Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Groen en de Samenwerking
fine
BIGGELAAR's
l I
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3252
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1926
41ste JAARGANG
EERSTE BEAD.
en uit uoorraam
MORIAAN-BAY.
Op den Uitkijk.
1
P
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertent! ëai en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
ENBANK
IV.
In ons vorige artikel hebben wij er
op gewezen, dat de heer Groen den
aard van de politieke beginselen der
linkerzijde tot in zijn diepste wezen
doorvorschte, en hij zijn leven besteed
heeft om die onheilige en staatsgevaar
lijke beginselen te bestrijden en het
volk weer op te roepen om zich van
die beginselen af te keeren en de banier
van het Evangelie op het staatkundig
erf weer uit te dragen.
Maar Groen begreep heel goed, dat
wilde hij iets kunnen bereiken tegen-
ff \'i'eT dien machtigen stroom der Revo-
Ijl iVutie, hij samenwerking moest vinden
met allen, die, hoe uiteenloopend wat
Godsdienst betreft, toch op politiek
terrein vijanden waren van de anti
christelijke Revolutie-idee.
Nu kan men hier tegen werpen
Groen heeft toch gezegd in ons isole
ment ligt onze kracht"? Maar het is
onjuist te meenen dat Groen hiermede
bedoelt heeft dat de Anti-Rev. partij
zich moest isoleeren van alle politieke
partijen. Reeds bij Groen's leven heeft
men gedacht dit zoo te moeten opvatten.
Maar toen heeft Groen zélf (en dat was
aan het eind van leven nog geschre
ven, dat dit zijn bedoeling niet was,
doch dat hij met dit isolement bedoeld
heeftzelfstandigheid der partij, maar
geen afzondering. Later heeft Dr. Kuy-
per Groen's bedoeling kernachtig ver-
Duidelijk blijkt dit ook uit zijn boek
Grondwetsherziening en eensgezindheid,
blz. 62, waar hij samenwerking bepleit
van alle welgezinden. En op de vraag
wat hij dan onder die „welgezinden"
verstaat, antwoordt hij daar
3a - tandarts
ROTTERDAM
En let dan eens goed op wat hij
dan volgen laat
En als hij dan betoogd heeft, dat hij
uit overtuiging een Christen en Prote
stant is, dan vervolgt hij
En dan zegt Groen, in oprechtheid
aan allen de hand te reiken, die met
hem bereid zijn „een iegelijk in zijn
geloof en naar zijn inzicht om deel te
nemen aan een krijg waarin het heilig
erfgoed der menschen door de leugen
profeten van den huidigen dag met
leerstellingen voorzeker niet aan boven-
aardsche wijsheid ontleend, in arren
moede bedreigd wordt".
Men ziet, Groen nam een ruim stand
punt in.
Hij was geen anii-papistHij was
zuiver protestant en kon zich dus met
den Roomschen Godsdienst niet ver
eenigen, maar duidelijk zag hij in, dat
op staatkundig terrein met de Roomsch-
Kath. saamgewerkt kon en moest wor
den. Zelfs heeft hij er op gewezen dat
er onder de Roomsche geleerden man
nen geweest zijn, die op staatkundig
terrein zuivete Anti-Rev. begrippen
hadden.
Hij toornt dan ook tegen de anti
papisten van zijn dagen, die in Rome
het eenige gevaar zagen en niets liever
wenschten dan dat tegenover de
Roomsch-Kath. art. 36 der Geloofsbel.
zou worden gehandhaafd.
Op blz. 101 van zijn meergenoemd
werk schrijft hij
En nu denke men niet dat Rome in
die dagen zooveel beter was dan thans.
In den tijd dat Groen dit schreef
liepen de Roomsch-Kath. nog achter
de Liberalen aan, en brachten zij zelfs
eens den liberalen staatsman voor het
district Limburg in de Kamer.
Maar Groen was er de man niet naar
op incidenteele uitingen te veel acht te
slaan. Met kennersblik doorvorschte hij
de leidende beginselen der stroomingen
en dat deed hem wel Ongeloof en Re
volutie maar Rome niet meer duchten.
Groen haatte al dat anti-papistisch
gedoe.
Dat bleek ook in 1853.
Men kent de geschiedenis. De Grond
wetsherziening van 1848 had het moge
lijk gemaakt dat iedere kerk, haar eigen
organisatie regelde. De Paus had hier
van gebruik gemaakt en bij de instelling
van een nieuwe organisatie zich onge
past uitgelaten ten opzichte van het
Nederlandsch protestantisme. Dat bracht
geheel protestantsch Nederland op de
been.
Zoover hier het Protestantisme werd
aangetast was het protest op zijn plaats.
Maar ook het onheilig anti-papisme
deed zich gelden.
Vooral de hoofdstad des Rijks was
getuige van een opwinding die beneden
alle critiek was. Ruwe kreten werden
gehoord en bijtende opschriften ter
lezing aangeboden. Joden liepen met
uitgeknipte prentjes, voorstellende een
bisschop, onder den uitroep „één cent
een bisschop, hij kan opgehangen wor
den ook". Alles was in actie. De „bloem
der ingezetenen" spande zich er voor
om den koning te verzoeken de invoe
ring der Pauselijke Hiërarchie te ver
hinderen.
Was nu het protestantsch karakter
der natie gered?
Maarin dat zelfde Amsterdam werd
in Mei d.a.v. tot volksvertegenwoordiger
gekozen de Israëliet Godefroi
Tegen dit onheilig streven, dat ge
speend is aan alle beginselvastheid
ging steeds Groens waarschuwing.
Wat schreef Groen in zijn blad in
diezelfde dagen?
Uit deze woorden spreekt een anderen
geest.
En wie de historie kent weet, dat
Groen die samenwerkingmetde Roomsch
Kath. op Staatkundig gebied zocht, meer
gedaan heeft om het protestantsch ka
rakter der natie te bewaren dan de Anti-
Papisten dier dagen, die hem in de
steek lieten.
fff
-32'/2c..43C.,
18 c., Kalveren
I; Schapen bui»
18,per stuk
Dseen was we»
ïdelijk en vrij»
|nkel puikbeste
noteering.
jen was gewoon
|d vooral voor
ongen Een en»
6'/a c. boven
geene noteering
]mnen aanvoer,
aeer kooplust,
bleven vrijwel
aanvoe:. De
er was weinig
t de prijzen iets
llaar werd nog
veemarkt waren
Roeien, waarvan
-116 c., 2e kw.
gindere soorten
3-80 c. per k.g.;
1—500 per stuk;
80 c., 3e kw.
[Iveren f 10—16,
700 varkens,
96-97 c. dito
90—95 c. p. k.g.
Irdappelen.
eden waren de
|olgt: Brielsche
iwsche blauwe
|2,40, dito bonte
Eters f 2,30—2,70
b, Westl. school»
kriel VI2—5 c
2-3 C. per k g.;
elijken aanvoer,
J 7—8,25, Over»
ES
IEREN.
fieren. Aanvoer
8,40, gemiddeld
iwoon.
as. Aanvoer 127
g. Met R.M. Ie
zonder R.M.
!N OLIËN,
ne zaden (Boe»
3-41, Koolzaad
alles p. 100 k g.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
1111
EIKEN» en GE»
ELEN, LEER» en
ITUREN, LIN»
ETTF.N, THEE»
TEN, TAFEL, en
KARPETTEN,
Wij vestigen uw
ie kussenstoelen
ia vaklui gestof»
Tugge bediening.
IfiiOBELHARHSS
u
17273
tien en vierkante
stoelen.
■1 cn onbekleed
k ais Fapierrtan
Gok verki'tgDaa»
t\di'harr.:-
:n aan leden tegen
:mt gelden op te»
ok van niet.leden.
en dagelijks wor<
een der leden van
22189
26 Aug. des n.ir
;e van den Kassier.
TENBRUGGH.
V C rtolkt c*oor *e zegSenwe' federatie
J maar nooit fusie. Dit laatste zou b.v.
gebeurd zijn wanneer de A.R. partij
met de Roomsch-Kath. partij of een
andere Christel, partij ware samenge
smolten. Daar tegen ging Groen's waar
schuwing. Maar niet tegen samenwer
king. Integendeel. Hij heeft zijn leven
lang getracht die hechte samenwerking
tot stand te brengen.
per heel gebit.
Spreekuren 9—4.
HOEN te dragen
schoenwerk
r en Apotheker
;e en warme voeten
elend,
Middelharni»
«Wanneer ik naar welgezinden rondzie,
beperk ik mij geenszins binnen den kring
van vrienden en geloofsgenooten, houd ik
niet enkel voor welgezinden die met mijn
gezindheid eensgezind zijn*.
«Meer dan ooit is dergelijke strengheid
ongeraden en ook onbillijk in onzen tijd,
nu er zooveel verwarring van denkbeelden
is nu men zoo dikwerf ijverige voorstan»
ders van begrippen die ze zelf niet begrij»
pen ontmoet, nu menigeen weinig bekend
is met den aard en de strekking der partij
onder wier vaan hij zich met opgetogenheid
rangschikt, nu zich niet zelden een treffende
weerspraak tusschen de redeneeringen van
het verstand en de gevoelens van het hart
openbaart. Ik ben exclusief (uitsluitend)
voorzeker, maar in geheel anderen zin dan
mij doorgaans te laste wordt gelegd«.
«Met deze, zoo men wil bekrompenheid
van denkwijs of vastheid van overtuiging,
kan, naar mij voorkomt een ruim overzicht
en een liefdevolle verdraagzaamheid worden
gepaard. Zonder het standpunt waarop ik
gewetenshalve blijf, te verlaten, zonder de
waarheid waarover ik geen beschikking heb
tot een onderwerp van transactie te willen
maken, zonder het onderscheid voorbij te
zien dat tusschen mij en anderen bestaat,
kan ik evenwel op de overeenstemming even»
zeer letten, kan ik waardeeren al wat, in
bedoeling en karakter, goed en edel mag
worden genoemd«.
«En ook hier moet ik opmerken, dat, als
ik van de Natie gewag maak, ik niet bij
uitsluiting Protestantscbe geloofsgenooten
bedoel. De Anti.Rev. partij heeft, omdat
op de waarheid berust, sympathie voor al
wat in de verschillende richtingen waar en
goed is. Daarom, terwijl, ondanks de on»
verdraagzaamheid der Roomsche Kerk, aan
de Roomsch»Kath. ter goeder trouw de rech»
ten en vrijheden verleent welke van hunne
gelijkstelling met andere gezindheden het
gevolg zijn, verblijdt zij zich tevens in al
wat nog in die kerk, tegenover het ongeloof
aan de dierbaarheid van het Evangelie ge»
tuigenis geeft*.
«Dat tegenover de dreigende houding van
het Jezuitisme geen woorden en geen ijdele
betuigingen iets baten, maar dat de sterkte
van den waren protestant bestaat in de Ver»
bondsbetrekkingen tot Goddat het ware
Protestantisme zijn wezen heeft in de wel
gefundeerde kennis van de beloften, de in»
stellingen en geboden des Heeren en in
teedere en oprechte godsvrucht des harten
en dat dus het Protestantisme om tegen
Rome bestand te zijn er op bedacht moet
wezen den dienst des Heeren in huisgezin,
school en kerk weer te herstellenzorg te
dragen voor de grondige onderwijzing van
het opkomend geslacht in de waarheden
van het Christendom en wel in het oog
te houden dat de bestrijding van Rome
begint met de bestrijding van duisternis,
zonde en ongerechtigheid in eigen hart!*
V Een vernietigend oordeel.
Wij hebben allen wel eens van Multatuli
gehoord.
Hij was de man die op kwam voor den
verdrukten Javaan, die in zijn Max Havelaar
met felheid striemde de Nederlandsche Droog»
stoppels die in den koffiehandel rijk werden,
Reclarne-MededeeBingesi.
40 cent per regel.
Jeidttot het
pooken van
Door de Zaanlandsche Zeilvereeniging werd op hetAlkmaardermeer nationale wedstrijden
gehouden. Een prachtig geslaagde foto van de Zesmeterkiasse gewonnen door de H. 7 Admi»
raai de Ruyter, gezeild door den Heer J. R. Carp.
ten koste van het bloed der Javanen.
Deze man wordt genoemd de profeet van
de Dageraadsbeweging, de wijsgeer van het
brute atheïsme, van de godloochening, de kas»
tij der van de kerk.
Al wat in de Dageraad der vorige eeuw
opging knielde voor dezen Multatuli.
Maar deze vereering heeft haar hoogtij ge»
had, de lichtende glans van het aureool dat
men om het hoofd van Douwes Dekker zag
is aan het tanen.
Jhr. W. K. W. de Koek heeft onder den
titel Lebak en de Max Havelaar een boek ge»
schreven waarin de mensch Douwes Dekker
(Multatuli) gevonnisd wordt En wat nu merk»
waardig is, de .ongeloovige Prof. J. Prensen
hoogleeraar te Amsterdam, een bewonderaar
van Multatuli schrijft nu
We wisten het trouwens al laDgMultatuli
is geen mooi gaaf mensch, geen logisch
denker, diepgaand, behoorlijk onderlegd wijs»
geer, geen evenwichtig, harmonisch zich be»
heerschend kunstenaar. In den strijd voor
zijn zaak, de zaak van ons koloniaal bestuur,
in tal van andere zaken, wordt hij door
zelfverblinding, zelfsuggestie onjuist, over»
dreven in zijn voorstelling, onwaar, en allicht
heeft hij ook wel daar hij nu eenmaal
onder de suggestie verkeerde van te strijden
voor waarheid en recht voor wat hij
zag als een goede zaak, bewust gelogen
het doel heiligt de middelen.
Bovendien is hij door de davering van
zijn woord, door de felheid en nieuwheid
van zijn zeggingskracht een gevaarlijk man
geworden voor de kleine luyden des geestes,
die hem aanbaden als hun profeet en in
hem de stof en de methode vonden tot
hun oppervlakkig en overtuigd fraseeren
over dingen, die zij door hun geringe ont»
wikkeling niet met hun geest konden om»
vatten, niet in hun volle diepte konden
peilen."
Jammer voor de Dageraadsmenschen, die
in Multatuli hun Apostel zagen, dat een der
vereerders van dezen Godloochenaar tot zulk
een vernietigend oordeel komen moest.
De Christen ziet ook hier Gods Woord be»
waarheid«De dwaas zegt in zijn harter is
geen God*.
Nadruk verboden.
Het Stormjaar der Revolutie.
V. In het Oordeel een Zegen.
Het feit is eenvoudig niet te ontkennen.
En niemand onzer denkt er ook aan dit te
doen, het feit n.l. dat zelfs goed gereformeerde
predikanten en gemeenteleden, die werkelijk
de waarheid van harte liefhadden en behoef»
den, geestverwanten van Comrie en Holtin
en die zich nog wel gaarne, als ze verder
in de geschiedenis teruggrepen, bij de «Vatia»
nen* rekenden, met zekere blijdschap den
gang van zaken aanschouwden.
Niet omdat zij die Franschen zoo beminne»
lijk vonden.
Ook niet uit groote ingenomenheid met
de leuzen van «Vrijheid, Gelijkheid en Broe»
derschap«.
Allerminst omdat Oranje gevloden was
De oude band, het drievoedig snoer, God
Nederland en Oranje bónd hen nog,
Maar alleen wijl zij meenden dat dit zoo
de eenige weg was, om uit totaal onhoudbaar
gebleken staatkundige toestand te geraken.
Wat er tenslotte voor het «oud régime* in
de plaats komen mocht, 't zou altijd beter
zijn dan wat men thans afgezworen had.
Zóó werd door dezen de omwenteling be»
schouwd.
Zij vergeleken ze met de afzwering van
Filips.
Een noodstand, waarin een noodmiddel
redding brengen moest.
Met dit verschil, dat de tyrannie, waaraan
men zich ontworstelde, niet was van Oranje,
dewelke m eer te beklagen dan te veroordeelen
was, maat van de regenten, van de Staats» en
stads»aristocratie, die in den loop der jaren
alle vrijheden der burgerij langzamerhand
opgezogen had en in haar klein, steeds meer
zich toesluitend clubje alle regeermacht had
geconcentreerd en niet zelden te eigen bate
had gebruikt.
Deze beschouwing was in hoofdzaak juist.
Het lijkt er niet naar, we kunnen ons daar»
van niet genoeg doordringen 1 We kunnen
het niet genoeg naar buiten, waar men ons
op dit punt nog steeds verkeerd begrijpt, uit»
zeggen, het heeft ei; niets van, als zouden
de Zeven Vereenigde Nederlanden vóór den
jare 1795 in antirevolutionairen zin zijn ge»
regeerd en zou in dat jaar de groote omme»
keer gekomen zijn, die ons bracht onder 't
régiem van Calvijn vandaan naar dat van
Rousseau.
Zoo zegt men 't wel, maar zoo is 't nietl
Door die misvatting komt men dan tot deze
Andere, welke altoos hier het hoofd opsteekt,
dat wij antirevolutionairen eindelijk naar den
tijd van vóór 1795 terug willen.
Dat wij reactionair zijn, »repristonatie«
zoeken.
Stel u Kuyper voor, midden onder de re»
gentenhoogheid in 't laatst der achttiende
eeuw, «recht* vragende voor de «smalle
gemeente*, voor het volk «achter de regenten* I
Daar zou Holland van gedaverd hebben.
'k Zal u vóór denken, hoe 't zou zijn ge»
gaan:
Nadat de noodige »onder=onsjes« waren
voorafgegaan, zou dat «gevaarlijk sujet« op»
geroepen zijn, om in 't stadshuis voor het
stadsbestuur te verschijnen.
Van spreken ware geen sprake geweest I
Hij bad slechts eerbiedig aan te hooren de
ordonnantie en sententie der hooge heeren,
die hem op 't nadrukkelijkst zouden beduiden,
dat hij zich wel wachten zou geenerlei pro»
positiën meer tot het volk te houden of eenig
vuil en oproerig geschrift onder 't volk te
verspreiden, dat hij geenerlei remonstrantie
meer aan de Overheid zoude doen, alles moest
nalaten wat het volk kon afkeeren van de
stille obediëntie jegens zijn wettige Overheid
waartoe het volgens de Schrift verplicht w s,
op poene van de zware en straffe hand
des Gerechts te ondervinden, zullende met
hem ingeval van ongehoorzaamheid «kort
recht* worden gedaan.
Zoo zou het Dr Kuyper zijn vergaan
En als Dr. Kvyper dan toch ware voortge»
gaan:
Wel dan zou bij 't beproefde middel I
met eenmaal 24 uur de stad, met twee maal
24 uur 't gewest Holland en met driemaal
24 de Vereenigde Nederlanden uitegbonjourd
zijn.
Stel u voor, Kuyper onder de heerschappij
van de vereenigde despoten aan 't eind der
achttiende eeuw, in Den Haag optredende
met een lezing«Het Calvinisme, oorsprong
en waarborg onzer constitutioneele vrijheden*,
de democratische staatsinrichting van den
jongen Noord=Amerikaanschen Statenbond
prijzend en lovend als de zuiverste ontwikke»
ling der Galvinistische, politieke beginselenl
Stel u voorl
En dan te meenen, dat de toestand vóór
1795 eigenlijk, wel beschouwd, een El Dorado
zou zijn geweest voor de antirevoluaionaire
partij 1
Ik noemde Kuyper, 't had evengoed
Groen knnnen zijn.
Kort na het optreden van Thorbecke werd
Groen van twee zijden in de Kamer aange»
vallen één beschuldigde hem dat hij eigenlijk
de gebeurtenissen van '48 wilde uitwisschen
en vóór de Grondwetsherziening van dat jaar
teruggaaneen ander, die consekwenter zag
en oordeelde, ging verder en wierp Groen
voor de voeten, dat hij niet tevreden zou
zijn, voor hij al achteruit loopende, ook 1795
weer voor zich had.
Groen heeft daar toen afdoend antwoord
op gegeven.
Scherp onderscheiden, gelijk hij in tal van
geschriften deed, tusschen de heillooze begin
selen en de orde van zaken, die door, tijdens
en na de Revolutie is tot stand gekomen.
Men zat in meer dan een opzicht in 1795
als een muur zoo vast.
De bestuursvorm was een oude, roestige
knarsende machine gelijk, die elk oogenblik
dreigt stil te staan.
Vooreerst zeven republiekjes groot en klein.
In elk republiekje zoo» en zooveel souve»
reine steden.
En in elke stad een zeker kwantum konink»
r
i!i.: