Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. Plaatselijk Mletaws. HOEKJE V0 0E(jVE50U-W EU MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. Laxeer Tabletten 60 ct. Zen uw-Ta bietten 75 ct. Staal-Tabletten 90 ct. Maag-Ta bietten75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. «ij van den heer Van Beek een circulaire gericht aan de hoofdbestuursleden, leden en verdere bestuurders van den Plattelandersbond en allen die met de plattelandsbeweging in« stemmen. Hoewel wij niet met de plattelandsbeweging instemmen hebben wij toch van dit schrijven notitie genomen. Ons bleek hieruit, dat de heer Van Beek met deze circulaire bedoelt in 't kort de oor» zaken aan te geven, die hem geleid hebben om als lid van den Plattelanders ond te be» danken. Eerst lag het in zijn bedoeling deze oorzaken kenbaar te maken in 't officieele orgaan van den bond «De nieuwe Plattelan» der* maar de ondervinding had hem geleerd dat 't officieel bondsorgaan dat onder de een» zijdige leiding van den heer Braat staat en tevens door de heeren Braat en Ver voorn gefinancieerd wordt een bericht als dit hoogst waarschijnlijk niet zou opnemen. De heer Van Beek die beter dan iemand anders op de hoogte kon zijn van de intieme aangelegenheden in den Plattelandersbond gunt ons in den circulaire een kijkje in het Braatiaansche kringetje. We laten hieronder enkele passages uit deze niet van belang ontbloote circulaire volgen «Wat is nog slechts van den boud over*, klaagt de heer Van Beek. En dan zegt hij 't volgende antwoord «Braat zelf en nog eenige schildknapen, die hem door dik en dun volgen, het kleine hoopje andersdenkenden niet te na gesproken, die misschien blijven hopen op betere tijden. Trots dit teleurstellende heb ik nog getracht den Bond op breeder en dieper standpunt te plaatsen, doch het afbrekende werk van den heer Braat en de zijnen scheen reeds zoover te zijn gevorderd, dat voorstellen van mijn hand hoogstens de vergaderingen van het Dag. Bestuur konden bereiken, waar ze natuurlijk werden afgeketst. Zoo herinner ik me een voorstel, dat ik indiende om een redelijke contnbutiehefHng te krijgen, om een einde te maken aan den toestand, dat de Bond fioan» cieel afhankelijk is van den heer Braat. D^ heer Braat verzette zich hiertegen met hand en tand, waai om ik zal hierover nader zwijgen. Tenslotte stelde ik een jaar geleden Zuid>Holland een enquette in om te onder» zoeken, hoeveel leden een contributie wensch» ten te betalen van f 2,—. De uitslag was be» vredigend. Het Dag. Bestuur gaf me echter niet de vrijheid om voorstellen in dien geest aanhangig te maken. Een jaar later werd de contributie gesteld op 50 cent doch men weet, hoe een organisatie in een jaar tijd achteruit kan loopen, wanneer er niets gedaan wordt. Nu schreeuwt de heer Braat moord en brand, dat de Bond geen financiën bezit. Komen de f 6000 er niet dan wordt de Bond opgeheven. Doch begrijpt wel dan heeft de heer Braat zijn zin. Dat heeft Braat mij meermalen te kennen gegeven. Liever geen organisatie. Met de organisatie van de courant is het niet anders. Is het niet belachelijk, dat het Bondsorgaan het eigen dommoet zijn van de heeren Braat en Vervoorn. Natuurlijk behoeft niemand in dit blad denkbeelden te verkondigen, die eenigszins in strijd zijn met de brute opvatting van den heer Braat. Het gevolg daarvan is, dat het blad hoofdzakelijk zoutelooze kost bevat, overgenomen uit andere dag<enweek» bladen, waardoor allerminst een eigen richting wordt weergegeven. Minstens 3 voorstellen zijn in de Hoofdbestuursvergaderingen te berde gebracht om in dezen ongelukkigen toestand verandering te brengen, doch de heeren Braat en Vervoorn waren niet bereid hun courant uit handen te geven. Een dergelijk voorstel van Dr. Besse is ter zijde geled. Het was altijd Vacantie. Hoewel vacantie door zeer velen met blij d» schap begroet wordt, zoo kan ik me toch wel indenken dat er moeders zuchtend zeggen: «Zoo hebben jullie vacantie*. Want in de vacantie<dagen wordt er zooveel meer dan anders van moeder gevergd. Want niet ieder is zoo gelukkig, dat men met 't geheele kroost op reis kan gaan naar de mooie streken van ons land of zelfs naar 't buitenland. Een enkele dag of dagen kan men de kinderen wel naar familie sturen, maar daarmede, och dat zal ieder wel uit eigen ervaring weten, moet men zeer voorzichtig zijn. De meeste kinderen zijn 't grootste deel van de vacantie dus wel thuis Toch moeder zou ik u aan» raden zucht nu eens niet al te hard en denk nie', de vacantie is alleen maar goed voor de schoolmeesters en schooljuffrouwen. Heusch uw kind heeft ook noodig. En 't kan nog best meevallen, ge kunt nog wel heel prettige dagen hebben met heel uw kroost om u heen. Ge zult misschien tegenwerpen, ja ge kunt makkelijk neerschrijven, maar ik heb ze alle zeven of acht of negen maar om mij heen en vooral, dit, zal wel met een extra zware zucht gezegd worden op de regenachtige dagen. Kom laten we niet meer klagen, want dat helpt niet, maar zien wat we doen moeten. De voornaamste factor is dat ge zorgt dat uw kinderen bezigheden hebben. Een kind dat werk heeft waar 't in opgaat is heusch niet lastig. Als het zich verveelt, ja dan is zelfs een groot mensch nog wel lastig. Voor de meisjes is 't altijd wat makkelijker werkjes te vinden dan voor de jongens, dat is wel waar. Laat 's morgens de meisjes eens wat mee helpen in uw werk, praat etns met ze en zeg Nou als je me nu eens goed helpt, ben ik vanmiddag vroeg klaar en dan kan ik jullie veel beter helpen aan je mooie poppenjurken, die moet nu eens door jullie zelf genaaid worden. De kinderen gaan dan meehelpen, veel werkelijke hulp zult ge er niet van heb» ben, maar ze zijn bezig en rustig. Hoewel 't helpen ook nog best meevalt, als ge 't een beetje goed aanpakt. Kinderen zijn in den regel echt behulpzaam. Vraag dat maar eens aan de onderwijzers en onderwijzeressen hoe graag ze helpen. Welnu dat doen ze moeder ook graag, maar 't gaat met de kinderen net als met ons, ze hebben graag een waardeerend woord. En dan 's middags zult ge eens zien met welk een ijver ze naaien aan de mooie poppen» jurk, die ge uit een overgeschoten lapje ge» knipt hebt. Zelfs de kleinsten, die met Mei pas naar school gingen, kunnen al breien aan een muts voor hun pop. Stel dan wat belang in hun werk. Dan zult ge zien, ze werken met lust en 't eindelooze onderlinge gebabbel, wat vaak vacantie»dagen vergalt, houdt dan op. De jongens, zie eens hoe ze uw boodschappen willen doen, als ge zegt dat ge hun hulp zoo echt noodig hebt, om vanmiddag weer by tyds klaar te zyn, vermakelijk fom aan te hooren, welke argu» menten deze heeren aanwendden om zich van zulk een voorstel af te maken Doch het punt, wat als hoofdzaak gold. was om te voorkomen, dat de courant in handen van den Bond kwam. Wat de courant betreft, zou ik nog tal van zulke argumenten kunnen opnoemen. Ik her» inner slechts aan het feit, dat de heer Braat zich indertijd zelf tot hoofdredacteur benoemde, maar schrijft nooit een artikel voor de courant. Trouwens de artikelen van den heer Braat zijn niet erg in het belang van den Bond, waarvoor men slechts behoeft te denken aan het artikel, dat hij indertijd schreef onder letter N. waarin hij aanbeval, dat de 2e Kamer eens een voorbeeld moest nemen aan de revolu tionaire daden van den Duitschen Rijksdag, waar met inktpotten gegooid werd, met stokken geslagen enz. Het gevolg van dit zeer onzinnige artikel was, dat er een grooten uittocht van leden plaats had. Eenigen tijd geleden heb ik den heer Braat nog een voorstel doen toekomen, waarin ik de noodzakelijkheid het uitkomen, dat \oor de courant door en uit den Bond een hoofd» redacteur werd benoemd, capabel om bijv. elke veertien dagen een hoofdartikel te leveren, bijgestaan door een commissie van redactie, uit bijv. 5 leden, die wekelijksch zorgen, dat er voldoende stof is voor de courant. Dat alles kost niets, de leden ervoor waren aan» wezig. Ook van dit voorstel moest de heer Braat niets hebben, om begrijpelijke reden. Wat zich bij de courant heeft voorgedaan, deed zich in denzelfden geest voor ten opzichte van de verdere uitbouw van de plattelands» beweging. Tal van kundige menschen, die bereid waren hun steun aan den Bond te geven, zijn door het onhebbelijk optreden van den heer Braat uit den Bond gestooten. Ik herinner me nog een uitvoerig document van wijlen Dr. P. Vrijlandt, in leven rector aan het gymnasium te Alkmaar, waarin deze ge» leerde zijn denkbeelden met betrekking tot de plattelandsbeweging uiteenzette. Toen ik op een ontmoeting bedoeld geschrift te berde wilde brengen, werd dit reeds bij het eerste gezicht door den heer Braat veroordeeld, zelfs kreeg ik niet eens gelegenheid het document van wijlen Vrijlandt voor te lezen. Dergelijke geleerde kost is voor onze beweging toch niets en zoo verdween het document weer van de tafel. Schande en nogmaals schande is een dergelijk optreden en ik ben er trots op, dat mijn naam niet meer voorkomt onder de letters van zoo'n rapaljaansche beweging. Ik zou nog kunnen aanstippen het overleg, dat ik de laatste maanden had met den heer Meijeringh, secretaris der Drentsche vereeni» ging v«n piattelandsch kiesvereenigingen, ten doel hebbende te komen tot hereeniging. Was dit overleg tot een goed einde gebracht, wat zeker gebeurd was, voor mij staat dat zoo vast als een paal boven water, de datum voor de conferentie was reeds officieus vastgesteld, dan was dit een geweldige uitbreiding geweest voor de plattelandsbeweging, want Drenthe is één van de sterkste provincies. Doch plotseling, als alles klaar is, als alles zorgvuldig is voor» bereid, komt Braat het hoofd opsteken, men weet op welke wijze en vraagt op zeer onbe» kookte manier, of hij op bedoelde conferentie ook voor die ongeorganiseerde bende moet verschijnen. Dat zijn van die zeer onfatsoen» lijke uitdrukkingen van Braat, waardoor ieder ai van deze beweging walgt. Ik heb voor red» ding van de piattelandsch beweging nog steun gezocht bij het Hoofbestuur, doch de meeste leden hiervan schijnen reeds tot zoo'n kle n Braatiaansch kringetje te behooren, dat tot mijn verbazing zelfs een hoofdbestuurslid ant» woordde op een vraag mijnerzijds betreffende want ge wilt hun helpen aan hun paarden» span of vlieger plakken. Beloof uw kinderen ook eens een enkelen mooien dag dat ze gezamenlijk naar strand of waar dan heen mogen. Natuurlijk er wordt veel van moeder zoo geeischt, maar wordt dat dan niet als 't een voortdurende kibbelpartij is. Dan gaan de dagen, die dagen vol zegen konden zijn, voorbij als een zwarte schaduw. Want voorbij gaan de dagen. Doch 't is de groote vraag hoe Voor uw kinderen, al denkt ge van niet, is van zoo groot belang Of meent ge dat uw kind 't verschil niet bemerkt of 'top brommigen toon 's morgens zoo vroeg moge» lijk naar buiten wordt gezonden m tdevrien» delijke boodschap mede «Niet te veel draaien hoor*, of dat moeder met hem mede leeft in al z'n werk en spelen. Ook voor u zelf moeder is 't belang zoo groot. Als God gezondheid en krac >ten geeft dan vraagt Hij van ons die te gebruiken tot Zijn eere. En Zijn eere is het nooit als in ons gezin geen liefde en vrede heersebt. Want de wereld ziet naar de Christelijke gezinnen en daarna beoordeelt zjj het Christen» dom. Wij vrouwen en moeders getuigen niet in vergaderingen, maar van ons gezin gaat een luide sprake uit, God ter eere of Hem ter oneere Daar ziet de wereld naar. We zijn nu begonnen met het bezien der minst zonnige zijde van de vacantie. Laten we nu eens kijken naar de andere zijde. En dan zal ieder 't wel met me eens zijn dat 't heerlijk is eens uit z'n gewone dage» Jijksche werk, met z'n dagelijks wederkeerende beslommeringen uit te wezen. Dat er zoovelen zijn die de vacantie mis» bruiken, om in de zonde te leven, zich te werpen in een stroom van uitspattingen, is een droevige waarheid. Doch dit is voor ons Christenen gelukkig geen regel, maar een hooge uitzondering. Neen daarover willen we ook niet spreken. Maar eens zien op welke wijze de vacantie het best besteed kan worden, opdat zij aan haar doel beantwoorde. Vacantie heeft tweeërlei doel n.l. dat onze geest door afwisseling verfrischt en door nieuwe indrukken verrijkt zal worden en dat ons lichaam kan uitrusten van de lange periode van ingespannen werk, die achter ligt. Nu moeten we niet denken dat we onzen geest verrijken met veel nieuwe indrukken als we ons haasten van de eene plaats naar de andere, 't Eene park, gebouw, mooie oude kerk, of museum na 't andere bezichtigen. Want dan zien we veel te veel om alles in ons op te nemen en ons lichaam is vermoeid van 't reizen en trekken. En dan kunnen we thuis gekomen wel zeg» gen, we zijn in A, B en C geweest en hebben er dat gebouw en museum bezichtigd, maar als men ons vraagt er iets van te vertellen, dan kunnen we 't niet, want er was immers zooveel dat ge heusch niet alles uithouden kunt. Neen wilt ge eens echt uitrusten, ga dan naar de mooie streken van ons land, waar bosch en heide in wondermooie schakeering en groepeering elkander afwisselen. Geniet eens rustig van de natuur. Loop er niet vluchtig voorbij, maar bezie ook in 't een belangrijke aangelegenheid, dat hij alleen goedkeurde, wat Braat voorstond. Vroeg niet naar den inhoud van het voorstel, doch slechts hoe Braat er over dacht. Men ziet hier, hoe Braat den Plattelanders» bond heeft kapot gemaakt, hoe Braat de Bond heeft vermoord. Een laatste uittocht heeft hij dit voorjaar nog bezegeld door zijn nare obstructie in de 2e Kamer. Wat is er slechts over? Een klein clubje vrienden met Braat aan 't hoofd, die hem door dik en dun volgen. Ik eindig hiermee. Ik zou nog meer van de Braatsche afbrekerij ten beste kunnen geven, zijn pogingen indertijd om voorzitter van den Bond te worden, zijn dreigementen om bij de laatste verkiezingen voor het geheele land nummer 1 geplaatst te worden op de candi» datenlijst, ik zou nog nadere mededeelingen kunnen doen over de weinig kiesche zaak Watjer-Braat, ik zou dus ook kunnen doen over de manier waarop de stukjes in de Nieuwe Plattelander ter verheerlijking van Braat tot stand komen, (bijv. de mooie stukjes van Braat, die Timmers weieens in de Nieuwe Plattelander schrijft, doch Braat liet laatst zijn mond ont» glippen dat hij daarvan zelf de stof levert, die Timmers slechts uitwerkt en onderteekent. Dezelfde Timmers is nu ook door Braat op eigen houtje als secretaris van den Bond be» noemd en teven als lid van het Dag. Bestuur. Kan het nog erger 1) doch genoeg over deze soort van inferieure politiek, het is mij geen praat waard. Ik heb getracht op kalme wijze verandering te brengen in dezen ongelukkigen toestand, doch men weet het, wil men iets doorzetten dan krijgt men ruzie met Braat, gelijk er altijd ruzie in den Bond is geweest vanaf het begin. En Braat wordt bijgevallen door zijn klein kringetje vaste vrienden. Daar» door zijn het zoo goed als deze alleen, die nog slechts ter vergadering komen doch de Bond is dan ook dood.* Tot zoover de heer Van Beek. Hetgeen hij ons te zien geeft in de Braati» aansche keuken maakt ons verlangen niet ster» ker om van de spijze, die Braat ons uit die keuken op de politieke tafel opdischt, gebruik te maken. Het spijt ons alleen dat de heer Van Beek uit zijn ervaringen nog niet voldoende geleerd heeft dat 't afzonderlijk optrekken van onze kleine de schoonheid waarmede de Schepper 't eenvoudig bloem en kruid gesierd heeft. Dan liet ge werkelijk iets en kunt ge later ook in 't na»vertellen, nog eens na»genieten. Wees eens stil in den avondschemer in 't bosch en neem de schoonheid van kleuren in u op als de ondergaande zon de bladeren en takken overgiet als met een stroom van wegvloeind goud. Wie daar werkelijk stil kan zijn en het geroezemoes van 't leven achter zich laat, zal verstaan de sprake Gods in de natuur. Dan is 't er niet eenzaam of zonder af» wisseling. Eike struik en boom en bloem heeft een eigen schoonheid, en 't is heerlijk te zien welk een wondere harmonie er tusschen alles te zamen is. Wie zoo z'n vacantie besteed zal zich niet .beklagen dat men vermoeid terugkomt, maar kan met frissche krachten en nieuwe moed gaan arbeiden aan de taak die God oplegde. Mijn beste raadselnichten en neven! Wel is het deze keer de beurt van 't ver» haal en dus niet aan de biievenbeantwoor» ding, toch wil ik even met jullie praten. 'k Heb al aardig wat brieven van jullie ontvangen. Dat vind ik echt prettig maar er kunnen er nog meer bij hoor. Volgende week wordt ieder afzonderlijk beantwoord. 't Raadseloplossen schijnen jullie een prettig werkje te vinden, want 'k heb tot nu toe maar weinig fouten gevonden. En wil ik jullie eens een geheim verklap» pen I Reeds de volgende week komt er be» halve de gewone raadsels een extra prijsraad» sel met een prijs zoo mooi, neen, maar nu zeg ik toch nog maar niet welke. Maar reken er op, dat 't iets prachtigs wezen zal. Nu, beste kinderen, volgende week elkeen brief m de krant. Ga nu 't verhaal maar lezen. Vele groeten van TANTE TRUUS. LIESJE. Juffrouw, hier is een nieuwe leerlinge voor umet deze woorden bracht de hoofdonder» wijzer een klein blond meisje in de eerste klas bij de juffrouw. Zoo, zei de juffrouw lachend, dat is er dus alweer een bij om mij te plagen en meteen pakte ze 't nieuwe meisje vriendelijk bij de hand. Maar vertel me eerst hoe je heet, dan kunnen we je een mooi plaatsje geven. Liesje van Dam, zoo, dat is een prachtnaam. Kom maar op de eerste bank zitten, dicht bij me. En terwijl L<esje ging zitten en eens naar haar buurtje keek, vertelde de hoofdonder» wijzer nog even dat Liesjes ouders gestorven waren en dat Liesje nu zou wonen bij haar oom en tante van de Bos, de vader en moe» der der jongens van den Bos die al op school waren. O, die kende de juffrouw al heel goed, want ze ging ze wel eens opzoeken als ze 't al te bont gemaakt hadden. Henk, Leen en Arie haalden wel nooit valsche streken uit maar echt ondeugende zoo veel te meer, landbouwers in den politieken strijd niet an» ders is dan het zwaard keeren tegen zichzelve. Elke belangenpolitiek is 't verderf voor het staatkundig leven. Wanneer onze politieke actie niet bezield wordt door hoogere beginselen dan 't platte, egoïstisch materialisme, is 't staatkundig leven ten doode gedoemd. Het maken door de agrarische beweging van een kunstmatige tegen» stelling tusschen stad en platteland moet uit» loopen op vernietiging van alle plattelands» belangen. Geen belangenpolitiek maar zuivere begin» selpolitiek moet de strijdleuze zijn óók van onze landbouwers. En wanneer zij dan zich de moeite getroos» ten kennis te nemen van hetgeen ons Anti» revolutionair program van actie vraagt ook voor de landbouw, dan zullen zij beseffen dat voor 't staatkundig optreden van deze politieke partij 't platteland 't meest gebaat wordt. Trouwens ook 't staatkundig verleden van de Antirevolutionaire Partij heeft dit voldoende bewezen. SOMMELSDIJK. Het 8«jarig zoontje van M. v. d. S. nad het ongeluk met zijn hand in een stuk glas te vallen, waardoor hij zoo» danig verwond werd dat hij zich onder ge» □eeskundige behandeling moest stellen. In deze gemeente is tegen een drietal personen proces»verbaal opgemaakt wegens het stelen van appels. A. B. had het ongeluk dat hij, op zijn rijwiel gezeten, werd aangereden door een anderen fietsrijder. Zijn voorwiel werd in el» kander gedrukt. Daar zou dus dit kleine meisje moeten wo» nen voortaan. Liesje kon 't op school al gauw wennen. Ze kon zoo aardig met de andere kinderen meespelen. Maar niet altijd, soms stond ze maar stil voor zich uit te kijken. Toen ze een poosje op school was en de juffrouw Liesje goed kende, dacht ze wel eens stil voor zichzelf, zou dat kleine stille meisje, 't wel goed kunnen wennen bij die drukke jongens en die goedhartig maar ruwe vrouw van den Bos. Vrouw van den Bos was heel goed voor Liesje. O ja, heel goed, 't beste van alles was voor Liesje en de jurkjes van Liesje waren altijd mooier dan de pakken van de jongens. Maar vrouw van den Bos zou Liesje nooit even op schoot nemen om ze eens echt te ver» troetelen. Dat deed zij haar eigen jongens ook nooit. Als zij eens huilde, dan was 't altijd «Niet zoo kinderachtig hoorgroote kinderen huilen niet En Liesje was gewend dat moeder haar vooral 's avonds een poosje bij zich nam. O wat kan zij nu 's avonds dikwijls naar moeder verlangen. Maar als zij huilde zei tante net als tegen de jongens: Niet zoo kin» derachtig hoor; groote kinderen huilen niet. Nu huilde Liesje niet meer, want de jongens lachten haar dan maar uit. En zeiden dat ze een erg klein meisje was. Van de juffrouw hield Liesje veel, heel erg veel. Dat was al gekomen toen Liesje nog maar een paar weken op school was. Liesje zat toen zoo bedroefd te schreien. Juffrouw ging naar Liesje toe en vroeg of zij de sommen niet kende. Maar dat was 't niet want zij had net de sommen af en goed. Of Liesje dan hoofdpijn had. Ook niet. Nog veel meer vroeg de juffrouw, maar Liesje gaf geen antwoord. Zij schreide en snikte al maar door. Toen nam de juffrouw haar bij 't handje en nam haar mee naar de leege achterste bank. Daar ging de juffrouw naast Liesje zitten en zei«Vertel nou maar eens wat er aan scheelt. Heel zachtjes maar aan mijn oor.« En heel zachtjes had Liesje toen verteld dat zij huilde om moeder. Ze voelde zich zoo akelig alleen. Tante gaf haar wel dikwijls koekjes en zuurtjes, maar haast nooit gaf tante haar een kus 's avonds, zooals moesje dat deed. En de jon» gens vonden haar weieens een kinderachtig meisje. Eerst was de juffrouw erg stil. 't Leek wel of de juffrouw zelf verdriet had. Dat kwam omdat de juffrouw 't verdriet van Liesje zoo goed begreep, omdat ze vrouw Bos en Bos en de drie jongens goed kendedie goede maar ruwe menschen zouden immers nooit 't verlies van Liesjes vriendelijk zachte moe» der kunnen vergoeden. Maar toch wilde zij Liesje troosten en ver» telde zij dat vader en moeder waren bij den Heere Jezus. Dat wist Liesje wel, want voor moeder stierf had zij 't haar gezegd: Mijn lieve kindje, ik ga naar den Heere Jezus, waar vader al is. Zal je altijd tot Hem bidden Liesje wist nog heel goed dat zij toen ja had geknikt. Zij deed het immers toen al altijd, dat had moeder haar al geleerd. En dat deed zij ook nu eiken dag nog. Heel zachtjes ver» telde zij 't aan het oor van de juffrouw. Maar kindje, als je dan bidt dan mag je Ook op de gorzen dezer gemeente, waar een 600 runderen loopen, is het mond» en klauwzeer waargenomen. Van den heer T. de Gast is uit Canada bericht ontvangen dat hij met zijn gezin be» houden op de plaats zijner bestemming is gearriveerd. Belanghebbenden worden er aan herin» nerd dat de ontvanger dezer gemeente a.s. Dinsdag zitting zal houden tot het ontvangen van den tweeden termijn schoolgeld. Een 12jarige logé van den winkelier A. K. reed Woensdagmorgen op de fiets door de St. Joris Doelstraat alhier, toen de land' bouwer Z. uit Dirksland met een auto aan» kwam en onverwachts naar rechts overstak. Tengevolge daarvan geraakte het ventje be» kneld tusschen de auto en een aldaar staande wagen, waarvoor een paard gespannen was. Het kereltje bekwam wonder boven wonder geen enkel letsel. De fiets geraakte evenwel onder het paard, die het rijwiel binnen wei» nige oogenblikken zoodanig toetakelde, dat het voertuig nergens anders dan voor afbraak meer deugt. Dhr. v. S. uit Middelharnis had het on» geluk, toen hij uit het Dirklandsche Korte» weegje met zijn auto den Oudelandschen dijk oprijden wilde, dat een der assen van het voertuig brak. Gelukkig liep dit ongeval zonder verdere onheilen af. MIDDELHARNIS. Gevonden een fiets» pomp, welke gedeponeerd is bij L. van Eek Gz. Oostdijk. Woensdagavond gingen in de Ring een span paarden met een wagen (geladen met zakken tarwe) achter zich, op hol. Zij renden de Schoolstraat door, vervolgens de Voorstraat op, waar zij vlak voor 't Weeshuis een boom omver reden en aldaar gegrepen werden. Dit incident liep zonder persoonlijke ongeluk» ken af. Donderdagavond reed een Juffrouw uit Dirksland per fiets over 't Jaagpad aan den Havendijk. Zij groete met haar hand een ken» nis op de boot, met 't gevolg dat zij in de Haven tuimelde. Na er uit geholpen te zijn, werd zij met een nat pak met de auto van den heer Hobbel naar Dirksland gebracht. Aan den milicien Pieter Boogerman, lich» ting 1922, is voorgoed vrijstelling van den militairen dienst verleend wegens kostwinner» schap. Door de firma Langbroek en Van Hulst is aan Burg. en Weth. vergunning gevraagd tot het plaatsen van een ruwolie motor van 30 P.K. tot het in beweging brengen van een zaag», schaaf» en boor nachine. Het binnenbrengen van erwten en tarwe is hier in vollen gang. Het beschot der tarwe is gemiddeld 21 H.L. per gemet, het beschot van de erwten valt tegener zijn boeren die 7 mud van het gemet dorschen. De uitslag van de postduivenwedvlucht door de P.V. «Seinpost* van uit Quievrain is als volgt: le, 9e en 12e prijs J. J. Nipius, 2e, 10e en 14e F. Radauer, 3e J. Koevoets, 4e L. Vis, 5e en 6e F. Koote, 7e en 8e J. Jor» daan, 11e Gebr. Jongejan, 13e en 15e A. Schuurman. STAD AAN *T HARINGVLIET. Tot leden der corn nissie nazien rekening 1925 zijn benoemd de heeren M. H. v. Paasse en L. Braber Bz. en van de commissie nazien begrooting 1927 de heeren J. C. Elvé en J. van Sprang, Het batig slot der gemeecterekening, dienst 1925, bedraagt 2782.825 gewonen dienst en f 31.60 kapitaaldienst. Ingekomen personen JuliM. Hotting ook vragen of de Heere je helpen wil om niet meer zoo bedroefd te wezen. Je moet ook niet denken dat je alleen bent O neen, hoor, want de Heere Jezus wil zelf in je hart wonen als je Hem er om vraagt. En als Hij bij ons is zijn we immers niet alleen. Hij is bij moeder in den hemel maar ook in ons hart als wij van Hem houden. Wil je daar aan denken kindje Ga dan nu maar aan je<j werk. Je mag altijd bij mij komen als je ver» driet hebt, hoor I Zoo was 't dus gekomen dat Liesje zooveel van de juffrouw was gaan houden. (Wordt vervolgd). SCHEEPJES. De baby zag voor 't eerst op zee De veie scheepjes varen. Ze keek met oogen overgroot Wat dht voor beesten waren. Ze snapte alleen wat voortbewoog Met póótjes op het water De witte zwaan, de kwek.kwek eend De gans met zijn gesnater. Ze kende ook, zoo klein ze was, De vlugge waterkoetjes. Zoodat ze nu verwonderd kreet «Hé, mam, waar ben hun foetjes?I« GRAPJES. VERKEERD BEGREPEN. Toen kleine Jaap óp de stoep zat, kwam een man die hem vroeg «Wel jongen, is je moeder thuis?* »Ja«, antwoordde Jaap. De man belde daarop aan, maar er werd niet opengedaan. Weer belde hij verschillende malen, maar met hetzelfde resultaat. Tenslotte keerde hij zich met een wanhopig gebaar naar Jaap toe en zei: «Ik dacht dat je moeder thuis was «Ze is ook thuis, maar hier wonen we niet*, was het juiste antwoord. HIJ WIST HET. Jantje ligt in zijn bed en moeder kan zich eindelijk aan haar naaiwerk zetten. Na enkele minuten roept een fijn stemmetje«Moesje, ik wou zoo graag een flikje Moeder: «Nu niet, ga maar gauw slapen 1* Een korte stilte. Toen weer het stemmetje «Ach, moesje, geef me toch een flikje 1* Moeder «Ach, jongen, zanik niet aan mijn hoofd. Als ik je nu nog eens hoor, zal ik eens aan je ooren trekken.* Weer even stilte en dan voor de derde maal het stemmetje «Moesje, als u aan mijn ooren komt trek» ken, brengt u dan een flikje mee I* TIJDREKENING. Kleine Frans was een paar weken lang niet op school geweest. Als hij na zijn herstel voor het eerst weer in de klas verscheen, zeide de leeraar in de geschiedenis tot hem: «Zeg Frans, ben je weer beter. Je zult heel wat in moeten halen met je geschiedenis. Hoe lang ben je nu ziek geweest «Van den slag van Waterloo af, mijnheer 1< Enkele dagen geleden reed een personenauto te Den Haag bij de Javastraat hoek Zeestraat te water. De kraanwagen brengt de auto weer op het droge.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 4