heel verbrand. De machinist, die aan de rech»
terzijde van de machine stond, welke boven
kwam te liggen, is geheel ongedeerd gebleven.
Minder goed 'S het met den leerling»machi»
nist gegaan. Ook hij had erge brandwonden
opgekropen en klaagde tijdens het transport
naar Leiden over hevige inwendige pijnen.
In den loop van Donderda avond bereikte
ons het bericht, dat ook hij bezweken zou
zijn. Verder hebben ernstige wonden gekregen
mevrouw Eichstrich uit Berlijn, de heer B. H.
Hageman uit Zoeterwoude, de heer J. J. Metz,
Bergeschestraat 226 te Rotterdam enmej.van
Schaik, Breestraat 114a te Leiden. M'nder ern»
stig gewond zijn de 4 jarige Christina Barthe,
mevrouw van Raalte—Ommering uit Vlaar»
dingen, de heer A. de Vries, Sarphatistraat 99,
te Amsterdam, mevrouw Scbweyger— Harms,
2de Jan van der Heydenstraat, Amsterdam
en dr. Suermondt, die in de sloot viel en een
hoofdwonde kreeg.
De hulpdienst.
Er kwam onmiddellijk van vele kanten hulp.
;Zeer kort na het bekend worden- van het
ongeval was dr. Birkhof, de spoorwegarts te
Voorschoten, reeds ter plaatse, evenzoo dr.
van der Stoel uit Voorschoten, die de eerste
hulp verleenden. En spoedig daarop kwam
ook de gemeentelijke geneeskundige dienst uit
Leiden, onder bevel van dr. Horst, onmiddel»
lijk gevolgd door den Leidschen eersten hulp»
dienst onder dr. Driessen op het terrtin van
de ramp Ook in Den Haag werd aanstonds
ioen men daar kennis kreeg van de ramp de
eerste hulpdienst gemobiliseerd, die met groot
materiaal naar de plaats van de ontsporing
vertrok.
Tezelfder tijd had de afdeeling 's»Gravén«
hage van het Nederlandsche Roode Kruis
reeds een auto met eenige leden van de Haag-
sche transporicolonne onder leiding van de
Rümke naar Voorschoten afgezonden, terwijl
om ongeveer halfvijf nog een ambulancetrein,
die op het Haagsche spoorwegemplacement
was samengesteld, daarheen was gedirigeerd.
De g rage van Oostrum te 's>Gravenhage
stelde het hoofdbestuur van het Roode Kruis
een ziekenauto ter beschikking, die onmiddel»
lijk naar de Vink afreed.
Korten tijd na het ongeluk kwam de Fa»
rijsche trein uit Amsterdam bij het blokhuis
no. 59 aan. Daar de weg geheel versperd was
kon hij de reis niet vervolgen, en is hij dan
ook teruggegaan De passagiers, die in den
verongelukten trein hadden gezeten en onge»
deerd waren gebleven zijn gedeeltelijk naar
Den Haag gebracht, gedeeltelijk op eigen
gelegenheid naar Leiden verder gegaan. Men
begrijpt, dat de consternatie onder hen zeer
groot was. Naar verluidt hadden eenigen hun»
ner ook nog onbeteekende verwondingen,
schrammen en builen opgeloopen
De lijken van de omgekomenen en de ge»
wonden zijn naar het Academisch Ziekenhuis
te Leiden overgebracht.
Korten tijd na het ongeval was het Haag»
sche parket, vertegenwoordigd door mrs. Pol»
man en Enger, reeds ter plaatse. In den ver»
deren loop van den middag kwamen ook Ir.
Van Manen, van de directie der Nederlandsche
Spoorwegen, ir. Maas Geesteranus, de chef
van weg en werken, ir. baron Van Panthaleon,
van Eek en andere spoorwegautoriteiten ter
plaatse.
Op de plaats van het ongeluk.
Zoo spoedig als het gerucht van het spoor»
wegongeluk nabij Voorschoten tot Den Haag
was doorgedrongen zijn wij (Red. N. R. Crt.)
per auto naar de Vink gegaan om bizonder»
heden over den aard en toedracht van de
ramp te vernemen. Toen wij er aan kwamen
waren de wegen reeds vol met auto's en fiet»
sen van menschen, die men moet zich er»
over verwonderen zoo snel van Leiden en
uit Voorschoten waren gekomen om hun
nieuwsgierigheid te bevredigen. Artillerieman»
schappen en personeel van de opleiding voor
de kustwacht onder bevel van kapitein de
Jongh, den waarnemenden garnizoenscommant
van Leiden, die onmiddelijk na het bekend
worden van het ongeval hulp lad aangeboden
en met zijn onderhebbenden naar Voorscho»
ten was vertrokken, hield hen op een afstandt
Ook ons viel het in den beginne niet makke»
lijk den verongelukten trein te naderen, wan»
vanwege het Haagsche parket waren de streng»
ste orders gegeven om een ieder van het ter»
rein te weren.
Toen wij dan echter toch wat dichterbij
gekomen waren bleek de omvang der verwoes»
ting, door het ongeluk aangericht, nog veel
en veel grooter te wezen dan zich van een
afstand reeds liet vermoeden» Als een desolate
ruïne lag het voorste gedeelte van den trein
over de baan. De locomotief, naar links om»
geslagen, met één zijde plat op de baan ge»
deeltelijk tusschen, gedeeltelijk op de rails.
Daarachter het postrijtuig eveneens op zij.
Veel erger dan deze twee waren echter het
begagerijtuig en het daarop volgende AB-per.
sonenrijtuig (eerste tweede klasse) gehavend.
Deze twee rijtuigen hebben blijkbaar zich»
zelf tegen de door de locomotief, den tender
en het postrijtuig op de lijn gevormde barri»
cade van den dijk gedrongen. Zij lagen er
dwas op, hun achterste wielen hoog boven
de onzette rails, het voorste stuk van beide
wagens versplinterd en gedeeltelijk in het water
van de langs den dijk lo >pende sloot onder»
gedompeld. Vooral het persoonenrijtuig was
als het ware gekraakt De geheele voorwand
was er afgerukt, het dak boven de drie eerste
compartimenten versplinterd, de brokstukken
drijvende op het water.
Tragische bijzonderheden.
Op den slootkant naast het A BBmjtuig
vond kapitein de Jongh uit Leiden een boek,
dat bij nadere beschouwing Greta Lobo's rol
bleek te zij En op de plaats waar Lobo ge»
zeten moet hebben lag een exemplaar van het
amusementsblad De Lach, waarmee hij zich
blijkbaar den tijd gekort had. Over Lobo's
einde wist men ons weinig bizonderheden te
vertellen. Naar het schijnt heeft een onbekend
gebleven passagier, die in het eveneens ge»
kneusde derde klasse rijtuig en nog wel voor»
der verdienstelijk gemaakt doorzijn pogingen
om hem aan land te brengen. De sloot is
echter zeer modderig. Lobo was, naar men
ons verzekerde, evenals zijn vrouw zwaar ge»
wond en toen men hem eenmaal aan land
had, was het reeds te laat Mevrouw Lobo is
terzijde van het rijtuig op den slootkant ge»
vallen.
Toen men haar uit het water had gehaald
bemerkte men aan het vele bloed, dat zij ver»
loor en de plekken geronnen bloed op haar
kleeding, dat ook zii deerlijk gekwetst was.
Toch had zij het bewustzijn nog niet geheel
verloren. Dr. Birkhof uii Voorschoten, die
reeds aanwezig was toen men haar aan den
wal bracht, deelde ons mede, dat zij hem om
water en chloroform gevraagd had. ODmid»
dellijk nadat hij haar een inspuiting had ge»
geven was ze echter reeds overleden. In een
van de drie voorste compartimenten schijnt
ook een dr. Rümke gezeten te hebben. Deze
is te water geraakt na een zeer hard«aanko>
menden schok in de zitdeelen gekregen te
hebben. Ooggetuigen hadden hem nadat hij
gered was de sloot was nog zoo diep, dat
hij er tot de keel instond op den kant
gezien. Wij zagen hem later te Voorschoten
terug en het was wel een zeer ontroerend
oogenblik toen hij daar zijn met de Roode
colonne meegekomen broer, eveneens medicus,
ontmoette en deze hem als behouden, hoewel
ontzettend geschokt, kon begroeten.
In het A B'rijtuig zaten, evenals trouwens
in den heelen trein, vele passagiers. Tot dezen
behoorden voor het grootste gedeelte de bo«
vengenoemde gewonden. Mevrouw Zillesen,
de echtgenoote van den Griffier der Eerste
Kamer, die met haar dochter in den trein
was, viel door den schok, die op de ontspo»
ring volgde, op den vloer van haar coupé,
doch kwam er met den schrik af. Metgroote
moeite konden de reizigers van het zwaarst
gehavende rijtuig op den grond komen.
In het achterste gedeelte van dit rijtuig,
dan wel in het voorste gedeelte van het vol»
gecde 3de klasse zat een alleenreizend
4'jarig kind, een meisje. Dit is bij het ineen»
schuiven van den trein door den vloer van
het compartiment gezakt en onder den wagen
gevallen. Men hoorde het om hulp gillen en
schreien. Toen men het kon naderen, bleek
het met den rechteram onder een door de
catastrofe opgewoelden dwarsligger beklemd
te zitten, zoodat het uitgezaagd moest worden.
De kleine was er met dat al met een vrij
onbeteekenende vleeschwonde afgekomen.
In het ineengedrukte gedeelte van den derde
klasse wagen moet ook nog een heer gezeten
hebben, die er zonder eenig letsel afgekomen
is, hoewel alles rondom hem ineenstortte. En
deze heer zou het geweest zijn, die vlak daarop
manmoedig te water ging om het echtpaar
Lobo te redden. Ook tal van andere reizigers,
die ongedeerd gebleven waren, boden dadelijk
zooveel mogelijk hulp. Het was een groot
geluk, dat er betrekkelijk zóó spoedig medi»
sche bijstand was. Vooral dr. Birkhof en dr.
Van der Stoel uit Voorschoten waren zeer
snel ter plaatse en konden de pijnen van de
zwaargekwetsten door hun bijstand verlichten.
Dr. Birkhof deelde ons mede, dat hij zelf
vier personen had verbonden, die allen been»
breuken hadden, waarvan geen enkele met
complicaties.
Bijzonder verschrikkelijk schijnt het einde
van den heer van Rhoon, den opzichter»
machinist, geweest te zijn. Hij is naar men
moet aannemen door den stoom en het vuur
uit den vuurhaard verbrand. Een kweeker,
die zijn kassen nabij de spoorlijn heeft en
da lelijk nadat de ramp was gebeurd, hulp
was gaan bieden, vertelde ons, dat hij met
zijn personeel den opzichter als het ware
onder de kolen van den tender uitgegraven
had. De machinist, de heer Müller, heeft de
tegenwoordigheid van geest gehad, onmiddel.
lijk den stoom te laten ontsnappen en het
vuur te dooven, waardoor wellicht ergere
ongelukken zijn voorkomen.
De conducteur, die met den trein meereisde,
was het eerste oogenblik, naar ooggetuieen
ons vertelden, het hoofd totaal kwijt. Hij
herstelde zich echter spoedig en is toen on
een draf naar Voorschoten geloopen om
hulp te telefoneeren.
Te Leiden had men dientengevolge zeer
spoedig bericht.
De directrice van het Academisch Ziekenhuis
was op het oogenblik, dat de ramp gebeurde,
in Den Haag, giDg echter zoodra zij er tele»
fonisch over ingelicht was per auto op weg
naar Leiden en was nog tijdig voor de aan»
komst van de eerste gewonden op haar post,
om maatregelen te nemen voor het reserveeren
van een zaal, die gereed was toen de gewon»
den aankwamen. Voorzoover noodig werd hun
onder leiding van prof. Zaayer onmiddellijk
chirurgische hulp verleend.
Van onzen agent te Leiden, den heer Van
Zwicht, die in den trein gezeten had, hoorden
wij, dat hij en de andere re zig rs in zijn coupé
door een plotselingen schok en ongewone
stootende bewegingen van den trein gewaar»
schuwd werden, dat er iets niet in den haak
was. Zij hadden genoeg tegenwoordigheid van
geest om de beenen op te trekken, maar
nauwelijks was dit geschied of de trein stond
al voorgoed stil.
waren, zagen zij de ramp, zonder op dat oogen»
blik nog haar omvang te kunnen overzien.
De heer Van Zwicht, die ook 's ochtends
hetzelfde traject bereisd had. meende, dat de
trein toen langzaam gereden had, 's middags
daarentegen bad hij de gewone vaart gehad.
De oorzaak?
Wat de oorzaken van het ongeval betreft,
tast men nog in het duister Naar een des»
kundige ons deed opmerken is de locomotief
betrekkelijk weinig beschadigder zijn geen
kenteekenen aan, dat de ontsporing aan eenig
defect van de wielen te wijten is. De veeren
en de wielen waren intact. Toch moet de ont»
sporing bij de locomotief begonnen zijn. Was
een van- de rijtuigen uit de rails geloopen,
de locomotief zou niet omgevallen zijn, op
zijn hoogst was er een koppeling gebroken
Ook kan men, gegeven de vaart die de trein
had, aannemen, dat de ontsporing op een vrij
grooten afstand van de plaats waar de loco»
motief ligt, is begonnen.
Dit is trouwens duidelijk aan de groeve te
zien, die het rechterwiel van de locomotief in
de dwarsliggers heeft gemaakt, een groeve, die
over vrij grooten afstand verloopt.
Eenmaal ontspoord is de locomotief blijk»
baar in de baan weggezakt Er was althans
voor den kop ervan een aanzienlijke hoeveel»
heid van het ballastbed opgestuwd. Hoogst
eigenaardig is het hierbij met de rails gegaan.
Een van de 18 meter lange spoorstaven was
tot een 8 vorm omgebogen en zat om het
voorste gedeelte van de locomotief en den
dom gebogen.
Bewoners van Voorschoten spraken tegen»
over ons de meeniDg uit, dat de baan slecht
geweest moet zijn. Te Voorschoten wist men,
zeiden zij, allang, dat zij slap was. Maar de
bovengenoemde deskund ge wees ons erop,
dat het ballastbed op het stuk van de baan,
waar het ongeluk heeft plaats gehad, nieuw
was, evenals de dwarsliggers èn de rails.
is nog nooit voorgekomen
met Basle's Jachtwater.
Hoofdagentschap
"Wederverkoopers gevraagd.
In aansluiting hierbij vermelden wij de be»
wering van eenige personen uit Voorschoten,
dat er in den nacht van Woensdag op Don»
derdag aan den weg gewerkt is en dat deze
juist toen vernieuwd zou zijn. Dit in verband
gebracht met een mededeeling, door andere
reizigers bevestigd, dat er 's ochtends langzaam
gereden was (hetgeen een zekere voorzorg op
een nog niet ingereden stuk zou kunnen wezen)
zou wellicht een aanwijzing kunnen vormen
voor de oorzaak van het ongeval, die dan
deze zou zijn dat de baan na een recente be»
handeling zich nog niet voldoende had kunnen
zetten en onder het zware gewicht van den
jrein uitgeweken is.
Wat dr. Rümke vertelde.
Dr. Rümke, een der passagiers, heeft aan
het Vaderland verteld
«Mijn indruk was, dat we een slechte wagen
getroffen hadden, het lezen viel me moeilijk
en de wagen schommelde hevig.
Toch was ik zóó verdiept in mijn lectuur
dat ik niet eens wist, dat we Voorschoten al
gepasseerd waren
Toen ik de eerste schokken voelde, was ik
me nog geen gevaar bewust; ik wierp niet
eens dadelijk mijn boek weg.,.. Mijn buur»
man, de heer van der Kwast, trok zijn beenen
op. Ik had ook wel eens gehoord, dat men
dat moest doen in geval van gevaardeed
het en juist brak de compartiment open
we werden naar beneden geslingerd in het
water
»Had u den indruk te vallen
«Neen, het was meer de emotie, die men
op een rutschbaan heeft, wanneer een schuitje
naar beneden gaat, het water in Zoo was het
precies
Toen ik op den kant geklauterd was, heb
ik nog geroepen en gezocht naar onse mede»
passagiers, den heer en mevrouw Lobo
Een eindje verder lag mevrouw. Mijn indruk
was dat ze niet meer bij kennis is geweest
Haar polsslag was héél slecht en ze reageerde
niet meer op hetgeen ik zeide.
Terwijl de heer Lobo opvallend bleek was,
ontbloede lippen had en ook een zeer slechte
pols, meen ik te kunnen zeggen, dat hij mis»
schien nog even bij kennis is geweest.
Zij waren er het slechtst aan toe
Een twaalftal andere gewonden heb ik bijna
allen den pols gevoeld en over het algemeen
heb ikwachten tot er hulp is, aangeraden
Dat heeft men ook gedaan. Er heerschte
geen paniekDe meesten waren, de om»
standigheden in aanmerking genomen, zeer
rustig.
Toen er assistentie kwam, ben ik zoo gauw
mogelijk weggegaan. Ik heb me niet met de
aankomenden in verbinding gesteldIk
was zelf te veel geschokt, dat begrijpt u«.
N. R. Crt.
VI.
Verlee weke bin 'k echt waer un beetje
kwaed geweest Ik za je zeggen hoe of 't
kwam. Noe mot je wete dat ik net een stikje
voor de Maas over ons mooie eiland in over
de liefde, die ik mien geboortegrond toe»
draege, an 't schrieven was, toen de deure
opengedaen wier bie mien in un kwaejongen
un strooibiljet in de gange gooide. Ik raepe
't dieng op in zag toen, dat 't van un laeg
soort was, al stieng de naem van un dominé
der onder, 't was un dieng om ons te waer»
schoewen, om toch niet nae de Landdag van
de vriewillige Landsturm in Ouddurp te gaen,
want dan zouwe men 't militarisme diene in
't oorlogvoeren in de hand werke. Mit un
haop leelukke woorden wier ons dat duude»
luk gemaekt.
't Was dan aok geen wonder dat 't deur
dat strooibiljet de klus un beetje kwiet rogt,
want dat was noe van die lui waer k van
geschreve haa In 't was nog al deur 'n do»
miné onderteekend.
Noe mot je wete dat de vriewillige land»
sturm totaol niks mit oorlog voeren of mili»
taerisme te maken heit, want die is er alleen
om in eeval van nood zich te schaeren as
een levend bolwerk rondom de troon van
onze Koningin, tegenover alle anslaegen van
de revolutionaire elementen.
Die landsturm is onistaen in 1918, toen
Troelstra hier in ons land in naevolging van
Duusland zoo'n beetje revolutie wou maeke,
mar zoo gauw as die nae de macht wou
griepe, kwamme der un duuzend of wat oud»
militaire vriewillig onder de waepens, ze reis»
de op eige gelegenheid nae den Haeg, in
stelde der eige beschikbaer om Koningin in
Vaoderbnd te verdedigen as 't most met 't
zwaerd, tegenover de booze anslaegen van
Troelstra.
In dat is in de middellijke weg geredeneerd,
de oorzaek geweest dat wiele, dank zij Gods
goedheid, voor de revolutie bewaerd gebleve
binne in men nog aoltied 't voorrecht haawe
deur un telg uut 't Oranjehuus geregeerd te
worren.
Want dat staet vast voor mien, as Neder»
land Oranje de rik toekeert breke der zwaere
tie»en voor ons land an. De geschiedenis is
daer om dat te bewiezen, rechtdeur as ons
volk Oranje vergat, vergat ut aok zien God,
in kwam diezelfde God, die ons land zoo
riek gezegend heit in tegenheden met ons te
handelen, fn dan was er as ons volk volop
in de ellende zat weer een algemen roepen
om Oranje.
Der is op heel de waereld dan ook mar
één land waer die band zoo hecht is.
In of noe net as vroeger de Regenten»
Partie, of de Sosjalisten en Commenisten van
tegenwoordig probeere die band uut mekaore
te raefelen, dat wete wiele, dat as ze dat ooit
mocht gelokke, ons ontzettende zwaere tie-e
zouwe wachte.
Vooral daerom is 't instituut van de vrie»
willige landsturm zooveul waerd, want in
1918 begreep men 't in den Haeg wel, dat
as ze de kans schoon zagge, meugelijk de
rooie nog wel is zouwe kenne probeere om
revolulie te maeken. In daerom ontstond uut
die soldaten die toen vriewillig onder de
waepens kwamme »De vriewillige landsturm®.
Duymaer van Twist was de man, die zen eige
daervoor gaf. As officier bezat die naest zen
militaere bekwaemheden as 't ware un onuut»
roeibaere iiefde voor ons Oranjehuus in voor
onze rechten en vrieheden. Hie wier de com»
mandant en organiseerde heel die zaek. Recht»
deur kwamme der vrijwillegers bie. Ik gelaove
dat er noe zoowat 60.000 der eige daerbij
verbonde haawe.
Dat is natuurluk un doorn in de aogen
van de rooie, die zouwe heel ons leger of
wille schaffe in as der dan us moeite kwam
mit onze buren stonden wiele weerloos, mis»
schien kenne men dan bie de grens horretjes
zette mit «Verboden toegang® der op, mar ik
dienke dat geen mensch zen eige daeran steure
zou.
In as ons land, wat God genoadig ver»
hoede, in oorlog kwam, of as wiele ge»
roepe wiere net as in 1914 om onze neu»
traliteit te handhaven, zag 't er voor ons
zonder leger mar donker uut. 'k Weete wel,
God kan ons toch wel helpe in verlosse, na»
tuurlijk daer is Hie de machtige voor, mar
in de regel helpt in redt God alleen in de
middellukke weg.
Net zoo goed as wiele onze deure sluute
op 't nachtslot, as men gae slaepen, ter voor»
komming van inbraek in raoverie.e, net zoo
goed motte wiele een slot. haawe dat ons
zooveul meugeluk beveiligt tegen inbraek in
ons land.
Mar bie die lui zit er eindelijk wat aores
achter. Heulje zouwe wille haawe, dat ons
leger ofgeschaft wier, mar in de grond van
de zaek, verlangen ze dat alleen om dan zelf
de handen ruum te haawen, om revolutie te
maeken, om de bestaende, deur God zelf in»
gestelde macht omvaore te laopen in zelf de
laekens uut de deelen.
In as die menschen noe us op 't kossen
kwamme, zouwe heulje dan geen leger noodig
haa? Natuurlijk wel, in dan zouwe ze begin»