voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
Hoofdpijn
IN HOC SIGNO YINCES
Mo. 3243
WOENSDAG 21 JUL3 1928
41ste JAARGANG
Uit de Pers.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd» Adverteutlësi en verdere Administratie» franco toe te zenden aan de Uitgevers
Hoe men de Kiezers
voorlicht.
Reciame-lVïetiecieelingen.
Land- ess Tuinbouw.
Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG.
ABONNEM'-.NTSPRIjS per drie maanden franco per post 75 cent bfj vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDEKLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc, No. 202 Postbus No, 2
ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordera berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Adverientiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
De Waterleiding.
Ongetwijfeld zullen allen, die de vorige week
de vergadering in hotel Meyer hebben mee»
gemaakt, verrast zijn door het bij uitstek gun»
stige rapport, dat Prof. Visser, de technische
adviseur der Provincie, over het onderzoek
naar de mogelijkheid en de rentabliteit der
waterleiding, heeft uitgebracht.
Niemand zal er geweest zijn, die op dezen
uitslag heeft durven rekenen.
Algemeen werd er gedacht, dat indien er
al water genoeg in Ouddorp voor geheel
Flakkee zou zijn, een waterleiding toch enorm
duur zou woiden.
En nu bleek, dat er niet slechts water vol»
doende was, óók voor den allerdroogsten tijd,
doch dat de kosten van exploitatie absoluut
niet boven het normale uitgaan, ja zelfs nog
goedkooper zijn, dan in vele andere plaatsen
van ons land het geval is.
Gegronde bezwaren werden er tegen het ad»
vies van Prof. Visser om de exploitatie nu
'terstond ter hand te nemen, dan ook niet ge»
hoord.
De 1 ezwaren van praktischen aard werden
allen, één voor één voldoende weerlegd.
Het hoofdbezwaar bleek te zijn, de verplichte
aansluiting, die Prof. Visser als absolute voor»
waarde voor de waterleiding stelde. Doch
ook aan dit bezwaar werd weer ruimschoots
tegemoet gekomen door een termijn te stellen
van 5 jaren, waarbinnen de verplichting aan»
gaat.
Het wacht nu op de daad der gemeente»
besturen. Van hen hangt het nu af, of wij
een waterbedrijf krijgen öf dat de water»
leiding nu verder uit het gezicht verdwijnt
dan ooit het geval was.
Dit laatste zou zéér te betreuren zijn. En
zij die deze verantwoordelijkheid op zich
willen laden, mogen zich wel tweemaal be»
denken vóór zij hiertoe overgaan.
Het is niet overdreven gezegd, wanneer er
beweerd wordt, dat het hier een belang van
primaire beteekenis voor het Flakkeesche volk
geldt.
Een belang dat nauw verband houdt met
het economische leven op Flakkee, denk slechts
aan de mogelijkheid van een oplevende in»
dustrie 1
Maar een belang ook dat van hygiënische
beteekenis is. Vooral in deze dagen van droog»
te wordt hiervan weder algemeen iets gevoeld 1
Wij overdrijven dan ook niet wanneer wij
zeggen dat het een dure roeping van de hier»
toe bevoegde personen is om, nu de gelegen»
heid rijpte, haar ook te grijpen.
Wij hebben in dezen het schoone voorbeeld
van den godvreezenden koning Hiskia die in
dagen, dat God hem met voorspoed zegende,
ook het moeilijke en kostbare werk der water»
leiding (want de waterleiding is niet iets
nieuws 1) ter hand nam.
We lezen in 2 Kronieken XXXII30Deze
zelfde Hizkia stopte ook den opperuitgang der
witeren van Gihon, en leidde ze recht af naar
beneden naar het Westen der stad Davids;
want Hizkia had voorspoed in al zijn werk.n
Men sprak na die dagen te Jerusalem dan
ook van «de waterleiding van Hiskia«. Gihon
was een bron van overvloedig water en hier»
van maakte de Koning gebruik om een be»
langrijk gedeelte van Jerusalem van een leiding»
water te voorzien.
Ongeveer voor denzelfden toestand staat
het Flakkee van de twintigste eeuw. En het
zou onverantwoordelijk zijn, indien het goede
voorbeeld van Hizkia hier geen navolging
vond.
Door deskundige menschen is het gezegd
dat leidingwater, vooral dat heerlijke, zuivere
duinwater uit Ouddorp véél gezonder is dan
het water dat wij op onze daken moeten op»
vangen. En wie notitie neemt van hetgeen in
ditfwater huist, nadat het van de goot in de
Put en van de put voor het gebruik genomen
wordt, geeft dit gaarne toe. Ook hier geldt
het, dat men eerst dan verantwoord is, wan»
ueer alle middelen die God geeft gebruikt zijn.
Hizkia heeft dat in zijn dagen reeds goed
begrepen 1
De omstandigheden maken den mensch
sterk of zwak, maar zij brengen aan den
"'8 wat hij is.
V Een Christelijk Hist. Kiesvereeniging te
Middelharnis?
In een der Christel Hist, weekbladen von»
den wij dit berichtje
MIDDELHARNIS.
Door den Secretaris van den Kamerkring,
de heer S. Pols Jr., van Brielle, werden
sedert eenigen tijd alhier pogingen aange»
wend tot het oprichten eener Kiesvereen.
Hiertoe heeft genoemde heer zich reeds
enkele malen naar hier begeven, teneinde
met eenige ingezetenen besprekingen te
houden.
Dezer dagen werd over dit punt een con»
ferentie gehouden in de consistoriekamer
der Ned. Herv. kerk. Algemeen is men hier
van gevoelens, dat het oprichten eener af»
deeling zeer goed mogelijk is. Over enkele
weken hoopt men een openbare vergadering
te beleggen, waarop aan den heer Pols ge
vraagd werd het woord te willen voeren
en als dan zoo mogelijk de afdeeling op te
richten.
Intusschen is een voorloopig comité op
gericht, bestaande uiteen vijftal ingezetenen,
waarvan de heer Baart, Burgemeester Bou»
manplein, als correspondent hoopt op te
treden.
Voor de actie onzer pers stelde zich be»
schikbaar de heer Jac. v. d. Velde, voorzitter
Chr. Landarbeidersbond, Nieuwstr. alhier.
Wanneer er in een gemeente menschen zijn
die principieel de Christ. Hist, beginselen zijn
toegedaan, kan het niet anders dan een oor»
zaak tot blijdschap Zijn, zoo deze tot organisa
tie komen. Wij anti's beschouwen, zoodanige
belijders der Chr. Hist, beginselen als geest
verwanten, met wie samenwerking Jgezocht
moet worden. En hoe meer kracht en invloed
zij in hun kring ontwikkelen hoe liever het
ons zal zijn.
De vraag doet zich echter onwillekeurig
voor zijn er in Mid ielharnis van die principieel
Christel. Historischen
Wij hebben er nooit iets van gemerkt 1
En de stemcijfers wijzen ook niet op een
ontwikkeling in Christ. Hist, richting.
In 1922 werden er te Middelharnis bij de
Kamerverkiezing 23 stemmen op de Chr. H.
partij uitgebracht, van dit groepje gingen er
bij de Kamerverkiezing in 1925 nog 5 af,
zoodat er slechts 18 Chr. Hist, kiezers waren.
Nemen we aan dat dit gezinnen waren van
slechts 2 personen (man en vrouw) dan komen
we tot 9 gezinnen die de Christel. Hist rich»
ting zijn toegedaan.
Het berichtje in het Christ. Hist, weekblad
als zou men te Middelharnis algemeen van
gevoelen zijn dat het oprichten eener afdeeling
zeer goed mogelijk is« lijkt ons dan ook wel
wat overdreven toe.
Wij kennen in Middelharnis geen princi-
pieele C. H. menschen. En als zij er waren
zouden zij toch wel openbaar geworden zijn.
Leven, ook politiek leven, kan niet verborgen
blijven.
Maarwij staan weer voor een ge
meenteraadsverkiezing en tegen dien tijd zijn
er altijd weer menschen die plotseling tot de
ontdekking komen, dat zij ook nog een «po»
litieken knobbel» hebben 1
En dan is het gemakkelijk, dat er altijd nog
een herbergzame C. H, partij is.
Intusschen dient de A.»R. Kiesvereeniging
te Middelharnis, wel niet herbergzaam, maar
dan toch waakzaam te zijn.
In eendracht ligt haar kracht1 En dra ge zij
vooral zorg, dat niet door eigen schuld het
schismatieke vuurtje, dat toch al te veel op»
vonkt, nog meer voedsel verschaft worde 1
Flakkeesche Middenstands tentoonstelling.
Wij lezen in de Bakkersbondscourant
FLAKKEESCHE MIDDENSTANDS
TENTOONSTELLING.
Deze Tentoonstelling, welke een algemeen
middenstands karakter draagt, gaat uit van
den Flakkeeschen Bakkersbond.
Zij wordt gehouden 4 en 5 Augustus te
Middelharnis.
Afgaande op datgene wat ons er van ge»
zonden is en als reclame moet dienen, wordt
zij goed aangepakt. Tal van prijzen zijn
beschikbaar gesteld.
Het Uitvoerend Comité heeft beslag gelegd
op de groote veilingzaal bij het station en
deze in een Tentoonstellingsgebouw herscha»
pen. Wat de bakkerij aangaat, is er een wed»
strijd aan verbonden, terwijl het geheele pro»
gramma van vele attracties gewag maakt. Wij
gelooven dat deze Middenstands Tentoonstel»
ling een druk bezoek te wachten staat, vooral
als het weer zoo schitterend blijft.
Inderdaad heeft de Flakkeesche Bakkersbond
in belangrijke mate energie en ondernemings»
geest.
Reeds eer had deze Bond iets dergelijks
ondernomen en zijn wij wel ingelicht dan
zal hetgeen thans gebeuren gaat, al het vroe»
gere verre overtreffen.
De organisatie van deze tentoonstelling is,
naar wij vernemen, prachtig in elkander gezet.
Ook wij vreezen niet, dat deze tentoonstel»
ling niet slagen zal.
Ds Kersten komt in De Banier van 15 Juli
'26 terug op het verhaal van den »ouderling.«
Hij zegt er nu van: «Ten overvloede wil ik
er nu bijvoegen, dat van het vertelsel van
dien ouderling -»geen woord waar is.<*
Dit is een pertinente verklaring. Die ik op
gezag van ds. Kersten's woord zonder reserve
aanvaard. Weshalve ik thans, hoewel mij in»
dertijd het verhaal voor waarheid was gedaan,
gaarne verklaar, dat ik mijn betoog over de
propaganda van S.G. zijde tegenover de A.R.
Partij heb geïllustreerd met een verhaal, dat
achteraf blijkt niet op waarheid te hebben berust.
Ik herhaal dat het ook niet meer dan een
«illustratie» was Het ging toch in dat betoog
over de onwaarachtige propaganda, die de
kiezers voorlichtte, als zou «het princiep der
A R, Partij« vrijheid eischen voor straatpro»
paganda met de leuze «God is het grootste
kwaad». Na met de stukken te hebben aan»
getoond, welk een volslagen onjuiste voor»
40 cent per regel.
bedaart spoedig door gebruik van een paar
Mijnhardt's Hoofdpijntabletten. Buisje 60 ct.
stelling van het beginsel der A.R. Partij dit
was, maakte ik er ds. Kersten een verwijt van,
dat hij tegenover deze straatpropaganda niet,
zooals zijn Christelijke roeping is, op andere
wijze was opgetreden in steê van er een ree»
lamemiddel tegen een geestverwante partij
van te maken, en vertelde daarbij, dat, naar
mij was meegedeeld, een zijner eigen men»
schen, een ouderling, hem dat op de voor»
gestelde wijze eens zou onder het oog hebben
gebracht.
Mijn «vertelsel» was dus nog wel veronder»
stellenderwijs.
Nu eischt ds. Kersten verontschuldiging
tegenover hem.
Ik merk op, dat de eer en de goede naam
"van ds. Kersten zelf in dit »vertelsel« niet
zijn aangerand. Immers of zulk een ouder»
ling bestaat of bestaan heeft, of hij al dan
niet het aangehaalde gesprek met ds. Kersten
heeft gevoerd, daar staan «de eer en de goede
naam« van ds. Kersten zelf geheel buiten.
Echter niet buiten de voorstelling aangaande
«het princiep der A. R. P.«
Evenwel als ds. Kersten dat eischt, wil
ik ook daaraan wel voldoen, en zeggenIk
heb Uw naam genoemd in een «vertelseh, dat
volgens Uw verklaring, niet op waarheid berust,
ik bied U daarvoor mijn excuus aan.
Dan blijft echter nóg de zaak zelf.
Ds. Kersten heeft èn schriftelijk (De Banier
van 16 April '25), èn mondeling (in zijn ver»
kiezingsredevoeringen 1925) de kieze.s voor»
gelid t, als zou «het beginsel der A.R. Partij»
zooals door A.R. voormannen «verdedigd»
werd meebrengen, dat «die man vrij mocht
propageeren zijn ongeloof».
Dit nu is onwaar, en dit randt «de eer en
den goeden naam» der A.R. Partij en van haar
voormannen (met name mr. Heemskerk en
mr Rutgers) wél aan.
Ik heb er op gewezen, dat noch in eenige
redevoering, noch in eenig geschrift grond
voor deze voorstelling is te vinden. Dat
wel zeer in tegendeel in een belangrijk
stuk der A.R. Partij (het rapport»Ridderbos)
vlak het tegenovergestelde is te vinden.
Rest nu de vraag, of ds. Kersten openlijk
de onwaarachtigheid van zijn voorstelling ten
nadeele van de A.R. Partij zal willen erken»
nen en ze intrekken. Of hij verontschuldiging
moet aanbieden, is zijn zaak. Ik laat hier»
omtrent nu verder gaarne het laatste woord
aan hem.
Hij roept de hulp van «het Hoofdbestuur
der A. R P,« tegenover mij in. Het «Centraal
Comité» zou hoogstens mij kunnen vermanen
Bepaal je in je redevoeringen liever tot de
zaken en laat alle illustratie, waarvan de ze»
kerheid niet ten volle voor je vaststaat, weg.
Maar tot ds. Kersten zouden deze mannen
de vraag kunnen richten: Waarom acht gij
het noodig en geoorloofd, ten aanzien van
de A.R. Partij en haar beginselen, de kiezers
voor te lichten met volstrakt onjuiste be»
weringen, die in onze redevoeringen geen
steun vinden en in de schrifturen der A.R.
Partij pertinente tegenspraak vinden
R. A, d. O.
Wat elke maand te doen geeft.
(2e helft Juli).
Nadruk verboden.
We zijn nog in Juli, die Hooimaand heet.
In de vorige maand heeft het slecht «ge»
hooid«, 't was beter weer om te planten dan
te hooien, Mqcht ook nu nog veel neerslag
komen wat we niet willen hopen dan
make men na het maaien den stoppel zoo
gauw mogelijk vrij door gebruik te maken
van klaverruiters of een pershoop aan te leg»
gen. Tot dit laatste willen sommigen liever
niet overgaan, omdat zij daardoor verlies lij»
den, maar dan taste men het hooigras op
ruiters. Dat heeft veel voorbij veel regen
behoudt men een goeden oogsthet jonge
gras kan dadelijk weer uitloopenmen krijgt
geen kale, rotte plekken in het grasland; men
kan verder doorwerken en voorkomt aldus
opeenhooping van werkzaamheden. Er wordt
in dezen tijd nog veel "geplant, dat men liefst
doet als de grond behoorlijk nat is. De lage
plaatsen op het bieten» of koolrapenveld wor»
den aangevuldis het ver in den tijd als nu,
dan plan te men geen mangels meer in, maar
koolrapende eerste geven geen flinke vrucht
meer. Hei inplanten in massa moet natuurlijk
vlug gaan, maar eenige zorg moet er toch
bij komen, als men wil, dat de planten goed
en snel zullen aanslaan. Heeft men zelf een
plantbed aangelegd, dan rukke men de plan»
ten niet uit, maar trekke ze voorzichtig op,
nog beter: lichte ze uit met de hand of een
schopje. Het pootgoed moet diep en wijd
genoeg zijn, zoodat de pinwortel niet worde
omgebogen of beschadigd en de haarwortels,
die het meeste vocht moeten opnemen, ook
ongedeerd blijven en behoorlijk worden uit»
gespreid. Op die haarwortels wordt veelal te
weinig acht gegeven. Met pootstok, hand of
voet wordt de aarde vast om den wortel ge»
drukt, opdat deze met de vochtige aarde in
aanraking kome. Aan vocht heeft het jonge
plantje behoeftedaarom moet ook de aarde
flink los zijn, dan ontwikkelen zich spoedig
nieuwe haarworteltjes. Daarom beschutte men
den den grond ook zooveel mogelijk tegen
uitdroging, waartoe ook kan dienen het los»
maken van het bovenlaagje. Dit verzuime
men vooral niet telkens te doen. Zie in
dezen tijd wagens en tuigen goed na: door
't vele gebruik ontstaat slijtage, dooi slijtage
een of ander mankement en een ongeval
gebeurt eer men er aan denkt.
Gebruik liefst heelemaal geen oude leidsels
als een span krachtige paarden op hol dreigt
te slaan, kunnen zij de dieren niet houden.
Een nieuw leidsel kost amper een paar gul»
den. - In den tuin't Laatst van Juli kunt
ge al nieuwe aardbei-bedden aanleggen, die dan
den volgenden zomer al flinke vruchten geven
kunnen. Voor de aardappelziekte (de zwam
Phytopaihora intestans) is het weer gunstig
geweestspoedige bespuiting van het loof
met Boideauxsche of Bourgond. pap is ge»
wenscht. Een 2» of 3 malige besproeiing is
te prefereeren boven een l«maligealleen een
meermalige bespuiting geeft voldoende zeker»
heid dat ook de knollen vrij van ziekte zul»
len zijn. De andijvie kan uitgeplant wor»
den; ruim daartoe rij en loof van de vroege
erwten op en spit den grond één steek om.
Neem eerst de sterkste plantenzijn ze wat
lang snijdt dan de bladen wat af, en kort
ook de lange wortels iets in. Alle planten
kunnen we af en toe met een te sterk mest»
aftreksel (van natuurlijken mest of varkens»
mest) gierende planten moeten vooral niet
droog zijn. Dus niet op den dag of in de
heete zonde besproeiing zou dan de plan»
ten verbranden. De frambozen zijn rijp
pluk ze voorzichtig, anders worden ze 'icfat
gekwetst Laat ze rijp wordenze moeten
donkerrood zijn en bij de minste aanraking
in de hand vallen. Ze zijn dan het lekkerst
en gezondst. Voor den handel, dus voor trans»
poort, mag men ze niet zoo rijp laten wor»
den. Zie naar de wormpjes, die er dikwijls
in zijn, en verwijder ze. Pluk met zindelijke
handenrein geplukt, zijn de frambozen het
heerlijkst, gewasschen hebben ze van hun
geurigen smaak veel verloren. De morellen
kneuze men niet, knippe ze daarom met een
schaartje. Bescherm uw bessenstruiken tegen
de vogels door er netten over te hangen
eens aangeschaft, en 's winters goed opge»
borgen, gaan ze jaren mee. Bedruk uw per
ziken niet, om te voelen of ze rijp worden
dit geeft vlekken, welke tot rotting overgaan.
Linnengaas kan deze heerlijke vruchten be»
schermen tegen de wespen: vastspijkeren bo»
venlangs de schutting, en er van onderen een
steen op leggen.
Naar aanleiding van het artikel van de hand
van den Heer R. A, den Ouden, adj. secr.
van het Centraal Comité der A. R. Partij, on»
der den titel«Op den grondslag der chris»
telijke beginselen», welk artikel ook in ons
blad verscheen, schrijft Baron van Wijnbergen
h ans in «De Maasbode
Op den grondslag der Christelijke
beginselen.
Toen ons ook wederom dit jaar het voor»
recht werd geschonken de politieke reJe te
houden op den Frieschen Landdag, m.en»
den wij niet beter te kunnen doen dan aan
te toonen, welke aanwijzingen voor het Staat»
kundige leven te vinden waren in de ten
vorige jare afgekondigde Encycliek «Quas
primas».
Gelijk men uit den inhoud der rede di;
«De Maasbod« zoo v iendelijk was in extens 3
op te nemen heeft kunnen opmaken, was
het onze bedoeling, dat van haar zou worden
kennis genomen ook door onze niet»katholieke
landgenooten, in 't bijzonder door hen, die
met ons van oordeel zijn, dat de Christelijke
beginselen ten grondslag moeten gelegd zijn
en blijven aan Wetgeving en Staatsbestuur.
Met groote voldoening hebben wij daarom
kenn s genomen* van het artikel, dat de heer
R. A. den O. onder bovenstaanden titel
plaatste in de »Standaard« van 7 Juli 1.1.,
aanvangende aldus
Het RoomschsKatholieke Kamerlid, de
heer A. Baron van Wijnbergen, hield op den
Roomsch.Katholieken Frieschen Landdag een
merkwaardige redevoering. W.j achtten het
niet ondienstig in onze Antirevolutionaire
pers enkele passages daaruit af te drukken,
omdat we er zoo volkomen mee instemmen
en zoo gaarne wenschten, dat ze algemeene
grondslag werden voor het staatkundig
streven van allen, die Christus' Koningschap
ook in den Staat wenschen te zien geëer
biedigd. Het is, ook blijkens deze rede, het
grondbeginsel van de politiek, welke de heer
Van Wijnbergen voorstaathij bouwde zijn
betoog op de uitspraken van den pauselijken
wereldbrief over het Koningschap van den
Christus.
De heer R. A. den O. geeft dan een aantal
zeer uitvoerige citaten uit onze Friesche rede
en wij zijn hem dankbaar voor de gedane
keuze, wijl hij er zoo gelukkig in geslaagd
is juist de passages te doen afdrukken, die
wij zoo gaarne onder de oogen onzer pro»
testantsche landgenooten, vooral van een deel
der Christelijk»Historischen zagen gebracht.
Daarna vervolgt de schrijver aldus
Tot zoover citrerea wij de rede van den
heer Van Wijnbergen. Wij achten commen»
taar overbodig. De woorden spreken voor
zichzeli, en spreken tot het hart en het ver»
stand, ook al zouden wij hier en aar 't een
of ander anders gezegd hebben, of onze con»
clusies op andere praemissen gebouwd. D,
heer Van Wijnbergen is Roomsch»Katholiek
wij zijn AntisRevolutionair.
Na deze welwillende beoordeeling veroor»
looft de schrijver zich enkele vragen en cp»
merkingen te maken aan het adres zoowel
der Protestantsche Christenen als aan dat der
Katholieken.
Zich richtend tot de Protestanten schrijft hij
Wij gelooven in de oprech heid va i den
heer Van Wijnbergen hijzelf beaamde, wat
«De Standaard» opmerkte, dat er is «een
kloof, waardoor de Reformatie en Rome van
elkander gescheiden ziin», en haalde met
volkomen instemming dat woord van ons
A.-R. Hoofdorgaan aan«Vandaar dat saam»
werking op kerkelijk en missionair terrein
noch door ons noch door Rome mogelijk
geacht wordt».
Daarom veroorloven we ons deze vragen
aan onze protestantsche Christenen, laat
het zijn slechts aan de antirevolutionaire
Leest ook Gij dergelijke uitspraken nu niet
met hartelijke instemming Blijkt hieruit
niet inderdaad, dat saamwerking op politiek
terrein met deze Roomsch»Katholieken in
elerlei opzicht, voor Land en Volk moge»
lijk is, ze vruchtbaar kan zijn, en daarom
geboden is Is het zoo ongerijmd op grond
van deze woorden te aanvaarden de stelling
onzer voormannen, d e n ar saamwerking
met de R. K. Staatspartij streefden, dat
coalitie met hen geoorloofd is, omdat zij op
staatkundig terrein zich met ons plaatsen
op den grondslag der algemeene, Christe»
lijke Geloofsbelijdenis naar luidt der Twaalf
Artikelen I Is in deze rede van den heer Van
Wijnbergen niet opnieuw uitgekomen, dat 't
God zij dank I nog zoo is, als Groen van
Prinsterer het constateerde, dat anti»revo«
lutionair de naam is van een politieke rich»
ting, die niet binnen de grenzen der Her»
vormde, zelfs niet der Protestantsche ge»
zindheid beperkt is.»
Dat er ook Roomsche Anti»revolutio»
nairen zijn! Of zoo ge wilt, Anti.revolutio»
naire Roomschen.
Er is in deze rede geen enkel woord, dat
het vermoeden wettigt, als zou de R. K.
Staatspartij ten onzent in Staat en Maat»
schaijpij streven naar Roomsche suprematie,
naar overheersching der Protestantsche
meerderheid door een R. K. minderheid. En
waar zich ooit zulk een streven bij den een