goor bm Jfottóag
Bij Muggebeten
WLILII I
Reclame-Mededeelingen.
Hoeden- en Pettenmagazljn
III.
(Slot).
Er is voor ons alleszins reden tot
dank aan God, en te getuigen van de
wonderen van Zijn macht en trouw, aan
ons bewezen. Toch wordt dit niet door
allen erkend. Mogelijk wijst iemand op
zijn moeilijke omstandigheden, op de
donkere toekomst, op de bijzondere
zorgen, die hem drukken, en vraagt:
hoe zou ik kunnen danken hoe zou
ik kunnen spreken van wonderen, aan
mij bewezen Maar zoo roepen wij
u toe maak uw toestand toch niet
erger dan die in werkelijkheid is, zie
eens op anderen, nog veel zwaarder
beproefd dan gij, en gedenk de vele
zegeningen, die ge van God ontvangen
hebt. Als ge dat met opmerkzaamheid
doet, zult ge erkennen, dat er naast het
kwade, nog zooveel goeds is, waarvoor
ge te danken hebt.
Zal God door ons erkend worden,
dan moeten wij met Jeremia belijden:
het zijn de goedertierenheden des Hee
ren, dat wij niet vernield zijn. Dat sprak
hij uit op de puinhoopen van Jeruzalem.
Zwaar had God zijn volk gestraft, maar
nog was Hij goedertieren, dat Hij Zijn
hand niet geheel van hem afgetrokken
had en Zijn verbond nog gedacht. Dat
volk was niet gansch uitgeroeid, er
bleef nog een verwachting over, en
dat was omdat de Heere genadig en
barmhartig is. En wat zou er van ons
zijn geworden, als God met ons naar
onze waardigheid had gedaan Wij
waren al lang uitgeroeid, onder Zijn
gramschap vergaan. Wordt dat door
ons verstaan, dan zeggen wij, verlegen
met de wonderen van zijn goedheid,
„Heerega uit van mij, want ik ben
een zondig mensch". Zij er bij ons een
klagen over onze zonden, een weder-
keeren tot God, een vluchten tot Zijn
barmhartigheden in den Heere Jezus
Christus.
't Is ook mogelijk, dat iemand zich
bezwaard gevoelt bij de gedachte, als
't nog eens erger werd, als mijn lijden
nog zwaarder, mijn zorg nog grooter,
de toekomst nog donkerder werd. Maak
u toch over al die dingen niet bezorgd.
Geniet van het heden, leef bij den dag.
Wanneer wij met onze gedachten steeds
vooruit in de toekomst leven, zien wij
de zegeningen van het heden voorbij
en kunnen wij nooit recht dankbaar
zijn. Vergeet ook niet terug te zien en
te gedenken, wie God in al die jaren,
welke achter u liggen, voor u geweest
is. Verdiep u niet in een toekomst,
waarin ge toch niet kunt indringen.
Wat wint ge er mede Niets, dan dat
vaardigen een stem des gejuichs en
des heils gehoord„De rechterhand
des Heeren is verhoogd, de rechter
hand des heeren doet krachtige daden 1"
Binnenland.
uw hart nog onrustiger wordt. Leer
rusten in het bestel van een almachtig
en alwijs God. En staat 't er voor u
misschien donker voor, weet dan, dat
de God van Elia nog leeft, en dat Zijn
arm niet verkort is. Zoo ge op Hem
vertrouwt, zal Hij zich ook aan u doen
kennen als een God, die wonderen doet.
De vraag is echteris de God van
Elia ook onze God Onze God, een
genadige, goedgunstige God, kan Hij
alleen voor ons zijn in den Heere Jezus
Christus. En dat is Hij voor allen, die
in den naam van Christus tot Hem ko
men en op Hem hopen. Die leeft buiten
het geloof in den Heere Jezus heeft een
droevig leven en een jammerlijke toe
komst, maar die op Hem hoopt mag
van Gods vaderlijke goedheid in leven
en in srerven zich verzekerd houden,
zoodat ook de zwaarste beproeving en
het bitterst leed nog tot zijn zaligheid
moeten medewerken. Gij, die God hebt
leeren kennen als een almachtigen God
en een getrouwen Vader, bedenk ten
allen tijde, dat Hij, de God van Elia
nog leeft. Laat de ondervinding daarvan
in vroegere dagen uw geloof versterken
en de hoop verlevendigen. Geen zorg
over wat komen kan, maar misschien
nooit komt. „Wentel uw weg op den
Heere en vertrouw op Hem, Hij zal het
maken". Leef in het vaste vertrouwen,
dat de Heere u niet beschaamd zal
maken. Dat heeft Hij immers nooit ge
daan, en zal»Hij nimmer doen. Volg
Hem in kinderlijke gehoorzaamheid, al
schijnt het pad ongebaand, ondanks
waarschuwingen van vrienden en ver
wanten, die u van den rechten weg
willen afhouden. Wordt de eene weg
na den anderen afgesneden, de Heere
heeft zoovele wegen en middelen om
Zijn volk te redden.
God wil, dat Zijn kinderen op aarde
door het geloof leven. Daarin betoonen
zij de ware dankbaarheid. Daardoor
wordt God het meest verheerlijkt. Hoe
vaster wij afgaan op Zijn woord alleen,
des te meer wordt Hij door ons erkend
in de deugden van Zijn almacht en
trouw. Waar wij zien, houdt het ge-
looven op. De Heere laat ons wel eens
lang wachten, ons bidden schijnt soms
onverhoord te blijven, opdat wij in dien
weg leeren, hoe langer hoe sterker te
pleiten op hetgeen God beloofd heeft.
Zoo hebben wij ons geheele leven lang
te leeren aan Zijn woord genoeg te
hebben. Dan zullen wij Satan en wereld,
als zij ons tegenkomen met hun„waar
is nu uw God, op wien ge gehoopt
hebt kunnen wijzen op Gods on
wankelbaar verbond. Dan zullen wij ons
niet blind staren op de tegenspoeden
van het heden of een donkere toekomst,
maar, onze kracht puttende uit het
woord Gods, den staf opnemen om
getroost onze reis voort te zetten. En
als dan de uitkomst niet beschaamd
maakt, wordt er in de tenten der recht
n van het
Varia
t inbreng-
den eiken
in 8-8 UUr
D.J0PFECZ.
IJDEN
Deze handleidingen, samei
geven o.m. voorlichting op ht
BLOEMENTEELT, BÏJEN7
TUURKENNIS, FOTOGRA
nn
tO cent per regel.
VOOB KLK S&'IN KDUS
Klpstraat 85.87 C3 Rotterd a m
SIC ZIE DE 5 ETALAGES 9m
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J. HEN1GER Jr.
hebben, om over 't vuur van den brand,
stapel maar te zwijgen.
En toen kwamen de predikers van dat nieuwe
valsche Evangelie. Vuur tintelde in hun oog.
warm en vol was hun stem, een blijde bood
schap meenden ze te hebben en onvermoeid
spraken en schreven en lokten ze totdat
ons volk voor een deel tenminste de
hand uitstak naar dien zoeten beker vol zwij.
meiwijn, zich zat dronk en mee zong van
«vrijheid, gelijkheid en broederschap».
Vrijheid, maaar niet de vrijheid, die in
Christus Jezus is I
Gelijkheid maar niet aan den voet van
het Kruis 1
Broederschap maar niet aan de tafel des
Heeren 1
En die nieuwe drank, die gi/drank werd
geschonken in oude, welbeproefde bekers
Godsdienstig was ons volk nog altijd. Daarom
hulde die nieuwe wijsheid zich dan ook 't
liefst in het oude, welbekende, godsdienstige,
bijbelsche kleed.
Teksten werden aangehaald, verdraaid en
bijeengepast, om maar te bewijzen, dat Luther
en Calvijn, ja, dat ook eigenlijk Petrus en Paulus
de leer van den Heere Jezus niet volkomen
begrepen hadden. Maar de mannen der Revo.
lutie zij waren het, die Jezus' leer voor 't
eerst tot op den bodem klaar doorzagen 1
Orthodoxe predikante dansten mee om den
Vrijheidsboom.
Zalvend.vroom wist de Haagsche leeraar de
Revolutie te bespreken.
Niet inééns waren de verkeerde ideeën er
bij ons volk in gekomen.
De hoogere standen waren begonnen er mee
te dwepen. Die standen, die nooit in hun
meerderheid calvinistisch zijn geweest. De
nakomelingen van de Libertijnen uit de zes.
tiende eeuw.
In 't eerst hield de nawerking van het
Calvinisme het verkeerde nog tegen. Maar met
Comrie en Holtius stierven de laatste kloeke
helden weg. Hun volgelingen spartelden nog
wat tegen, maar 't was een verloren strijd. De
nieuwe ideeën drongen door naar den bur.
gerstand. De hoogere klassen haddden ze mooi
gevonden voor een twistgesprek aan de hooge
school of een prettig praatje aan de theetafel.
Maar de lagere klassen gingea zeggen Praat,
jes vullen de maag niet 1 't Moet ook in praktijk
worden gebracht.
En zóó had de Revolutie bij ons de zege.
praal behaald I
Wel was er nog een volksken, dat geen
wierook brandde voor de godin der vrijheid.
Een talrijk volk ook nog wel. Maar dat be.
moeide zich niet met de zaken des lands. Dat
lag altemaal in het booze en was uit den booze.
Zij zaten met een boeksken in een hoeksken,
in vrome overpeinzingen verdiept. Zij zongen
hun psalmen vaak was 't psalmen zuchten
lazen hun «schrijvers», liefst de sterk piëtisch
gekruide vertalingen uit Engeland, bemoeiden
zich met geen politiek, wat, meenden ze, hun
ziel afbreuk kon doen, en telden in stilheid
de dagen der jaren huns levens. Frome men.
schen vaak, maar die tegen de golven der
Revolutie geen dammetje zelfs ontwierpen.
Die hadden dus vrij spel.
UITKIJK.
1 Koningen 17 t 14—16.
«Want zoo zegt de Heere, de God
IsraëlsHet meel van de kruik zal
niet verteerd worden, en de olie der
flesch zal niet ontbreken, tot op den
dag, dat de Heere regen op den aard.
bodem geven zal.
En zij ging heen, en deed naar het
woord van Eliazoo at zij, en hij,
en haar huis, vele dagen.
Het meel van de kruik werd niet
verteerd, en de olie van de flesch
ontbrak niet, naar het woord des
Heeren, dat Hij gesproken had door
den dienst van Elia».
Overheid en krankzinnigenverpleging.
In het jongste nummer van «Anti»Revolu»
tionaire Staatkunde» schreef de heer H. de
Wilde, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid»
Holland, een belangrijk artikel over «Overheid
en Krankzinnigenverpleging».
Dit opstel verdient niet alleen de aandacht
om het deugdelijk historisch overzicht, dat
er in gegeven wordt, maar ook uit een oog»
punt van provinciaal politiek beleid.
Om dit duidelijk te maken moge met een
kort woord herinnerd aan het debat, dat in
de laatste Juli»week in de Zuid»Hollandsche
Staten is gevoerd.
In verband met het voorstel van Ged. Sta»
ten om garantie te geven voor een leening
van f 2 millioen voor deu bouw van een
R.K. krankzinnigengesticht onder Noordwijk
welk voorstel tenslotte zelfs zonder verzet
van H.G.S zijde werd goedgekeurd is vrij
scherp gedebatteerd over het in Zuid'Holland
gevolgde stelsel van krankzinnigenverzorging.
Van soc.'dem. zijde werd daartegen vinnig
positie gekozen bij monde van den heer J.
ter Laan. Dit principieele verzet is daarom
van zoo groote beteekenis, omdat men Van
Te Amsterdam arriveerde de Duitsche Rijksdagpresident Loebe en steeg af in Hotel Union,
waar hij werd ontvangen door de Ortsgruppe Amsterdam Reichsbanner Schwarz<Rot«Gold.
Op onze foto van 1. n. r. Wüsshoff, Korkau, Loebe, Burgemeister voorzitter
Schw.»R.»G. Kretschmar, Witzgall, Kipp.
die zijde sinds eenigen iijd reeds speculeert
op een mogelijke linksche meerderheid in de
Staten van Zuid»Holland.
Daarvan droeg reeds eerder het verslag
over de Provinciale begrooting de sporen en
ook het debat in de jongste zomerzitting was
er een uiting van. Het was ais een attentie»
sein, dat men ter linkerzijde de gehoopte
overwinning in het a.s. voorjaar reeds in den
neus heeft.
Wat was het socialistisch standpunt, dat
tegenover het geldend stelsel van krankzinni»
genverpleging werd ingevoerd
Met grooten nadruk zooals de heer ter
Laan op somberen toon dat doen kan werd
verklaard, dat gebroken moet worden met het
stelsel, waarin aan het particulier initiatief
zoo groote, ja een veel te ,groote plaats is toe
gekend. Groepen der bevolking, die behoefte
hebben aan aparte verpleging, moeten deze
zelf maar bekostigen. Secteverpleging van
overheidsgeld is principieel onjuist, aldus de
verklaring van den heer ter Laan.
Dit algemeen standpunt werd later door
den heer Schaper wel eenigszins verzacht
weergegeven, zelfs verklaard hij «in beginsel»
gaarne aan het tot stand komen der voordracht
te hebben meegewerkt, maar daarmee werd
de officieele en principieele uitspraak en uit»
eenzetting van den .heer ter Laan allerminst
aangetast. De S.D.A.P. wenscht in Zuid»Hol»
land geen ruime plaats aan het particulier
initiatief in te ruimen, wenschte te breken
met wat gebrandmerkt werd als «secteverple»
ging» en gunt wel godsdienstige verpleging,
mits deze door hen, die haar wenschen zelf
betaald wordt als een soort particuliere lief»
hebberij.
«Reactionair en erger dan oud»liberaal« kon
Mr. v. Baren dit standpunt terecht noemen.
Wat intusschen niet weg neemt, dat de leus
«weg met het particulier initiatief en voorde
overheidsverpleging« is aangeheven door de
soc.»democraten. Krijgen ze het een volgend
jaar in hun macht om die leus tot werkelijk»
heid te maken, men kan er verzekerd van
zijn, dat het niet zal worden nagelaten.
Ook deze socialistische rede was een waar»
schuwing tot den strijd.
Wat, bij verwezenlijking d.r daarin uitge»
sproken denkbeelden, zou worden afgebroken
op een gebied waarop 26 jaren lang met kracht
en groote eenstemmigheid in |Zuid>Holland
door de rechtsche Statenmeerderheid opbou»
wend is gewerkt, komt in het opstel van den
heer de Wilde helder uit.
Tevens blijkt daaruit welke belangrijke be«
sparingen door het gebruik maken van het
particulier initiatief voor de provincie werden
verkregen.
Welke is de taak der provincie ten aanzien
van de verzorging der krankzinnigen?
Aan de provincie is, krachtens de wet van
27 April 1884, in het algemeen opgedragen
te zorgen voor voldoende plaatsruimte voor
de verpleging van die krankzinnigen in het
gewest, voor wier opneming machtiging is
verleend.
De wijze waarop zij zich van die taak moet
kwijten is echter niet voorgeschreven.
De provincie kan een eigen provinciaal ge»
sticht hebben, zooals b.v. Noord»Holland,
maar zij kan ook op een andere wijze in de
behoefte aan verpleegruimte voorzien.
Zuid.Holland is zoo verstandig geweest den
laatsten weg te kiezen. Trouwens geen der
provinciën heeft het kostbare Noord»Holland»
sche voorbeeld gevolgd.
Wel zijn, althans voor 1910, in Zuid»
Holland meermalen pogingen aangewend om
te komen tot een provinciaal gesticht, maar
die pogingen zijn niet geslaagd. De schrijver
van de genoemde brochure heeft daartoe het
noodige bijgedragen.
Al nam het aantal lijders van jaar tot jaar
toe, het particulier initiatief, 'dat zoowel
van protestantsch»christelijke als van R.K. zijde
werd ontwikkeld, bleek en bleef bij machte
om aan de stijgende aanvragen te voldoen.
Ook voor de z.g. neutrale verpleging bleef
voldoende gelegenheid beschikbaar. Waarom
dan een eigen gesticht zoo vroeg de groote
meerderheid in de Staten van Zuid.Holland
zich af. En het verstandige antwoord was,
dat zulks niet noodig was. Bovendien lokte
het Noord»Hollandsche voorbeeld allerminst
tot navolging. In het eigen gesticht dier pro»
vincie bedroeg n.l. het verpleeggeld f 1400.—
tegenover f 900.— en lager in de particuliere
gestichten. En met de besturen dier gestich»
ten konden Ged. Staten van Zuid'Holland
het goed vinden.
Niet zonder strijd was het zoover gekomen.
Nu 25 jaren geleden, toen de meerderheid
van de Staten van links naar rechts was ver»
plaatst, was juist het vraagstuk van de voor»
ziening in plaatsruimte urgent.
Zij wist van geen wijken en zeer beslist
verzette zij zich tegen iedere poging om de
Staten te brengen op den hoogst bedenkelij»
ken weg van directe provinciale zorg voor
de krankzinnigenverpleging.
Zeker, de toenmalige Commissaris der Ko>
ningin en de Griffier der Staten, Mr. Patijn
en Mr. Tavenraat, waren geenszins bewonde»
raars van provinciale gestichten, doch indien
zij niet een krachtig overtuigde meerderheid
naast zich hadden gehad, zij zouden allicht
bezweken zijn.
Later is het liefhebberen in provinciale
armenzorg er krankzinnigenverpleging gaan
luwenzeker, maar vooraf had de rechtsche
meerderheid het standpunt der Staten ter dege
vastgelegd en bleek het al spoedig, welke
voortreffelijke resultaten het particuliere initia»
tief had gegeven, zoodat het wel onzinnig
zou zijn geweest, indien de Staten dat stand»
en Beten van Andere Insecten geeft het
inwrijven met PUROL dadelijk verl chting.
punt hadden verlaten.»
De provincie heeft contracten gesloten met
verschillende vereenigingen, van wie gestich»
ten uitgaan, tot beschikbaarstelling van plaat»
sen voor armlastige, derde klasse.patienten.
In die inrichtingen op protestantsch»christe»
lijken grondslag, R K. gestichten en de gestich»
ten Endegeest, Oud-Rozenburg, St. Jorisgast»
huis enz. kan voor de patiënten van alle rich»
tingen worden gezorgd. Totaaal heeft de pro»
vincie contracten loopen m t 14 gestichtsbe»
besturen.
Voorts leende de provincie reeds aan 6 ge»
stichten kapitalen voor den bouw of de uit»
breiding van gestichten, tegen gelijke rente
als zij zelve verschuldigd zal zijn en met aflos»
sing binnen 50 jaar. En eindelijk wordt uit
de provinciale kas een bijdrage verstrekt van
1/3 der ten laste eenergemeente zijnde verpleeg»
kosten van eiken behoeftigen krankzinnige
of idioot.
Natuurlijk zijn de kosten van krankzinni»
gen verpleging, die vrijwel 'geheel ten laste
van de provincie en de .gemeentebesturen ko»
men, niet gering. Sedert 1904 klommen de
uitgaven der publieke kassen er voor van 2 mil»
lioen tot 14 i 15 millioen gulden. Voor Zuid»
Holland liepen de kosten op van f 60.000.—
tot ruim 13 ton per jaar. Nochtans is het
budget van het dichtbevolkte Zuid»Holland
lager dan van Noord»Holland en Friesland
met hun provinciale bedrijven. Per bewoner
werd in 1922 in Zuid»Holland voor krank»
zinnigenverzorging uitgegeven f 0.57 en in
Noord-Holland f 1.06. Wel een bewijs, dat
de Staten van Zuid'Holland verstandig handel»
den, toen zij aan het paiticulier initiatief de
voorkeur gaven.
Toch stelt de heer de Wilde de vraag of
het niet mogelijk is zonder de belangen der
patiënten te schaden, met de krankzinnigen
verpleging een andere richting in te slaan cn
zoo de uitgaven te beperken.
Uitteraard droeg tot de uitbreiding der kos»
ten sterk bij de toeneming van het aantal
gestichtspatienten, dat in 1900 over het ge»
heele land 8.139 bedroeg, maar op 1 Januari
1922 op 16.452 geklommen was. Voor Zuid»
Holland zijn deze cijfers respectievelijk 1.629
en 4 014.
Deze getallen, die op zich zelf aanleiding
geven tot beschouwingen van psychologischen
en medischen aard, verklaren echter niet ge»
heel de toeneming der kosten, die thans 10
i 12 maal hooger zijn dan in 1900.
De oorzaak van dit feit moet ook gezocht
in de zeer hooge bedragen der verpleeggelden.
Voor 50 jaar bedroeg het verpleeggeld f 160,—
i f 120.-, in 1919 en 1920 zelfs f 1000.- i
f 1100.— per patient, thans nog tusschen de
f 800.— en f 900.—. De oorzaken daarvan zijn
bekendbetere inrichting, meer personeel,
hooger salarissen, korter arbeidstijd, duurder
levensonderhoud, enz.
De vraag blijft dan ook klemmen hoe de
stijging der kosten tegen te gaan zonder de
belangen te schaden van hen, die werkelijk
verpleging behoeven.
Di; nieuwe banen zijn gewezen door Dr.
J. H. Schuurman Stekhoven, inspecteur van
het Staatstoezicht op krankzinnigen. In de
door hem aangegc ven richting wordt reeds
gewerkt en met goed succes. O.a wordt ge»
tracht opneming in een krankzinnigengesticht
te voorkomen en patronaten te vestigen voor
ontslagen krankzinnigen. Ook in die rich ing
is het particulier initiatief op ,verschillende
plaatsen reeds werkzaam, evenals enkele ge»
stichtsbesturen.
lot besparing van uitgaven zou het echter
bezwaarlijk komen, indien ook Zuid'Holland
den weg der directe provinciale verpleging
van krankzinnigen betrad.
zorgen tijdig paraat te zijn. Zij kunnen de
voorbereiding der politieke mobilisatie niet
te vroeg beginnen. Als straks het sein om aan
den arbeid te trekken gegeven wordt zij men
overal gereed.
ZONDAGSRUST.
Na een koud en guur voorjaar, waarin de
liefelijke zon spaarzamelijk haar koesterende
stralen achter de grauwe wolkgevaarten te
voorschijn liet komen, en de gure poolwind
gepaard met ijskoude regenvlagen ons deed
huiveren en verkleumen, is eindelijk de zomer
gekomen. Weliswaar is het weder in onze lage
Noordzeelanden immer veranderlijk. Van
«vast weder» is hier geen sprake het is steeds
«los»vast«.
Maar het is de tijd van vacantiede tijd
waarin wij dan vaak eentonigen arbeid mogen
onderbreken den tredmolen mogen verlaten,
om te genieten van de schoone natuur.
Hebt gij ook vacantie Wees daar dan
dankbaar voor 1 In onze gejaagde samenleving,
met haar gecompliceerde arbeidsverhoudingen,
is het een medicijn, door den Schepper U
bereid. Gij moogt dan een aantal dagen ach»
tereen genietenin een vreemde omgeving
«iets anders doen» u»zelf zijn 1
Zoovelen onzer mede»schepselen zijn daar»
van verstoken Zij hebben slechts één dag in
de week een vrijen dag.
Is het 11 nooit opgevallen, dat juist die
menschen het meest behoefte hebben aan een
rust-dag Een door»de»weeksche dag is echter
geen rustdag. Het blijft een werk-dageen
dag waarop onze gejaagde samenleving niet
tot rust komt en geen rust kan aanbieden.
De Zondag is de rustdag bij uitnemendheid.
Toch denkt men daar te weinig aan. Hoe
gemakkelijk neemt men plaats op een boot,
in een trein, een tram of autobus. De wan»
deling strekte zich te vér uithet bezoek aan
een sportterrein vergt te veel van onze voe»
tenhet strand of bosch is te ver van onze
woning verwijderd. Men denkt daarbij niet
na, dat daardoor de Zondagsrust aan anderen
wordt ontnomen. En waarlijk niet alleen het
personeel van genoemde middelen van ver»
voer wordt deze rust ontnomen, ook andere
categoriën van menschen zijn daarbij betrok»
ken, zooals winkelbedienden, kelners, enz.
Wanneer gij verheugd zijt op Zondag vrij
te zijn, wees dan mede 'eelzaam, en schenkt
op dien dag ook rust aan anderen.
Zorgt dan, dat Uw rustdag niet wordt een
dag van groote inspanning voor anderen I
Zegt niet bij U»zelvewat baat het of ik
de Zondagsrust bevorder, wanneer anderen
dat toch niet doen 1 Uw voorbeeld zal ander -n
opwekken I Uw woord van vermaan zal an»
deren weerhouden 1 En al zuilen honderden
en duizenden niet naar U luisteren, onge»
twijfeld zullen velen dat wel doen, en daar»
door het geluk en de rust van anderen be»
vorderen.
Neemt rust op Zondag, en schenkt daardoor
rust 1
COMITÉ VOOR ZONDAGSRUST
v. d. Christ, organisaties in Publieken en
Semie Publ. Dienst in Nederland.
Secretariaat: Den Haag, v. Ostadestraat 395*1
2384?
Igcu UCIWU.
Dat dit gevaar allerminst denkbeeldig is,
betoogden we reeds Wie de politiek geladen
atmosfeer in de Statenzitting, waarin deze din»
gen besproken werden, aanvoelde, is daarvan
te dieper overtuigd geworden.
Als de roode heeren en degenen, die ge»
wend zijn zich aan hun leiding te onderwer»
pen, maar de kans krijgen
Dat die kans hun niet geboden worde is
de taak van allen, die op de historische lijn
niet teruggetreden willen zien.
En daarom is het in het belang van de
krankzinnigenverpleging zoowel als van de
provinciale financien noodig, dat de rechter»
zijde in de Staten van Zuid'Holland niet haar
meerderheid verlieze, maar gehandhaafd blijve
ter bescherming van de ongerepte bestendiging
en voortzetting van een zegenrijken arbeid
gedurende meer dan een kwarteeuw.
Laten de besturen onzer kiesverenigingen
De groei van kinderen.
Het onderzoek heeft geleerd, dat tot den
leeftijd van elf a twaalf jaar jongens grooter
zijn dan meisjes. In de drie tot vijf jaren
die volgen, groeien jongens meer in de breedte,
terwijl meisjes de hoogte inschieten, zoodat
zij op vijftien», zestien»jarigen leeftijd gewoon»
lijk haar broers in lengte de baas zijn. Na het
vijftiende jaar wordt de verhouding omge»
keerdde jongens halen de meisjes in en
groeien ze over het hoofd.
In de wintermaanden, speciaal van Decem»
ber tot April, groeien kinderen het minst
van April tot Augustus daarentegen het sterkst.
Na dien tijd gaan zij slechts weinig in de
lengte vooruit, hun gewichtstoename echter is
in de herfstmaanden aanmerkelijk.
Hoewel de volksmond beweert, dat kinderen
uit arbeidersgezinnen en die van het boeren»
land forscher gebouwd zijn dan zoons en^
dochters uit andere, vooral uit betere stander*}
betwist het onderzoek het tegendeel. Kinderen
van ouders, die geen lichamelijken arbeid
verrichten, zijn precentsgewijze genomen, groo»
ter en zwaarder gebouwd dan die uit gezinnen
waar met handenarbeid de kost wordt verdiend.
Zeer interressant is ook het feit, dat de gees»
telijke groei bij kinderen gelijken tred houdt
met hun lichamelijken wasdom. Deze even»
redige vooruitgang is zoo sterk, dat het ook
bij lichamelijke stoornissen zichzelf gelijk blijft.
Bij ziektegevallen bleek de oplettendheid en
de opmerkingsgave van de patiënten evenzeer
te lijden te hebben als het lichaam. Met vrij
groote zekerheid mag dan ook worden aan»
genomen dat bij de kinderen, die geestelijk
niet mee kunnen, in de meeste gevallen een
lichamelijk defect bestaat, wat niet zeggen wil,
dat uiterlijk ook eenige afwijking moet te
bespeuren zijn. Een groot percentage (in Euro»
pa bedraagt het 30 pet.) der schoolkinderen
heeft zwakke en abnormaal fuDCtioneerende
zenuwen. In hoofdzaak openbaart zich het
euvel, dat zoo grooten invloed heeft op de
geestelijke gesteldheid van het kind, op de
gehoorzenuwen. In Riga bij voorbeeld werd
geconstateerd dat 22 pet. der kinderen, die op
school achterlijk waren, het tikken van een
horloge niet meer konden hooren op een af»
stand van zes meter. De abnormale, geestelijk
goed ontwikkelde leerlingen konden 't geluid
nog opnemen op een afstand van 18 Meter.
Weeat niet bang voor bijen.
Wanneer een bij of wesp een mensch steekt,
dan boort het dier den angel door de men»
schelijke huid, om daarin haar gif af te zetten.
Deze angel is n.l. verbonden met twee ver»
schillende kliertjes in het achterlijfhet eene
scheidt een zuur af, het andere een alkaloide,
gewoonlijk in een hoeveelheid 3:1. Vermengd
vormen deze stoffen het bijengif, dat wel pijn
en zwelling kan veroorzaken, maar slechts in
een zeer uitzonderlijk geval doodelijk is. De
bij echter, die gestoken heeft, moet sterven:
de angel is n.l. van weerhaakjes voorzien,
deze dringen mede in de huid en verhinderen,
dat de angel kan worden teruggetrokken. Deze
blijft dus zitten, afgetrokken van het deerlijk
verwonde bijenlichaam. Deze omstandigheid
wijst er reeds op, dat de bij niet steekt om
zoo maar eens een verzetje te hebben! We
mogen integendeel aannemen, dat het dief
nimmer tot den aanval zal overgaan, tenzij
het woedend gemaakt wordt. En daarom is
het zoo verkeerd, dat sommige menschen zicb
zoo zenuwachtig maken, als bijen en wespen
om hen heen gonzen. Dan beginnen zij te
slaan en te jagen, welke bewegingen juist in
staat zijn een aanval uit te lokken. Behalve
aan slaan en jagen hebben bijen een hekel
aan sommige luchten dranklucht en de lucht
van parfum haten ze.
Zooals gezegd, zonder uitgetart te zijn, valt
een by niet aan. Imkers, die zich tooien met