S 8 i I 8 aak. jmsuvr Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. ladtriaiin Me H. U. d. BIGGELAAR CO. ff KESf m li kMB IN HOG SIGNO YINCES PAPIER genbank nten uit voorraad No. 3256 ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1926 41ste JAARGANG EERSTE BLAD. vi Op den Uitkijk. El li n-gebiften. [NE i NIEUW 5 200, rotterdam SOmmELSDIJK" miMIflHtlfHlliS Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Het bouwen der Profeten-graven Reclame-Mededeelingen. ROOSENDAAL. I I II September 1926 bij 15 September 1926 Is 7 uur (zomertijd) i verzoeke van de van der Slooi. /AN BUUREN 9 September 1926 ten koffiehuize van ■en, bij veiling en van elhuis met schuur imonshaven, groot huis, schuurtje en groot 06 aren, 35 :ober 1926. Te be» a 8 September a s. ir. eer L. van Rij Gz. te Zuidland. taris C. LOEFF. r te Stellendam in ij inzet en Woens» ndam in het Loge» telkens des namid» in 9-08*80 H.A. of uwland te Stellen» en aan den Lange» can denEendrachts» n Sectie B nos. 277, 1505 en 1506, tot bij de Gebroeders binatiën en massa, loof 1926 door de aarden. en VAN GENDT DEN BERG te turns is de tweede :iling en afslag van L V. M bouwland ksland, Kad. Sectie st bij den heer P. Dadelijk te aan» ïLLEN te Utrecht ♦e Dirksland. R S, Mee. Dent, erdütm. Prijs per Nieuwste methode. —3, Dinsdag en allerbeste. J RAAT 73 g Rb AM. •ge prijzen. TAFELLAKENS Restaurants, n Partijen - V ruime sorteering ot 10 M. lang, dito tot 10 M. Groote ALEN, IJZEREN EREN SCHOOR, n meer. ÏROPPERT, ordplein 19. 3elden aan leden ,-jaars. Ze neemt Vio PCt- 's-jaars, n. Voorschotten ks aangevraagd :r leden van het heid tot inbreng en gelden eiken uodo van 6—8 uup ;assierlU8fPI8!L •>WS UI 1 I 1 I n EIKEN, en GE» JBELEN, LEER» en .NITUREN, LIN» FFETTEN, THEE» NTEN, TAFEL, en N, KARPETTEN, z. Wij vestigen uw >ude kussenstoelen ima vaklui gestof» Vlugge bediening. :lend, gelden aan leden egen 3'/a °/o 's jaars. nen dagelijks wor» een der leden van 30RURENDonder» ond van 6—8 uur. LEMAN, Dirksland Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling, BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. F Tijdens Zijn omwandeling op aarde verweet de Heiland den leiders van het Joodsche Volk dat zij de graven der profeten opbouwden en hun graven versierden, maar dat zij aan der pro feten werk vreemd bleven. Is het in onze dagen niet evenzoo In enkele artike'en toonden wij aan, dat het beroep op Groen onjuist is en dat men daarentegen den levens arbeid van Groen poogt af te breken. Natuurlijk willen w i aannemen dat dit niet wetens en willens geschiedt. fcEen grove mate van onkunde ligt er ^aan ten grondslag. Dat men zich op den arbeid der vaderen wil beroepen heeft zijn goede zijde. Het bewijst dat men de hand des Heeren in den gang der.historie ziet en wil eerbiedigen en waarde hecht aan hetgeen onze vaderen aan geeste lijke goederen ons nalieten. Maar dan moet er ook een ernstige wil zijn om het werk dier vaderen te kennen. En juist aan dien ernstigen wil schijnt het maar al te vaak te ont breken. Men neemt van de vaderen over wat men gebruiken kan om zijn eigen wenschen te bereiken en de rest laat men liggen. Als het zóó is, dan is de eerbied voor het werk dier va deren slechts schijn. Dan wordt het een bouwen der profeten-graven, doch staat men mede schuldig aan het stee- nigen dier profeten En nu nog eenswij gelooven dat onkunde er de diepste oorzaak van is. Maar is dit wel een verontschuldiging Wat is er een oppervlakkig gepraat in onze dagen l Een napraten van wat anderen zeggen. Waarom onderzoeken wij zelt niet en overtuigen wij ons persoonlijk van den aard der dingen Zou dat niet de grootste eerbied aan onze vaderen bewezen zijn, als wij per soonlijk met hun werken bekend waren? En juist daaraan feilt het. Hoevelen onder ons zijn er die, al was het maar met één werkje van Groen bekend zijn Men komt er niet toe, het napraten van anderen is zoo veel gemakkelijker. Maar dit gemis aan zelfstudie kweekt opgervlakkigheid. En ook hier is het ernstige woord van den profeet der oude bedeeling toepasselijk „Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft." In dit opzicht is ons geslacht er niet op vooruitgegaan. Wellicht heeft er de moderne tijd geen goed aan gedaan. Het leven is veeleischend geworden. Het „ik heb geen tijd" ligt op ieders lippen bestorven. Met zenuwachtige gejaagdheid worden wij voort gedreven. Over het algemeen zijn wij wat men noemt „goed bij". We weten overal „iets" van, juist omdat het volle leven ons opeischt. Onze tijd met z'n cou ranten, nieuwsberichten, radio, snel verkeer enz., kan niet meer langs ons heen gaan, zonder dat hij ons roert. Maar hierin ligt dan ook het gevaar. Dat overal „iets" van weten heeft tot gevolg, dat we nergens „goed" mee op de hoogte zijn. Wij blijven aan de oppervlakte. En dat was voorheen anders. Zeker, het leven ging toen grooten- deels langs de eenvoudigen heen. Men leefde meer geïsoleerd van hetgeen dichtbij en veraf geschiedde. Maar was dat verlies Zijn wij met onze tegenwoordige °Ppervlakkige, algemeene kennis zoo Veel rijker Wij gelooven het niet 1 Onze vaderen leefden hun eigen le ventje. Ze wisten wellicht niet veel, maar wat ze wisten, wisten ze goed. Veel lectuur hadden ze niet maar ze zagen er dan ook niet tegen op om hun weinige, meestal dikke boeken in de lange eenzame winteravonden tot hun geestelijk eigendom te maken. En dat verrijkte hen. Daardoor wer den het mannen met ruggegraat, die zelf wisten wat ze wilden. Mét zulke mannen heeft God in onze landshistorie wonderen gewrocht. Zouden we niet eens tot dat goede voorbeeld terug keeren Al probeerden wij maar eens één werk van Groen tot ons geestelijk be zit te maken. Wat zouden wij ons ver rijkt gevoelen Neem b.v. zijn kostelijk werk „On geloof en Revoiutie". 't Is waar, 't is geen lichte kost. Maar hoezeer wordt de moeite beloond als men het eenmaal onder de knie heeft 1 Er moest eigenlijk niemand onder ons zijn die dit werk niet kende. Het is onmisbaar voor het vormen van een eigen meening. Vooral onze jongere menschen moe ten er naar grijpen. 't Mag op onze jongelingsvereeni- gingen en propagandaclubs niet ont breken 1 Wij moeten kenners van Groen wor den, eerst dan verstaan wij den aard van de politieke worsteling, eerst dan leeren wij de verhoudingen in het staatkundig leven goed zien, eerst dan ook wordt ons de beteekenis onzer Anti-Rev. partij helder. Wij bouwen zoo graag de graven der profeten Wij beroepen ons zoo graag op onze vaderen Maar zorgen we er dan toch voor dat dit beroep niet valsch is, en dat wij bij dat bouwen dier graven het levenswerk dier vaderen niet steenigen. En alzoo niet een oordeel over ons halen En het werk Gods, dat Hij nog doen wil met ons volk niet tegenstaan V Een waarschuwing van domlné Hu> genholtz. Dominé Hugenholtz van Ammerstol brengt zijn »landgenooten« een ernstige waarschuwing. Hoort wat Zijn Eerw. te zeggen heeft Terwijl de gruwel en misdaad van den we» reldoorlog ons nog vftsch in het geheugen liggen, gaan de regeeringen in Europa voort met steeds sterkere bewapening en milita» riseering der volkeren. Contlicten dreigen overal. De samenstelling van den Volkenbond toont nog van den ouden zuurdeesem van imperialist!schen naijver der groote mogend» heden doortrokken te zijn. Internationale ontwapening licht nog ver in 't verschiet. De regeeringen gaan op haar heilloozen weg voort, omdat zij zich nog zeker weten van Uwe medewerking, van Uwe bereid» heid om straks, als de wereldbrand wellicht opnieuw uitslaat, de wapenen der barbaren weer op te nemen. Volk van Nederlend, wees op Uw hoede. Ook in ons land organiseert het milita» risme zich al sterker en driester. Naast het leger staat daar het instituut van den Vrijwilligen Landstorm en het nog oneindig veel gevaarlijker instituut van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm, dat reeds 60 000 man telt, v.n. uit conservatief» kerkelijke kringen. Ja, het militarisme rekent op U> landge» nooten. Het vraagt Uw belangstelling en weet de volksopinie stelselmatig te bewerken op een wijze, die alle vredesvrienden beschamen moet. Dit geschiedt nationaal en internationaal, door het houden van parade's, legerdaeen landdagen, militaire schouwspelen, uitreiking van militaire eereteekenen, die speculeeren op de ijdelheid van mannen en vrouwen. Dominé Hugenholtz erkent, dat er «overal nog conflicten dreigen«, dat «de samenstelling van den Volkenbond nog toont van imperia» listischen naijver der groote mogendheden doortrokken te zijn«, dat «internationale ont» wapening nog ver in het verschiet ligt«. Nu zou ieder verstandig mensch meenen dat dus de tijd om ons landje bloot te geven dus nog niet gekomen is. Deze dominé meent echter, dat Nederland zich^ als een lam onder de wolven begeven moet. Gelukkig dat het meerendeel van ons volk er meer nuchter over denkt. DatZijn Eerw onzen Bijzonderen Vi ij willigen Landstorm rangschikt on'1 er het militaristisch geweld, staat hem niet netjes. Al behoort hij blijkbaar niet tot de »con» servatief kerkelijke kringen», moest hij toch ook het «gij zult geen valsche getuigenis ge» ven» als tot hem gericht aanvaarden. Want militarisme en Vrijwillige Landstorm hebben niets met elkander te maken, evenmin als dominé Hugenholtz iets gemeen heeft met de «conservatiefokerkelijke kringen». De Vrijwillige Landstorm wil slechts waken dat het wettig en door God ingesteld gezag niet aangerand wordt, wat volkomen overeen» komstig Gods Woord is. Het wil niet anders zijn dan een «zwaard der Overheid«. En Gods Woord leert ons, dat de Overheid het zwaard niet te vergeefs draagt. Wat verkeerds zou dan hierin schuilen Neen, dominé Hugenholtz Uw waarschu» wend woord is niet ad*rem Het staat U niet nejes «militaristisch geweld» en de Bijzondere Vrijwillige Landstorm over een kam te scheren. Gij weet beter I Wilt gij een »vredesvriend« zijn, hebt dan niet alleen den vrede, maar ook de waarheid lief. Zóó eischt Gods Woord het. Maar 't is waar dominé Hugenholtz be» hoort niet tot de «conservatief*kerkelijke krin» gen», dus zal hem den eisch van dat Woord wel niet zoo zwaar wegen I 40 cent per regel. SERIE I. Vanaf heden wordt door ons in om loop gebracht eene serie zeer mooie Plaatjes, betreffende de Vaderlandsche Geschiedenis, vanaf 100 jaar v. Chr. tot na den tachtig-jarigen oorlog. De geschiedkundige toelichting op de diverse afbeeldingen wordt gegeven in bijbehoorend keurig album (Vader landsche Historie, Serie I) hetwelk ver strekt wordt na verzameling van 80 stuks. Op elk half pond van-onze verpakte koffie, of elk ons onzer verpakte thee wordt door Uw winkelier een plaatje verstrekt. zoo geestig, vriendelijk aan, dat ik me binnen enkele minuten geh el thuis gevoelde. Af en toe bemerkte ik onder het spreken, dat hij veel pijn had, doch hij trachtte het voor mij te verbergen. We hebben samen gespro» ken over hetgeen hij verder zou doen. Hij nam op zich over dit en dat te schrijven, maar het helderst staat mij nog voor den geest, hoe hij getuigde van zijn Heiland hoe hij God dankte voor de hem geschonken krachten om door middel van zijn pen tot ons volk te spreken, getuigenis afteleggen van de heerlijke hoop, die in hem was: Door de Stoomvaart*Mij. »Nederland« werd een proefvaart gehouden met het nieuwe passagiersschip P C. Hooft op de Noordzee, welke proefvaart door tal van autoriteiten werd meegemaakt. Een kijkje op het promonadedek van de P. C. Hooft tijdens de proefvaart Van een gewillige dienstknecht Gods. Meermalen hebben we reeds in ons blad iets gegeven over het leven en sterven over onzen Uitkijk»redacteur, den heer Brouwer,in leven hoofdredacteur van 't Friesch Dagblad. Ook het vo'gende willen wij onze lezers niet onthouden. De Redacteur van »Timotheüs« verhaalt van een bezoek, dat hij eenige jaren geleden aan den heer Brouwer bracht: «Toen ik mij aanmeldde kwam Brouwer mij niet tegemoet in de gedaante van mijn voorstelling. Mevrouw ging mij voor naar boven, naar een ziekenkamer En daar vond ik op het ziekbed een grijsaard, die mij herinnerde aan de patriarchen uit oude tijden. De zieke moet wel aan mij gemerkt hebben, dit ik een geheel anderen persoon verwacht had. Hij maakte het mij dadelijk gemakk lijk om te vertellen hoe ik mij hem gedacht had. En toen begon hij te lachen en dat was een hartelijke, gulle lach. Zijn oogen tintelden van levenslust en hu» mor. Van onder zijn calotje keek hij mij «Als de Heere Jezus niet dagelijks zoo dicht bij mij was, als ik mij niet voortdurend in Hem kon verblijden, als ik niet zeker wist, dat Hij het is, die mij dit lijden zond, ik zou een ongelukkig mensch zijn«. Maar nu, zoo zei hij ongeveer «ben in oprecht gelukkig en hoop, zoolang het voor mij nog d g is, mijn pen in Zijn dienst te gebruiken«. Het uurtje, aan het ziekbed van Brouwer doorgebracht, heb ik nooit vergeten. Oud, te oud voor zijn jaren zag hij er uit, maar jong was zijn hart.» Hoe beschamend voor ons 1 Voor ons, die God gezondheid gaf en de pijnen spaarde, en wie het toch nog dikwijls reeds te veel is om een vergadering te bezoeken, waar de chris» telijke belangen van land en volk besproken worden. Geve God, dat bet geslacht van mannen als de heer Brouwer was, onder ons niet uitsterft, want dezulken zijn de hoeksteenen van het gebouw onzer christelijke actie, de gewillige dienstknechten des Heeren door wien God ons volk nog leiden wil. En*waar zulke mannen van ons heengaan geve de Heere dan, dat er jongeren zijn, die hun plaats kunnen innemen I Nadruk verboden. De bruidstijd van «Madame la revolution». II. Thèns en tóén. Het is thans wederom een der gewichtigste oogenblikken in de geschiedenis van de Lage landen aan de Zee, even gewichtig als toen in dit zelfde 's.Gravenhage 's Lands Staten in 1561 hun handteekening zetten onder de «Acte van Afzwering« waarin de gehoorzaam» heid aan Filips II werd opgezegd. 't Is thans feitelijk de geboorteure van den nieuwen staat. Nu gaat men bewust over van het oude tijdvak in den nieuwen tijd en de uit het Fransch gecopiëerde «Rechten van den Mensch van den Burger«, züllen nu ook in deze ge» westen in toepassing worden gebracht. Het is duidelijk, dat ook de vergadering onder den indruk is. In den kuil der zaal zitten de negentig afge» vaardigden en achter hen hebben, eigenaardig, de tegelijk met hen gekozen plaatsvervangers zetels bezet. Niet alleen kan nu iemand die uitvalt dadelijk vervangen worden, maar ook kan zijn secundes dadelijk op de hoogte der zaken zijn. Als nu Pieter Paulus den voorzittersstoel heeft ingenomer, verwacht ieder van hém, dat hij het juiste woord zal weten te vinden, de plechtige, haast zeiden we de sacramenteele formule, om uit te drukken 't geen in de harten leeft. De gekozene tracht dan ook aan de verwach» ting te voldoen. Ziehier, hoe het min of meer officieele «Dag» verhaal» dit historisch oogenblik beschrijft «Thans heerscht er een diepe stilte in de vergaderzaal. Aller oogen waren gevestigd op den voorzitter, alles was eerbied en aandacht. En geen wonder, thans moest die groote ver» klaring gedaan en gehoord worden, waarbij deze vergadering als de Soeverein der Bataven bevestigd werd. Ik verklaar, dus sprak de Pre» sident, in naam van het volk van Nederland hetwelk wij hier vertegenwoordigen, deze verga» dering te zijn het representeerend lichaam van het volk van Nederland. Zoodra deze gewich tige verklaring was afgelegd, weergalmde de vergaderzaal van het gejui h en handgeklap, zoo der leden als der aanschouwers. Allerwege klonk de verrukkendste muziek Eenige trom» petters kondigden uit de r men het gebeur» de aan de op het Binnenhof vergaderde me» nigte. Ook hier vertoonden zich de sprekend» ste bewijzen van blijdschap. Een golvende zee van hoeden vertoonde zich op de in de hoogte gestoken bajonetten en sabels. Alles juichte Vivat de Republiek Nu zwijg ik maar over den gezwollen stijl van dit »Dagverhaal«, dat met zijn «aan de op het« en zijn «op de in degenoeg zijn in» nerlijke onmacht verraadt. We vragen direct alle aandacht voor en concentreeren ze op de enkele woorden, die Pieter Paulus sprak. Ook zij zijn aan alle ware geestdrift gespeend, 't is waar. Zoo ongeveer kan men zich voorstellen, dat het begin luidt van een acte in den droog» sten stijl van het notariaat opgesteld. Maar 't komt thans op den inhoud aan. Het »Dagverhaal« immers maakt er zelf op» merkzaam op, dat hier «de soeverein der Ba» taven« bevestigd werd. 't Gaat hier dus om de soevereiniteit. Daarom staan we zoo opzettelijk bij deze gebeurtenis stil. Want het moet ook erkend, dat de voorzit» ter met de hem eigen nauwkeurigheid, laat het dan zijn dor en droog, toch ook juist en precies heeft gezegd, wat hij op dit oogenblik op de plaats, waartoe men hem verheven had, zeggen móést. De gedachten mogen dan van zuiver Fransch» revolutionairen oorsprong zijn, er is naar 't volkszeggen luidt «geen woord Fransch« bij de vertolking dier gedachtenniemand kan ook maar eenigszins in dwaling verkeeren aangaande 't geen Pieter Paulus bedoelt. Hij graaft hier met weinige woorden tot het fundament. Hij legt hier den hoeksteen van het revo» lutionaire gebouw. De «soevereiniteit» over het Bataafsche volk komt op uit dat volk zelf. Dat volk heeft het volste recht, om zijn eigen wetgever te zijn Om dat recht uit te oefenen, heeft het gekozen deze eerste Nationale Vergadering, die dus van dit oogenblik af bezit de soeve» reine macht en die macht ook aanvaardt, welke het «volk» haar opgedragen heeft en van welker uitoefening het te allen tijde aan dat volk verantwoording schuldig blijft. Ziedaar de duidelijke beteekenis van des Voorzitters formule. Daarmee is het revolutionaire staatsrecht op den troon gezet. En omdat de anti-revolutionaire partij lang» 1 11 1 ~"l il 1 11 if f

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1