Advertenties!. Dienstbode Dienstbode Net Kosthuis uioning mei nun en schuume ZAAISG10KIEIS EHWIEH ■ILHELIIIM ZillTAHE DIENSTBODE Schildersknecht aan te besteden Van onze adverteerders. Laatste Berichten. Marktberichten* Binnenland. Gemengd.Nieuws. Varia y DIT BLAD wordt op Flak- kee niet slechts overal be- u zorgd, maar het gaat óók n van hand tot hand en wordt gelezen! I Begrijpt de zakenman het verschil en wat dit voor hem beteekent? JAN CORNELIS Verloofd Ondertrouwd Ondertrouwd Getrouwd Getrouwd J. HOLLEmnit sewmar - hieuüe toübe H.H. .Landbouwers. dragend werpgeschut beschikte, zeer gewoon. In het leger der Filistijnen bevond zich de kampvechter Goliath, een man dien we ons hebben voor te stellen als b.v. Groote Pier, de Friesche zeeroover uit de middeleeuwen, tegen wien ook niemand opgewassen was en die met een handvol soldaten tegelijk wel vechten kon. Goliath had een koperen helm op het hoofd en hij droeg een geschubd harnas, dat onge» veer 7y K.G. woog. Dit harnas, bestaande uit op elkaar gelegde metaalplaatjes, hing af tot op de enkels, zooals men dat zien kan op de Assyrische monumenten. De lans van Goliath had een schacht als een werversboom, terwijl de ijzeren punt 8 i 9 KG. woog. Dagelijks kwam deze Fitistijn voor de leger» plaats der Israëlieten en daagde hen op luiden toon uit. Doch niemand waagde het, den handschoen tegen hem op te nemen, hoewel de koning zijn dochter tot vrouw had beloofd aan wie dit zou durven. Toen kwam de herdersknaap David in het leger, die in opdracht van zijn vader aan zijn oudste drie broeders die onder de wapenen waren een efa (ongeveer 36 L.) geroosterd graan en vier brooden bracht en voor hun bevelhebber 10 melkkazen bij zich had, iets wat in dien tijd toen de verzorging van het leger nog niet zog goed geregeld was, wel gewaardeerd werd. David durfde het tweegevecht met Goliath aan; gewapend slechts met zijn stok en zijn slinger ging hij den Filistijn tegemoet. Den stok in de linkerhand, om de wijsvinger van de rechterhand de lus van deze ruwwollen slinger, het vrije einde tusschen duim en wijs» vinger en daarin een ronde steen, glad geslepen door het beekwater, vier andere steenen als reserve in de herderstasch. De Filistijn lachte David uit, die met een stok op hem af kwam als ware hij een hond. Maar David antwoordde hem»Gij komt tot mij met zwaard, schild en speer; en ik kom tot u in den naam van den Heere der leger» scharen, den God der slagorden Israels dien Gij gehoond hebt*. En zoo slingerde hij zijn steen weg, die den Filistijn met gespleten voor» hoofd ter aarde deed tuimelen, waarna David hem met zijn eigen zwaard het hoofd afhieuw. Er ontstond een paniek onder de Filistijnen toen zij hun kampvechter ter aarde zagen storten en de Israëlieten richten een groote slachting aan. In de Septuagint, de Grieksche vertaling van het Oude Testament, is als 151ste psalm een overwinningsliec- opgenomen, dat David later als koning zou gedicht hébben ter her» innering aan den strijd met Goliath. In oude psalmboeken staat wd eens een berijming van dezen apocryphen Ps, aanvangende«Ik was een jongeling nog teeder en gering«. In proza luidt dit lied, uit het Grieksch vertaald (het is niet zeker of daaraan een Hebreeuwsch origineel ten grondslag ligt; in elk geval is dit niet bewaard gebleven): Klein was ik onder mijn broeders, en de jongste in het huis mijns vaders, ijn handen maakten een snaren instrument, Kr mijn vingers stemden een harp. En wie zal aan mijn God betuigen: «Hij is de Heere, Hij is het dihoort* Hij zond zijn bode en nam mij weg van achter mijns vaders schapen, en zalfde mij met de olie zijner zalving Mijn broeders waren voortreffelijk en flink, maar de Heere had in hen geen welbehagen Ik ging uit om den Filistijn te ontmoeten, en hij vloekte mij bij zijn afgoden, maar ik, trekkend het zwaard dat hij bij zich droeg hieuw het hoofd af en nam den smaad weg van de kinde»Israëls. MIJN VASTE GROND. Wat is de grond Dat ik bij zooveel schreiend wee En bitter leed als d'aarde biedt, Niet sidder als het ranke riet Van vreeze Wat is de grond Dat ik, wanneer de zondemacht, Met woest geweld mij komt te na, Niet hulpeloos sta En bevend Wat is de grond Dat ik, geen uur mijzelf gelijk. Met trouw en ontrouw liefde en haat, Om beurt in 't hart, bij al dat kwaad, Blijf hopen? Wat is de grond Dat ik, die weet dat 't heilig oog Van God mijn zondaarsziel doorboort, Zijn oor zelfs mijn gedachten hoort, Durf sterven Dit is de grond, De vaste grond, dat Gij, o God, In Christus mijne schuld vergaaft, En niet mijn zwakke hand U greep En hield, maar dat Uw "groote kracht In mijne zwakheid werd volbracht; Dat Gij zóó Uw beloften staaft En trouwe houdt in eeuwigheid. Daar Gij altoos dezelfde zijt. Dat is mijn grond. SOMMELSDIJK. De timmermansknecht P. v. D. had het ongeluk zich dezen middag zftodanig met een beitel in zijn been te steken dat geneeskundige hulp onmiddellijk moest worden ingeroepen. Hedenmiddag een uur sloeg van den landbouwer J. v. d. M. uit Middelharnis een voer tarwe op de Kaai om. De paarden sloe» gen met een gedeelte van den wagen achter zich op hol en liepen de Voorstraat af. Bij de Kerk kwamen ze tot staan. De voerman C. A. liep nog enkele geringe kwetsuren op. Auto Showroom Eggelmeijer Co., Rotterdam. Woensdag 11 Aug. j.l. opende de fa. Eggel» meijer Co., aan dén Oostzeedijk 276—278, te Rotterdam een naar de laatste eischen des tijds ingerichte Auto Showroom, met een keu» rige collectie Essex en Hudson Automobielen waarvan de Firma Eggelmeijer de vertegen» woordiging heeft voor de provincies Zuid» Holland, Zeeland en Noord»Brabant. Als blijk van groote belangstelling ont» ving de firma een 40»taJ pracht van bloem» stukken. Wij kunnen gerust zeggen, dat deze Showroom een aanwinst is voor Rotterdam, daar het Auto»verkeer een steeds grooter vlucht neemt. Een bezoek aan deze Showroom is de moeite waard. Men vindt daar een ruime keuze van de kleinste tot de grootste wagens. Te Melissant wordt heden volgens achter staande advertentie geopend een zaak van den heer L, C. Struik in Emaille en andere Huis» houdelijke Artikelen, Rijwielen, Landbouw» werktuigen, Kachels en verder alle benoodig» heden voor Gas. Wij hadden op een daartoe gedane uitnoo» diging het genoegen een kijkje te nemen. Het bleek ons dat de inrichting van deze zaak een aangenamen indruk maakt, en het komt ons voor dat het publiek in dit bedrijf prettig koopen zal. Wij wenschen de heer S met zijn onderne» Bung veel succes. MIDDELHARNIS. Centrale Veiling voor Goeree en Oveiflakkee. Veiling van Woensdag 18 Aug. 1926. Bloemkool f 4,— tot f 9,—. Komkommers f 1.— tot f 6,40. Roode kool f 2,60 tot f 3,10. Savoye kool f 3,— tot f 8,—. Gele Pruimen f 0,80. Reine victoria pruim f 1,60 tot f 3,40. Alles per 100 stuks. Kroten f 2,40. Peen f 2,10 tot f 2,60. Alles per 100 bos. Knolrapen f 0.70 tot f 1,80 Dubb. Princessen z. dr, f 4;10 tot f 7,40. met f 4, tot f 7,—. Stoksnijboonen f 8,— tot f 21,40. Stamsnijboonen f 8,— tot f 12,50. Eigenheimers f 1,20 tot f 2,60. Blauwputten f 1,10 tot f 1,50. Poters f 1,— tot f 1,60. Postelein f 1,— tot f 4,—. Dirkjesperen 4,— tot 8,—. Noord Holl. Suikerperen f 6,80 tot 8,90. Claps favorite f 10,— tot 17,—. Diamantperen f 10.— tot f 11,—. Jutteperen f 10,— tot f 11,90. Bergamotperen f 6,50 tot f 7,90. Zure appelen f 4,— tot f 7,—.- Zoete appelen f 5,— tot f 10,—. Augurken f 10,— tot f 44,—. Witte kool f 1,— Tomaten f 15.— tot 17,—. Perfect, enk Princ. f 9,10 tot f 11,70. Alles per 100 K.G. Kropsla f 2,20. Andijvie f 2,10 tot f 2,30. Per 100 krop. Boter 1,11 per pond. Bijzondere Vrijwillige Landstorm. Op den landdag van den Bijz. Vrijw. Land» storm welke 2 Sept. a.s. te Ouddorp wordt gehouden, zullen, naar wij vernemen, de heeren Duymaer van Twist en Dr. Derkers leden van de Tweede Kamer der Staten Ge» neraal en Ds. lansen, Leger» en Vlootpredi» kant, in algemeenen dienst het woord voeren. Verschillende wedstrijden (schieten, behen» digheidsrit op motoren, athletiek enz.) zullen door de landstormers worden gehouden, op» geluisterd door muziek. Tenslotte kunnen we vermelden, dat de Commandant der Luchtvaartafd. te Soesterberg zijn medewerking toezegde, een exadeille vlieg» tuigen boven het terrein te doen demonstreeren. Voor den landdag op 2 September a.s. zijn verschillende commissiën samengesteld. Achter elke commissie worden de namen der heeren vermeld, die er deel van uitmaken Uitvoerend Comité: J. v. d. Velde, Voorz. gewest, landst. commissie; G. j. F Gobius du Sart, Burgemeester van OuddorpC. v. d. Nieuwenhuizen, Res. Kapitein der Jagers eD VerbandscommandanfH. A. C. Denier v. d. Gon, le luit. der Veld»Artillerie en Districts» commandant Motordienst; H. A. J. Schouw» man, le luit. der Infanterie. Commissie van OntvangstGobius du Sart, v. d. Veide, L.J. den Hollander, Burgemeester van Middelharnis en SommelsdijkC. v. d. Nieuwenhuizen, Schouwman en v. der Gon. Financieele Comm.den Hollander, W. J. Donkersloot, Burgemeester van Ooltgensplaat en v. d. Nieuwenhuizen. Comm. Motordienst: L. C. Brinkman, Bur» gemeester van Den BommelSchouwman, F. Nieborg, Burgemeester van Stad aan 't Ha» ringvliet en R. Sterk, Burgemeester van Nieuwe Tonge. Comm. Motorwedstr.v. d. Gon, J. Nieuwen» huizen, Sectie comm. MotordienstD. C. Slis Slis Lz., Landbouwer en L. P. Akershoek, Landbouwer. Comm. Atheletiekwedstr.Schouwman, Steik en Brinkman. Terrein'Comm.Gobius du Sart, v. d. Velde, T. Tanis, lid der plaatselijke Landst.»commissie en Akershoek. Ongelukken. In de gasfabriek te Groningen is Woens» dagmorgen een ernstig ongeluk gebeurd. Eenige weiklieden waren bezig, een ijzeren loopbrug, die op een hoogte van 8 M. langs de ketels is aangebracht, te vernieuwen, toen plotseling de steiger, waarop de werkzaamheden verricht werden, ineen stortte. De gehuwde werkman L. Bloemendaal viel met een zware ijzeren plaat naar beneden, geraakte onder de plaat en werd dermate verwond, dat hij een uur later in bet ziekenhuis overleed. Hij laat een weduwe en een kindje achter. Op den Persoonsdam te Rotterdam sloe» gen twee paarden, die gespannen waren voor een met melkbussen beladen vrachtwagen, op hol, doordat zij van een vrachtauto schrokken. De dieren renden langs de Persoonshaven en Oranjeboomstraat naar de Rosestraat. Daar namen zij de richting van de Tweede Rose» straat. De overweg»wachter zag de rennende paarden aankomen en sloot snel de boomen, waardoor de dieren klem liepen. Een van de overwegboomen is een weinig ontzet. Het onge val liep zonder persoonlijke ongelukken af. De 22. jarige Rus I. P. T., van het te Hoek van Holland liggende stoomschip Tomp heeft aan boord van dit vaartuig een klap van een lier tegen het hoofd gekregen. Met een ern» stige verwonding is hij door den gemeente» lijken geneeskundigen dienst naar het zieken» huis aan den Coolsingel te Rotterdam vervoerd waar hij ter verpleging is opgenomen. Misdaad Maandagmorgen tusschen 8 en 9 uur werd aan de Oostzijde van het kanaal Hattem— Dieren gevonden in de nabijheid van de rot» tingfabriek der firma Van Dijk aan den kant van genoemd kanaal een fiets, waarvan de bagagedrager met bloed was bevlekt. De politie, hiermede in kennis gesteld, ging terstond daar in de omgeving aan het dreggen en haalde weldra het lijk van een manspersoon boven water, waarop een dolk werd bevonden, die in de schede was vastgezwollen. Aan den linkerpols werd een snij wonde ontdekt. Uit op het lijk gevonden papieren bleek, da4 de omgekomene vermoedelijk is een 23» jarige handelsagent, wonende te Amsterdam. Het horloge, dat op het lijk werd gevonden, stond stil op 5 minuten voor één. Enkele dagen heeft hij in het naburige Vaassen vertoefd. Hij had Vrijdagavond 1.1. in het hotel De Cannenburgh voor drie nach ten logies besproken, doch is Maandagavond van daar vertrokken. Het aanvankelijke plan was, om Dinsdag ever Leiden naar Amsterdam terug te keeren in gezelschap van zijn meisje, die ook in Vaassen vertoefde en die hij naar haar woonplaats Leiden zou brengen. WITTEKIND en ALBOïN. Wie was Karei de Groote «Nu, dat is ook een vraag 1« hoor ik een mijner jeugdige le» zers uitroepen. Van dien grooten en machtigen Keizer hooren de schoolkinderen tegen woor» dig al in de middelste klasse. Daar weten ze al reeds op hun duimpje te vertellen, hoe Karei dikwijls de scholen bezocht, daar de vlijtige leerlingen prees en de onwetenden om hun-e luiheid en domheid bestrafte. Zeker, Keizer Karei deed veel tot uitbreiding van het Christendom onder jong en oudhij richtte kerken en scholen op, ja, wat zeker niet zeer verstandig was, wilde de Friezen en Saksers met het zwaard in de vuist dwingen, hunne heidensche afgoden vaarwel te zeggen. De Friezen waren in 785 genoodzaakt, zich aan den Frankischen Keizer te onderwerpen met de Saksers was Karei niet zoo spoedig klaar. Onder hunne wakkere aanvoerders Wittekind en Alboïn verdedigden zij zich met de uiterste halsstarrigheid tegen denovermachtigen Keizer. Moesten zij zich soms schijnbaar onderwerpen, nauwelijks had de Keizer den aftocht geblazen of zij grepen opnieuw naar de wapenen. Wer» den de Saksers soms moedeloos, Wittekind en Alboïn wisten hunne aanhangers telkens opnieuw geestdrift en vertrouwen op hunne goden in te boezemen. Vooral voor Wodan en Thor gevoelden zij den diepsten eerbied. Wodan beschouwden zij als den opperste der goden. Hij woonde in Walhalla, den hemel, die door den regenboog met de aarde was verbonden. Daar zetelde hij op een gouden troon en twaalf der voornaamste goden zaten om hem henen. Soms verliet hij zijn schoon verblijf en vloog dan door het heelal, gezeten op zijn achtvoetig ros. Thor was na hem de voornaamste. Hij beukte als hij daar lust in had, met zijn ge» duchten hamer de wolken en dan schoten er bliksemstralen door het luchtruim en werden hevige donderslagen gehoord. Zulke bijgeloovige dwaasheden waren onder de Saksers in zwang. Toch waren er ook onder hen enkele Christenen. Zoo woonde er destijds in de nabijheid van het Harzgebergte een boer, die het Evan» gelie van ganscher harte had aangenomen. Daarom werd hij door zijn buren gehaat. Gelukkig kwam hij weinig met hen in aan» raking, want zijn eenzame woning lag diep in het woud verscho'en. Lang was hij van het rumoer van den strijd verschoond eble» ven. Maar op zekeren avond werd het hem duidelijk dat de geesel van den krijg ook zijn woning naderde. Buiten staande zag hij groote rookwolken, in het verre Westen uit brandende dorpen opstijgende. Geen twijfel, de strijdende legers naderden het Harzgebergte. Nog was hij bezig, dit aan vrouw en kinderen te ver» tellen, toen er daarbuiten paardengetrappel werd gehoord. De boer ging eens kijken. Hij zag twee krijgslieden, wier gebiedende hou» ding hem ontzag inboezemde. Hunne schilden echter waren gespleten, hunne wapenen vol deuken, hunne helmen hingen aan de zadels en hunne hoofden waren met een doek om» wonden, waaruit nog bloedige strepen over net koene, trotsche g laat liepen. «Kunnen twee afgematte strijders voor zich en hunne paarden huisvesting en voor morgen een gids over de bergen bekomen zoo vroeg een hunner aan den boer. «Gaarne stel ik het beste, wat mijn keuken oplevert, voor u be» schikbaar, komt in vrede onder mijn dak*, antwoordde de boer. De boer Voegde de daad bij het woord en greep de teugels der paarden, om ze naar den stal te geleiden. Een der rui» ters echter hield de teugels vast. «Een echt ruiter is zijn trouw paard alles*, sprak hij. «Ik moet zelf zien of de dieren wel goed verzorgd worden*. Eerst toen hij zag, hoe goed de boer de afgematte paarden verzorgd volgde hij zijn reisgenoot in huis, waar in den haard een flink vuur brandde. De vrouw des huizes was reeds bezig de tinnen kruik met wijn te vullen, en juist wilde een der ruiters een frissche teug nemen, toen hij op de blank geschuurde kruik het teeken des kruises zag- x «Wat riep hij uit, «zijn wij bij Christenen bij onze vijanden terecht gekomen?* «Ach neen, edele heeren«, antwoordde de vrouw, terwijl zij zeer ontstelde, «dat is geen teeken des kruises, dat is de hamer van Thor* Thor, de god van den krijg, werd met een hamer afgebeeld, die veel geleek op een kruis» teeken. «Wat is dat, de hamer van Thor I Van Thors hamer heb ik nog nooit iets gehoord*, riep een jeugdige stem en een fiinke knaap trad binnen met heldere oogen, blonde lokken en een krachtig uiterlijk. «Gij wilt een Saks zijn*, sprak een der rui» ters «en keet gij Thors hamer niet?« «Neen heer*, hernam de knaap, «vader en moeder hebben mij nog nooit van zoo'n ha» mer gesproken*. Juist onder dit gesprek kwam de boer terug, die de paarden van het noodige had voor» zien. «Nu, vrouw, sprak hij, aan zulke edele heeren moeten wij den besten drank uit den schoonsten beker, die wij hebben, aanbieden*. Dit zeggende opent hij een kast, om er den beker uit te nemen, maar zie, daar stond op de binnenzijde der kastdeur eveneens het teeken des kruises. «Zoo zijn wij dan toch bij Christenen*, riepen de beide krijgers als uit éénen mond, «ofschoon uwe vrouw zegt van neen*. «Ja, ik ben ook een Christen«, was het be» sliste antwoord van den man. «Duidt het niet ten kwade, dat mijne vrouw te vreesachtig was, om kloek voor haar geloof uit te komen I* «Dan zijt gij een vijand en landverrader en gij moet sterven 1« riep de een. «Ziehier uwen edelen hertog Wittekind en ik ben hertog Alboïn. Nooit zullen wij dulden, dat een Sakser zich aan verraad schuldig maakt*. Pijl» snel trokken de beide ruiters hunne zwaarden uit de scheede. Maar even snel had de blonde knaap een stuk brandend hout uit den haard gegrepen, zich voor zijn vader geplaatst om dezen te beschermen en was nu gereed om op beiden los te .trekken. Ook de boer had in een ommezien een bijl genomen en terwijl hij die in de hoogte heen en weer zwaaide, stond hij tegenover de ruiters. «Gij zult zien, edele heeren, dat een Sakser niet met zich laat spotten en dat zijn leven hem zeer lief is. Wilt gij mij, die u met weldaden heb over» laden, in mijn eigen huis overvallen, o, pas dan maar op, dat het u zelf niet het leven kost*. Van weerskanten zag men elkander met fonkelende oogen aan, toen deden de ru ters hunne zwaarden weg. «Gij zijt door en door een Sakser, vriend*, begon Wittekind, «zoowel in u als in uw zoon vloeit echt Saksisch bloed. Maar hoe is het mogelijk, dat gij ontrouw zijt geworden aan de goden uwer vaderen, om den snooden God der Christenen te dienen «Ik zal u zeggen, edele heeren I« hernam de boer, «hoe ik gekomen ben tot hetgeen gij verraad noemt, ofschoon ik een even getrouw Sakser ben, als iemand maar wezen kan«. Men zette zich nu gemeenzaam rondom den haard en de boer begon het volgende verhaal «Vele jaren geleden*, .vertelde de boer, «was ik een dapper jager, die altijd in het woud rondzwief. Op zekeren morgen, loerde ik in de schemering op een mooi hert. Maar zie, juist op de plaats, vanwaar het hert zou komen, trad onverwachts een mon» nik op mij toe. «Gij bederft mij mijn jacht«, riep ik hem toe, «en doet mij mijn buit ver» liezen«, en in het hetzelde oogenblik schoot ik een pijl op den monnik af, die in den schouder getroffen, ter aarde stortte. Ik snelde naar hem toe, om hem geheel te doorboren, toen de gewonde zich oprichtte. »Waarom«, zoo stamelde hij, «waarom behandelt gij mij toch zoo schandelijk, die u toch niets kwaads gedaan heeft. Zie eens om, daar ginds bij de beek staat het hert, dat gij zocht Nu trok ik het mes terug; sloop naar de beek en keerde weldra met zwaren buit beladen, terug. Maar de kalme woorden van den monnik hadden mij getroffenik schaamde mij, dat ik mij door mijne woede tegen een weerlooze had laten medeslepen. «Wat is dat voor een gods» dienst*, dacht ik, die een mensch leert, zijne vijanden wel te doen. Ik keerde tot den ge» wonde terug, bracht hem in mijn huis, ver» pleegde hem en in de lange winteravonden vertelde hij mij van Jezus Christus den Zone Gods, die eenmaal den hemel verliet, om op aarde aan een kruis voor zijne vijanden te sterven. Nu moet ik u zeggen, edele heeren, dat ik na de ontmoeting van dien monnik Christen ben geworden, wat ik weet nu, dat hun God grooter, reiner, machtiger is, dan de Goden onzer vaderen, omdat Hij zegen voor vloek schenkt. En nu, laat er vrede tus» schen ons zijngaat ter ruste 1* Hij reikte hun de hand. De beide helden hadden aan» dachtig getuiste .d, zij namen de hun toege» stoken hand aan en zeiden: «Ja, edele Sakser, er zal vrede tusschen ons zijn 1* De boer spreidde stroo voor zijn gasten, en bedekte hen met de beste vellen van wild gedierte, die hij bezat Daarna ging hij met de zijnen, na het avondgebed te hebben uit» gesproken, ter ruste. Den volgende morgen wekte hij vroegtijdig de beide helden, zette hun het beste voor, dat hjj had, en leidde hen langs verborgen wegen naar de Zuidzijde van het Harzgebergte, zoodat zij spoediger, dan zij gedacht hadden, hun doel bereikten. Toen zij uit het woud gekomen, plotseling de uitgestrekte vlakte voor zich zagen, hield de boer stil. «Nu edele heeren*, vaart wel 1 Ik hoop echter nog eenmaal van u te hooren, dat ook gij den grooton God der Christenen hebt leeren kennen en liefhebben«. Inderdaad is de wensch van den Saksischen boer vervuld geworden. Nog jaren hielden Wittekind en Alboïn den strijd tegen den machtigen Kareivol. Doch eindelijk kregen zij toch medelijden met de ellende huns volks en verlangden naar vrede. Zij begeerden hun geduchten vijand, dien zij nooit anders dan op het slagveld hadden gezien, eens in zijne gewone omgeving te ontmoeten. Daarom be» gaven zij zich in het jaar 804 naar Aken waar Keizer Karei gaarne vertoefde Op Kerstavond gingen zij te midden van eene groote schare, naar de prachtige Domkerk, niet wetende, wat in dit gebouw geschieden moest. Om niet herkend te worden, hebben zij zich als bede» laars verkleed en zetten zich neer op de trap» pen van den preekstoel. Vol verbazing zien ze naar den machtigen Keizer die evenals de anderen neerknielt om te bidden en als er gezongen wordt, dapper meezingt. Bij 't uit» gaan der Kerk scharen zij zich tusschen een troepje der armen, aan wie Karei gewoon is, als hij heengaat, een aalmoes te geven. Om zich niet te verraden, steken ook de Saksische vorsten de hand uit. Het scherpziend oog van den Keizer heeft hen echter erkend. «Ne.-n vrienden,* zegt hij, «voor u heb ik wat beters. Ga met mij mede en weest mijne gasten. Nu volgen zij den Keizer en luisteren vol aandacht als hij met vriendelijken drang hen uitnoodigt, hunne heidensche afgoden te verlaten en in den God der Christenen te gelooven. Wittekind en Alboïn beseffen nu, dat de God der Christenen grooter en mach» tiger is dan Wodan. Met geweld en met het zwaard had de Keizer hen niet kunnen over» winnen, nu won hij hun hart door zijne goed» heid en m nzaamheid. De beide Saksers na» men het Christendom aan en werden daarin door de meesten hunner onderdanen gevolgd, zoodat eindelijk de bloedige godsdienststrijd ten einde was. Het Evangelie had gezegepraald en de nacht van '-et heidendom week voor het licht der waarheid. Gebruik geen rauwe melk, tenzij gij weet, da* zij afkomstig is van een modehboerderij. Door slechts gekookte melk te nuttigen, kunt gij ziekten als b.v. typhus voorkomen. Denkt daar vooral ook bij uitstapjes en op reis aan. GEZON DHE1DSRAAD. JAC. DEN BOER en R. DEN BOER—de Bruine geven kennis van de geboorte van hun zoon 27897 Oude Tonge (dabbe) 14 Aug. 1926. In plaats van kaarten. ANNIE ROOS en 27907 L. HAAGENS Meppel, Woldstraat 10 Middelharnis, 21 Aug. 1926. A. A. KEIJZER Az. en 27904 A. DE BERG Sd. Sommelsdijk Dïrksïand 18 Augustus 1926, Huwelijksvoltrekking op Woensdag 1 September a.s. DAMMES VROEGINDEWEIJ Lz. en 27899 JANNETJE A. BRABER Cd. Middelharnis, 18 Augustus 1926. Huwelijksvoltrekking 2 September a.s. A. JOPPE Gzn. en 27900 M. ROODZAND H.Md. die mede namens wederzijdsche familie hunnen hartelijken dank betuigen voor de zeer vele blijken van belangstelling bij hun huwelijk ondervonden. Sommelsdijk, 20 Augustus 1926. A. KASSE en K. S. DEN BAARS die, mede namens wederzijdsche familie, hartelijk dank zeggen voor de vele blij» ken van belangstelling voor en bij hun huwelijk ondervonden. 27902 Koudekerke, 18 Aug. 1926. Voor de zeer vele blijken van belangstelling bij ons huwelijk ondervonden, betuigen wij mede namens wederzijdsche familie, onzen hartelijken dank. L. JONGEJAN. 27901 P. S. N. JONGEJAN- Grootenboer. Sommelsdijk, 20 Augustus 1926. Tegen 1 Novenber een nette gevraagd niet beneden de 20 jaar P.G. Brieven onder no. 27908 aan het bureau van dit blad. Gevraagd met November te Rotter» dam een flinke 27893 eenvoudig kunnende koken en zelf» standig werken. Hulp van 2e meisje. Brieven aan Mevrouw STAAB, West Zeedijk 120 Rotterdam. Gevraagd tegen I Nov. a.s. een nette bij W. J. GEBUIS, Molendijk, Oude Tonge. 27911 GEVRAAGD een 27898 Hoog. loon, geruimen tijd werk. gevraagd te STELLENDAM. Brieven spoedig onder no 27909 Bureau van dit blad. Te huur te Sommelsdijk bevattende beneden 2 kamers, serre, keuken, bijkeukenboven 2 slaap» kamers. Brieven onder no. 27906 Bureau dezer courant. TE KOOP een zoo goed als nieuw te bevragen bij G. v. d. BOGERT, Wagenmaker, Sommels» dijk.27912 Wordt aangeboden 27910 EN beiden eenmaal verbouwd in de Bosch» polder, goedgekeurd met 9.9 9 9 bij de Hollandsche Mij. van Landbouw vereen, door Gebr. VOGELAAR, post Melissant De Landbouwvereeniging «DE EEN» DRACHT« te Herkingen wenscht op 4 September 1926 24000 H.G. superpiiosphaat 18000 K.G, zuiaueizure Ammoniak 12000 K.G. üaiizout Voorwaarden bij den Voorzitter CORN. VAN DER VELDE Johnz. Herkingen. 27903

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 5