HUUR uur*> ruis :le Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. 32, Oude Tonge IN HOC SIGNO YINCES MORIAAN-BAY. LKMAN LATIES ef No. 3248 ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1826 41ste JAARGANG MEI en Tramwegen EKHOVEH ZONED BIGGELAAR's j00lf btïi J0)lèttlj itelllngsprijzen. gnaarOuddorp Oude Tonge en I ir tot g aan Huis gezorgd W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers EERSTE BLAD. Bericht aan onze lezers! Groen en de Politiek. II Veel te weinig kent ons opkomend geslacht van den strijd, van het levens ideaal, van de algemeene beschou wing van dien held, voor wien na zijn openlijk verzet tegen den geest zijner eeuw „de Staat geen post, de Wetenschap geen leerstoel, de Kerk geen zetel had; maar aan wiens op treden het hoogste leven der Natie meer te danken heeft, dan aan eenigen anderen tijdgenoot, bij wiens heengaan een roemvol tijdperk van hare geschie denis gesloten was, en naar wiens leer en voorbeeld ieder die het welzijn, die in de geschiedenis van ons land en volk belang stelt, vraagt en vragen zal". (Dr. G. J. Vos.) Hij was een Christen-staatsman bij uitnemendheid. Een man, voor wien zijn felste tegenstanders respect had den. Een man, aan wien de Liberale staatsman Thorbecke reeds in 1841 schreef: „Ik ben niet van uw geloof doch ik wenschte dat allen voor het hunne zóóveel deden, als gij voor het uwe. Wij hadden wat meer groeikracht in de Nederlandsche Natuur." Een man, aan wiens groeve een an der Christen-staatsman, Jhr. Mr. Elout van Soeterwoude, getuigde „Voor vijf en veertig jaren bezielde zijne gedachten reeds onze harten met geestdrift, en ik herinner mij, terugko mende van den tiendaagschen veldtocht, hoe mijn onvergetelijke vriend Mackay en ik vervoerd werden door zijne re gelen op 23 Augustus 1831 tot den Heldenvorst en de Natie gericht. Die gedachten hebben ons op rijperen leef tijd gevoed. Ze doen ons nog heden onze wegen toetsen aan het recht, de waarheid en de gehoorzaamheid Gods". Een man wiens sterven was als zijn leven. Van achter de gordijnen, die zijn laatste worstelingen verbergden, vernam men soms in eens de oude levens woorden „Christus is mijn kracht Zijn stervende vingeren schreven met potlood in zijn veelgebruikten Bijbel onder Openbaringen 7„Amen Jezus Christus. Amen I" Deze man heeft zijn leven besteed aan de politiek. Maar toch, hèèzeerde politiek dat welbesteede leven in be slag nam, steeds bleef hij trouw aan het adagium„Een staatsman niet, maar een Evangeliebelijder". Beschamend voor velen onder ons, die God met krachten en gaven heeft toegerust, om met rijken zegen in hun omgeving op politiek terrein werkzaam te zijn en zich er niet mee in te laten. Zij hebben zich af te vragen of „de liefde van Christus hen wel dringt"! Maar ook beschamend voor vele een- voudigen in den lande, die zeggen „ik bemoei me niet met politiek". Wat heeft Groen dezulken te zeggen Luister eens wat hij in zijn blad van 13 Dec. 1850 hierover schreef: Zietdaar wat nog in veler mond is. Het zij ons vergund te doen opmer ken, dat men wel kan zeggenik be moei mij niet met politiek, maar dat men niet kan verhinderen, dat de politiek zich met ons bemoeit. Dit is geene onverschillige zaak. De Heere in den hemel bestuurt niet al leen Zijne kerk, maar ook de volken en de regeerders dier volken. Wij moe ten Gods hand wel degelijk in de poli tiek opmerken. De groote straf voor Israël was vaak de verandering van zijn politieken toestand. De Heere deed Israël door vreemde volken overheerschen, en verdreef het ein delijk over de geheele wereld, en vernietigde het als natie. De Heere maakt scepters tot roedenbestuur ders tot tuchtmeesters. En is dit waar, dan moet er op de politiek gelet worden. Wij zagen waartoe de afsnijding der politiek van het geloof leidt, bij de discussiën van de Provinciale Staten over het gebed. Waarde politiekals een afzonderlijk vak wordt beschouwd, eene soort van louter burgerlijke administratie van een hoop menschen, die toe vallig Nederlanders heeten, daar zegt de politiekbid niet. Waar de po litiek in verband wordt gebracht met de rechten, den aard en de behoefte van het volk, waar zij geene men schen als bloot levende wezens er kent, maar Nederlanders voor zich heeft, die een vaderland hebben, in hetwelk het Kruis de afgoden ver dreef, en uit eenen heidenschen Staat eenen christelijken deed ontstaan, daar eerbiedigt de politiek het gebed, de openlijke erkentenis van den Heere, de verklaring van onderge schiktheid aan hooger, aan heilig, aan Gods gezag. De politiek, die alle historie, alle behoeften der ge wetens, allen aard van het volk voor bijziet, en alleen door hare rede zich laat voorlichten, het boek der geschiedenis sluit, geene Nederlan ders als Nederlanders, maar als eene samengevloeide menigte beschouwt, bestrijdt, weert, verbiedt het ge bed. RecSame-Mededeelingen. Jeidttot het rookerc van Gode zij dank, dat, terwijl het in de hoogere sferen des lands hoe langer zoo koeler wordt, en de Pro vinciale Staten, straks wellicht ook de Gemeentebesturen, het gebed ter zijde stellen, het in de lagere sferen der natie warmer wordt; dat terwijl de politiek openlijke erkentenis van God weert, het volk hoe langer zoo meer behoefte gevoeld aan het ge bed. Leven heerscht beneden en uit dit leven moet en zal iets beters komen, dan die doodverspreidende politiek zonder God. Zóó dacht Groen over de politiek. Denk eens over deze ernstige woor den na en vraag U eens af wat zij U te zeggen hebben. Op den Uitkijk. II. Dat de Heere een wonderdoend God is, bleek ons in de onderhouding van Elia door een eenvoudige, arme weduwe. Hij heeft een gering instrument uitver koren om Zijn dienstknecht in het leven te houden. Wat onaanzienlijk is in de oogen der menschen veracht Hij niet. Wij behoeven nog niet tot de rijken en machtigen der aarde te behooren, om EF. 1926 EN 1947 27853 dos lijden. Zenuw» #1 nen in den rug of de zenuwen die deze id en kunnen hun a lie prikkelbaarbeid, a vermoeidheid, slape» en zwaar lijdenen n slaagt de zenuwen wekken 0 lat aan de uitgeputte éi) De heer Dr Pol uinose «aan dien zich de Sanguinose skend middel) van gen de Sanguinose. geen baat vindt bij met de Sanguinose. gaarne ook voer U. 21- :de Drogisten. 1 i DEN HAAG. ls bij t middagmalen in de damsche restaurants van vertrouwen is. ertrouwen vindt in ffaire ANT P. SIMONS ivischmarkt 12 Kerk, Telefoon 6341 ia kwaliteit en ook egeven wordt. oudste zaak is van dat u daar neten matige prijzen kunt mentaar overbodig. kwoorden. ehandelt verschillende Hij vraagt aan deklas kent. Jantje steekt zijn zegt: «Een dwaas kan tien wijzen hem kun» pt woedend naar den n komen weer de klas t dreigend de directeur, dere spreekwoorden eurl« antwoordt Jan, en ongeluk komt nooit chenen de in den Boekhandel LMELSD1JK Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef, Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zIJ beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. KMM M —B—g Met 1 Septemb r begint een nieuw kwartaal van ons Blad. Wij hebben ons genoodzaakt gezien den abonnementsprijs met ingang van dat kwartaal te verhoogen en te brengen van f 0,75 op f 1,—. Dat wij hiertoe zijn overgegaan vindt zijn oorzaak in het feit dat ons Blad in verhou» ding tot de exploitatiekosten véél te goedkoop verstrekt wordt. Zou de prijs in verhouding tot die kosten gebracht moeten worden, dan zou zij minstens f 1,25 per kwartaal moeten zijn. Onze lezers begrijpen dit terstond, wan neer zij ons Blad naast andere weekbladen leggen en dan letten op den inhoud en het prijsverschil. Er zijn weekbladen die slechts éénmaal per we k met één Blad verschijnen en méér dan f 1,— per kwartaal kosten. Ons is trouwens geen ei kel blad dat tweemaal per week verschijnt bekend, dat nog voor den voor»oorlogschen prijs van f 0,75 per kwartaal wordt uitgegeven. Wij waren tot op heden de eenigsten die dezen prijs handhaafden. Die verhooging kan ook feitelijk niet anders als men weet, dat alleen de papier» en agen» tuurkosten per blad bijna het geheele abonne» inentsbedrag vereischen. Toch zouden wij nog niet tot deze verhoo» ging zijn overgegaan, ware het niet, dat wij besloten hebben, ons blad nog een belang» rijke uitbreiding te doen ondergaan. De verscheidenheid en actualiteit onzer ru» brieken zijn de laatste jaren sterk toegenomen. Op alle terreinen hebben wij getracht onze lezers in ons Blad -an te bieden wat hun kan interesseeren, en in verband staat met deze streek Met ingang van heden echter willen wij ons Blad nog vergrooten en wij hopen voor» taan geregeld des Vrijdags met minstens twee en een half of drie bladen uit te komen. Onder deze uitbreiding hebben wij begre» pen een afzonderlijke rubriek voor Vrouw «n Kind, waarin speciaal onderwerpen, waarin onze lezers belang stellen, behandeld zullen worden. De Kinderrubriek bevat periodiek prijs» raadsels waaraan verrassingen verbonden zul» len zijn, verhalen, enz. Voorts wordt ons Blad verrijkt met de medewerking van enkele briefschrijvers, waar» van één is een echte Flafckeëenaar van ge» slacht op geslacht. Zijn brieven zullen in het Flakkeesch dialect geschreven worden. Als een bizondere attractie, bieden wij onze lezers vervolgens aan een boeiende feuilleton van de hand van den bekenden en geliefden schrijver L. Penning, die op ons verzoek gaarne bereid gevonden werd met zijn penne» vruchten de aantrekkelijkheid van ons Blad te verhoogen. Dan voegen wij nog enkele vaste rubrieken aan de bestaande toe, waarin onze lezers on» getwijfeld belang zullen stellen. Ten slotte hopen wij voort te gaan om uit» gebreide verslagen te geven van alle vergade» ringen die voor onze omgeving van belang zijn. Stellen wij dit alles tegenover de luttele verhooging van den prijs met slechts één cent j»er nummer dan gelooven wij, dat niemand onder onze lezers hiertegen eenig bezwaar zal hebben. De Maas» en Scheldebode is voor velen een oude en onmisbare huisvriend, wij hopen dit ook in de toekomst te blijven. DE UITGEVERS. mijn troostmijn hoopEen kroon I een kroon een kroon op mijn graf!" »Ik bemoei mij niet met politieker. Bemoei u dus met politiek, zij grijpt in uw dierbaarste rechten, in uwe kostelijkste voorrechten, in uwe hei ligste vrijheden. Men heeft zich veel te weinig met politiek bemoeid, en 40 cent per regel. Zaterdagmiddag werden mejuffrouw Margaretha Meijboom en den heer G. D. J. C. Goekoop resp. secretaresse van den Ned. Coöp. Vrouwenbond en voorzitter van den Centralen Bond van Ned. Verbruiks Coöperaties gehuldigd ter gelegenheid van hun zeventigsten verjaardag. Op onze foto zittend van links naar rechts: mevr. Goedhart, G. D. C. J. Goekoop, mej. Margaretha Meijboom. vandaar het invreten van het kwaad, vandaar de koelbloedige miskenning Gods, de ontaarding van Nederland, het toenaderen tot het ongeloof. Nadruk verboden. Het Stormjaar der Revolutie. III. 's Lands «vroede vaderen® aan 't woord. Ziehier hoe 's Lands vroedste, in elk geval hoogst geplaatste vaderen in 1797 politieke voorlichting gaven aan hun volk «Bataven 1 Deze Naam, welke u uwen oor» sprong herinnert uit dat aloud volk van hel» den, 't geen reeds in Europa's kindsheid wist vrij te zijn deze Naam alleen is genoeg, om uw gevoel van eigene waarde tot die hoogte op te voeren, waarop een Volk moet geplaatst zijn, wanneer het zijn oppermachtige rechten ten volle gaat uitoefenen. «Eeuwen van barbaarschheid en gewelde» narij hebben u verdrongen uit het dierbaar bezit uwer vrijheid, uwer onafhankelijke opper- macht. «Dit slavenjuk eindelijk moede, zwoert gij Filips van Spanje af, en wildet een republi» keinsche constitutie. Men gaf er u de scha» duw van, en de grafelijke ketenen, met een weinig verguldsel van vrijheid belegd, gingen over in handen van listige Stadhouders en regeerzuchtige geslachten, die u dezelve beur» telings om de lendenen smeedden. «Na verloop van twee eeuwen liep dit rijk van Aristocratie en Despotisme ten einde. De banieren der Fransche vrijheid drongen door tot aan de uitgangen van den Rijn. «Uw ketenen vielen af: gij ademdet in de zalige lucht der Vrijheid. «Thans, oppermachtige, vrije Bataven, thans treedt gij volkomen terug in de uitoefening uwer onvervreemdbare en onverdeelbare rechten®. Men lette op de woorden, die we in deze toespraak gespatieerd lieten drukken. Vrije, oppermachtige Bataven waren we ge» worden. Wat dat zeggen wil. Wat men daar vóór honderd jaar mee bedoelde Als er een kind ter wereld komt zoo ongeveer werd het, niet in de wetenschappe» lijke verhandelingen, maar in de talrijke vlug» schriften, maandbladen en pamfletten, het volk duidelijk gemaakt en ingeprent dan is dat schepseltje in beginsel volkomen vrij, onafhan kelijk en oppermachtig. 't Is zoo, in de kinderjaren is hij van ouders en verzorgers afhankelijk. Maar dat betert elk jaar. En wordt hij volwassen, dan «treedt hij in 't volle bezit van zijn oppermachtige rechten®, om nu in den stijl van dien tijd te spreken. Zoo'n volwassen mensch is volkomen vrij en oppermachtig. Niemand heeft het recht hem tot iets te verplichten. Geen graaf, geen rechter, geen koning ja, God niet dat zei men wel niet, in óns land tenminste niet, maar dat zat er toch in. leder mensch is zijn eigen wetgever, zijn eigen rechter, zijn eigen koning. Precies dus 't omgekeerde van wat men oudtijds beleed De Heere is onze Recht ?r, onze Wetgever, onze Koning. Zooveel menschen, zooveel koninkjes, zoo» veel soevereinen dus. Nu bestaat er echter, als te begrijpen is, gevaar, dat al die koninklijke hoogheden op treurige wijze met elkaar in botsing komen. Dat zien de menschen in. Ze merken, dat er regelen, voorschriften, wetten moeten zijn, wil alles niet onderstboven gaan. En nu besluiten ze uit kracht van hun oppermachtige hoogheid dat ze met elkaar die regelen zullen vaststellen en zich aan de vastgestelde wetten zullen onderwerpen. Dat noemt men een maatschappelijk verdrag. En zij, die zulk een verdrag sluiten, vormen een volk. Dat kiest verder mannen, die de aangenomen wetten moeten uitvoeren. Deze uitvoerders vormen echter niet de Overheid dat woord is uit de oude doos. Die uitvoer» deis zijn eenvoudig de lasthebbers van de zóóveel millioen souvereintjes, die samen een maatschappelijk verdrag gesloten hebben. Ze zijn ten volle aan dat volk verantwoording schuldig. Zóó was nu de echte, zuivere, onvervalschte leer, die in 1795 hier te lande werd verkon» digd, aangenomen en geloofd. Wie zóó leerde, was in de leer der «Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap,® orthodox. Wie anders sprak, een ketter. Die foorde niet op den vrijen, Bataafschen bodem. Die moest de laan uit; die werd gebannen. Juist het omgekeerde dus werd gepredikt, van wat de Bijbel leert. God zegt: «Door mij regeeren de konin» gen®. Het volk antwoordde«Dat moet een vergissing zijn dat zou een aanranden wezen van onze oppermachtige rechten koningen zijn er niet meer, regeeren doen ze niet meer en zij, die ons besturen, staan onderons. Wij kiezen zewij zetten ze afdoor ons regee» ren ze®. God zegt«Alle ziel zij den machten over haar gesteld onderdanig®. Het volk antwoord» de«Pardon, er zijn geen machten over ons gesteld. Die over ons staan, hebben wij zelf aangesteld en zij moeten dus óns onderdanig zijn«. God zegtIk ben uw Wetgever®. Het volk antwoordde «Toch niet wij zijn onze eigen wetgevers. Wij maken onze eigen wetten. Wat wij met meerderheid van stemmen besluiten, dat zal wet zijn«. Zóó wordt dus de orde, die God zelf in» stelde, omgekeerd. Déze omkeering nu der door God zelf in» gestelde en in Zijn Woord bevestigde «heilige orde®, noemt men DE REVOLUTIE. Revolutie in 't algemeen wil slechts zeggen zekere in den regel geweldadige, niet zelden bloedige omkeering. Maar als we, ook in 't vervolg, spreken van DE Revolutie, dan bedoelen we daar die om» keering mee, welke we hierboven beschreven God, de Heere ónder en de mensch hoven. De mensch zijn eigen wetgever, rechter en koning UITKIJK. 1 Koningen 17 t 14—16. «Want zoo zegt de Heere, de God IsraelsHet meel van de kruik zal niet verteerd worden, en de olie der flesch zal niet ontbreken, tot op den dag, dat de Heere regen op den aard» bodem geven zal. En zij ging heen, en deed naar het woord van Elia; zoo at zij, en hij, en haar huis, vele dagen. Het meel van de kruik werd niet verteerd, en de olie van de flesch ontbrak niet, naar het woord des Heeren, dat Hij gesproken had door den dienst van Elia«. (Vervolg). il

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1