Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
Plaatselijk Mletaws.
HOEKJE V0 0E(jVE50U-W EU
MIJNHARDT's
Hoofdpijn-Tabletten 60 ct.
Laxeer Tabletten 60 ct.
Zen uw-Ta bietten 75 ct.
Staal-Tabletten 90 ct.
Maag-Ta bietten75 ct.
Bij Apoth. en Drogisten.
«ij van den heer Van Beek een circulaire
gericht aan de hoofdbestuursleden, leden en
verdere bestuurders van den Plattelandersbond
en allen die met de plattelandsbeweging in«
stemmen.
Hoewel wij niet met de plattelandsbeweging
instemmen hebben wij toch van dit schrijven
notitie genomen.
Ons bleek hieruit, dat de heer Van Beek
met deze circulaire bedoelt in 't kort de oor»
zaken aan te geven, die hem geleid hebben
om als lid van den Plattelanders ond te be»
danken. Eerst lag het in zijn bedoeling deze
oorzaken kenbaar te maken in 't officieele
orgaan van den bond «De nieuwe Plattelan»
der* maar de ondervinding had hem geleerd
dat 't officieel bondsorgaan dat onder de een»
zijdige leiding van den heer Braat staat en
tevens door de heeren Braat en Ver voorn
gefinancieerd wordt een bericht als dit hoogst
waarschijnlijk niet zou opnemen.
De heer Van Beek die beter dan iemand
anders op de hoogte kon zijn van de intieme
aangelegenheden in den Plattelandersbond
gunt ons in den circulaire een kijkje in het
Braatiaansche kringetje.
We laten hieronder enkele passages uit deze
niet van belang ontbloote circulaire volgen
«Wat is nog slechts van den boud over*,
klaagt de heer Van Beek. En dan zegt hij 't
volgende antwoord
«Braat zelf en nog eenige schildknapen, die
hem door dik en dun volgen, het kleine
hoopje andersdenkenden niet te na gesproken,
die misschien blijven hopen op betere tijden.
Trots dit teleurstellende heb ik nog getracht
den Bond op breeder en dieper standpunt te
plaatsen, doch het afbrekende werk van den
heer Braat en de zijnen scheen reeds zoover
te zijn gevorderd, dat voorstellen van mijn
hand hoogstens de vergaderingen van het Dag.
Bestuur konden bereiken, waar ze natuurlijk
werden afgeketst. Zoo herinner ik me een
voorstel, dat ik indiende om een redelijke
contnbutiehefHng te krijgen, om een einde te
maken aan den toestand, dat de Bond fioan»
cieel afhankelijk is van den heer Braat. D^
heer Braat verzette zich hiertegen met hand
en tand, waai om ik zal hierover nader
zwijgen. Tenslotte stelde ik een jaar geleden
Zuid>Holland een enquette in om te onder»
zoeken, hoeveel leden een contributie wensch»
ten te betalen van f 2,—. De uitslag was be»
vredigend. Het Dag. Bestuur gaf me echter
niet de vrijheid om voorstellen in dien geest
aanhangig te maken. Een jaar later werd de
contributie gesteld op 50 cent doch men weet,
hoe een organisatie in een jaar tijd achteruit
kan loopen, wanneer er niets gedaan wordt.
Nu schreeuwt de heer Braat moord en brand,
dat de Bond geen financiën bezit. Komen de
f 6000 er niet dan wordt de Bond opgeheven.
Doch begrijpt wel dan heeft de heer Braat
zijn zin. Dat heeft Braat mij meermalen te
kennen gegeven. Liever geen organisatie. Met
de organisatie van de courant is het niet anders.
Is het niet belachelijk, dat het Bondsorgaan
het eigen dommoet zijn van de heeren Braat
en Vervoorn. Natuurlijk behoeft niemand in
dit blad denkbeelden te verkondigen, die
eenigszins in strijd zijn met de brute opvatting
van den heer Braat. Het gevolg daarvan is,
dat het blad hoofdzakelijk zoutelooze kost
bevat, overgenomen uit andere dag<enweek»
bladen, waardoor allerminst een eigen richting
wordt weergegeven. Minstens 3 voorstellen
zijn in de Hoofdbestuursvergaderingen te berde
gebracht om in dezen ongelukkigen toestand
verandering te brengen, doch de heeren Braat
en Vervoorn waren niet bereid hun courant
uit handen te geven. Een dergelijk voorstel
van Dr. Besse is ter zijde geled. Het was altijd
Vacantie.
Hoewel vacantie door zeer velen met blij d»
schap begroet wordt, zoo kan ik me toch wel
indenken dat er moeders zuchtend zeggen:
«Zoo hebben jullie vacantie*. Want in de
vacantie<dagen wordt er zooveel meer dan
anders van moeder gevergd. Want niet ieder
is zoo gelukkig, dat men met 't geheele kroost
op reis kan gaan naar de mooie streken van
ons land of zelfs naar 't buitenland. Een
enkele dag of dagen kan men de kinderen
wel naar familie sturen, maar daarmede, och
dat zal ieder wel uit eigen ervaring weten,
moet men zeer voorzichtig zijn. De meeste
kinderen zijn 't grootste deel van de vacantie
dus wel thuis Toch moeder zou ik u aan»
raden zucht nu eens niet al te hard en denk
nie', de vacantie is alleen maar goed voor de
schoolmeesters en schooljuffrouwen. Heusch
uw kind heeft ook noodig. En 't kan nog
best meevallen, ge kunt nog wel heel prettige
dagen hebben met heel uw kroost om u heen.
Ge zult misschien tegenwerpen, ja ge kunt
makkelijk neerschrijven, maar ik heb ze alle
zeven of acht of negen maar om mij heen
en vooral, dit, zal wel met een extra zware
zucht gezegd worden op de regenachtige
dagen.
Kom laten we niet meer klagen, want dat
helpt niet, maar zien wat we doen moeten.
De voornaamste factor is dat ge zorgt dat
uw kinderen bezigheden hebben. Een kind
dat werk heeft waar 't in opgaat is heusch
niet lastig. Als het zich verveelt, ja dan
is zelfs een groot mensch nog wel lastig.
Voor de meisjes is 't altijd wat makkelijker
werkjes te vinden dan voor de jongens, dat
is wel waar.
Laat 's morgens de meisjes eens wat mee
helpen in uw werk, praat etns met ze en zeg
Nou als je me nu eens goed helpt, ben ik
vanmiddag vroeg klaar en dan kan ik jullie
veel beter helpen aan je mooie poppenjurken,
die moet nu eens door jullie zelf genaaid
worden. De kinderen gaan dan meehelpen,
veel werkelijke hulp zult ge er niet van heb»
ben, maar ze zijn bezig en rustig. Hoewel 't
helpen ook nog best meevalt, als ge 't een
beetje goed aanpakt. Kinderen zijn in den
regel echt behulpzaam. Vraag dat maar eens
aan de onderwijzers en onderwijzeressen hoe
graag ze helpen. Welnu dat doen ze moeder
ook graag, maar 't gaat met de kinderen net
als met ons, ze hebben graag een waardeerend
woord.
En dan 's middags zult ge eens zien met
welk een ijver ze naaien aan de mooie poppen»
jurk, die ge uit een overgeschoten lapje ge»
knipt hebt.
Zelfs de kleinsten, die met Mei pas naar
school gingen, kunnen al breien aan een muts
voor hun pop.
Stel dan wat belang in hun werk. Dan zult
ge zien, ze werken met lust en 't eindelooze
onderlinge gebabbel, wat vaak vacantie»dagen
vergalt, houdt dan op. De jongens, zie eens
hoe ze uw boodschappen willen doen, als ge
zegt dat ge hun hulp zoo echt noodig hebt,
om vanmiddag weer by tyds klaar te zyn,
vermakelijk fom aan te hooren, welke argu»
menten deze heeren aanwendden om zich van
zulk een voorstel af te maken Doch het punt,
wat als hoofdzaak gold. was om te voorkomen,
dat de courant in handen van den Bond kwam.
Wat de courant betreft, zou ik nog tal van
zulke argumenten kunnen opnoemen. Ik her»
inner slechts aan het feit, dat de heer Braat zich
indertijd zelf tot hoofdredacteur benoemde,
maar schrijft nooit een artikel voor de courant.
Trouwens de artikelen van den heer Braat zijn
niet erg in het belang van den Bond, waarvoor
men slechts behoeft te denken aan het artikel,
dat hij indertijd schreef onder letter N.
waarin hij aanbeval, dat de 2e Kamer eens
een voorbeeld moest nemen aan de revolu
tionaire daden van den Duitschen Rijksdag,
waar met inktpotten gegooid werd, met stokken
geslagen enz. Het gevolg van dit zeer onzinnige
artikel was, dat er een grooten uittocht van
leden plaats had.
Eenigen tijd geleden heb ik den heer Braat
nog een voorstel doen toekomen, waarin ik
de noodzakelijkheid het uitkomen, dat \oor
de courant door en uit den Bond een hoofd»
redacteur werd benoemd, capabel om bijv. elke
veertien dagen een hoofdartikel te leveren,
bijgestaan door een commissie van redactie,
uit bijv. 5 leden, die wekelijksch zorgen, dat
er voldoende stof is voor de courant. Dat
alles kost niets, de leden ervoor waren aan»
wezig. Ook van dit voorstel moest de heer
Braat niets hebben, om begrijpelijke reden.
Wat zich bij de courant heeft voorgedaan,
deed zich in denzelfden geest voor ten opzichte
van de verdere uitbouw van de plattelands»
beweging. Tal van kundige menschen, die
bereid waren hun steun aan den Bond te
geven, zijn door het onhebbelijk optreden van
den heer Braat uit den Bond gestooten. Ik
herinner me nog een uitvoerig document van
wijlen Dr. P. Vrijlandt, in leven rector aan
het gymnasium te Alkmaar, waarin deze ge»
leerde zijn denkbeelden met betrekking tot de
plattelandsbeweging uiteenzette. Toen ik op
een ontmoeting bedoeld geschrift te berde
wilde brengen, werd dit reeds bij het eerste
gezicht door den heer Braat veroordeeld, zelfs
kreeg ik niet eens gelegenheid het document
van wijlen Vrijlandt voor te lezen. Dergelijke
geleerde kost is voor onze beweging toch niets
en zoo verdween het document weer van de
tafel. Schande en nogmaals schande is een
dergelijk optreden en ik ben er trots op, dat
mijn naam niet meer voorkomt onder de letters
van zoo'n rapaljaansche beweging.
Ik zou nog kunnen aanstippen het overleg,
dat ik de laatste maanden had met den heer
Meijeringh, secretaris der Drentsche vereeni»
ging v«n piattelandsch kiesvereenigingen, ten
doel hebbende te komen tot hereeniging. Was
dit overleg tot een goed einde gebracht, wat
zeker gebeurd was, voor mij staat dat zoo vast
als een paal boven water, de datum voor de
conferentie was reeds officieus vastgesteld, dan
was dit een geweldige uitbreiding geweest voor
de plattelandsbeweging, want Drenthe is één
van de sterkste provincies. Doch plotseling,
als alles klaar is, als alles zorgvuldig is voor»
bereid, komt Braat het hoofd opsteken, men
weet op welke wijze en vraagt op zeer onbe»
kookte manier, of hij op bedoelde conferentie
ook voor die ongeorganiseerde bende moet
verschijnen. Dat zijn van die zeer onfatsoen»
lijke uitdrukkingen van Braat, waardoor ieder
ai van deze beweging walgt. Ik heb voor red»
ding van de piattelandsch beweging nog steun
gezocht bij het Hoofbestuur, doch de meeste
leden hiervan schijnen reeds tot zoo'n kle n
Braatiaansch kringetje te behooren, dat tot
mijn verbazing zelfs een hoofdbestuurslid ant»
woordde op een vraag mijnerzijds betreffende
want ge wilt hun helpen aan hun paarden»
span of vlieger plakken.
Beloof uw kinderen ook eens een enkelen
mooien dag dat ze gezamenlijk naar strand of
waar dan heen mogen.
Natuurlijk er wordt veel van moeder zoo
geeischt, maar wordt dat dan niet als 't een
voortdurende kibbelpartij is. Dan gaan de
dagen, die dagen vol zegen konden zijn,
voorbij als een zwarte schaduw. Want voorbij
gaan de dagen. Doch 't is de groote vraag
hoe Voor uw kinderen, al denkt ge van
niet, is van zoo groot belang Of meent ge
dat uw kind 't verschil niet bemerkt of 'top
brommigen toon 's morgens zoo vroeg moge»
lijk naar buiten wordt gezonden m tdevrien»
delijke boodschap mede «Niet te veel draaien
hoor*, of dat moeder met hem mede leeft in
al z'n werk en spelen.
Ook voor u zelf moeder is 't belang zoo
groot. Als God gezondheid en krac >ten geeft
dan vraagt Hij van ons die te gebruiken tot
Zijn eere. En Zijn eere is het nooit als in
ons gezin geen liefde en vrede heersebt.
Want de wereld ziet naar de Christelijke
gezinnen en daarna beoordeelt zjj het Christen»
dom. Wij vrouwen en moeders getuigen niet
in vergaderingen, maar van ons gezin gaat
een luide sprake uit, God ter eere of Hem
ter oneere Daar ziet de wereld naar.
We zijn nu begonnen met het bezien der
minst zonnige zijde van de vacantie.
Laten we nu eens kijken naar de andere
zijde.
En dan zal ieder 't wel met me eens zijn
dat 't heerlijk is eens uit z'n gewone dage»
Jijksche werk, met z'n dagelijks wederkeerende
beslommeringen uit te wezen.
Dat er zoovelen zijn die de vacantie mis»
bruiken, om in de zonde te leven, zich te
werpen in een stroom van uitspattingen, is
een droevige waarheid.
Doch dit is voor ons Christenen gelukkig
geen regel, maar een hooge uitzondering.
Neen daarover willen we ook niet spreken.
Maar eens zien op welke wijze de vacantie
het best besteed kan worden, opdat zij aan
haar doel beantwoorde.
Vacantie heeft tweeërlei doel n.l. dat onze
geest door afwisseling verfrischt en door
nieuwe indrukken verrijkt zal worden en dat
ons lichaam kan uitrusten van de lange periode
van ingespannen werk, die achter ligt.
Nu moeten we niet denken dat we onzen
geest verrijken met veel nieuwe indrukken
als we ons haasten van de eene plaats naar
de andere, 't Eene park, gebouw, mooie oude
kerk, of museum na 't andere bezichtigen.
Want dan zien we veel te veel om alles in
ons op te nemen en ons lichaam is vermoeid
van 't reizen en trekken.
En dan kunnen we thuis gekomen wel zeg»
gen, we zijn in A, B en C geweest en hebben
er dat gebouw en museum bezichtigd, maar
als men ons vraagt er iets van te vertellen,
dan kunnen we 't niet, want er was immers
zooveel dat ge heusch niet alles uithouden
kunt.
Neen wilt ge eens echt uitrusten, ga dan
naar de mooie streken van ons land, waar
bosch en heide in wondermooie schakeering
en groepeering elkander afwisselen.
Geniet eens rustig van de natuur. Loop er
niet vluchtig voorbij, maar bezie ook in 't
een belangrijke aangelegenheid, dat hij alleen
goedkeurde, wat Braat voorstond. Vroeg niet
naar den inhoud van het voorstel, doch slechts
hoe Braat er over dacht.
Men ziet hier, hoe Braat den Plattelanders»
bond heeft kapot gemaakt, hoe Braat de Bond
heeft vermoord. Een laatste uittocht heeft hij
dit voorjaar nog bezegeld door zijn nare
obstructie in de 2e Kamer. Wat is er slechts
over? Een klein clubje vrienden met Braat
aan 't hoofd, die hem door dik en dun volgen.
Ik eindig hiermee. Ik zou nog meer van de
Braatsche afbrekerij ten beste kunnen geven,
zijn pogingen indertijd om voorzitter van den
Bond te worden, zijn dreigementen om bij de
laatste verkiezingen voor het geheele land
nummer 1 geplaatst te worden op de candi»
datenlijst, ik zou nog nadere mededeelingen
kunnen doen over de weinig kiesche zaak
Watjer-Braat, ik zou dus ook kunnen doen
over de manier waarop de stukjes in de Nieuwe
Plattelander ter verheerlijking van Braat tot
stand komen, (bijv. de mooie stukjes van Braat,
die Timmers weieens in de Nieuwe Plattelander
schrijft, doch Braat liet laatst zijn mond ont»
glippen dat hij daarvan zelf de stof levert, die
Timmers slechts uitwerkt en onderteekent.
Dezelfde Timmers is nu ook door Braat op
eigen houtje als secretaris van den Bond be»
noemd en teven als lid van het Dag. Bestuur.
Kan het nog erger 1) doch genoeg over deze
soort van inferieure politiek, het is mij geen
praat waard. Ik heb getracht op kalme wijze
verandering te brengen in dezen ongelukkigen
toestand, doch men weet het, wil men iets
doorzetten dan krijgt men ruzie met Braat,
gelijk er altijd ruzie in den Bond is geweest
vanaf het begin. En Braat wordt bijgevallen
door zijn klein kringetje vaste vrienden. Daar»
door zijn het zoo goed als deze alleen, die
nog slechts ter vergadering komen doch de
Bond is dan ook dood.*
Tot zoover de heer Van Beek.
Hetgeen hij ons te zien geeft in de Braati»
aansche keuken maakt ons verlangen niet ster»
ker om van de spijze, die Braat ons uit die
keuken op de politieke tafel opdischt, gebruik
te maken.
Het spijt ons alleen dat de heer Van Beek
uit zijn ervaringen nog niet voldoende geleerd
heeft dat 't afzonderlijk optrekken van onze
kleine de schoonheid waarmede de Schepper
't eenvoudig bloem en kruid gesierd heeft.
Dan liet ge werkelijk iets en kunt ge later
ook in 't na»vertellen, nog eens na»genieten.
Wees eens stil in den avondschemer in 't
bosch en neem de schoonheid van kleuren
in u op als de ondergaande zon de bladeren
en takken overgiet als met een stroom van
wegvloeind goud. Wie daar werkelijk stil kan
zijn en het geroezemoes van 't leven achter
zich laat, zal verstaan de sprake Gods in de
natuur.
Dan is 't er niet eenzaam of zonder af»
wisseling. Eike struik en boom en bloem heeft
een eigen schoonheid, en 't is heerlijk te zien
welk een wondere harmonie er tusschen alles
te zamen is.
Wie zoo z'n vacantie besteed zal zich niet
.beklagen dat men vermoeid terugkomt, maar
kan met frissche krachten en nieuwe moed gaan
arbeiden aan de taak die God oplegde.
Mijn beste raadselnichten en neven!
Wel is het deze keer de beurt van 't ver»
haal en dus niet aan de biievenbeantwoor»
ding, toch wil ik even met jullie praten.
'k Heb al aardig wat brieven van jullie
ontvangen.
Dat vind ik echt prettig maar er kunnen
er nog meer bij hoor. Volgende week wordt
ieder afzonderlijk beantwoord.
't Raadseloplossen schijnen jullie een prettig
werkje te vinden, want 'k heb tot nu toe
maar weinig fouten gevonden.
En wil ik jullie eens een geheim verklap»
pen I Reeds de volgende week komt er be»
halve de gewone raadsels een extra prijsraad»
sel met een prijs zoo mooi, neen, maar nu
zeg ik toch nog maar niet welke. Maar reken
er op, dat 't iets prachtigs wezen zal.
Nu, beste kinderen, volgende week elkeen
brief m de krant.
Ga nu 't verhaal maar lezen.
Vele groeten van
TANTE TRUUS.
LIESJE.
Juffrouw, hier is een nieuwe leerlinge voor
umet deze woorden bracht de hoofdonder»
wijzer een klein blond meisje in de eerste
klas bij de juffrouw.
Zoo, zei de juffrouw lachend, dat is er dus
alweer een bij om mij te plagen en meteen
pakte ze 't nieuwe meisje vriendelijk bij de
hand. Maar vertel me eerst hoe je heet, dan
kunnen we je een mooi plaatsje geven.
Liesje van Dam, zoo, dat is een prachtnaam.
Kom maar op de eerste bank zitten, dicht bij me.
En terwijl L<esje ging zitten en eens naar
haar buurtje keek, vertelde de hoofdonder»
wijzer nog even dat Liesjes ouders gestorven
waren en dat Liesje nu zou wonen bij haar
oom en tante van de Bos, de vader en moe»
der der jongens van den Bos die al op school
waren.
O, die kende de juffrouw al heel goed,
want ze ging ze wel eens opzoeken als
ze 't al te bont gemaakt hadden. Henk, Leen
en Arie haalden wel nooit valsche streken
uit maar echt ondeugende zoo veel te meer,
landbouwers in den politieken strijd niet an»
ders is dan het zwaard keeren tegen zichzelve.
Elke belangenpolitiek is 't verderf voor het
staatkundig leven.
Wanneer onze politieke actie niet bezield
wordt door hoogere beginselen dan 't platte,
egoïstisch materialisme, is 't staatkundig leven
ten doode gedoemd. Het maken door de
agrarische beweging van een kunstmatige tegen»
stelling tusschen stad en platteland moet uit»
loopen op vernietiging van alle plattelands»
belangen.
Geen belangenpolitiek maar zuivere begin»
selpolitiek moet de strijdleuze zijn óók van
onze landbouwers.
En wanneer zij dan zich de moeite getroos»
ten kennis te nemen van hetgeen ons Anti»
revolutionair program van actie vraagt ook
voor de landbouw, dan zullen zij beseffen dat
voor 't staatkundig optreden van deze politieke
partij 't platteland 't meest gebaat wordt.
Trouwens ook 't staatkundig verleden van
de Antirevolutionaire Partij heeft dit voldoende
bewezen.
SOMMELSDIJK. Het 8«jarig zoontje van
M. v. d. S. nad het ongeluk met zijn hand
in een stuk glas te vallen, waardoor hij zoo»
danig verwond werd dat hij zich onder ge»
□eeskundige behandeling moest stellen.
In deze gemeente is tegen een drietal
personen proces»verbaal opgemaakt wegens
het stelen van appels.
A. B. had het ongeluk dat hij, op zijn
rijwiel gezeten, werd aangereden door een
anderen fietsrijder. Zijn voorwiel werd in el»
kander gedrukt.
Daar zou dus dit kleine meisje moeten wo»
nen voortaan.
Liesje kon 't op school al gauw wennen.
Ze kon zoo aardig met de andere kinderen
meespelen. Maar niet altijd, soms stond ze
maar stil voor zich uit te kijken.
Toen ze een poosje op school was en de
juffrouw Liesje goed kende, dacht ze wel eens
stil voor zichzelf, zou dat kleine stille meisje,
't wel goed kunnen wennen bij die drukke
jongens en die goedhartig maar ruwe vrouw
van den Bos.
Vrouw van den Bos was heel goed voor
Liesje. O ja, heel goed, 't beste van alles was
voor Liesje en de jurkjes van Liesje waren
altijd mooier dan de pakken van de jongens.
Maar vrouw van den Bos zou Liesje nooit
even op schoot nemen om ze eens echt te ver»
troetelen. Dat deed zij haar eigen jongens
ook nooit. Als zij eens huilde, dan was 't
altijd «Niet zoo kinderachtig hoorgroote
kinderen huilen niet
En Liesje was gewend dat moeder haar
vooral 's avonds een poosje bij zich nam.
O wat kan zij nu 's avonds dikwijls naar
moeder verlangen. Maar als zij huilde zei
tante net als tegen de jongens: Niet zoo kin»
derachtig hoor; groote kinderen huilen niet.
Nu huilde Liesje niet meer, want de jongens
lachten haar dan maar uit. En zeiden dat ze
een erg klein meisje was.
Van de juffrouw hield Liesje veel, heel erg
veel.
Dat was al gekomen toen Liesje nog maar
een paar weken op school was.
Liesje zat toen zoo bedroefd te schreien.
Juffrouw ging naar Liesje toe en vroeg of zij
de sommen niet kende. Maar dat was 't niet
want zij had net de sommen af en goed. Of
Liesje dan hoofdpijn had. Ook niet. Nog veel
meer vroeg de juffrouw, maar Liesje gaf geen
antwoord. Zij schreide en snikte al maar door.
Toen nam de juffrouw haar bij 't handje en
nam haar mee naar de leege achterste bank.
Daar ging de juffrouw naast Liesje zitten en
zei«Vertel nou maar eens wat er aan scheelt.
Heel zachtjes maar aan mijn oor.« En heel
zachtjes had Liesje toen verteld dat zij huilde
om moeder. Ze voelde zich zoo akelig alleen.
Tante gaf haar wel dikwijls koekjes en zuurtjes,
maar haast nooit gaf tante haar een kus
's avonds, zooals moesje dat deed. En de jon»
gens vonden haar weieens een kinderachtig
meisje.
Eerst was de juffrouw erg stil. 't Leek wel
of de juffrouw zelf verdriet had. Dat kwam
omdat de juffrouw 't verdriet van Liesje zoo
goed begreep, omdat ze vrouw Bos en Bos
en de drie jongens goed kendedie goede
maar ruwe menschen zouden immers nooit
't verlies van Liesjes vriendelijk zachte moe»
der kunnen vergoeden.
Maar toch wilde zij Liesje troosten en ver»
telde zij dat vader en moeder waren bij den
Heere Jezus. Dat wist Liesje wel, want voor
moeder stierf had zij 't haar gezegd: Mijn
lieve kindje, ik ga naar den Heere Jezus, waar
vader al is. Zal je altijd tot Hem bidden
Liesje wist nog heel goed dat zij toen ja had
geknikt. Zij deed het immers toen al altijd,
dat had moeder haar al geleerd. En dat deed
zij ook nu eiken dag nog. Heel zachtjes ver»
telde zij 't aan het oor van de juffrouw.
Maar kindje, als je dan bidt dan mag je
Ook op de gorzen dezer gemeente, waar
een 600 runderen loopen, is het mond» en
klauwzeer waargenomen.
Van den heer T. de Gast is uit Canada
bericht ontvangen dat hij met zijn gezin be»
houden op de plaats zijner bestemming is
gearriveerd.
Belanghebbenden worden er aan herin»
nerd dat de ontvanger dezer gemeente a.s.
Dinsdag zitting zal houden tot het ontvangen
van den tweeden termijn schoolgeld.
Een 12jarige logé van den winkelier A.
K. reed Woensdagmorgen op de fiets door
de St. Joris Doelstraat alhier, toen de land'
bouwer Z. uit Dirksland met een auto aan»
kwam en onverwachts naar rechts overstak.
Tengevolge daarvan geraakte het ventje be»
kneld tusschen de auto en een aldaar staande
wagen, waarvoor een paard gespannen was.
Het kereltje bekwam wonder boven wonder
geen enkel letsel. De fiets geraakte evenwel
onder het paard, die het rijwiel binnen wei»
nige oogenblikken zoodanig toetakelde, dat
het voertuig nergens anders dan voor afbraak
meer deugt.
Dhr. v. S. uit Middelharnis had het on»
geluk, toen hij uit het Dirklandsche Korte»
weegje met zijn auto den Oudelandschen
dijk oprijden wilde, dat een der assen van
het voertuig brak. Gelukkig liep dit ongeval
zonder verdere onheilen af.
MIDDELHARNIS. Gevonden een fiets»
pomp, welke gedeponeerd is bij L. van Eek Gz.
Oostdijk.
Woensdagavond gingen in de Ring een
span paarden met een wagen (geladen met
zakken tarwe) achter zich, op hol. Zij renden
de Schoolstraat door, vervolgens de Voorstraat
op, waar zij vlak voor 't Weeshuis een boom
omver reden en aldaar gegrepen werden. Dit
incident liep zonder persoonlijke ongeluk»
ken af.
Donderdagavond reed een Juffrouw uit
Dirksland per fiets over 't Jaagpad aan den
Havendijk. Zij groete met haar hand een ken»
nis op de boot, met 't gevolg dat zij in de
Haven tuimelde. Na er uit geholpen te zijn,
werd zij met een nat pak met de auto van
den heer Hobbel naar Dirksland gebracht.
Aan den milicien Pieter Boogerman, lich»
ting 1922, is voorgoed vrijstelling van den
militairen dienst verleend wegens kostwinner»
schap.
Door de firma Langbroek en Van Hulst
is aan Burg. en Weth. vergunning gevraagd
tot het plaatsen van een ruwolie motor van
30 P.K. tot het in beweging brengen van een
zaag», schaaf» en boor nachine.
Het binnenbrengen van erwten en tarwe
is hier in vollen gang. Het beschot der tarwe
is gemiddeld 21 H.L. per gemet, het beschot
van de erwten valt tegener zijn boeren die
7 mud van het gemet dorschen.
De uitslag van de postduivenwedvlucht
door de P.V. «Seinpost* van uit Quievrain
is als volgt: le, 9e en 12e prijs J. J. Nipius,
2e, 10e en 14e F. Radauer, 3e J. Koevoets, 4e
L. Vis, 5e en 6e F. Koote, 7e en 8e J. Jor»
daan, 11e Gebr. Jongejan, 13e en 15e A.
Schuurman.
STAD AAN *T HARINGVLIET. Tot
leden der corn nissie nazien rekening 1925
zijn benoemd de heeren M. H. v. Paasse en
L. Braber Bz. en van de commissie nazien
begrooting 1927 de heeren J. C. Elvé en J.
van Sprang,
Het batig slot der gemeecterekening,
dienst 1925, bedraagt 2782.825 gewonen dienst
en f 31.60 kapitaaldienst.
Ingekomen personen JuliM. Hotting
ook vragen of de Heere je helpen wil om
niet meer zoo bedroefd te wezen. Je moet
ook niet denken dat je alleen bent O neen,
hoor, want de Heere Jezus wil zelf in je hart
wonen als je Hem er om vraagt. En als Hij
bij ons is zijn we immers niet alleen. Hij is
bij moeder in den hemel maar ook in ons
hart als wij van Hem houden. Wil je daar
aan denken kindje Ga dan nu maar aan je<j
werk. Je mag altijd bij mij komen als je ver»
driet hebt, hoor I
Zoo was 't dus gekomen dat Liesje zooveel
van de juffrouw was gaan houden.
(Wordt vervolgd).
SCHEEPJES.
De baby zag voor 't eerst op zee
De veie scheepjes varen.
Ze keek met oogen overgroot
Wat dht voor beesten waren.
Ze snapte alleen wat voortbewoog
Met póótjes op het water
De witte zwaan, de kwek.kwek eend
De gans met zijn gesnater.
Ze kende ook, zoo klein ze was,
De vlugge waterkoetjes.
Zoodat ze nu verwonderd kreet
«Hé, mam, waar ben hun foetjes?I«
GRAPJES.
VERKEERD BEGREPEN.
Toen kleine Jaap óp de stoep zat, kwam
een man die hem vroeg
«Wel jongen, is je moeder thuis?*
»Ja«, antwoordde Jaap.
De man belde daarop aan, maar er werd
niet opengedaan. Weer belde hij verschillende
malen, maar met hetzelfde resultaat.
Tenslotte keerde hij zich met een wanhopig
gebaar naar Jaap toe en zei: «Ik dacht dat
je moeder thuis was
«Ze is ook thuis, maar hier wonen we niet*,
was het juiste antwoord.
HIJ WIST HET.
Jantje ligt in zijn bed en moeder kan zich
eindelijk aan haar naaiwerk zetten. Na enkele
minuten roept een fijn stemmetje«Moesje,
ik wou zoo graag een flikje
Moeder: «Nu niet, ga maar gauw slapen 1*
Een korte stilte. Toen weer het stemmetje
«Ach, moesje, geef me toch een flikje 1*
Moeder «Ach, jongen, zanik niet aan mijn
hoofd. Als ik je nu nog eens hoor, zal ik
eens aan je ooren trekken.*
Weer even stilte en dan voor de derde maal
het stemmetje
«Moesje, als u aan mijn ooren komt trek»
ken, brengt u dan een flikje mee I*
TIJDREKENING.
Kleine Frans was een paar weken lang niet
op school geweest. Als hij na zijn herstel
voor het eerst weer in de klas verscheen, zeide
de leeraar in de geschiedenis tot hem:
«Zeg Frans, ben je weer beter. Je zult heel
wat in moeten halen met je geschiedenis. Hoe
lang ben je nu ziek geweest
«Van den slag van Waterloo af, mijnheer 1<
Enkele dagen geleden reed een personenauto te Den Haag bij de Javastraat hoek Zeestraat
te water. De kraanwagen brengt de auto weer op het droge.