lueld's Groot BrieuenDoeh
goor den Jonèag
AAN ONZE LEZERS
AKVELD'S GROOT BRIEVENBOEK
is een Raadgever inzake recht en wet
en een Encyclopaedic voor kantoor
en huis.
Prijs Ing. f 1,45 Geb. f 1,95
afgehaald aan ons Bureau.
II
Hoe de geloovigen zichzelven moeten
bouwen, leeren de laatste woorden van
onzen tekst: „biddende in den Heiligen
Geest". Het gebed is het middel bi
uitnemendheid om opgebouwd te wor
IVIIJNHAftDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer-Tabietten 60 ct.
Zenuw-Tabletten75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Maag-Tabletten 75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten
den, om toe te nemen in heiligmaking,
om tot meer vrede en licht te komen.
Maar dan moet 't ook een waar gebed
zijn en dat is een bidden in den Hei
ligen Geest.
„In den Heiligen Geest" d.i. in de
gemeenschap met den Geest, die in ons
woont, door Zijn kracht, die in ons
werkt. Bidden is maar niet woorden
prevelen met de lippen, terwijl het hart
er niet in deelt. Recht te bidden is alleen
mogelijk door de inwerking van Gods
Geest. Voor onszelven kunnen wij niet
bidden, daar wij onzen nood niet recht
kennen. De H. G., die ons daaraan
ontdekt, verwekt in ons de rechte ge
bedsstemming. Door de gemeenschap
die wij met Hem hebben uit kracht van
Zijn inwoning in ons, bidt Hij in en
door ons, zoodat ons bidden met dat
van den Geest samenvloeit.
Zulk bidden in den Heiligen Geest
onderscheidt zich in vele opzichten van
bidden, dat slechts lippentaal is. Velen
zijn in hun bidden zoo lauw en traag,
waar 't hun geestelijken nooddrift be
treft. Het is hun eigenlijk niet om de
zaak te doen. Zij kunnen 't nog best in
hun toestand uithouden. Er wordt geen
wezenlijke behoefte gevoeld aan het
geen zij vragen. Anderen beginnen te
bidden, maar volharden niet. Als de
verhooring uitblijft, verslapt het gebed,
om ten slotte op te houden. Weer
anderen vindt ge, bij wie de, toon van
ootmoed in het gebed geheel gemist
wordt. Men heeft geen besef, dat men
een zondaar is, die alles verbeurd heeft,
maar gaat uit van de gedachte, dat God
eigenlijk verplicht is te geven, wat men
vraagt. Men legt zijn smeekingen niet
neer op de offerande van Christus, maar
men komt als rechthebbende tot God
met een beroep op zijn eigen gerech
tigheid. En hoe menigeen is er, wiens
gebed geen kracht vindt in het vaste
verhouwen, dat God zeker wil verhoo-
ren en om Christus' wil ook zai geven,
wat ons goed is. Wij behoeven niet te
zeggen, dat dit alles geen waar bidden
is, dat van God verhoord wordt. Die
bidt in den Heiligen Geest is in zijn
bidden oprecht. Wat zijn mond vraagt,
wordt door het hart begeerd. Daarom
laat hij God niet los, al vertoeft Hij.
Het gebed kan wel eens verslappen,
maar ophouden niet. Hij bidt en blijft
bidden, omdat hij niet anders kan. De
H. G. drijft hem altijd weer tot bidden.
En hij komt tot God, zooals 't hem,
een diepschuldig zondaar, betaamt, om
een gunst te vragen, om genade te
begeeren. 't Kan zijn, dat twijfel en
vrees alle kracht aan zijn gebed ont
nemen, maar als hij bidt in den Heiligen
Geest, dan twijfelt hij niet, maar wijst
God op hetgeen Hij belooft heeft, en
daarop pleitende verwacht hij op Gods
tijd de verhooring van zijn gebed.
Zulk een gebed zal rijke vrucht dra
gen. Door Gods genade vermag het
veel. Zonder gebed geen leven, geen
opwassen in de genade. Moeten wij
zeggen, dat wij niet ontvangen, het is,
omdat wij niet bidden of kwalijk bidden.
De diepte van onzen val openbaart
zich vooral hierin, dat er zijn en
in dezen tijd zijn 't niet weinigen
die niet meer bidden. Hoever moet een
mensch van God vervreemd zijn, die
het gebed niet meer noodig acht. Het
is een leven zonder God. Voor hem
rekent God niet mede: hij heeft met
God afgedaan. Maar daarom is zulk
een mensch niet los van God, want
God blijft zijn Schepper, aan wien hij
rekenschap van al zijn daden verschul
digd is. En wij weten 't uit Zijn woord
die zonder Hem geleefd heeft, zal ook
zonder Hem sterven, zonder Zijn hulp
en genade voor eeuwig omkomen. Zul
len wij 't eeuwige leven beërven, dan
moeten wij 't hier biddend begeeren.
't Zal de behoefte van den oprechte
zijn, dat de Heere hem leere bidden
want hij gevoelt, 't van zichzelven niet
te kunnen. Daarom gaat zijn begeerte
uit naar den Heiligen Geest, dat Die
hem zijn nood en ellende recht doe
kennen. „Heere leer mij bidden", dat
is een bede die gedurig weer uit het
hart van Gods kinderen opwelt, bij het
gevoel van hun onvermogen en geeste
lijke traagheid. Niets erkennen ze zoo
van harte, als dat de leiding des Geestes
hun onmisbaar is.
Zonder gebed gaat 't met een christen
niet goed. Zoo is er geen vordering,
geen wasdom. Zonder aan te houden in
het gebed komen wij niet tot vrede,
gaat 't licht niet voor ons op. Zijn wij
traag in het bidden, er kan bij ons geen
sprake zijn van een opgewekt geloofs
leven noch van een godzalig leven.
En zoo behoort 't toch bij Gods
kinderen te zijn, dat zij hun licht laten
schijnen voor de menschen, opdat deze
hun goede werken zien en God ver
heerlijken. Hun leven moet getuigen
van liefde tot God, tot Christus, tot de
broederen, tot alle menschen. Als krijgs
knechten van Jezus Christus hebben zij
hun leven lang te strijden tegen de
zonde. Maar in eigen kracht gaat dat
niet, want zij zijn zwak van moed en
klein van krachten. Dat kan alleen, als
wij bidden, dagelijksch bidden in den
Heiligen Geest.
Daarom heeft een christen steeds te
zorgen, dat hij den H. G. in zich werken
laat, en als hij bemerkt, dat het gebed
verslapt, dit niet licht te achten. Hij
moet op zijn hoede zijn tegen alles wat
hem van het gebed kan afhouden. Er
is zooveel, dat hem dringen moet tot
een bidden zonder ophouden vijanden
van buiten, strijd van binnen, een taak,
die zijn kracht te boven gaat, de zwak
heid van zijn hart. Hij wordt onrustig
gemaakt door vragenhoe kom ik er
door hoe blijf ik staande hoe zal ik
overwinnen Maar, biddend in den H.
G., zal hij ervaren, dat er verhooring
bij God is, en Gods kracht in zijn
zwakheid volbracht wordt.
Economisch
Weekoverzicht.
Zoo juist verschenen het beste en volledigste,
tot op heden geheel bijgewerkte en herziene
brievenboek en de meest betrouwbare gids
voor het dagelijksch leven
of volledige verzameling van oor»
spronkelijke modellen van brieven
over alle mogelijke onderwerpen uit
het dagelijksch leven, benevens rea
questen, voorschriften bij geboorte
en overlijden, huwelijk en echfschela
ding, minder» en meerderjarigheid,
ouderlijke macht, voogdij, kinderweta
ten, erkenning en wettiging van kina
deren, burgerlijke acten betreffende
koop, huur, enz. en acten, die in den
koophandel voorkomen, alsmede aller»
lei wettelijke voorschriften, waarvan
de kennisneming voor een ieder van
belang is, testamenten, volmachten,
successie, registratie en zegel, wissels,
de ongevallenwet 1921, de kieswet,
de sociale verzekeringswetten, de ara
beldswet 1919, de arbeidsovereena
komst, post, telegraaf en telefoon,
ti tt belastingen, enz. u tl
10de herziene en geheel
bijgewerkte druk
Op verzoek ook toezending per post a
f 1,70 ingenaaid, of f 2,20 gebonden.
Er ging dan ook niet de minste invloed
van hen uit.
Hoe men ook speurt en zoekt, men vindt
in de politieke litteratuur dier dagen nauwe»
lijks hun spoor. Zelfs de' «revolutionairen»
hielden zich niet met hen bezig, zoo zeker
waren ze, dat van dién kant weinig gevaar te
duchten was.
Ja, er wis wel een «Oranjegroep».
Die zuiver het herstel van den vroegeren
toestand beoogde.
Zooals de Prins van Oranje het in 1799,
bij den inval der Engelschen en Russen in
Noord-Holland duidelijk uiteenzette in zijn
«Manifest», maar hij kreeg dan ook de »kleine
luyden» van Vader Willem, den ,Prince»groep
van 1672, de »Bijltjes« van 1749 niet achter
zich.
Afgezien van het feit, dat ook zij bij pruik
en slaapmuts leefden 1
Oranje was hun te lang van de oude tradi»
tiën vervreemd geraakt 1
Nogeens, om dit alles kunnen wij over
dit tijdvad kort zijn.
Toch moet het ons deze groote les leeren,
waarvoor we het bewijs»materiaal uit de ge»
schiedenisboeken dier dagen overvloedig kun»
nen opgraven, deze les
De «Revolutie», gezien de groote en groot»
sche beloften, waarmee zij «de regeering van
den volkswil» inluidde, is onmachtig geweest
om er zelfs maar zóóveel van in vervulling
te doen gaan, dat ze den blik tot het nage»
slacht opheffen durft.
Als de Muze der Historie zit om de figuren
uit het verleden, die haar voorbijgaan te mon»
steren, dan slaat die Revolutie van '95 be»
schaamd het oog neer, want ze weet hoe ze
slechts met todden en vodden aan verschijnen
kan, die ternauwernood haar naaktheid bedek»
ken en hoe 't armzalig bundeltje, dat ze mee»
draagt, na tal van proefnemingen door 't Ne»
derlandsche volk baloorig afgeworpen is.
Zelfs de eigen voorstanders der Revolutie
erkennen dit.
En daarom is nader bewijs nauwelijks noo»
dig.
«Het was h ar kindertijd«, zegt men. «Zij
moest nog leeren. Zij had geen tijd van vóór»
oefening en voorbereiding gehad en daarom
mag haar het fiasco, dat zij in menig opzicht
maakte, slechts zeer ten deele worden in reke»
nfng gebracht».
Deze verontschuldiging geldt slechts voor
een klein deel.
De «Revolutie» heeft jaren van stille voor»
bereiding gebkd. Van een ernstige staatspartij,
die jaar op jaar op den uitkijk staat, wanneer
héar tijd zou gekomen zijn, mag men toch
verwachtten, dat zij ;n hoofdzaak over een
practisch regeeringsprogram en over den regee»
ringsvorm tot eenstemmigheid zal gekomen
zijn
Niets bleek op de proef minder wSar.
In felle, niets ontziende critiek was de «Re»
volutie» vóór 1795 sterk. Maar dit was gemak»
kelijk spel, inderdaad was de Staatsmachine
verroest en versleten en groeven de macht»
hebbers van dien tijd den kuil van hun eigen
ondergang.
Maar als vervolg op die critiek werd na
'95 positief werk gevraagd.
En daarin schoot de «Revolutie» jammerlijk
tekort.
In 't afbreken was zij sterkhaar nieuwbouw
werd«Revolutie«»bouw.
Ga de feiten zelf maar na.
De eerste «Constitutie», waarover de Natio»
nale Vergadering zestien maanden(I) werk had,
met zijn 918 artikelen spottenderwijs «het dik»
ke boek» genaamd, werd toen eindelijk aan
de volksstemming onderworpen werd, met
groote meerderheid afgekeurd.
Een tweede ontwerp werd eindelijk in 1798
onder Franschen soldatendruk er doorgesleept.
't Was het zuiverste ei, dat de »Revolutie«
ooit heeft uitgebroed in ons vaderland, dat
kan er van gezegd. Deze constitutie was hoofd»
zakelijk het werk der ultra's der verst gaande
»demociaten«, der «Jacobbijnen» van Holland
De knap.-.te koppen uit revolutionair Neder»
land hadden er hun krachten aan gewijder
zat lijn in, er waren gedachten in uitgewerkt,
het was nergens «bthoudend» en 't scheen
wel, of zorgvuldig alle christelijk»historisch
onkruid uit onze constitutioneelen hof verwij»
derd was.
Als de Revolutie practisch werk doen kon
moest dit nü blijkenhaar kans had nooit
schoon gestaan en de mannen, die min of
meer met geweld de macht in handen gehou»
den hadden, waren van zuiver revolutionairen
bedde.
Drie jaar, langer nietl heeft deze heerlijk»
heid geduurd.
Toen had feitelijk de Constitutie al uitge»
diend.
Ze bleek, naar later taalgebruik, een stokje,
geen stekje te zijn. «Lees, wat prof. Blok er
in zijn «Gesch. v. h. Ned. volk« over schrijft
bij, «neutraal» bij uitnemendheid en van
antirevolutionaire smetten vrij
«De teleurstelling, ook der voormalige
Patriotten werd steeds grootermen geloofde
niet meer zoo vast in de beginselen van
1795 of in de constitutie van 1798men
had meer dan genoeg van de Fransche
alliantie en van de proefneming met de
revolutionaire denkbeelden«.
Eigenaardig is wel, dat men van meer dan
een bepaling in die Constitutie van '98 in
's Lands historie leest, dat men in 1801 nog
niet met de toepassing en uitvoering klaar
gekomen was, d. w. z. dat ze drie jaar lang
een doode letter gebleven was en natuurlijk
met de Staatsregeling van 1801, die in menig
opzicht weer naar het oude terug greep, ge»
heel verviel.
Dat kwam niet, wijl die Constitutie van '98
op zichzelf zoo slecht was, maar dat was juist
een gevolgd van haar revolutionairen bouw.
Maken we dit met een tweetal voorbeelden
duidelijk.
Dat 1795 voorgoed een einde maakte aan
de zeven vrije republieken, met de honderd»
en»zóóveel stedelijke onder«republiekjes, plus
Ook deze bepaling is nooit ten volle uit»
gevoerd de »Revolutie« eette ook hier een
stokje, dat geen wortel schoot.
JUDAS vers 20.
«Maar, geliefden 1 bouwt gij u
zeiven op uw allerheiligst geloof
biddende in den Heiligen Geest«.
(Slot.)
Herstelling van de beroemde Kapel te Sofia.
Bij het herstellen van de Kapel te Sofia kwam bij het afschuiven en reinigen der muren
mosaic bloot, die tot de eerste en oudste christelijke kunst mag gerekend worden.
de «overwonnen lands<reken« en dat alles
saamsmeedde tot één land, gelijk het sinds
dien tijd geweest is, dit behoort tot de
«orde van zaken«, door en na de Revolutie
ontstaan, die we naar Groen's vermanend
woord wél te onderscheiden hebben van de
beginselen der Revolutie zelve en waarvoor
we dankbaar zijn.
Doch wat deed nu de Constitutie van 1798
Zij ging vesl verder en wilde alle verschil
tusschen Zeeuw en Fries, Hollander en Gro»
ninger, uitdelgen van den aardbodem. Zij
moesten allen tot «Bataven» worden saamge»
smolten. En om dit proces te verhaasten en
van het vroegere provincie»onderscheid zelfs
geen heugenis te laten werd het vaderland in
«departementen» verdeeld, opzettelijk zóó ge»
sneen, dat hun grenzen zoo dwars en schots
mogelijk door die der vroegere gewesten heen»
gingen, een kaart van Nederland volgens
die verdeeling, in departementale kleuren uit»
gevoerd, moet men werkelijk eerst eens goed
bezien, eer men aan de Zuiderzee en aan een
paar groote rivieren het vaderland herkent 1
Dat was de practische toepassing der revo»
lutionaire leer, welke Groen eens aldus om»
schreven heeft«Wat is naar revolutionaire
opvatting het volk 7 Een zielencijfer 1 Wat het
vaderland? Een kinderentall
Het tweede voorbeeld geldt de verhouding
tusschen Kerk en Staat.
Zoo blijven als ze was, kón deze niet.
Zij was gebaseerd op de verhoudingen en
inzichten tijdens de worsteling met Spanje en
later wel, waar ze al te sterk knevelde door
de practijk verzacht, maar nimmer grondig
herzien.
Die verhouding, tijdens de Republiek, kwam
hierop neer.
Er was een heerschende Staatskerk, de
Nederduitsch Gereformeerde, die van de Over»
heid vele voorrechten genoot, doch daartegen»
over ook met vele banden aan die Overheid
gekluisterd was.
Er was eeD bevooroordeelde, doch geens»
zins een vrije Kerk.
Roomscben, Mennisten, Remonstranten, enz.
werden officieel slechts geduld Vrijheid van
openbare godsdienstoefening hadden ze eigen»
lijk slechts bij oogluiking Tot verreweg de
meeste ambten en bedieningen stond de toe»
gang slechts open voor hen, die «professie
deden van de gereformeerde religie». En
allerlei andere, uiterlijke, materieele voor»
rechten, die niets met de religie te maken
hadden, waren het deel van de mannen der
Staatskerk.
Over welke, (er contrarie, lage en hooge
magistraten de baas speelden. Geen predikant
werd beroepen, geen koster ontslagen, geen
klok geluid zonder hun goedvinden, ja de
gevallen zijn niet zeldzaam dat de Overheid
haar verreikenden arm tusschen de vergade»
rende ambtsdragers inschoof en een recht»
matig genomen besluit in de een of andere
tuchtzaak uitschrapte en de volvoering onder
scherpe bedreigingen ver! ood.
Dit alles kón natuurlijk niet zoo blijven.
Dat nu de Revolutie alle politiek onder»
scheid tusschen d.- belijders der verschillende
godsdiensten ophief; allen voor de Wet vol
komen gelijkstelde, is wederom een «rechte
slag», dien God in de historie met den krom»
men stok der Revolutie geslagen heeft en
waarover wij ons hebben te verblijden.
Zelfs de bepaling, dat elke gezindte, zonder
eenigen steun van den Staat, voortaan haar
eigen eeredienst had te bekostigen, ontmoet
bij ons indien maar geen wettig recht wordt
gekrenkt geen tegenstand.
Maar de Revolutie ging verder.
Zij decreteerde, dat de Staat niets met de
Kerk te maken had.
Zelfs overleg en correspondentie werd ge»
zocht noch begeerd.
En de bepaling, dat de uitkeeringen van
salaris aan de predikanten der Hervo.mde
Kerk eenvoudig werden ingehouden, bij gratie
nog naar afloopende schaal drie jaar zouden
worden uitgekeerd, was eenvoudig schromelijk
onrecht, omdat de in vroeger eeuw door de
Overheid genaaste bezittingen niet werden
teruggegeven.
De beursrust is weer ten einde en heerscht
er in het algemeen een behagelijker stemming
ter markt, speciaal wat betreft die der Suiker»
waarden en aanverwanten. Het artikel schijnt
ter Indische markt wat beter te liggen en
heeft de V. I. S. P. hare limite voor superieur
wederom moeten verhoogen tot den prijs van
f 17.25 per 100 K.G., zoodat er voor de
goede maatschappijen, m. a w. die met een
lagen kostprijs, een behoorlijk rendement
overblijft. Men verwacht echter niet, dat de
winsten over 1926 zoo groot zullen zijn, om»
dat het opbrengstniveau vergeleken met voor»
gaande jaren belangrijk is verlaagd. Evenwel
moet de verwachting voor de volgende jaren
weer beter zijn, vandaar dat er heel wat sui»
keraandeelen zijn gekocht voor belegging,
welke aandeelen in den effectentrommel ver»
d wij nen, zoodat daarin een goede steun voor
de markt zit en de tegenpartij niet veel heil
ziet in een aanval op de koersen, welke voor
sommige fondsen reeds zeer belangrijk zijn
gestegen. Aandeelen Poerworedjo, een geliefd
artikel, staan thans op ongeveer 126 °/o, Ned.
Ind. Suiker Unie tegen 300 en aandeelen
H. V. A. zijn bijna tot 700 gestegen, wat
dus voor vroegere houders een zeer belang»
Door de Vereeniging «Hendrik de Keyser»
zijn aangekocht twee der oudste Amsterdam»
sche huizen aan het Kattegat 4 en 6.
ke avans beteekent. Zoo het gaat met de sui»
keraandeelen, gaat het ook met de bankaan»
deelen, die tenminste belang hebben bij de
suikermarkt en konden aandeelen Indische
Handelsbank tot 182 stijgen, alsmede Ko<
loniale Banken tot 225 zoodat er voor
beiden in kotten tijd 20 °/o °P zit.
Intusschen heeft de suikermarkt nogal veel
te doen gegeven voor de commissionnairs en
is het voor hen te hopen, dat het publiek
zich blijft interresseeren voor de effectenmarkt,
want anders zoude het vleugje weer gauw
afgeloopen zijn.
De rubbermakt laat niet veel meer zien en
blijven de prijzen van product en effecten
op ongeveer gelijke hoogte met zeer kleine
schommelingen. Er is dus geen richting in
en heeft het geen nut er verdere beschou»
wingen aan te wagen, men moet maar ge»
duldig afwachten, wat er komen zal
De tabaksmarkt ondervindt thans veel goeds
van de verwachtingen voor de a.s. herfstvei»
lingen, die opgewekt moeten worden volgens
insiders. Amerika zal weer alles duur betalen,
wat er voor haar aan de markt komt en dat
is meestal niet veel, terwijl Duitschland lang»
zamerhand de oude traditie gaat handhaven
van machtig concurrent te zijn, die daarbij
weer goed gaat betalen. Zoodoende worden
voor Tabaksaandeelen wel zeer behoorlijke
prijzen betaald, tenminste heden D nsdag doen
aandeelen Deli Maatschappij 441 DeliBa»
tavia 463°/o en Senembah 437 zoodat er
schot in zit. Ook deze aandeelen worden ge»
kocht voor den trommel, m.a.w. voor beleg»
gingsdoeleinden, zoodat de markt er niet veel
van terugziet in korten tijd. Het is ook hier
te begrijpen dat de contraminepartij er niet
voor voelt in den wind te gaan, want men
krijgt de boel niet dan met een strop terug
en zoo is het al maanden langl
De wisselkoersen laten de laatste weken
weer een stationnair beeld zien, voor Parijs
ongeveer 7.35 en voor Brussel 6.95 zonder
dat de handel van eenige beteekenis is. De
geldhandel is eveneens rustig met veel aan»
bod voor prolongatie, dat nog steeds onge»
veer 2'/2 noteert. Het schijnt, dat het geld
nog steeds overvloedig is, en dat er nog ruime
kapitalen belegging zoeken, zoodat het daar»
aan is te wijten, dat de aandeelenmarkt zoo
vast blijft. In obligaties zoekt men zijn heil
niet meer, omdat het rendement veel te laag
wordt geacht en he' ziet et heelemaal niet
naar uit, dat daarin voorloopig verandering
komt.
V erkoopingen
Op Maandagen 6 en 19 September 1926
voorin. ll,3ü'uur (zomertijd) in 't Hotel «de
Doelen» te Brielle, bij veiling en afslag Open»
bare Vrijwillige Verkooping van 5»60»40 H.A.
best Weiland in de gemeente en polder Nieu»
wenhoorn, in Kouwenoord aan den Struitsche»
dijk in 2 perceelen
Betaling kooppenningen 1 November. Aan»
vaarding 1 December 1926.
Notaris C. LOEFF.
Verkooping van diverse Woonhuizen te
Middelharnis, gelegen aan het Vingerling en
Oostdijk, op Woensdag 8 September 1926 bij
veiling en op Woensdag 15 September 1926
bij afslag, telkens des avonds 7 uur (zomertijd)
in hotel Meijer aldaar, ten verzoeke van de
Erven S. Langbroek en C. van der Slooc
Notaris VAN BUUREN.
Woensdag 15 September 's namiddags 3
uur (zomertijd) te Ouddorp, ten verzoeke en
bij de woning van den Heer J. Noorlander,
om contant geld, van meubilaire goederen. W
Notaris VAN DEN BERG.
Woensdag 22 September te Stellendam in
het Logement Mijnders, bij inzet en Woens»
dag 29 September te Stellendam in het Loge»
ment Kaashoek, bij afslag, telkens des namid»
dags 3 uur (Zomertijd) van 9<08>80 H.A. of
19 Gem. 237 R. V. M. bouwland te Stellen»
dam, ten Zuid Westen van en aan den Lange»
weg, uitmakende kavel 17 van denEendrachts»
polder, kadastraal bekend in Sectie B nos. 277,
278, 281, 282, 1503, 1504, 1505 en 1506, tot
blootschoof 1926 in pacht bij de Gebroeders
Kreeft, in 8 perceelen, combinatiën en massa.
De perceelen zijn blootschoof 1926 door de
koopers in gebruik te aanvaarden.
Notarissen EIKENDAL en VAN GENDT
te 's»Gravenhage en VAN DEN BERG te
Goedereede.
Vrijdag 24 September, des voormiddags 10
uur zomertijd, na [aankomst de tram, bij de
schuur van den verkooper aan den Oudeland»
sche Langeweg, bij de Westduinen te Ouddorp,
vaneen bruin ruin paard oud 12 jaar, 2'/a
jarige vaars, 17 Februari 1926 beloopen. Land» O
bouwgereedschappen, mestput enz. ten verzoe»
ke van den Heer Maarten Mastenbroek Cz.
Notaris VAN DEN BERG.
Zaterdag 25 September, bij inzet en Zaterdag
2 October bij afslag, telkens des avonds 6 uur
(zomertijd) te Ouddorp in het Logement Akers»
hoek, A. ten verzoeke van de erven W. Akers»
ho k Pz. van J, Een huis met schuur, erf en
tuin te Ouddorp, aan de Weststraat, Kad.
Sectie E no. 2670, groot 6.46 aren, dadelijk
te aanvaarden. 2. Een hectare 48 aren of 3
G. 67 R. V. M. bouwland te Ouddorp, in
den Zuidhoek, polder West Nieuwland, kad.
Sectie A no. 367, in 2 koopen en massa ver»
huurd tot .blootschoof 1926 aan Klaas Tanis
K.Kz. en Poulus Tanis Wz. en daarna tot 11
Nov. 1934 aan Klaas Tanis K.Kz. a f 409.14
per jaar. 3. Een perceel bouwland te Ouddorp
in het Oudeland, aan Kommersweg, kad. Sectie
E no. 857, groot 85.90, aren of 1 G. 261 R.
V M. verhuurd tot 11 Nov. 1934 aan Klaas
Mastenbroek C.Jz a f 163.58 per jaar. 4. Een
perceel bouwland te Ouddorp in het oude
Nieuwland, op de Enden, kad. Sectie B no.
447, groot 51.80 aren of 1 G 38'/2 R. V. M„
verhuurd tot 11 Nov. 1930 aan Jocob Klijn
Mz. f 60 per jaar. 5. Een perceel bouwland
te Goedereede, in Nieuw Wrsterloo in Schel»
hoek, kad. Sectie B no. 401, groot 81.60 aren
of 1 G 233 R. V. M. verhuurd tot 11 Nov.
1934 aan Eeuwit Sanifort Pz. a f 209 12 per
jaar. 6 Een perceel bouwland te Goedereede
in den Plaspolder, kad. Sectie B no. 309, groot
43.10 aren of 281V2 R. V. M. verhuurd tot
11 Nov. 1930 aan Weduwe Poulus Grin wis
f 157.18 per jaar. 7. Een 52ste gedeelte in
de z g. Middelduinen onder Ouddorp, geheel
kadastraal bekend Sectie B. no. 373, 466,491,
834, 1172 en 1173, groot 120.36.80. H.A. B.
t-n verzoeke yan de erven Arie de Kluiver
van Een huis mA schuur en tuin te Oudorp
nabij het dorp, kad. Sectie E nos. 1204 en 2254
groot 10.80 aren of 70'/2 R. V. M. in 2 per»
ceelen en massa, dadelijk te aanvaarden. C. ten
verzoeke van den heer Cornelis Mastenbroek
Jaczbszoon te Ouddorp van een aandeel in
de Coöperatieve vereeniging Coöp. Cichorei»
drogerij «Onverwacht» te Ouddorp, met alle
aan het lidmaatschap dier vereeniging over
1926/27 en vervolgens verbonden rechten en
verplichtingen.
Notaris VAN DEN BERG.
Op nader te bepalen datums is de tweede
helft in September 1926, veiling en afslag van
3.52.10 H.A. (7 gem. 200 R. V M.) bouwland
te Dirksland, in polder Dirksland, Kad. Sectie
C No. 497. In huur geweest bij den heer P.
Kaslander Jz. te Dirksland. Dadelijk te aan»
vaarden.
Notarissen Mr. TH. SNELLEN te Utrecht
en L. VAN DER SLUIJS te Dirksland.