Advertenties!.
Dienstbode
Dienstbode
Net Kosthuis
uioning mei nun en schuume
ZAAISG10KIEIS EHWIEH
■ILHELIIIM ZillTAHE
DIENSTBODE
Schildersknecht
aan te besteden
Van onze adverteerders.
Laatste Berichten.
Marktberichten*
Binnenland.
Gemengd.Nieuws.
Varia
y DIT BLAD wordt op Flak-
kee niet slechts overal be- u
zorgd, maar het gaat óók n
van hand tot hand en
wordt gelezen!
I
Begrijpt de zakenman het
verschil en wat dit voor
hem beteekent?
JAN CORNELIS
Verloofd
Ondertrouwd
Ondertrouwd
Getrouwd
Getrouwd
J. HOLLEmnit sewmar - hieuüe toübe
H.H. .Landbouwers.
dragend werpgeschut beschikte, zeer gewoon.
In het leger der Filistijnen bevond zich de
kampvechter Goliath, een man dien we ons
hebben voor te stellen als b.v. Groote Pier,
de Friesche zeeroover uit de middeleeuwen,
tegen wien ook niemand opgewassen was en
die met een handvol soldaten tegelijk wel
vechten kon.
Goliath had een koperen helm op het hoofd
en hij droeg een geschubd harnas, dat onge»
veer 7y K.G. woog. Dit harnas, bestaande uit
op elkaar gelegde metaalplaatjes, hing af tot
op de enkels, zooals men dat zien kan op de
Assyrische monumenten. De lans van Goliath
had een schacht als een werversboom, terwijl
de ijzeren punt 8 i 9 KG. woog.
Dagelijks kwam deze Fitistijn voor de leger»
plaats der Israëlieten en daagde hen op luiden
toon uit. Doch niemand waagde het, den
handschoen tegen hem op te nemen, hoewel
de koning zijn dochter tot vrouw had beloofd
aan wie dit zou durven.
Toen kwam de herdersknaap David in het
leger, die in opdracht van zijn vader aan zijn
oudste drie broeders die onder de wapenen
waren een efa (ongeveer 36 L.) geroosterd
graan en vier brooden bracht en voor hun
bevelhebber 10 melkkazen bij zich had, iets
wat in dien tijd toen de verzorging van het
leger nog niet zog goed geregeld was, wel
gewaardeerd werd.
David durfde het tweegevecht met Goliath
aan; gewapend slechts met zijn stok en zijn
slinger ging hij den Filistijn tegemoet. Den
stok in de linkerhand, om de wijsvinger van
de rechterhand de lus van deze ruwwollen
slinger, het vrije einde tusschen duim en wijs»
vinger en daarin een ronde steen, glad geslepen
door het beekwater, vier andere steenen als
reserve in de herderstasch.
De Filistijn lachte David uit, die met een
stok op hem af kwam als ware hij een hond.
Maar David antwoordde hem»Gij komt tot
mij met zwaard, schild en speer; en ik kom
tot u in den naam van den Heere der leger»
scharen, den God der slagorden Israels dien
Gij gehoond hebt*. En zoo slingerde hij zijn
steen weg, die den Filistijn met gespleten voor»
hoofd ter aarde deed tuimelen, waarna David
hem met zijn eigen zwaard het hoofd afhieuw.
Er ontstond een paniek onder de Filistijnen
toen zij hun kampvechter ter aarde zagen
storten en de Israëlieten richten een groote
slachting aan.
In de Septuagint, de Grieksche vertaling
van het Oude Testament, is als 151ste psalm
een overwinningsliec- opgenomen, dat David
later als koning zou gedicht hébben ter her»
innering aan den strijd met Goliath. In oude
psalmboeken staat wd eens een berijming van
dezen apocryphen Ps, aanvangende«Ik was
een jongeling nog teeder en gering«.
In proza luidt dit lied, uit het Grieksch
vertaald (het is niet zeker of daaraan een
Hebreeuwsch origineel ten grondslag ligt; in
elk geval is dit niet bewaard gebleven):
Klein was ik onder mijn broeders,
en de jongste in het huis mijns vaders,
ijn handen maakten een snaren instrument,
Kr mijn vingers stemden een harp.
En wie zal aan mijn God betuigen:
«Hij is de Heere, Hij is het dihoort*
Hij zond zijn bode
en nam mij weg van achter mijns
vaders schapen,
en zalfde mij met de olie zijner zalving
Mijn broeders waren voortreffelijk en flink,
maar de Heere had in hen geen welbehagen
Ik ging uit om den Filistijn te ontmoeten,
en hij vloekte mij bij zijn afgoden,
maar ik, trekkend het zwaard dat hij
bij zich droeg hieuw het hoofd af
en nam den smaad weg van de kinde»Israëls.
MIJN VASTE GROND.
Wat is de grond
Dat ik bij zooveel schreiend wee
En bitter leed als d'aarde biedt,
Niet sidder als het ranke riet
Van vreeze
Wat is de grond
Dat ik, wanneer de zondemacht,
Met woest geweld mij komt te na,
Niet hulpeloos sta
En bevend
Wat is de grond
Dat ik, geen uur mijzelf gelijk.
Met trouw en ontrouw liefde en haat,
Om beurt in 't hart, bij al dat kwaad,
Blijf hopen?
Wat is de grond
Dat ik, die weet dat 't heilig oog
Van God mijn zondaarsziel doorboort,
Zijn oor zelfs mijn gedachten hoort,
Durf sterven
Dit is de grond,
De vaste grond, dat Gij, o God,
In Christus mijne schuld vergaaft,
En niet mijn zwakke hand U greep
En hield, maar dat Uw "groote kracht
In mijne zwakheid werd volbracht;
Dat Gij zóó Uw beloften staaft
En trouwe houdt in eeuwigheid.
Daar Gij altoos dezelfde zijt.
Dat is mijn grond.
SOMMELSDIJK. De timmermansknecht
P. v. D. had het ongeluk zich dezen middag
zftodanig met een beitel in zijn been te steken
dat geneeskundige hulp onmiddellijk moest
worden ingeroepen.
Hedenmiddag een uur sloeg van den
landbouwer J. v. d. M. uit Middelharnis een
voer tarwe op de Kaai om. De paarden sloe»
gen met een gedeelte van den wagen achter
zich op hol en liepen de Voorstraat af. Bij
de Kerk kwamen ze tot staan. De voerman
C. A. liep nog enkele geringe kwetsuren op.
Auto Showroom Eggelmeijer Co.,
Rotterdam.
Woensdag 11 Aug. j.l. opende de fa. Eggel»
meijer Co., aan dén Oostzeedijk 276—278,
te Rotterdam een naar de laatste eischen des
tijds ingerichte Auto Showroom, met een keu»
rige collectie Essex en Hudson Automobielen
waarvan de Firma Eggelmeijer de vertegen»
woordiging heeft voor de provincies Zuid»
Holland, Zeeland en Noord»Brabant.
Als blijk van groote belangstelling ont»
ving de firma een 40»taJ pracht van bloem»
stukken. Wij kunnen gerust zeggen, dat deze
Showroom een aanwinst is voor Rotterdam,
daar het Auto»verkeer een steeds grooter vlucht
neemt.
Een bezoek aan deze Showroom is de moeite
waard. Men vindt daar een ruime keuze van
de kleinste tot de grootste wagens.
Te Melissant wordt heden volgens achter
staande advertentie geopend een zaak van den
heer L, C. Struik in Emaille en andere Huis»
houdelijke Artikelen, Rijwielen, Landbouw»
werktuigen, Kachels en verder alle benoodig»
heden voor Gas.
Wij hadden op een daartoe gedane uitnoo»
diging het genoegen een kijkje te nemen. Het
bleek ons dat de inrichting van deze zaak een
aangenamen indruk maakt, en het komt ons
voor dat het publiek in dit bedrijf prettig
koopen zal.
Wij wenschen de heer S met zijn onderne»
Bung veel succes.
MIDDELHARNIS.
Centrale Veiling voor Goeree en Oveiflakkee.
Veiling van Woensdag 18 Aug. 1926.
Bloemkool f 4,— tot f 9,—.
Komkommers f 1.— tot f 6,40.
Roode kool f 2,60 tot f 3,10.
Savoye kool f 3,— tot f 8,—.
Gele Pruimen f 0,80.
Reine victoria pruim f 1,60 tot f 3,40.
Alles per 100 stuks.
Kroten f 2,40.
Peen f 2,10 tot f 2,60.
Alles per 100 bos.
Knolrapen f 0.70 tot f 1,80
Dubb. Princessen z. dr, f 4;10 tot f 7,40.
met f 4, tot f 7,—.
Stoksnijboonen f 8,— tot f 21,40.
Stamsnijboonen f 8,— tot f 12,50.
Eigenheimers f 1,20 tot f 2,60.
Blauwputten f 1,10 tot f 1,50.
Poters f 1,— tot f 1,60.
Postelein f 1,— tot f 4,—.
Dirkjesperen 4,— tot 8,—.
Noord Holl. Suikerperen f 6,80 tot 8,90.
Claps favorite f 10,— tot 17,—.
Diamantperen f 10.— tot f 11,—.
Jutteperen f 10,— tot f 11,90.
Bergamotperen f 6,50 tot f 7,90.
Zure appelen f 4,— tot f 7,—.-
Zoete appelen f 5,— tot f 10,—.
Augurken f 10,— tot f 44,—.
Witte kool f 1,—
Tomaten f 15.— tot 17,—.
Perfect, enk Princ. f 9,10 tot f 11,70.
Alles per 100 K.G.
Kropsla f 2,20.
Andijvie f 2,10 tot f 2,30. Per 100 krop.
Boter 1,11 per pond.
Bijzondere Vrijwillige Landstorm.
Op den landdag van den Bijz. Vrijw. Land»
storm welke 2 Sept. a.s. te Ouddorp wordt
gehouden, zullen, naar wij vernemen, de
heeren Duymaer van Twist en Dr. Derkers
leden van de Tweede Kamer der Staten Ge»
neraal en Ds. lansen, Leger» en Vlootpredi»
kant, in algemeenen dienst het woord voeren.
Verschillende wedstrijden (schieten, behen»
digheidsrit op motoren, athletiek enz.) zullen
door de landstormers worden gehouden, op»
geluisterd door muziek.
Tenslotte kunnen we vermelden, dat de
Commandant der Luchtvaartafd. te Soesterberg
zijn medewerking toezegde, een exadeille vlieg»
tuigen boven het terrein te doen demonstreeren.
Voor den landdag op 2 September a.s. zijn
verschillende commissiën samengesteld. Achter
elke commissie worden de namen der heeren
vermeld, die er deel van uitmaken
Uitvoerend Comité: J. v. d. Velde, Voorz.
gewest, landst. commissie; G. j. F Gobius du
Sart, Burgemeester van OuddorpC. v. d.
Nieuwenhuizen, Res. Kapitein der Jagers eD
VerbandscommandanfH. A. C. Denier v. d.
Gon, le luit. der Veld»Artillerie en Districts»
commandant Motordienst; H. A. J. Schouw»
man, le luit. der Infanterie.
Commissie van OntvangstGobius du Sart,
v. d. Veide, L.J. den Hollander, Burgemeester
van Middelharnis en SommelsdijkC. v. d.
Nieuwenhuizen, Schouwman en v. der Gon.
Financieele Comm.den Hollander, W. J.
Donkersloot, Burgemeester van Ooltgensplaat
en v. d. Nieuwenhuizen.
Comm. Motordienst: L. C. Brinkman, Bur»
gemeester van Den BommelSchouwman, F.
Nieborg, Burgemeester van Stad aan 't Ha»
ringvliet en R. Sterk, Burgemeester van Nieuwe
Tonge.
Comm. Motorwedstr.v. d. Gon, J. Nieuwen»
huizen, Sectie comm. MotordienstD. C. Slis
Slis Lz., Landbouwer en L. P. Akershoek,
Landbouwer.
Comm. Atheletiekwedstr.Schouwman, Steik
en Brinkman.
Terrein'Comm.Gobius du Sart, v. d. Velde,
T. Tanis, lid der plaatselijke Landst.»commissie
en Akershoek.
Ongelukken.
In de gasfabriek te Groningen is Woens»
dagmorgen een ernstig ongeluk gebeurd. Eenige
weiklieden waren bezig, een ijzeren loopbrug,
die op een hoogte van 8 M. langs de ketels
is aangebracht, te vernieuwen, toen plotseling
de steiger, waarop de werkzaamheden verricht
werden, ineen stortte. De gehuwde werkman
L. Bloemendaal viel met een zware ijzeren
plaat naar beneden, geraakte onder de plaat
en werd dermate verwond, dat hij een uur
later in bet ziekenhuis overleed. Hij laat een
weduwe en een kindje achter.
Op den Persoonsdam te Rotterdam sloe»
gen twee paarden, die gespannen waren voor
een met melkbussen beladen vrachtwagen, op
hol, doordat zij van een vrachtauto schrokken.
De dieren renden langs de Persoonshaven en
Oranjeboomstraat naar de Rosestraat. Daar
namen zij de richting van de Tweede Rose»
straat. De overweg»wachter zag de rennende
paarden aankomen en sloot snel de boomen,
waardoor de dieren klem liepen. Een van de
overwegboomen is een weinig ontzet. Het
onge val liep zonder persoonlijke ongelukken af.
De 22. jarige Rus I. P. T., van het te Hoek
van Holland liggende stoomschip Tomp heeft
aan boord van dit vaartuig een klap van een
lier tegen het hoofd gekregen. Met een ern»
stige verwonding is hij door den gemeente»
lijken geneeskundigen dienst naar het zieken»
huis aan den Coolsingel te Rotterdam vervoerd
waar hij ter verpleging is opgenomen.
Misdaad
Maandagmorgen tusschen 8 en 9 uur werd
aan de Oostzijde van het kanaal Hattem—
Dieren gevonden in de nabijheid van de rot»
tingfabriek der firma Van Dijk aan den kant
van genoemd kanaal een fiets, waarvan de
bagagedrager met bloed was bevlekt. De politie,
hiermede in kennis gesteld, ging terstond daar
in de omgeving aan het dreggen en haalde
weldra het lijk van een manspersoon boven
water, waarop een dolk werd bevonden, die
in de schede was vastgezwollen. Aan den
linkerpols werd een snij wonde ontdekt.
Uit op het lijk gevonden papieren bleek,
da4 de omgekomene vermoedelijk is een 23»
jarige handelsagent, wonende te Amsterdam.
Het horloge, dat op het lijk werd gevonden,
stond stil op 5 minuten voor één.
Enkele dagen heeft hij in het naburige
Vaassen vertoefd. Hij had Vrijdagavond 1.1.
in het hotel De Cannenburgh voor drie nach
ten logies besproken, doch is Maandagavond
van daar vertrokken. Het aanvankelijke plan
was, om Dinsdag ever Leiden naar Amsterdam
terug te keeren in gezelschap van zijn meisje,
die ook in Vaassen vertoefde en die hij naar
haar woonplaats Leiden zou brengen.
WITTEKIND en ALBOïN.
Wie was Karei de Groote «Nu, dat is ook
een vraag 1« hoor ik een mijner jeugdige le»
zers uitroepen. Van dien grooten en machtigen
Keizer hooren de schoolkinderen tegen woor»
dig al in de middelste klasse. Daar weten ze
al reeds op hun duimpje te vertellen, hoe
Karei dikwijls de scholen bezocht, daar de
vlijtige leerlingen prees en de onwetenden om
hun-e luiheid en domheid bestrafte. Zeker,
Keizer Karei deed veel tot uitbreiding van het
Christendom onder jong en oudhij richtte
kerken en scholen op, ja, wat zeker niet zeer
verstandig was, wilde de Friezen en Saksers
met het zwaard in de vuist dwingen, hunne
heidensche afgoden vaarwel te zeggen. De
Friezen waren in 785 genoodzaakt, zich aan
den Frankischen Keizer te onderwerpen met
de Saksers was Karei niet zoo spoedig klaar.
Onder hunne wakkere aanvoerders Wittekind
en Alboïn verdedigden zij zich met de uiterste
halsstarrigheid tegen denovermachtigen Keizer.
Moesten zij zich soms schijnbaar onderwerpen,
nauwelijks had de Keizer den aftocht geblazen
of zij grepen opnieuw naar de wapenen. Wer»
den de Saksers soms moedeloos, Wittekind
en Alboïn wisten hunne aanhangers telkens
opnieuw geestdrift en vertrouwen op hunne
goden in te boezemen. Vooral voor Wodan
en Thor gevoelden zij den diepsten eerbied.
Wodan beschouwden zij als den opperste der
goden. Hij woonde in Walhalla, den hemel,
die door den regenboog met de aarde was
verbonden. Daar zetelde hij op een gouden
troon en twaalf der voornaamste goden zaten
om hem henen. Soms verliet hij zijn schoon
verblijf en vloog dan door het heelal, gezeten
op zijn achtvoetig ros.
Thor was na hem de voornaamste. Hij
beukte als hij daar lust in had, met zijn ge»
duchten hamer de wolken en dan schoten er
bliksemstralen door het luchtruim en werden
hevige donderslagen gehoord.
Zulke bijgeloovige dwaasheden waren onder
de Saksers in zwang. Toch waren er ook onder
hen enkele Christenen.
Zoo woonde er destijds in de nabijheid
van het Harzgebergte een boer, die het Evan»
gelie van ganscher harte had aangenomen.
Daarom werd hij door zijn buren gehaat.
Gelukkig kwam hij weinig met hen in aan»
raking, want zijn eenzame woning lag diep
in het woud verscho'en. Lang was hij van
het rumoer van den strijd verschoond eble»
ven. Maar op zekeren avond werd het hem
duidelijk dat de geesel van den krijg ook zijn
woning naderde. Buiten staande zag hij groote
rookwolken, in het verre Westen uit brandende
dorpen opstijgende. Geen twijfel, de strijdende
legers naderden het Harzgebergte. Nog was
hij bezig, dit aan vrouw en kinderen te ver»
tellen, toen er daarbuiten paardengetrappel
werd gehoord. De boer ging eens kijken. Hij
zag twee krijgslieden, wier gebiedende hou»
ding hem ontzag inboezemde. Hunne schilden
echter waren gespleten, hunne wapenen vol
deuken, hunne helmen hingen aan de zadels
en hunne hoofden waren met een doek om»
wonden, waaruit nog bloedige strepen over
net koene, trotsche g laat liepen.
«Kunnen twee afgematte strijders voor zich
en hunne paarden huisvesting en voor morgen
een gids over de bergen bekomen zoo vroeg
een hunner aan den boer. «Gaarne stel ik het
beste, wat mijn keuken oplevert, voor u be»
schikbaar, komt in vrede onder mijn dak*,
antwoordde de boer. De boer Voegde de daad
bij het woord en greep de teugels der paarden,
om ze naar den stal te geleiden. Een der rui»
ters echter hield de teugels vast. «Een echt
ruiter is zijn trouw paard alles*, sprak hij.
«Ik moet zelf zien of de dieren wel goed
verzorgd worden*. Eerst toen hij zag, hoe goed
de boer de afgematte paarden verzorgd volgde
hij zijn reisgenoot in huis, waar in den haard
een flink vuur brandde.
De vrouw des huizes was reeds bezig de tinnen
kruik met wijn te vullen, en juist wilde een der
ruiters een frissche teug nemen, toen hij op de
blank geschuurde kruik het teeken des kruises
zag- x
«Wat riep hij uit, «zijn wij bij Christenen
bij onze vijanden terecht gekomen?*
«Ach neen, edele heeren«, antwoordde de
vrouw, terwijl zij zeer ontstelde, «dat is geen
teeken des kruises, dat is de hamer van Thor*
Thor, de god van den krijg, werd met een
hamer afgebeeld, die veel geleek op een kruis»
teeken.
«Wat is dat, de hamer van Thor I Van Thors
hamer heb ik nog nooit iets gehoord*, riep
een jeugdige stem en een fiinke knaap trad
binnen met heldere oogen, blonde lokken en
een krachtig uiterlijk.
«Gij wilt een Saks zijn*, sprak een der rui»
ters «en keet gij Thors hamer niet?«
«Neen heer*, hernam de knaap, «vader en
moeder hebben mij nog nooit van zoo'n ha»
mer gesproken*.
Juist onder dit gesprek kwam de boer terug,
die de paarden van het noodige had voor»
zien. «Nu, vrouw, sprak hij, aan zulke edele
heeren moeten wij den besten drank uit den
schoonsten beker, die wij hebben, aanbieden*.
Dit zeggende opent hij een kast, om er den
beker uit te nemen, maar zie, daar stond op
de binnenzijde der kastdeur eveneens het
teeken des kruises. «Zoo zijn wij dan toch bij
Christenen*, riepen de beide krijgers als uit
éénen mond, «ofschoon uwe vrouw zegt van
neen*.
«Ja, ik ben ook een Christen«, was het be»
sliste antwoord van den man. «Duidt het niet
ten kwade, dat mijne vrouw te vreesachtig
was, om kloek voor haar geloof uit te komen I*
«Dan zijt gij een vijand en landverrader en
gij moet sterven 1« riep de een. «Ziehier uwen
edelen hertog Wittekind en ik ben hertog
Alboïn. Nooit zullen wij dulden, dat een
Sakser zich aan verraad schuldig maakt*. Pijl»
snel trokken de beide ruiters hunne zwaarden
uit de scheede. Maar even snel had de blonde
knaap een stuk brandend hout uit den haard
gegrepen, zich voor zijn vader geplaatst om
dezen te beschermen en was nu gereed om
op beiden los te .trekken. Ook de boer had
in een ommezien een bijl genomen en terwijl
hij die in de hoogte heen en weer zwaaide,
stond hij tegenover de ruiters. «Gij zult zien,
edele heeren, dat een Sakser niet met zich
laat spotten en dat zijn leven hem zeer lief
is. Wilt gij mij, die u met weldaden heb over»
laden, in mijn eigen huis overvallen, o, pas
dan maar op, dat het u zelf niet het leven
kost*. Van weerskanten zag men elkander met
fonkelende oogen aan, toen deden de ru ters
hunne zwaarden weg.
«Gij zijt door en door een Sakser, vriend*,
begon Wittekind, «zoowel in u als in uw
zoon vloeit echt Saksisch bloed. Maar hoe is
het mogelijk, dat gij ontrouw zijt geworden
aan de goden uwer vaderen, om den snooden
God der Christenen te dienen «Ik zal u
zeggen, edele heeren I« hernam de boer, «hoe
ik gekomen ben tot hetgeen gij verraad noemt,
ofschoon ik een even getrouw Sakser ben,
als iemand maar wezen kan«.
Men zette zich nu gemeenzaam rondom den
haard en de boer begon het volgende verhaal
«Vele jaren geleden*, .vertelde de boer,
«was ik een dapper jager, die altijd in het woud
rondzwief. Op zekeren morgen, loerde ik in
de schemering op een mooi hert.
Maar zie, juist op de plaats, vanwaar het
hert zou komen, trad onverwachts een mon»
nik op mij toe. «Gij bederft mij mijn jacht«,
riep ik hem toe, «en doet mij mijn buit ver»
liezen«, en in het hetzelde oogenblik schoot
ik een pijl op den monnik af, die in den
schouder getroffen, ter aarde stortte. Ik snelde
naar hem toe, om hem geheel te doorboren,
toen de gewonde zich oprichtte. »Waarom«,
zoo stamelde hij, «waarom behandelt gij mij
toch zoo schandelijk, die u toch niets kwaads
gedaan heeft. Zie eens om, daar ginds bij de
beek staat het hert, dat gij zocht Nu trok
ik het mes terug; sloop naar de beek en keerde
weldra met zwaren buit beladen, terug. Maar
de kalme woorden van den monnik hadden
mij getroffenik schaamde mij, dat ik mij
door mijne woede tegen een weerlooze had
laten medeslepen. «Wat is dat voor een gods»
dienst*, dacht ik, die een mensch leert, zijne
vijanden wel te doen. Ik keerde tot den ge»
wonde terug, bracht hem in mijn huis, ver»
pleegde hem en in de lange winteravonden
vertelde hij mij van Jezus Christus den Zone
Gods, die eenmaal den hemel verliet, om op
aarde aan een kruis voor zijne vijanden te
sterven. Nu moet ik u zeggen, edele heeren,
dat ik na de ontmoeting van dien monnik
Christen ben geworden, wat ik weet nu, dat
hun God grooter, reiner, machtiger is, dan
de Goden onzer vaderen, omdat Hij zegen
voor vloek schenkt. En nu, laat er vrede tus»
schen ons zijngaat ter ruste 1* Hij reikte
hun de hand. De beide helden hadden aan»
dachtig getuiste .d, zij namen de hun toege»
stoken hand aan en zeiden: «Ja, edele Sakser,
er zal vrede tusschen ons zijn 1*
De boer spreidde stroo voor zijn gasten,
en bedekte hen met de beste vellen van wild
gedierte, die hij bezat Daarna ging hij met
de zijnen, na het avondgebed te hebben uit»
gesproken, ter ruste. Den volgende morgen
wekte hij vroegtijdig de beide helden, zette
hun het beste voor, dat hjj had, en leidde
hen langs verborgen wegen naar de Zuidzijde
van het Harzgebergte, zoodat zij spoediger,
dan zij gedacht hadden, hun doel bereikten.
Toen zij uit het woud gekomen, plotseling
de uitgestrekte vlakte voor zich zagen, hield
de boer stil. «Nu edele heeren*, vaart wel 1
Ik hoop echter nog eenmaal van u te hooren,
dat ook gij den grooton God der Christenen
hebt leeren kennen en liefhebben«.
Inderdaad is de wensch van den Saksischen
boer vervuld geworden. Nog jaren hielden
Wittekind en Alboïn den strijd tegen den
machtigen Kareivol. Doch eindelijk kregen
zij toch medelijden met de ellende huns volks
en verlangden naar vrede. Zij begeerden hun
geduchten vijand, dien zij nooit anders dan
op het slagveld hadden gezien, eens in zijne
gewone omgeving te ontmoeten. Daarom be»
gaven zij zich in het jaar 804 naar Aken waar
Keizer Karei gaarne vertoefde Op Kerstavond
gingen zij te midden van eene groote schare,
naar de prachtige Domkerk, niet wetende,
wat in dit gebouw geschieden moest. Om niet
herkend te worden, hebben zij zich als bede»
laars verkleed en zetten zich neer op de trap»
pen van den preekstoel. Vol verbazing zien
ze naar den machtigen Keizer die evenals de
anderen neerknielt om te bidden en als er
gezongen wordt, dapper meezingt. Bij 't uit»
gaan der Kerk scharen zij zich tusschen een
troepje der armen, aan wie Karei gewoon is,
als hij heengaat, een aalmoes te geven. Om
zich niet te verraden, steken ook de Saksische
vorsten de hand uit. Het scherpziend oog
van den Keizer heeft hen echter erkend.
«Ne.-n vrienden,* zegt hij, «voor u heb ik
wat beters. Ga met mij mede en weest mijne
gasten. Nu volgen zij den Keizer en luisteren
vol aandacht als hij met vriendelijken drang
hen uitnoodigt, hunne heidensche afgoden
te verlaten en in den God der Christenen te
gelooven. Wittekind en Alboïn beseffen nu,
dat de God der Christenen grooter en mach»
tiger is dan Wodan. Met geweld en met het
zwaard had de Keizer hen niet kunnen over»
winnen, nu won hij hun hart door zijne goed»
heid en m nzaamheid. De beide Saksers na»
men het Christendom aan en werden daarin
door de meesten hunner onderdanen gevolgd,
zoodat eindelijk de bloedige godsdienststrijd
ten einde was. Het Evangelie had gezegepraald
en de nacht van '-et heidendom week voor
het licht der waarheid.
Gebruik geen rauwe melk, tenzij gij weet,
da* zij afkomstig is van een modehboerderij.
Door slechts gekookte melk te nuttigen, kunt
gij ziekten als b.v. typhus voorkomen. Denkt
daar vooral ook bij uitstapjes en op reis aan.
GEZON DHE1DSRAAD.
JAC. DEN BOER
en
R. DEN BOER—de Bruine
geven kennis van de geboorte van hun
zoon 27897
Oude Tonge (dabbe) 14 Aug. 1926.
In plaats van kaarten.
ANNIE ROOS
en 27907
L. HAAGENS
Meppel, Woldstraat 10
Middelharnis, 21 Aug. 1926.
A. A. KEIJZER Az.
en 27904
A. DE BERG Sd.
Sommelsdijk
Dïrksïand 18 Augustus 1926,
Huwelijksvoltrekking op Woensdag
1 September a.s.
DAMMES VROEGINDEWEIJ Lz.
en 27899
JANNETJE A. BRABER Cd.
Middelharnis, 18 Augustus 1926.
Huwelijksvoltrekking 2 September a.s.
A. JOPPE Gzn.
en 27900
M. ROODZAND H.Md.
die mede namens wederzijdsche familie
hunnen hartelijken dank betuigen voor
de zeer vele blijken van belangstelling
bij hun huwelijk ondervonden.
Sommelsdijk, 20 Augustus 1926.
A. KASSE
en
K. S. DEN BAARS
die, mede namens wederzijdsche familie,
hartelijk dank zeggen voor de vele blij»
ken van belangstelling voor en bij hun
huwelijk ondervonden. 27902
Koudekerke, 18 Aug. 1926.
Voor de zeer vele blijken
van belangstelling bij ons
huwelijk ondervonden, betuigen wij
mede namens wederzijdsche familie,
onzen hartelijken dank.
L. JONGEJAN.
27901 P. S. N. JONGEJAN-
Grootenboer.
Sommelsdijk, 20 Augustus 1926.
Tegen 1 Novenber een nette
gevraagd niet beneden de 20 jaar P.G.
Brieven onder no. 27908 aan het bureau
van dit blad.
Gevraagd met November te Rotter»
dam een flinke 27893
eenvoudig kunnende koken en zelf»
standig werken. Hulp van 2e meisje.
Brieven aan Mevrouw STAAB, West
Zeedijk 120 Rotterdam.
Gevraagd tegen I Nov. a.s. een nette
bij W. J. GEBUIS, Molendijk, Oude
Tonge. 27911
GEVRAAGD een
27898
Hoog. loon, geruimen tijd werk.
gevraagd te STELLENDAM. Brieven
spoedig onder no 27909 Bureau van
dit blad.
Te huur te Sommelsdijk
bevattende beneden 2 kamers, serre,
keuken, bijkeukenboven 2 slaap»
kamers. Brieven onder no. 27906
Bureau dezer courant.
TE KOOP een
zoo goed als nieuw te bevragen bij G.
v. d. BOGERT, Wagenmaker, Sommels»
dijk.27912
Wordt aangeboden 27910
EN
beiden eenmaal verbouwd in de Bosch»
polder, goedgekeurd met 9.9 9 9 bij de
Hollandsche Mij. van Landbouw vereen,
door Gebr. VOGELAAR, post Melissant
De Landbouwvereeniging «DE EEN»
DRACHT« te Herkingen wenscht op
4 September 1926
24000 H.G. superpiiosphaat
18000 K.G, zuiaueizure Ammoniak
12000 K.G. üaiizout
Voorwaarden bij den Voorzitter
CORN. VAN DER VELDE Johnz.
Herkingen. 27903