lueld's Groot BrieuenDoeh goor den Jonèag AAN ONZE LEZERS AKVELD'S GROOT BRIEVENBOEK is een Raadgever inzake recht en wet en een Encyclopaedic voor kantoor en huis. Prijs Ing. f 1,45 Geb. f 1,95 afgehaald aan ons Bureau. II Hoe de geloovigen zichzelven moeten bouwen, leeren de laatste woorden van onzen tekst: „biddende in den Heiligen Geest". Het gebed is het middel bi uitnemendheid om opgebouwd te wor IVIIJNHAftDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer-Tabietten 60 ct. Zenuw-Tabletten75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten den, om toe te nemen in heiligmaking, om tot meer vrede en licht te komen. Maar dan moet 't ook een waar gebed zijn en dat is een bidden in den Hei ligen Geest. „In den Heiligen Geest" d.i. in de gemeenschap met den Geest, die in ons woont, door Zijn kracht, die in ons werkt. Bidden is maar niet woorden prevelen met de lippen, terwijl het hart er niet in deelt. Recht te bidden is alleen mogelijk door de inwerking van Gods Geest. Voor onszelven kunnen wij niet bidden, daar wij onzen nood niet recht kennen. De H. G., die ons daaraan ontdekt, verwekt in ons de rechte ge bedsstemming. Door de gemeenschap die wij met Hem hebben uit kracht van Zijn inwoning in ons, bidt Hij in en door ons, zoodat ons bidden met dat van den Geest samenvloeit. Zulk bidden in den Heiligen Geest onderscheidt zich in vele opzichten van bidden, dat slechts lippentaal is. Velen zijn in hun bidden zoo lauw en traag, waar 't hun geestelijken nooddrift be treft. Het is hun eigenlijk niet om de zaak te doen. Zij kunnen 't nog best in hun toestand uithouden. Er wordt geen wezenlijke behoefte gevoeld aan het geen zij vragen. Anderen beginnen te bidden, maar volharden niet. Als de verhooring uitblijft, verslapt het gebed, om ten slotte op te houden. Weer anderen vindt ge, bij wie de, toon van ootmoed in het gebed geheel gemist wordt. Men heeft geen besef, dat men een zondaar is, die alles verbeurd heeft, maar gaat uit van de gedachte, dat God eigenlijk verplicht is te geven, wat men vraagt. Men legt zijn smeekingen niet neer op de offerande van Christus, maar men komt als rechthebbende tot God met een beroep op zijn eigen gerech tigheid. En hoe menigeen is er, wiens gebed geen kracht vindt in het vaste verhouwen, dat God zeker wil verhoo- ren en om Christus' wil ook zai geven, wat ons goed is. Wij behoeven niet te zeggen, dat dit alles geen waar bidden is, dat van God verhoord wordt. Die bidt in den Heiligen Geest is in zijn bidden oprecht. Wat zijn mond vraagt, wordt door het hart begeerd. Daarom laat hij God niet los, al vertoeft Hij. Het gebed kan wel eens verslappen, maar ophouden niet. Hij bidt en blijft bidden, omdat hij niet anders kan. De H. G. drijft hem altijd weer tot bidden. En hij komt tot God, zooals 't hem, een diepschuldig zondaar, betaamt, om een gunst te vragen, om genade te begeeren. 't Kan zijn, dat twijfel en vrees alle kracht aan zijn gebed ont nemen, maar als hij bidt in den Heiligen Geest, dan twijfelt hij niet, maar wijst God op hetgeen Hij belooft heeft, en daarop pleitende verwacht hij op Gods tijd de verhooring van zijn gebed. Zulk een gebed zal rijke vrucht dra gen. Door Gods genade vermag het veel. Zonder gebed geen leven, geen opwassen in de genade. Moeten wij zeggen, dat wij niet ontvangen, het is, omdat wij niet bidden of kwalijk bidden. De diepte van onzen val openbaart zich vooral hierin, dat er zijn en in dezen tijd zijn 't niet weinigen die niet meer bidden. Hoever moet een mensch van God vervreemd zijn, die het gebed niet meer noodig acht. Het is een leven zonder God. Voor hem rekent God niet mede: hij heeft met God afgedaan. Maar daarom is zulk een mensch niet los van God, want God blijft zijn Schepper, aan wien hij rekenschap van al zijn daden verschul digd is. En wij weten 't uit Zijn woord die zonder Hem geleefd heeft, zal ook zonder Hem sterven, zonder Zijn hulp en genade voor eeuwig omkomen. Zul len wij 't eeuwige leven beërven, dan moeten wij 't hier biddend begeeren. 't Zal de behoefte van den oprechte zijn, dat de Heere hem leere bidden want hij gevoelt, 't van zichzelven niet te kunnen. Daarom gaat zijn begeerte uit naar den Heiligen Geest, dat Die hem zijn nood en ellende recht doe kennen. „Heere leer mij bidden", dat is een bede die gedurig weer uit het hart van Gods kinderen opwelt, bij het gevoel van hun onvermogen en geeste lijke traagheid. Niets erkennen ze zoo van harte, als dat de leiding des Geestes hun onmisbaar is. Zonder gebed gaat 't met een christen niet goed. Zoo is er geen vordering, geen wasdom. Zonder aan te houden in het gebed komen wij niet tot vrede, gaat 't licht niet voor ons op. Zijn wij traag in het bidden, er kan bij ons geen sprake zijn van een opgewekt geloofs leven noch van een godzalig leven. En zoo behoort 't toch bij Gods kinderen te zijn, dat zij hun licht laten schijnen voor de menschen, opdat deze hun goede werken zien en God ver heerlijken. Hun leven moet getuigen van liefde tot God, tot Christus, tot de broederen, tot alle menschen. Als krijgs knechten van Jezus Christus hebben zij hun leven lang te strijden tegen de zonde. Maar in eigen kracht gaat dat niet, want zij zijn zwak van moed en klein van krachten. Dat kan alleen, als wij bidden, dagelijksch bidden in den Heiligen Geest. Daarom heeft een christen steeds te zorgen, dat hij den H. G. in zich werken laat, en als hij bemerkt, dat het gebed verslapt, dit niet licht te achten. Hij moet op zijn hoede zijn tegen alles wat hem van het gebed kan afhouden. Er is zooveel, dat hem dringen moet tot een bidden zonder ophouden vijanden van buiten, strijd van binnen, een taak, die zijn kracht te boven gaat, de zwak heid van zijn hart. Hij wordt onrustig gemaakt door vragenhoe kom ik er door hoe blijf ik staande hoe zal ik overwinnen Maar, biddend in den H. G., zal hij ervaren, dat er verhooring bij God is, en Gods kracht in zijn zwakheid volbracht wordt. Economisch Weekoverzicht. Zoo juist verschenen het beste en volledigste, tot op heden geheel bijgewerkte en herziene brievenboek en de meest betrouwbare gids voor het dagelijksch leven of volledige verzameling van oor» spronkelijke modellen van brieven over alle mogelijke onderwerpen uit het dagelijksch leven, benevens rea questen, voorschriften bij geboorte en overlijden, huwelijk en echfschela ding, minder» en meerderjarigheid, ouderlijke macht, voogdij, kinderweta ten, erkenning en wettiging van kina deren, burgerlijke acten betreffende koop, huur, enz. en acten, die in den koophandel voorkomen, alsmede aller» lei wettelijke voorschriften, waarvan de kennisneming voor een ieder van belang is, testamenten, volmachten, successie, registratie en zegel, wissels, de ongevallenwet 1921, de kieswet, de sociale verzekeringswetten, de ara beldswet 1919, de arbeidsovereena komst, post, telegraaf en telefoon, ti tt belastingen, enz. u tl 10de herziene en geheel bijgewerkte druk Op verzoek ook toezending per post a f 1,70 ingenaaid, of f 2,20 gebonden. Er ging dan ook niet de minste invloed van hen uit. Hoe men ook speurt en zoekt, men vindt in de politieke litteratuur dier dagen nauwe» lijks hun spoor. Zelfs de' «revolutionairen» hielden zich niet met hen bezig, zoo zeker waren ze, dat van dién kant weinig gevaar te duchten was. Ja, er wis wel een «Oranjegroep». Die zuiver het herstel van den vroegeren toestand beoogde. Zooals de Prins van Oranje het in 1799, bij den inval der Engelschen en Russen in Noord-Holland duidelijk uiteenzette in zijn «Manifest», maar hij kreeg dan ook de »kleine luyden» van Vader Willem, den ,Prince»groep van 1672, de »Bijltjes« van 1749 niet achter zich. Afgezien van het feit, dat ook zij bij pruik en slaapmuts leefden 1 Oranje was hun te lang van de oude tradi» tiën vervreemd geraakt 1 Nogeens, om dit alles kunnen wij over dit tijdvad kort zijn. Toch moet het ons deze groote les leeren, waarvoor we het bewijs»materiaal uit de ge» schiedenisboeken dier dagen overvloedig kun» nen opgraven, deze les De «Revolutie», gezien de groote en groot» sche beloften, waarmee zij «de regeering van den volkswil» inluidde, is onmachtig geweest om er zelfs maar zóóveel van in vervulling te doen gaan, dat ze den blik tot het nage» slacht opheffen durft. Als de Muze der Historie zit om de figuren uit het verleden, die haar voorbijgaan te mon» steren, dan slaat die Revolutie van '95 be» schaamd het oog neer, want ze weet hoe ze slechts met todden en vodden aan verschijnen kan, die ternauwernood haar naaktheid bedek» ken en hoe 't armzalig bundeltje, dat ze mee» draagt, na tal van proefnemingen door 't Ne» derlandsche volk baloorig afgeworpen is. Zelfs de eigen voorstanders der Revolutie erkennen dit. En daarom is nader bewijs nauwelijks noo» dig. «Het was h ar kindertijd«, zegt men. «Zij moest nog leeren. Zij had geen tijd van vóór» oefening en voorbereiding gehad en daarom mag haar het fiasco, dat zij in menig opzicht maakte, slechts zeer ten deele worden in reke» nfng gebracht». Deze verontschuldiging geldt slechts voor een klein deel. De «Revolutie» heeft jaren van stille voor» bereiding gebkd. Van een ernstige staatspartij, die jaar op jaar op den uitkijk staat, wanneer héar tijd zou gekomen zijn, mag men toch verwachtten, dat zij ;n hoofdzaak over een practisch regeeringsprogram en over den regee» ringsvorm tot eenstemmigheid zal gekomen zijn Niets bleek op de proef minder wSar. In felle, niets ontziende critiek was de «Re» volutie» vóór 1795 sterk. Maar dit was gemak» kelijk spel, inderdaad was de Staatsmachine verroest en versleten en groeven de macht» hebbers van dien tijd den kuil van hun eigen ondergang. Maar als vervolg op die critiek werd na '95 positief werk gevraagd. En daarin schoot de «Revolutie» jammerlijk tekort. In 't afbreken was zij sterkhaar nieuwbouw werd«Revolutie«»bouw. Ga de feiten zelf maar na. De eerste «Constitutie», waarover de Natio» nale Vergadering zestien maanden(I) werk had, met zijn 918 artikelen spottenderwijs «het dik» ke boek» genaamd, werd toen eindelijk aan de volksstemming onderworpen werd, met groote meerderheid afgekeurd. Een tweede ontwerp werd eindelijk in 1798 onder Franschen soldatendruk er doorgesleept. 't Was het zuiverste ei, dat de »Revolutie« ooit heeft uitgebroed in ons vaderland, dat kan er van gezegd. Deze constitutie was hoofd» zakelijk het werk der ultra's der verst gaande »demociaten«, der «Jacobbijnen» van Holland De knap.-.te koppen uit revolutionair Neder» land hadden er hun krachten aan gewijder zat lijn in, er waren gedachten in uitgewerkt, het was nergens «bthoudend» en 't scheen wel, of zorgvuldig alle christelijk»historisch onkruid uit onze constitutioneelen hof verwij» derd was. Als de Revolutie practisch werk doen kon moest dit nü blijkenhaar kans had nooit schoon gestaan en de mannen, die min of meer met geweld de macht in handen gehou» den hadden, waren van zuiver revolutionairen bedde. Drie jaar, langer nietl heeft deze heerlijk» heid geduurd. Toen had feitelijk de Constitutie al uitge» diend. Ze bleek, naar later taalgebruik, een stokje, geen stekje te zijn. «Lees, wat prof. Blok er in zijn «Gesch. v. h. Ned. volk« over schrijft bij, «neutraal» bij uitnemendheid en van antirevolutionaire smetten vrij «De teleurstelling, ook der voormalige Patriotten werd steeds grootermen geloofde niet meer zoo vast in de beginselen van 1795 of in de constitutie van 1798men had meer dan genoeg van de Fransche alliantie en van de proefneming met de revolutionaire denkbeelden«. Eigenaardig is wel, dat men van meer dan een bepaling in die Constitutie van '98 in 's Lands historie leest, dat men in 1801 nog niet met de toepassing en uitvoering klaar gekomen was, d. w. z. dat ze drie jaar lang een doode letter gebleven was en natuurlijk met de Staatsregeling van 1801, die in menig opzicht weer naar het oude terug greep, ge» heel verviel. Dat kwam niet, wijl die Constitutie van '98 op zichzelf zoo slecht was, maar dat was juist een gevolgd van haar revolutionairen bouw. Maken we dit met een tweetal voorbeelden duidelijk. Dat 1795 voorgoed een einde maakte aan de zeven vrije republieken, met de honderd» en»zóóveel stedelijke onder«republiekjes, plus Ook deze bepaling is nooit ten volle uit» gevoerd de »Revolutie« eette ook hier een stokje, dat geen wortel schoot. JUDAS vers 20. «Maar, geliefden 1 bouwt gij u zeiven op uw allerheiligst geloof biddende in den Heiligen Geest«. (Slot.) Herstelling van de beroemde Kapel te Sofia. Bij het herstellen van de Kapel te Sofia kwam bij het afschuiven en reinigen der muren mosaic bloot, die tot de eerste en oudste christelijke kunst mag gerekend worden. de «overwonnen lands<reken« en dat alles saamsmeedde tot één land, gelijk het sinds dien tijd geweest is, dit behoort tot de «orde van zaken«, door en na de Revolutie ontstaan, die we naar Groen's vermanend woord wél te onderscheiden hebben van de beginselen der Revolutie zelve en waarvoor we dankbaar zijn. Doch wat deed nu de Constitutie van 1798 Zij ging vesl verder en wilde alle verschil tusschen Zeeuw en Fries, Hollander en Gro» ninger, uitdelgen van den aardbodem. Zij moesten allen tot «Bataven» worden saamge» smolten. En om dit proces te verhaasten en van het vroegere provincie»onderscheid zelfs geen heugenis te laten werd het vaderland in «departementen» verdeeld, opzettelijk zóó ge» sneen, dat hun grenzen zoo dwars en schots mogelijk door die der vroegere gewesten heen» gingen, een kaart van Nederland volgens die verdeeling, in departementale kleuren uit» gevoerd, moet men werkelijk eerst eens goed bezien, eer men aan de Zuiderzee en aan een paar groote rivieren het vaderland herkent 1 Dat was de practische toepassing der revo» lutionaire leer, welke Groen eens aldus om» schreven heeft«Wat is naar revolutionaire opvatting het volk 7 Een zielencijfer 1 Wat het vaderland? Een kinderentall Het tweede voorbeeld geldt de verhouding tusschen Kerk en Staat. Zoo blijven als ze was, kón deze niet. Zij was gebaseerd op de verhoudingen en inzichten tijdens de worsteling met Spanje en later wel, waar ze al te sterk knevelde door de practijk verzacht, maar nimmer grondig herzien. Die verhouding, tijdens de Republiek, kwam hierop neer. Er was een heerschende Staatskerk, de Nederduitsch Gereformeerde, die van de Over» heid vele voorrechten genoot, doch daartegen» over ook met vele banden aan die Overheid gekluisterd was. Er was eeD bevooroordeelde, doch geens» zins een vrije Kerk. Roomscben, Mennisten, Remonstranten, enz. werden officieel slechts geduld Vrijheid van openbare godsdienstoefening hadden ze eigen» lijk slechts bij oogluiking Tot verreweg de meeste ambten en bedieningen stond de toe» gang slechts open voor hen, die «professie deden van de gereformeerde religie». En allerlei andere, uiterlijke, materieele voor» rechten, die niets met de religie te maken hadden, waren het deel van de mannen der Staatskerk. Over welke, (er contrarie, lage en hooge magistraten de baas speelden. Geen predikant werd beroepen, geen koster ontslagen, geen klok geluid zonder hun goedvinden, ja de gevallen zijn niet zeldzaam dat de Overheid haar verreikenden arm tusschen de vergade» rende ambtsdragers inschoof en een recht» matig genomen besluit in de een of andere tuchtzaak uitschrapte en de volvoering onder scherpe bedreigingen ver! ood. Dit alles kón natuurlijk niet zoo blijven. Dat nu de Revolutie alle politiek onder» scheid tusschen d.- belijders der verschillende godsdiensten ophief; allen voor de Wet vol komen gelijkstelde, is wederom een «rechte slag», dien God in de historie met den krom» men stok der Revolutie geslagen heeft en waarover wij ons hebben te verblijden. Zelfs de bepaling, dat elke gezindte, zonder eenigen steun van den Staat, voortaan haar eigen eeredienst had te bekostigen, ontmoet bij ons indien maar geen wettig recht wordt gekrenkt geen tegenstand. Maar de Revolutie ging verder. Zij decreteerde, dat de Staat niets met de Kerk te maken had. Zelfs overleg en correspondentie werd ge» zocht noch begeerd. En de bepaling, dat de uitkeeringen van salaris aan de predikanten der Hervo.mde Kerk eenvoudig werden ingehouden, bij gratie nog naar afloopende schaal drie jaar zouden worden uitgekeerd, was eenvoudig schromelijk onrecht, omdat de in vroeger eeuw door de Overheid genaaste bezittingen niet werden teruggegeven. De beursrust is weer ten einde en heerscht er in het algemeen een behagelijker stemming ter markt, speciaal wat betreft die der Suiker» waarden en aanverwanten. Het artikel schijnt ter Indische markt wat beter te liggen en heeft de V. I. S. P. hare limite voor superieur wederom moeten verhoogen tot den prijs van f 17.25 per 100 K.G., zoodat er voor de goede maatschappijen, m. a w. die met een lagen kostprijs, een behoorlijk rendement overblijft. Men verwacht echter niet, dat de winsten over 1926 zoo groot zullen zijn, om» dat het opbrengstniveau vergeleken met voor» gaande jaren belangrijk is verlaagd. Evenwel moet de verwachting voor de volgende jaren weer beter zijn, vandaar dat er heel wat sui» keraandeelen zijn gekocht voor belegging, welke aandeelen in den effectentrommel ver» d wij nen, zoodat daarin een goede steun voor de markt zit en de tegenpartij niet veel heil ziet in een aanval op de koersen, welke voor sommige fondsen reeds zeer belangrijk zijn gestegen. Aandeelen Poerworedjo, een geliefd artikel, staan thans op ongeveer 126 °/o, Ned. Ind. Suiker Unie tegen 300 en aandeelen H. V. A. zijn bijna tot 700 gestegen, wat dus voor vroegere houders een zeer belang» Door de Vereeniging «Hendrik de Keyser» zijn aangekocht twee der oudste Amsterdam» sche huizen aan het Kattegat 4 en 6. ke avans beteekent. Zoo het gaat met de sui» keraandeelen, gaat het ook met de bankaan» deelen, die tenminste belang hebben bij de suikermarkt en konden aandeelen Indische Handelsbank tot 182 stijgen, alsmede Ko< loniale Banken tot 225 zoodat er voor beiden in kotten tijd 20 °/o °P zit. Intusschen heeft de suikermarkt nogal veel te doen gegeven voor de commissionnairs en is het voor hen te hopen, dat het publiek zich blijft interresseeren voor de effectenmarkt, want anders zoude het vleugje weer gauw afgeloopen zijn. De rubbermakt laat niet veel meer zien en blijven de prijzen van product en effecten op ongeveer gelijke hoogte met zeer kleine schommelingen. Er is dus geen richting in en heeft het geen nut er verdere beschou» wingen aan te wagen, men moet maar ge» duldig afwachten, wat er komen zal De tabaksmarkt ondervindt thans veel goeds van de verwachtingen voor de a.s. herfstvei» lingen, die opgewekt moeten worden volgens insiders. Amerika zal weer alles duur betalen, wat er voor haar aan de markt komt en dat is meestal niet veel, terwijl Duitschland lang» zamerhand de oude traditie gaat handhaven van machtig concurrent te zijn, die daarbij weer goed gaat betalen. Zoodoende worden voor Tabaksaandeelen wel zeer behoorlijke prijzen betaald, tenminste heden D nsdag doen aandeelen Deli Maatschappij 441 DeliBa» tavia 463°/o en Senembah 437 zoodat er schot in zit. Ook deze aandeelen worden ge» kocht voor den trommel, m.a.w. voor beleg» gingsdoeleinden, zoodat de markt er niet veel van terugziet in korten tijd. Het is ook hier te begrijpen dat de contraminepartij er niet voor voelt in den wind te gaan, want men krijgt de boel niet dan met een strop terug en zoo is het al maanden langl De wisselkoersen laten de laatste weken weer een stationnair beeld zien, voor Parijs ongeveer 7.35 en voor Brussel 6.95 zonder dat de handel van eenige beteekenis is. De geldhandel is eveneens rustig met veel aan» bod voor prolongatie, dat nog steeds onge» veer 2'/2 noteert. Het schijnt, dat het geld nog steeds overvloedig is, en dat er nog ruime kapitalen belegging zoeken, zoodat het daar» aan is te wijten, dat de aandeelenmarkt zoo vast blijft. In obligaties zoekt men zijn heil niet meer, omdat het rendement veel te laag wordt geacht en he' ziet et heelemaal niet naar uit, dat daarin voorloopig verandering komt. V erkoopingen Op Maandagen 6 en 19 September 1926 voorin. ll,3ü'uur (zomertijd) in 't Hotel «de Doelen» te Brielle, bij veiling en afslag Open» bare Vrijwillige Verkooping van 5»60»40 H.A. best Weiland in de gemeente en polder Nieu» wenhoorn, in Kouwenoord aan den Struitsche» dijk in 2 perceelen Betaling kooppenningen 1 November. Aan» vaarding 1 December 1926. Notaris C. LOEFF. Verkooping van diverse Woonhuizen te Middelharnis, gelegen aan het Vingerling en Oostdijk, op Woensdag 8 September 1926 bij veiling en op Woensdag 15 September 1926 bij afslag, telkens des avonds 7 uur (zomertijd) in hotel Meijer aldaar, ten verzoeke van de Erven S. Langbroek en C. van der Slooc Notaris VAN BUUREN. Woensdag 15 September 's namiddags 3 uur (zomertijd) te Ouddorp, ten verzoeke en bij de woning van den Heer J. Noorlander, om contant geld, van meubilaire goederen. W Notaris VAN DEN BERG. Woensdag 22 September te Stellendam in het Logement Mijnders, bij inzet en Woens» dag 29 September te Stellendam in het Loge» ment Kaashoek, bij afslag, telkens des namid» dags 3 uur (Zomertijd) van 9<08>80 H.A. of 19 Gem. 237 R. V. M. bouwland te Stellen» dam, ten Zuid Westen van en aan den Lange» weg, uitmakende kavel 17 van denEendrachts» polder, kadastraal bekend in Sectie B nos. 277, 278, 281, 282, 1503, 1504, 1505 en 1506, tot blootschoof 1926 in pacht bij de Gebroeders Kreeft, in 8 perceelen, combinatiën en massa. De perceelen zijn blootschoof 1926 door de koopers in gebruik te aanvaarden. Notarissen EIKENDAL en VAN GENDT te 's»Gravenhage en VAN DEN BERG te Goedereede. Vrijdag 24 September, des voormiddags 10 uur zomertijd, na [aankomst de tram, bij de schuur van den verkooper aan den Oudeland» sche Langeweg, bij de Westduinen te Ouddorp, vaneen bruin ruin paard oud 12 jaar, 2'/a jarige vaars, 17 Februari 1926 beloopen. Land» O bouwgereedschappen, mestput enz. ten verzoe» ke van den Heer Maarten Mastenbroek Cz. Notaris VAN DEN BERG. Zaterdag 25 September, bij inzet en Zaterdag 2 October bij afslag, telkens des avonds 6 uur (zomertijd) te Ouddorp in het Logement Akers» hoek, A. ten verzoeke van de erven W. Akers» ho k Pz. van J, Een huis met schuur, erf en tuin te Ouddorp, aan de Weststraat, Kad. Sectie E no. 2670, groot 6.46 aren, dadelijk te aanvaarden. 2. Een hectare 48 aren of 3 G. 67 R. V. M. bouwland te Ouddorp, in den Zuidhoek, polder West Nieuwland, kad. Sectie A no. 367, in 2 koopen en massa ver» huurd tot .blootschoof 1926 aan Klaas Tanis K.Kz. en Poulus Tanis Wz. en daarna tot 11 Nov. 1934 aan Klaas Tanis K.Kz. a f 409.14 per jaar. 3. Een perceel bouwland te Ouddorp in het Oudeland, aan Kommersweg, kad. Sectie E no. 857, groot 85.90, aren of 1 G. 261 R. V M. verhuurd tot 11 Nov. 1934 aan Klaas Mastenbroek C.Jz a f 163.58 per jaar. 4. Een perceel bouwland te Ouddorp in het oude Nieuwland, op de Enden, kad. Sectie B no. 447, groot 51.80 aren of 1 G 38'/2 R. V. M„ verhuurd tot 11 Nov. 1930 aan Jocob Klijn Mz. f 60 per jaar. 5. Een perceel bouwland te Goedereede, in Nieuw Wrsterloo in Schel» hoek, kad. Sectie B no. 401, groot 81.60 aren of 1 G 233 R. V. M. verhuurd tot 11 Nov. 1934 aan Eeuwit Sanifort Pz. a f 209 12 per jaar. 6 Een perceel bouwland te Goedereede in den Plaspolder, kad. Sectie B no. 309, groot 43.10 aren of 281V2 R. V. M. verhuurd tot 11 Nov. 1930 aan Weduwe Poulus Grin wis f 157.18 per jaar. 7. Een 52ste gedeelte in de z g. Middelduinen onder Ouddorp, geheel kadastraal bekend Sectie B. no. 373, 466,491, 834, 1172 en 1173, groot 120.36.80. H.A. B. t-n verzoeke yan de erven Arie de Kluiver van Een huis mA schuur en tuin te Oudorp nabij het dorp, kad. Sectie E nos. 1204 en 2254 groot 10.80 aren of 70'/2 R. V. M. in 2 per» ceelen en massa, dadelijk te aanvaarden. C. ten verzoeke van den heer Cornelis Mastenbroek Jaczbszoon te Ouddorp van een aandeel in de Coöperatieve vereeniging Coöp. Cichorei» drogerij «Onverwacht» te Ouddorp, met alle aan het lidmaatschap dier vereeniging over 1926/27 en vervolgens verbonden rechten en verplichtingen. Notaris VAN DEN BERG. Op nader te bepalen datums is de tweede helft in September 1926, veiling en afslag van 3.52.10 H.A. (7 gem. 200 R. V M.) bouwland te Dirksland, in polder Dirksland, Kad. Sectie C No. 497. In huur geweest bij den heer P. Kaslander Jz. te Dirksland. Dadelijk te aan» vaarden. Notarissen Mr. TH. SNELLEN te Utrecht en L. VAN DER SLUIJS te Dirksland.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 2