voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirevolutionair Orgaan Hoofdpijn IN HOC SIGNO YINCES Mo. 3243 WOENSDAG 21 JUL3 1928 41ste JAARGANG Uit de Pers. W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd» Adverteutlësi en verdere Administratie» franco toe te zenden aan de Uitgevers Hoe men de Kiezers voorlicht. Reciame-lVïetiecieelingen. Land- ess Tuinbouw. Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG. ABONNEM'-.NTSPRIjS per drie maanden franco per post 75 cent bfj vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDEKLIjKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc, No. 202 Postbus No, 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f per plaatsing. Groote letters en vignetten wordera berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Adverientiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. De Waterleiding. Ongetwijfeld zullen allen, die de vorige week de vergadering in hotel Meyer hebben mee» gemaakt, verrast zijn door het bij uitstek gun» stige rapport, dat Prof. Visser, de technische adviseur der Provincie, over het onderzoek naar de mogelijkheid en de rentabliteit der waterleiding, heeft uitgebracht. Niemand zal er geweest zijn, die op dezen uitslag heeft durven rekenen. Algemeen werd er gedacht, dat indien er al water genoeg in Ouddorp voor geheel Flakkee zou zijn, een waterleiding toch enorm duur zou woiden. En nu bleek, dat er niet slechts water vol» doende was, óók voor den allerdroogsten tijd, doch dat de kosten van exploitatie absoluut niet boven het normale uitgaan, ja zelfs nog goedkooper zijn, dan in vele andere plaatsen van ons land het geval is. Gegronde bezwaren werden er tegen het ad» vies van Prof. Visser om de exploitatie nu 'terstond ter hand te nemen, dan ook niet ge» hoord. De 1 ezwaren van praktischen aard werden allen, één voor één voldoende weerlegd. Het hoofdbezwaar bleek te zijn, de verplichte aansluiting, die Prof. Visser als absolute voor» waarde voor de waterleiding stelde. Doch ook aan dit bezwaar werd weer ruimschoots tegemoet gekomen door een termijn te stellen van 5 jaren, waarbinnen de verplichting aan» gaat. Het wacht nu op de daad der gemeente» besturen. Van hen hangt het nu af, of wij een waterbedrijf krijgen öf dat de water» leiding nu verder uit het gezicht verdwijnt dan ooit het geval was. Dit laatste zou zéér te betreuren zijn. En zij die deze verantwoordelijkheid op zich willen laden, mogen zich wel tweemaal be» denken vóór zij hiertoe overgaan. Het is niet overdreven gezegd, wanneer er beweerd wordt, dat het hier een belang van primaire beteekenis voor het Flakkeesche volk geldt. Een belang dat nauw verband houdt met het economische leven op Flakkee, denk slechts aan de mogelijkheid van een oplevende in» dustrie 1 Maar een belang ook dat van hygiënische beteekenis is. Vooral in deze dagen van droog» te wordt hiervan weder algemeen iets gevoeld 1 Wij overdrijven dan ook niet wanneer wij zeggen dat het een dure roeping van de hier» toe bevoegde personen is om, nu de gelegen» heid rijpte, haar ook te grijpen. Wij hebben in dezen het schoone voorbeeld van den godvreezenden koning Hiskia die in dagen, dat God hem met voorspoed zegende, ook het moeilijke en kostbare werk der water» leiding (want de waterleiding is niet iets nieuws 1) ter hand nam. We lezen in 2 Kronieken XXXII30Deze zelfde Hizkia stopte ook den opperuitgang der witeren van Gihon, en leidde ze recht af naar beneden naar het Westen der stad Davids; want Hizkia had voorspoed in al zijn werk.n Men sprak na die dagen te Jerusalem dan ook van «de waterleiding van Hiskia«. Gihon was een bron van overvloedig water en hier» van maakte de Koning gebruik om een be» langrijk gedeelte van Jerusalem van een leiding» water te voorzien. Ongeveer voor denzelfden toestand staat het Flakkee van de twintigste eeuw. En het zou onverantwoordelijk zijn, indien het goede voorbeeld van Hizkia hier geen navolging vond. Door deskundige menschen is het gezegd dat leidingwater, vooral dat heerlijke, zuivere duinwater uit Ouddorp véél gezonder is dan het water dat wij op onze daken moeten op» vangen. En wie notitie neemt van hetgeen in ditfwater huist, nadat het van de goot in de Put en van de put voor het gebruik genomen wordt, geeft dit gaarne toe. Ook hier geldt het, dat men eerst dan verantwoord is, wan» ueer alle middelen die God geeft gebruikt zijn. Hizkia heeft dat in zijn dagen reeds goed begrepen 1 De omstandigheden maken den mensch sterk of zwak, maar zij brengen aan den "'8 wat hij is. V Een Christelijk Hist. Kiesvereeniging te Middelharnis? In een der Christel Hist, weekbladen von» den wij dit berichtje MIDDELHARNIS. Door den Secretaris van den Kamerkring, de heer S. Pols Jr., van Brielle, werden sedert eenigen tijd alhier pogingen aange» wend tot het oprichten eener Kiesvereen. Hiertoe heeft genoemde heer zich reeds enkele malen naar hier begeven, teneinde met eenige ingezetenen besprekingen te houden. Dezer dagen werd over dit punt een con» ferentie gehouden in de consistoriekamer der Ned. Herv. kerk. Algemeen is men hier van gevoelens, dat het oprichten eener af» deeling zeer goed mogelijk is. Over enkele weken hoopt men een openbare vergadering te beleggen, waarop aan den heer Pols ge vraagd werd het woord te willen voeren en als dan zoo mogelijk de afdeeling op te richten. Intusschen is een voorloopig comité op gericht, bestaande uiteen vijftal ingezetenen, waarvan de heer Baart, Burgemeester Bou» manplein, als correspondent hoopt op te treden. Voor de actie onzer pers stelde zich be» schikbaar de heer Jac. v. d. Velde, voorzitter Chr. Landarbeidersbond, Nieuwstr. alhier. Wanneer er in een gemeente menschen zijn die principieel de Christ. Hist, beginselen zijn toegedaan, kan het niet anders dan een oor» zaak tot blijdschap Zijn, zoo deze tot organisa tie komen. Wij anti's beschouwen, zoodanige belijders der Chr. Hist, beginselen als geest verwanten, met wie samenwerking Jgezocht moet worden. En hoe meer kracht en invloed zij in hun kring ontwikkelen hoe liever het ons zal zijn. De vraag doet zich echter onwillekeurig voor zijn er in Mid ielharnis van die principieel Christel. Historischen Wij hebben er nooit iets van gemerkt 1 En de stemcijfers wijzen ook niet op een ontwikkeling in Christ. Hist, richting. In 1922 werden er te Middelharnis bij de Kamerverkiezing 23 stemmen op de Chr. H. partij uitgebracht, van dit groepje gingen er bij de Kamerverkiezing in 1925 nog 5 af, zoodat er slechts 18 Chr. Hist, kiezers waren. Nemen we aan dat dit gezinnen waren van slechts 2 personen (man en vrouw) dan komen we tot 9 gezinnen die de Christel. Hist rich» ting zijn toegedaan. Het berichtje in het Christ. Hist, weekblad als zou men te Middelharnis algemeen van gevoelen zijn dat het oprichten eener afdeeling zeer goed mogelijk is« lijkt ons dan ook wel wat overdreven toe. Wij kennen in Middelharnis geen princi- pieele C. H. menschen. En als zij er waren zouden zij toch wel openbaar geworden zijn. Leven, ook politiek leven, kan niet verborgen blijven. Maarwij staan weer voor een ge meenteraadsverkiezing en tegen dien tijd zijn er altijd weer menschen die plotseling tot de ontdekking komen, dat zij ook nog een «po» litieken knobbel» hebben 1 En dan is het gemakkelijk, dat er altijd nog een herbergzame C. H, partij is. Intusschen dient de A.»R. Kiesvereeniging te Middelharnis, wel niet herbergzaam, maar dan toch waakzaam te zijn. In eendracht ligt haar kracht1 En dra ge zij vooral zorg, dat niet door eigen schuld het schismatieke vuurtje, dat toch al te veel op» vonkt, nog meer voedsel verschaft worde 1 Flakkeesche Middenstands tentoonstelling. Wij lezen in de Bakkersbondscourant FLAKKEESCHE MIDDENSTANDS TENTOONSTELLING. Deze Tentoonstelling, welke een algemeen middenstands karakter draagt, gaat uit van den Flakkeeschen Bakkersbond. Zij wordt gehouden 4 en 5 Augustus te Middelharnis. Afgaande op datgene wat ons er van ge» zonden is en als reclame moet dienen, wordt zij goed aangepakt. Tal van prijzen zijn beschikbaar gesteld. Het Uitvoerend Comité heeft beslag gelegd op de groote veilingzaal bij het station en deze in een Tentoonstellingsgebouw herscha» pen. Wat de bakkerij aangaat, is er een wed» strijd aan verbonden, terwijl het geheele pro» gramma van vele attracties gewag maakt. Wij gelooven dat deze Middenstands Tentoonstel» ling een druk bezoek te wachten staat, vooral als het weer zoo schitterend blijft. Inderdaad heeft de Flakkeesche Bakkersbond in belangrijke mate energie en ondernemings» geest. Reeds eer had deze Bond iets dergelijks ondernomen en zijn wij wel ingelicht dan zal hetgeen thans gebeuren gaat, al het vroe» gere verre overtreffen. De organisatie van deze tentoonstelling is, naar wij vernemen, prachtig in elkander gezet. Ook wij vreezen niet, dat deze tentoonstel» ling niet slagen zal. Ds Kersten komt in De Banier van 15 Juli '26 terug op het verhaal van den »ouderling.« Hij zegt er nu van: «Ten overvloede wil ik er nu bijvoegen, dat van het vertelsel van dien ouderling -»geen woord waar is.<* Dit is een pertinente verklaring. Die ik op gezag van ds. Kersten's woord zonder reserve aanvaard. Weshalve ik thans, hoewel mij in» dertijd het verhaal voor waarheid was gedaan, gaarne verklaar, dat ik mijn betoog over de propaganda van S.G. zijde tegenover de A.R. Partij heb geïllustreerd met een verhaal, dat achteraf blijkt niet op waarheid te hebben berust. Ik herhaal dat het ook niet meer dan een «illustratie» was Het ging toch in dat betoog over de onwaarachtige propaganda, die de kiezers voorlichtte, als zou «het princiep der A R, Partij« vrijheid eischen voor straatpro» paganda met de leuze «God is het grootste kwaad». Na met de stukken te hebben aan» getoond, welk een volslagen onjuiste voor» 40 cent per regel. bedaart spoedig door gebruik van een paar Mijnhardt's Hoofdpijntabletten. Buisje 60 ct. stelling van het beginsel der A.R. Partij dit was, maakte ik er ds. Kersten een verwijt van, dat hij tegenover deze straatpropaganda niet, zooals zijn Christelijke roeping is, op andere wijze was opgetreden in steê van er een ree» lamemiddel tegen een geestverwante partij van te maken, en vertelde daarbij, dat, naar mij was meegedeeld, een zijner eigen men» schen, een ouderling, hem dat op de voor» gestelde wijze eens zou onder het oog hebben gebracht. Mijn «vertelsel» was dus nog wel veronder» stellenderwijs. Nu eischt ds. Kersten verontschuldiging tegenover hem. Ik merk op, dat de eer en de goede naam "van ds. Kersten zelf in dit »vertelsel« niet zijn aangerand. Immers of zulk een ouder» ling bestaat of bestaan heeft, of hij al dan niet het aangehaalde gesprek met ds. Kersten heeft gevoerd, daar staan «de eer en de goede naam« van ds. Kersten zelf geheel buiten. Echter niet buiten de voorstelling aangaande «het princiep der A. R. P.« Evenwel als ds. Kersten dat eischt, wil ik ook daaraan wel voldoen, en zeggenIk heb Uw naam genoemd in een «vertelseh, dat volgens Uw verklaring, niet op waarheid berust, ik bied U daarvoor mijn excuus aan. Dan blijft echter nóg de zaak zelf. Ds. Kersten heeft èn schriftelijk (De Banier van 16 April '25), èn mondeling (in zijn ver» kiezingsredevoeringen 1925) de kieze.s voor» gelid t, als zou «het beginsel der A.R. Partij» zooals door A.R. voormannen «verdedigd» werd meebrengen, dat «die man vrij mocht propageeren zijn ongeloof». Dit nu is onwaar, en dit randt «de eer en den goeden naam» der A.R. Partij en van haar voormannen (met name mr. Heemskerk en mr Rutgers) wél aan. Ik heb er op gewezen, dat noch in eenige redevoering, noch in eenig geschrift grond voor deze voorstelling is te vinden. Dat wel zeer in tegendeel in een belangrijk stuk der A.R. Partij (het rapport»Ridderbos) vlak het tegenovergestelde is te vinden. Rest nu de vraag, of ds. Kersten openlijk de onwaarachtigheid van zijn voorstelling ten nadeele van de A.R. Partij zal willen erken» nen en ze intrekken. Of hij verontschuldiging moet aanbieden, is zijn zaak. Ik laat hier» omtrent nu verder gaarne het laatste woord aan hem. Hij roept de hulp van «het Hoofdbestuur der A. R P,« tegenover mij in. Het «Centraal Comité» zou hoogstens mij kunnen vermanen Bepaal je in je redevoeringen liever tot de zaken en laat alle illustratie, waarvan de ze» kerheid niet ten volle voor je vaststaat, weg. Maar tot ds. Kersten zouden deze mannen de vraag kunnen richten: Waarom acht gij het noodig en geoorloofd, ten aanzien van de A.R. Partij en haar beginselen, de kiezers voor te lichten met volstrakt onjuiste be» weringen, die in onze redevoeringen geen steun vinden en in de schrifturen der A.R. Partij pertinente tegenspraak vinden R. A, d. O. Wat elke maand te doen geeft. (2e helft Juli). Nadruk verboden. We zijn nog in Juli, die Hooimaand heet. In de vorige maand heeft het slecht «ge» hooid«, 't was beter weer om te planten dan te hooien, Mqcht ook nu nog veel neerslag komen wat we niet willen hopen dan make men na het maaien den stoppel zoo gauw mogelijk vrij door gebruik te maken van klaverruiters of een pershoop aan te leg» gen. Tot dit laatste willen sommigen liever niet overgaan, omdat zij daardoor verlies lij» den, maar dan taste men het hooigras op ruiters. Dat heeft veel voorbij veel regen behoudt men een goeden oogsthet jonge gras kan dadelijk weer uitloopenmen krijgt geen kale, rotte plekken in het grasland; men kan verder doorwerken en voorkomt aldus opeenhooping van werkzaamheden. Er wordt in dezen tijd nog veel "geplant, dat men liefst doet als de grond behoorlijk nat is. De lage plaatsen op het bieten» of koolrapenveld wor» den aangevuldis het ver in den tijd als nu, dan plan te men geen mangels meer in, maar koolrapende eerste geven geen flinke vrucht meer. Hei inplanten in massa moet natuurlijk vlug gaan, maar eenige zorg moet er toch bij komen, als men wil, dat de planten goed en snel zullen aanslaan. Heeft men zelf een plantbed aangelegd, dan rukke men de plan» ten niet uit, maar trekke ze voorzichtig op, nog beter: lichte ze uit met de hand of een schopje. Het pootgoed moet diep en wijd genoeg zijn, zoodat de pinwortel niet worde omgebogen of beschadigd en de haarwortels, die het meeste vocht moeten opnemen, ook ongedeerd blijven en behoorlijk worden uit» gespreid. Op die haarwortels wordt veelal te weinig acht gegeven. Met pootstok, hand of voet wordt de aarde vast om den wortel ge» drukt, opdat deze met de vochtige aarde in aanraking kome. Aan vocht heeft het jonge plantje behoeftedaarom moet ook de aarde flink los zijn, dan ontwikkelen zich spoedig nieuwe haarworteltjes. Daarom beschutte men den den grond ook zooveel mogelijk tegen uitdroging, waartoe ook kan dienen het los» maken van het bovenlaagje. Dit verzuime men vooral niet telkens te doen. Zie in dezen tijd wagens en tuigen goed na: door 't vele gebruik ontstaat slijtage, dooi slijtage een of ander mankement en een ongeval gebeurt eer men er aan denkt. Gebruik liefst heelemaal geen oude leidsels als een span krachtige paarden op hol dreigt te slaan, kunnen zij de dieren niet houden. Een nieuw leidsel kost amper een paar gul» den. - In den tuin't Laatst van Juli kunt ge al nieuwe aardbei-bedden aanleggen, die dan den volgenden zomer al flinke vruchten geven kunnen. Voor de aardappelziekte (de zwam Phytopaihora intestans) is het weer gunstig geweestspoedige bespuiting van het loof met Boideauxsche of Bourgond. pap is ge» wenscht. Een 2» of 3 malige besproeiing is te prefereeren boven een l«maligealleen een meermalige bespuiting geeft voldoende zeker» heid dat ook de knollen vrij van ziekte zul» len zijn. De andijvie kan uitgeplant wor» den; ruim daartoe rij en loof van de vroege erwten op en spit den grond één steek om. Neem eerst de sterkste plantenzijn ze wat lang snijdt dan de bladen wat af, en kort ook de lange wortels iets in. Alle planten kunnen we af en toe met een te sterk mest» aftreksel (van natuurlijken mest of varkens» mest) gierende planten moeten vooral niet droog zijn. Dus niet op den dag of in de heete zonde besproeiing zou dan de plan» ten verbranden. De frambozen zijn rijp pluk ze voorzichtig, anders worden ze 'icfat gekwetst Laat ze rijp wordenze moeten donkerrood zijn en bij de minste aanraking in de hand vallen. Ze zijn dan het lekkerst en gezondst. Voor den handel, dus voor trans» poort, mag men ze niet zoo rijp laten wor» den. Zie naar de wormpjes, die er dikwijls in zijn, en verwijder ze. Pluk met zindelijke handenrein geplukt, zijn de frambozen het heerlijkst, gewasschen hebben ze van hun geurigen smaak veel verloren. De morellen kneuze men niet, knippe ze daarom met een schaartje. Bescherm uw bessenstruiken tegen de vogels door er netten over te hangen eens aangeschaft, en 's winters goed opge» borgen, gaan ze jaren mee. Bedruk uw per ziken niet, om te voelen of ze rijp worden dit geeft vlekken, welke tot rotting overgaan. Linnengaas kan deze heerlijke vruchten be» schermen tegen de wespen: vastspijkeren bo» venlangs de schutting, en er van onderen een steen op leggen. Naar aanleiding van het artikel van de hand van den Heer R. A, den Ouden, adj. secr. van het Centraal Comité der A. R. Partij, on» der den titel«Op den grondslag der chris» telijke beginselen», welk artikel ook in ons blad verscheen, schrijft Baron van Wijnbergen h ans in «De Maasbode Op den grondslag der Christelijke beginselen. Toen ons ook wederom dit jaar het voor» recht werd geschonken de politieke reJe te houden op den Frieschen Landdag, m.en» den wij niet beter te kunnen doen dan aan te toonen, welke aanwijzingen voor het Staat» kundige leven te vinden waren in de ten vorige jare afgekondigde Encycliek «Quas primas». Gelijk men uit den inhoud der rede di; «De Maasbod« zoo v iendelijk was in extens 3 op te nemen heeft kunnen opmaken, was het onze bedoeling, dat van haar zou worden kennis genomen ook door onze niet»katholieke landgenooten, in 't bijzonder door hen, die met ons van oordeel zijn, dat de Christelijke beginselen ten grondslag moeten gelegd zijn en blijven aan Wetgeving en Staatsbestuur. Met groote voldoening hebben wij daarom kenn s genomen* van het artikel, dat de heer R. A. den O. onder bovenstaanden titel plaatste in de »Standaard« van 7 Juli 1.1., aanvangende aldus Het RoomschsKatholieke Kamerlid, de heer A. Baron van Wijnbergen, hield op den Roomsch.Katholieken Frieschen Landdag een merkwaardige redevoering. W.j achtten het niet ondienstig in onze Antirevolutionaire pers enkele passages daaruit af te drukken, omdat we er zoo volkomen mee instemmen en zoo gaarne wenschten, dat ze algemeene grondslag werden voor het staatkundig streven van allen, die Christus' Koningschap ook in den Staat wenschen te zien geëer biedigd. Het is, ook blijkens deze rede, het grondbeginsel van de politiek, welke de heer Van Wijnbergen voorstaathij bouwde zijn betoog op de uitspraken van den pauselijken wereldbrief over het Koningschap van den Christus. De heer R. A. den O. geeft dan een aantal zeer uitvoerige citaten uit onze Friesche rede en wij zijn hem dankbaar voor de gedane keuze, wijl hij er zoo gelukkig in geslaagd is juist de passages te doen afdrukken, die wij zoo gaarne onder de oogen onzer pro» testantsche landgenooten, vooral van een deel der Christelijk»Historischen zagen gebracht. Daarna vervolgt de schrijver aldus Tot zoover citrerea wij de rede van den heer Van Wijnbergen. Wij achten commen» taar overbodig. De woorden spreken voor zichzeli, en spreken tot het hart en het ver» stand, ook al zouden wij hier en aar 't een of ander anders gezegd hebben, of onze con» clusies op andere praemissen gebouwd. D, heer Van Wijnbergen is Roomsch»Katholiek wij zijn AntisRevolutionair. Na deze welwillende beoordeeling veroor» looft de schrijver zich enkele vragen en cp» merkingen te maken aan het adres zoowel der Protestantsche Christenen als aan dat der Katholieken. Zich richtend tot de Protestanten schrijft hij Wij gelooven in de oprech heid va i den heer Van Wijnbergen hijzelf beaamde, wat «De Standaard» opmerkte, dat er is «een kloof, waardoor de Reformatie en Rome van elkander gescheiden ziin», en haalde met volkomen instemming dat woord van ons A.-R. Hoofdorgaan aan«Vandaar dat saam» werking op kerkelijk en missionair terrein noch door ons noch door Rome mogelijk geacht wordt». Daarom veroorloven we ons deze vragen aan onze protestantsche Christenen, laat het zijn slechts aan de antirevolutionaire Leest ook Gij dergelijke uitspraken nu niet met hartelijke instemming Blijkt hieruit niet inderdaad, dat saamwerking op politiek terrein met deze Roomsch»Katholieken in elerlei opzicht, voor Land en Volk moge» lijk is, ze vruchtbaar kan zijn, en daarom geboden is Is het zoo ongerijmd op grond van deze woorden te aanvaarden de stelling onzer voormannen, d e n ar saamwerking met de R. K. Staatspartij streefden, dat coalitie met hen geoorloofd is, omdat zij op staatkundig terrein zich met ons plaatsen op den grondslag der algemeene, Christe» lijke Geloofsbelijdenis naar luidt der Twaalf Artikelen I Is in deze rede van den heer Van Wijnbergen niet opnieuw uitgekomen, dat 't God zij dank I nog zoo is, als Groen van Prinsterer het constateerde, dat anti»revo« lutionair de naam is van een politieke rich» ting, die niet binnen de grenzen der Her» vormde, zelfs niet der Protestantsche ge» zindheid beperkt is.» Dat er ook Roomsche Anti»revolutio» nairen zijn! Of zoo ge wilt, Anti.revolutio» naire Roomschen. Er is in deze rede geen enkel woord, dat het vermoeden wettigt, als zou de R. K. Staatspartij ten onzent in Staat en Maat» schaijpij streven naar Roomsche suprematie, naar overheersching der Protestantsche meerderheid door een R. K. minderheid. En waar zich ooit zulk een streven bij den een

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1