goor bm Jfottóag Bij Muggebeten WLILII I Reclame-Mededeelingen. Hoeden- en Pettenmagazljn III. (Slot). Er is voor ons alleszins reden tot dank aan God, en te getuigen van de wonderen van Zijn macht en trouw, aan ons bewezen. Toch wordt dit niet door allen erkend. Mogelijk wijst iemand op zijn moeilijke omstandigheden, op de donkere toekomst, op de bijzondere zorgen, die hem drukken, en vraagt: hoe zou ik kunnen danken hoe zou ik kunnen spreken van wonderen, aan mij bewezen Maar zoo roepen wij u toe maak uw toestand toch niet erger dan die in werkelijkheid is, zie eens op anderen, nog veel zwaarder beproefd dan gij, en gedenk de vele zegeningen, die ge van God ontvangen hebt. Als ge dat met opmerkzaamheid doet, zult ge erkennen, dat er naast het kwade, nog zooveel goeds is, waarvoor ge te danken hebt. Zal God door ons erkend worden, dan moeten wij met Jeremia belijden: het zijn de goedertierenheden des Hee ren, dat wij niet vernield zijn. Dat sprak hij uit op de puinhoopen van Jeruzalem. Zwaar had God zijn volk gestraft, maar nog was Hij goedertieren, dat Hij Zijn hand niet geheel van hem afgetrokken had en Zijn verbond nog gedacht. Dat volk was niet gansch uitgeroeid, er bleef nog een verwachting over, en dat was omdat de Heere genadig en barmhartig is. En wat zou er van ons zijn geworden, als God met ons naar onze waardigheid had gedaan Wij waren al lang uitgeroeid, onder Zijn gramschap vergaan. Wordt dat door ons verstaan, dan zeggen wij, verlegen met de wonderen van zijn goedheid, „Heerega uit van mij, want ik ben een zondig mensch". Zij er bij ons een klagen over onze zonden, een weder- keeren tot God, een vluchten tot Zijn barmhartigheden in den Heere Jezus Christus. 't Is ook mogelijk, dat iemand zich bezwaard gevoelt bij de gedachte, als 't nog eens erger werd, als mijn lijden nog zwaarder, mijn zorg nog grooter, de toekomst nog donkerder werd. Maak u toch over al die dingen niet bezorgd. Geniet van het heden, leef bij den dag. Wanneer wij met onze gedachten steeds vooruit in de toekomst leven, zien wij de zegeningen van het heden voorbij en kunnen wij nooit recht dankbaar zijn. Vergeet ook niet terug te zien en te gedenken, wie God in al die jaren, welke achter u liggen, voor u geweest is. Verdiep u niet in een toekomst, waarin ge toch niet kunt indringen. Wat wint ge er mede Niets, dan dat vaardigen een stem des gejuichs en des heils gehoord„De rechterhand des Heeren is verhoogd, de rechter hand des heeren doet krachtige daden 1" Binnenland. uw hart nog onrustiger wordt. Leer rusten in het bestel van een almachtig en alwijs God. En staat 't er voor u misschien donker voor, weet dan, dat de God van Elia nog leeft, en dat Zijn arm niet verkort is. Zoo ge op Hem vertrouwt, zal Hij zich ook aan u doen kennen als een God, die wonderen doet. De vraag is echteris de God van Elia ook onze God Onze God, een genadige, goedgunstige God, kan Hij alleen voor ons zijn in den Heere Jezus Christus. En dat is Hij voor allen, die in den naam van Christus tot Hem ko men en op Hem hopen. Die leeft buiten het geloof in den Heere Jezus heeft een droevig leven en een jammerlijke toe komst, maar die op Hem hoopt mag van Gods vaderlijke goedheid in leven en in srerven zich verzekerd houden, zoodat ook de zwaarste beproeving en het bitterst leed nog tot zijn zaligheid moeten medewerken. Gij, die God hebt leeren kennen als een almachtigen God en een getrouwen Vader, bedenk ten allen tijde, dat Hij, de God van Elia nog leeft. Laat de ondervinding daarvan in vroegere dagen uw geloof versterken en de hoop verlevendigen. Geen zorg over wat komen kan, maar misschien nooit komt. „Wentel uw weg op den Heere en vertrouw op Hem, Hij zal het maken". Leef in het vaste vertrouwen, dat de Heere u niet beschaamd zal maken. Dat heeft Hij immers nooit ge daan, en zal»Hij nimmer doen. Volg Hem in kinderlijke gehoorzaamheid, al schijnt het pad ongebaand, ondanks waarschuwingen van vrienden en ver wanten, die u van den rechten weg willen afhouden. Wordt de eene weg na den anderen afgesneden, de Heere heeft zoovele wegen en middelen om Zijn volk te redden. God wil, dat Zijn kinderen op aarde door het geloof leven. Daarin betoonen zij de ware dankbaarheid. Daardoor wordt God het meest verheerlijkt. Hoe vaster wij afgaan op Zijn woord alleen, des te meer wordt Hij door ons erkend in de deugden van Zijn almacht en trouw. Waar wij zien, houdt het ge- looven op. De Heere laat ons wel eens lang wachten, ons bidden schijnt soms onverhoord te blijven, opdat wij in dien weg leeren, hoe langer hoe sterker te pleiten op hetgeen God beloofd heeft. Zoo hebben wij ons geheele leven lang te leeren aan Zijn woord genoeg te hebben. Dan zullen wij Satan en wereld, als zij ons tegenkomen met hun„waar is nu uw God, op wien ge gehoopt hebt kunnen wijzen op Gods on wankelbaar verbond. Dan zullen wij ons niet blind staren op de tegenspoeden van het heden of een donkere toekomst, maar, onze kracht puttende uit het woord Gods, den staf opnemen om getroost onze reis voort te zetten. En als dan de uitkomst niet beschaamd maakt, wordt er in de tenten der recht n van het Varia t inbreng- den eiken in 8-8 UUr D.J0PFECZ. IJDEN Deze handleidingen, samei geven o.m. voorlichting op ht BLOEMENTEELT, BÏJEN7 TUURKENNIS, FOTOGRA nn tO cent per regel. VOOB KLK S&'IN KDUS Klpstraat 85.87 C3 Rotterd a m SIC ZIE DE 5 ETALAGES 9m Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend, J. HEN1GER Jr. hebben, om over 't vuur van den brand, stapel maar te zwijgen. En toen kwamen de predikers van dat nieuwe valsche Evangelie. Vuur tintelde in hun oog. warm en vol was hun stem, een blijde bood schap meenden ze te hebben en onvermoeid spraken en schreven en lokten ze totdat ons volk voor een deel tenminste de hand uitstak naar dien zoeten beker vol zwij. meiwijn, zich zat dronk en mee zong van «vrijheid, gelijkheid en broederschap». Vrijheid, maaar niet de vrijheid, die in Christus Jezus is I Gelijkheid maar niet aan den voet van het Kruis 1 Broederschap maar niet aan de tafel des Heeren 1 En die nieuwe drank, die gi/drank werd geschonken in oude, welbeproefde bekers Godsdienstig was ons volk nog altijd. Daarom hulde die nieuwe wijsheid zich dan ook 't liefst in het oude, welbekende, godsdienstige, bijbelsche kleed. Teksten werden aangehaald, verdraaid en bijeengepast, om maar te bewijzen, dat Luther en Calvijn, ja, dat ook eigenlijk Petrus en Paulus de leer van den Heere Jezus niet volkomen begrepen hadden. Maar de mannen der Revo. lutie zij waren het, die Jezus' leer voor 't eerst tot op den bodem klaar doorzagen 1 Orthodoxe predikante dansten mee om den Vrijheidsboom. Zalvend.vroom wist de Haagsche leeraar de Revolutie te bespreken. Niet inééns waren de verkeerde ideeën er bij ons volk in gekomen. De hoogere standen waren begonnen er mee te dwepen. Die standen, die nooit in hun meerderheid calvinistisch zijn geweest. De nakomelingen van de Libertijnen uit de zes. tiende eeuw. In 't eerst hield de nawerking van het Calvinisme het verkeerde nog tegen. Maar met Comrie en Holtius stierven de laatste kloeke helden weg. Hun volgelingen spartelden nog wat tegen, maar 't was een verloren strijd. De nieuwe ideeën drongen door naar den bur. gerstand. De hoogere klassen haddden ze mooi gevonden voor een twistgesprek aan de hooge school of een prettig praatje aan de theetafel. Maar de lagere klassen gingea zeggen Praat, jes vullen de maag niet 1 't Moet ook in praktijk worden gebracht. En zóó had de Revolutie bij ons de zege. praal behaald I Wel was er nog een volksken, dat geen wierook brandde voor de godin der vrijheid. Een talrijk volk ook nog wel. Maar dat be. moeide zich niet met de zaken des lands. Dat lag altemaal in het booze en was uit den booze. Zij zaten met een boeksken in een hoeksken, in vrome overpeinzingen verdiept. Zij zongen hun psalmen vaak was 't psalmen zuchten lazen hun «schrijvers», liefst de sterk piëtisch gekruide vertalingen uit Engeland, bemoeiden zich met geen politiek, wat, meenden ze, hun ziel afbreuk kon doen, en telden in stilheid de dagen der jaren huns levens. Frome men. schen vaak, maar die tegen de golven der Revolutie geen dammetje zelfs ontwierpen. Die hadden dus vrij spel. UITKIJK. 1 Koningen 17 t 14—16. «Want zoo zegt de Heere, de God IsraëlsHet meel van de kruik zal niet verteerd worden, en de olie der flesch zal niet ontbreken, tot op den dag, dat de Heere regen op den aard. bodem geven zal. En zij ging heen, en deed naar het woord van Eliazoo at zij, en hij, en haar huis, vele dagen. Het meel van de kruik werd niet verteerd, en de olie van de flesch ontbrak niet, naar het woord des Heeren, dat Hij gesproken had door den dienst van Elia». Overheid en krankzinnigenverpleging. In het jongste nummer van «Anti»Revolu» tionaire Staatkunde» schreef de heer H. de Wilde, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid» Holland, een belangrijk artikel over «Overheid en Krankzinnigenverpleging». Dit opstel verdient niet alleen de aandacht om het deugdelijk historisch overzicht, dat er in gegeven wordt, maar ook uit een oog» punt van provinciaal politiek beleid. Om dit duidelijk te maken moge met een kort woord herinnerd aan het debat, dat in de laatste Juli»week in de Zuid»Hollandsche Staten is gevoerd. In verband met het voorstel van Ged. Sta» ten om garantie te geven voor een leening van f 2 millioen voor deu bouw van een R.K. krankzinnigengesticht onder Noordwijk welk voorstel tenslotte zelfs zonder verzet van H.G.S zijde werd goedgekeurd is vrij scherp gedebatteerd over het in Zuid'Holland gevolgde stelsel van krankzinnigenverzorging. Van soc.'dem. zijde werd daartegen vinnig positie gekozen bij monde van den heer J. ter Laan. Dit principieele verzet is daarom van zoo groote beteekenis, omdat men Van Te Amsterdam arriveerde de Duitsche Rijksdagpresident Loebe en steeg af in Hotel Union, waar hij werd ontvangen door de Ortsgruppe Amsterdam Reichsbanner Schwarz<Rot«Gold. Op onze foto van 1. n. r. Wüsshoff, Korkau, Loebe, Burgemeister voorzitter Schw.»R.»G. Kretschmar, Witzgall, Kipp. die zijde sinds eenigen iijd reeds speculeert op een mogelijke linksche meerderheid in de Staten van Zuid»Holland. Daarvan droeg reeds eerder het verslag over de Provinciale begrooting de sporen en ook het debat in de jongste zomerzitting was er een uiting van. Het was ais een attentie» sein, dat men ter linkerzijde de gehoopte overwinning in het a.s. voorjaar reeds in den neus heeft. Wat was het socialistisch standpunt, dat tegenover het geldend stelsel van krankzinni» genverpleging werd ingevoerd Met grooten nadruk zooals de heer ter Laan op somberen toon dat doen kan werd verklaard, dat gebroken moet worden met het stelsel, waarin aan het particulier initiatief zoo groote, ja een veel te ,groote plaats is toe gekend. Groepen der bevolking, die behoefte hebben aan aparte verpleging, moeten deze zelf maar bekostigen. Secteverpleging van overheidsgeld is principieel onjuist, aldus de verklaring van den heer ter Laan. Dit algemeen standpunt werd later door den heer Schaper wel eenigszins verzacht weergegeven, zelfs verklaard hij «in beginsel» gaarne aan het tot stand komen der voordracht te hebben meegewerkt, maar daarmee werd de officieele en principieele uitspraak en uit» eenzetting van den .heer ter Laan allerminst aangetast. De S.D.A.P. wenscht in Zuid»Hol» land geen ruime plaats aan het particulier initiatief in te ruimen, wenschte te breken met wat gebrandmerkt werd als «secteverple» ging» en gunt wel godsdienstige verpleging, mits deze door hen, die haar wenschen zelf betaald wordt als een soort particuliere lief» hebberij. «Reactionair en erger dan oud»liberaal« kon Mr. v. Baren dit standpunt terecht noemen. Wat intusschen niet weg neemt, dat de leus «weg met het particulier initiatief en voorde overheidsverpleging« is aangeheven door de soc.»democraten. Krijgen ze het een volgend jaar in hun macht om die leus tot werkelijk» heid te maken, men kan er verzekerd van zijn, dat het niet zal worden nagelaten. Ook deze socialistische rede was een waar» schuwing tot den strijd. Wat, bij verwezenlijking d.r daarin uitge» sproken denkbeelden, zou worden afgebroken op een gebied waarop 26 jaren lang met kracht en groote eenstemmigheid in |Zuid>Holland door de rechtsche Statenmeerderheid opbou» wend is gewerkt, komt in het opstel van den heer de Wilde helder uit. Tevens blijkt daaruit welke belangrijke be« sparingen door het gebruik maken van het particulier initiatief voor de provincie werden verkregen. Welke is de taak der provincie ten aanzien van de verzorging der krankzinnigen? Aan de provincie is, krachtens de wet van 27 April 1884, in het algemeen opgedragen te zorgen voor voldoende plaatsruimte voor de verpleging van die krankzinnigen in het gewest, voor wier opneming machtiging is verleend. De wijze waarop zij zich van die taak moet kwijten is echter niet voorgeschreven. De provincie kan een eigen provinciaal ge» sticht hebben, zooals b.v. Noord»Holland, maar zij kan ook op een andere wijze in de behoefte aan verpleegruimte voorzien. Zuid.Holland is zoo verstandig geweest den laatsten weg te kiezen. Trouwens geen der provinciën heeft het kostbare Noord»Holland» sche voorbeeld gevolgd. Wel zijn, althans voor 1910, in Zuid» Holland meermalen pogingen aangewend om te komen tot een provinciaal gesticht, maar die pogingen zijn niet geslaagd. De schrijver van de genoemde brochure heeft daartoe het noodige bijgedragen. Al nam het aantal lijders van jaar tot jaar toe, het particulier initiatief, 'dat zoowel van protestantsch»christelijke als van R.K. zijde werd ontwikkeld, bleek en bleef bij machte om aan de stijgende aanvragen te voldoen. Ook voor de z.g. neutrale verpleging bleef voldoende gelegenheid beschikbaar. Waarom dan een eigen gesticht zoo vroeg de groote meerderheid in de Staten van Zuid.Holland zich af. En het verstandige antwoord was, dat zulks niet noodig was. Bovendien lokte het Noord»Hollandsche voorbeeld allerminst tot navolging. In het eigen gesticht dier pro» vincie bedroeg n.l. het verpleeggeld f 1400.— tegenover f 900.— en lager in de particuliere gestichten. En met de besturen dier gestich» ten konden Ged. Staten van Zuid'Holland het goed vinden. Niet zonder strijd was het zoover gekomen. Nu 25 jaren geleden, toen de meerderheid van de Staten van links naar rechts was ver» plaatst, was juist het vraagstuk van de voor» ziening in plaatsruimte urgent. Zij wist van geen wijken en zeer beslist verzette zij zich tegen iedere poging om de Staten te brengen op den hoogst bedenkelij» ken weg van directe provinciale zorg voor de krankzinnigenverpleging. Zeker, de toenmalige Commissaris der Ko> ningin en de Griffier der Staten, Mr. Patijn en Mr. Tavenraat, waren geenszins bewonde» raars van provinciale gestichten, doch indien zij niet een krachtig overtuigde meerderheid naast zich hadden gehad, zij zouden allicht bezweken zijn. Later is het liefhebberen in provinciale armenzorg er krankzinnigenverpleging gaan luwenzeker, maar vooraf had de rechtsche meerderheid het standpunt der Staten ter dege vastgelegd en bleek het al spoedig, welke voortreffelijke resultaten het particuliere initia» tief had gegeven, zoodat het wel onzinnig zou zijn geweest, indien de Staten dat stand» en Beten van Andere Insecten geeft het inwrijven met PUROL dadelijk verl chting. punt hadden verlaten.» De provincie heeft contracten gesloten met verschillende vereenigingen, van wie gestich» ten uitgaan, tot beschikbaarstelling van plaat» sen voor armlastige, derde klasse.patienten. In die inrichtingen op protestantsch»christe» lijken grondslag, R K. gestichten en de gestich» ten Endegeest, Oud-Rozenburg, St. Jorisgast» huis enz. kan voor de patiënten van alle rich» tingen worden gezorgd. Totaaal heeft de pro» vincie contracten loopen m t 14 gestichtsbe» besturen. Voorts leende de provincie reeds aan 6 ge» stichten kapitalen voor den bouw of de uit» breiding van gestichten, tegen gelijke rente als zij zelve verschuldigd zal zijn en met aflos» sing binnen 50 jaar. En eindelijk wordt uit de provinciale kas een bijdrage verstrekt van 1/3 der ten laste eenergemeente zijnde verpleeg» kosten van eiken behoeftigen krankzinnige of idioot. Natuurlijk zijn de kosten van krankzinni» gen verpleging, die vrijwel 'geheel ten laste van de provincie en de .gemeentebesturen ko» men, niet gering. Sedert 1904 klommen de uitgaven der publieke kassen er voor van 2 mil» lioen tot 14 i 15 millioen gulden. Voor Zuid» Holland liepen de kosten op van f 60.000.— tot ruim 13 ton per jaar. Nochtans is het budget van het dichtbevolkte Zuid»Holland lager dan van Noord»Holland en Friesland met hun provinciale bedrijven. Per bewoner werd in 1922 in Zuid»Holland voor krank» zinnigenverzorging uitgegeven f 0.57 en in Noord-Holland f 1.06. Wel een bewijs, dat de Staten van Zuid'Holland verstandig handel» den, toen zij aan het paiticulier initiatief de voorkeur gaven. Toch stelt de heer de Wilde de vraag of het niet mogelijk is zonder de belangen der patiënten te schaden, met de krankzinnigen verpleging een andere richting in te slaan cn zoo de uitgaven te beperken. Uitteraard droeg tot de uitbreiding der kos» ten sterk bij de toeneming van het aantal gestichtspatienten, dat in 1900 over het ge» heele land 8.139 bedroeg, maar op 1 Januari 1922 op 16.452 geklommen was. Voor Zuid» Holland zijn deze cijfers respectievelijk 1.629 en 4 014. Deze getallen, die op zich zelf aanleiding geven tot beschouwingen van psychologischen en medischen aard, verklaren echter niet ge» heel de toeneming der kosten, die thans 10 i 12 maal hooger zijn dan in 1900. De oorzaak van dit feit moet ook gezocht in de zeer hooge bedragen der verpleeggelden. Voor 50 jaar bedroeg het verpleeggeld f 160,— i f 120.-, in 1919 en 1920 zelfs f 1000.- i f 1100.— per patient, thans nog tusschen de f 800.— en f 900.—. De oorzaken daarvan zijn bekendbetere inrichting, meer personeel, hooger salarissen, korter arbeidstijd, duurder levensonderhoud, enz. De vraag blijft dan ook klemmen hoe de stijging der kosten tegen te gaan zonder de belangen te schaden van hen, die werkelijk verpleging behoeven. Di; nieuwe banen zijn gewezen door Dr. J. H. Schuurman Stekhoven, inspecteur van het Staatstoezicht op krankzinnigen. In de door hem aangegc ven richting wordt reeds gewerkt en met goed succes. O.a wordt ge» tracht opneming in een krankzinnigengesticht te voorkomen en patronaten te vestigen voor ontslagen krankzinnigen. Ook in die rich ing is het particulier initiatief op ,verschillende plaatsen reeds werkzaam, evenals enkele ge» stichtsbesturen. lot besparing van uitgaven zou het echter bezwaarlijk komen, indien ook Zuid'Holland den weg der directe provinciale verpleging van krankzinnigen betrad. zorgen tijdig paraat te zijn. Zij kunnen de voorbereiding der politieke mobilisatie niet te vroeg beginnen. Als straks het sein om aan den arbeid te trekken gegeven wordt zij men overal gereed. ZONDAGSRUST. Na een koud en guur voorjaar, waarin de liefelijke zon spaarzamelijk haar koesterende stralen achter de grauwe wolkgevaarten te voorschijn liet komen, en de gure poolwind gepaard met ijskoude regenvlagen ons deed huiveren en verkleumen, is eindelijk de zomer gekomen. Weliswaar is het weder in onze lage Noordzeelanden immer veranderlijk. Van «vast weder» is hier geen sprake het is steeds «los»vast«. Maar het is de tijd van vacantiede tijd waarin wij dan vaak eentonigen arbeid mogen onderbreken den tredmolen mogen verlaten, om te genieten van de schoone natuur. Hebt gij ook vacantie Wees daar dan dankbaar voor 1 In onze gejaagde samenleving, met haar gecompliceerde arbeidsverhoudingen, is het een medicijn, door den Schepper U bereid. Gij moogt dan een aantal dagen ach» tereen genietenin een vreemde omgeving «iets anders doen» u»zelf zijn 1 Zoovelen onzer mede»schepselen zijn daar» van verstoken Zij hebben slechts één dag in de week een vrijen dag. Is het 11 nooit opgevallen, dat juist die menschen het meest behoefte hebben aan een rust-dag Een door»de»weeksche dag is echter geen rustdag. Het blijft een werk-dageen dag waarop onze gejaagde samenleving niet tot rust komt en geen rust kan aanbieden. De Zondag is de rustdag bij uitnemendheid. Toch denkt men daar te weinig aan. Hoe gemakkelijk neemt men plaats op een boot, in een trein, een tram of autobus. De wan» deling strekte zich te vér uithet bezoek aan een sportterrein vergt te veel van onze voe» tenhet strand of bosch is te ver van onze woning verwijderd. Men denkt daarbij niet na, dat daardoor de Zondagsrust aan anderen wordt ontnomen. En waarlijk niet alleen het personeel van genoemde middelen van ver» voer wordt deze rust ontnomen, ook andere categoriën van menschen zijn daarbij betrok» ken, zooals winkelbedienden, kelners, enz. Wanneer gij verheugd zijt op Zondag vrij te zijn, wees dan mede 'eelzaam, en schenkt op dien dag ook rust aan anderen. Zorgt dan, dat Uw rustdag niet wordt een dag van groote inspanning voor anderen I Zegt niet bij U»zelvewat baat het of ik de Zondagsrust bevorder, wanneer anderen dat toch niet doen 1 Uw voorbeeld zal ander -n opwekken I Uw woord van vermaan zal an» deren weerhouden 1 En al zuilen honderden en duizenden niet naar U luisteren, onge» twijfeld zullen velen dat wel doen, en daar» door het geluk en de rust van anderen be» vorderen. Neemt rust op Zondag, en schenkt daardoor rust 1 COMITÉ VOOR ZONDAGSRUST v. d. Christ, organisaties in Publieken en Semie Publ. Dienst in Nederland. Secretariaat: Den Haag, v. Ostadestraat 395*1 2384? Igcu UCIWU. Dat dit gevaar allerminst denkbeeldig is, betoogden we reeds Wie de politiek geladen atmosfeer in de Statenzitting, waarin deze din» gen besproken werden, aanvoelde, is daarvan te dieper overtuigd geworden. Als de roode heeren en degenen, die ge» wend zijn zich aan hun leiding te onderwer» pen, maar de kans krijgen Dat die kans hun niet geboden worde is de taak van allen, die op de historische lijn niet teruggetreden willen zien. En daarom is het in het belang van de krankzinnigenverpleging zoowel als van de provinciale financien noodig, dat de rechter» zijde in de Staten van Zuid'Holland niet haar meerderheid verlieze, maar gehandhaafd blijve ter bescherming van de ongerepte bestendiging en voortzetting van een zegenrijken arbeid gedurende meer dan een kwarteeuw. Laten de besturen onzer kiesverenigingen De groei van kinderen. Het onderzoek heeft geleerd, dat tot den leeftijd van elf a twaalf jaar jongens grooter zijn dan meisjes. In de drie tot vijf jaren die volgen, groeien jongens meer in de breedte, terwijl meisjes de hoogte inschieten, zoodat zij op vijftien», zestien»jarigen leeftijd gewoon» lijk haar broers in lengte de baas zijn. Na het vijftiende jaar wordt de verhouding omge» keerdde jongens halen de meisjes in en groeien ze over het hoofd. In de wintermaanden, speciaal van Decem» ber tot April, groeien kinderen het minst van April tot Augustus daarentegen het sterkst. Na dien tijd gaan zij slechts weinig in de lengte vooruit, hun gewichtstoename echter is in de herfstmaanden aanmerkelijk. Hoewel de volksmond beweert, dat kinderen uit arbeidersgezinnen en die van het boeren» land forscher gebouwd zijn dan zoons en^ dochters uit andere, vooral uit betere stander*} betwist het onderzoek het tegendeel. Kinderen van ouders, die geen lichamelijken arbeid verrichten, zijn precentsgewijze genomen, groo» ter en zwaarder gebouwd dan die uit gezinnen waar met handenarbeid de kost wordt verdiend. Zeer interressant is ook het feit, dat de gees» telijke groei bij kinderen gelijken tred houdt met hun lichamelijken wasdom. Deze even» redige vooruitgang is zoo sterk, dat het ook bij lichamelijke stoornissen zichzelf gelijk blijft. Bij ziektegevallen bleek de oplettendheid en de opmerkingsgave van de patiënten evenzeer te lijden te hebben als het lichaam. Met vrij groote zekerheid mag dan ook worden aan» genomen dat bij de kinderen, die geestelijk niet mee kunnen, in de meeste gevallen een lichamelijk defect bestaat, wat niet zeggen wil, dat uiterlijk ook eenige afwijking moet te bespeuren zijn. Een groot percentage (in Euro» pa bedraagt het 30 pet.) der schoolkinderen heeft zwakke en abnormaal fuDCtioneerende zenuwen. In hoofdzaak openbaart zich het euvel, dat zoo grooten invloed heeft op de geestelijke gesteldheid van het kind, op de gehoorzenuwen. In Riga bij voorbeeld werd geconstateerd dat 22 pet. der kinderen, die op school achterlijk waren, het tikken van een horloge niet meer konden hooren op een af» stand van zes meter. De abnormale, geestelijk goed ontwikkelde leerlingen konden 't geluid nog opnemen op een afstand van 18 Meter. Weeat niet bang voor bijen. Wanneer een bij of wesp een mensch steekt, dan boort het dier den angel door de men» schelijke huid, om daarin haar gif af te zetten. Deze angel is n.l. verbonden met twee ver» schillende kliertjes in het achterlijfhet eene scheidt een zuur af, het andere een alkaloide, gewoonlijk in een hoeveelheid 3:1. Vermengd vormen deze stoffen het bijengif, dat wel pijn en zwelling kan veroorzaken, maar slechts in een zeer uitzonderlijk geval doodelijk is. De bij echter, die gestoken heeft, moet sterven: de angel is n.l. van weerhaakjes voorzien, deze dringen mede in de huid en verhinderen, dat de angel kan worden teruggetrokken. Deze blijft dus zitten, afgetrokken van het deerlijk verwonde bijenlichaam. Deze omstandigheid wijst er reeds op, dat de bij niet steekt om zoo maar eens een verzetje te hebben! We mogen integendeel aannemen, dat het dief nimmer tot den aanval zal overgaan, tenzij het woedend gemaakt wordt. En daarom is het zoo verkeerd, dat sommige menschen zicb zoo zenuwachtig maken, als bijen en wespen om hen heen gonzen. Dan beginnen zij te slaan en te jagen, welke bewegingen juist in staat zijn een aanval uit te lokken. Behalve aan slaan en jagen hebben bijen een hekel aan sommige luchten dranklucht en de lucht van parfum haten ze. Zooals gezegd, zonder uitgetart te zijn, valt een by niet aan. Imkers, die zich tooien met

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 2