Verkoopingen.
Uit de Pers.
Intusschen zijn de prijzen der gietijzeren
huizen, welke bij dergelijke projecten een
voorname rol spelen vooral in den allerlaatsten
tiid gevoelig gedaald, waardoor op dit oogen»
blik op den aankoop der buitenleiding rond
f 80000 zal kunnen worden gespaard.
Daartegenover zal de watertoren wellicht
rond f 8000 hooger moeten worden begroot,
terwijl voor langzamer zandfiltratie alsnog rond
f 40000 in rekening kan worden gebracht.
Voor 3700 dienstleidingen tot een gemid»
Helde lengte van 6 Meter is in rekening ge»
bracht een bedrag van ruim f 91000 zijnde
rond f 25 per stuk.
Zulks acht spr. zeer goed mogelijk en zelfs
in het belang van het op te richten bedrijf,
omdat daardoor alles zich meer in één hand
bevindt, de verantwoordelijkheid voor de
verschillende werken minder zoek raakt en
het geheele omvangrijke werk sneller kan
worden tot stand gebracht, hetgeen met het
00g op de tegenwoordige lage materiaalprij»
zen mede van groot voordeel kan blijken te
Z1JDeze wijze van werken, welke bijv. te Gel»
dermalsem en te Montfoort heeft plaats ge»
had kan echter niet gevolgd worden dan
onder afdoende technische controle van de
zijde der gecombineerde gemeenten.
Tenslotte mag nog worden vermeld, dat
het in de begrooting gestelde renteverlies te
hoog, doch het dagelijksch toezicht op de
uitvoering der werkzaamheden iets te laag is
gesteld.
Alles bijeen genomen meent spr. te mogen
veronderstellen, dat de verschillende hiervo»
ren genoemde gevallen vrijwel tegen elkaar
opwegen, zoodat met groote waarschijnlijkheid
mag worden aangenomen, dat voor de be»
wuste waterleiding, met inbegrip van de hier»
voren aangegeven uitbreidingen, het in de
begrooting opgenomen bouwkapitaal ad.
f 1.675000 voldoende zal blijken te zijn, mits
de tegenwoordige huizenprijzen blijven ge»
handhaafd.
Mocht dit bouwkapitaal nog eenigszins
worden overschreden, dan zal dit echter van
betrekkelijk weinig belang blijken te zijn.
De stichtingskosten zullen daardoor in het
eerste bedrijfsjaar rond f 60.— of 61.— per
aansluitbaren ingezetene bedragen, hetgeen
op grond van ervaring gunstig mag worden
genoemd.
In verband met de wenschelijkheid van ver»
plichte aansluiting zal het aanbeveling ver»
dienen de bevolking gratis aansluiting te geven,
in welk geval naar spr. vreest een gemiddelde
lengte van 6 Meter wel niet voldoende zal zijn.
Het bedrag van f 25,— per stuk behoort
daarom naar spr.'s meeniDg te worden ver»
hoogd tot f 35,—, zoodat voor 5550 aansiui»
tingen binnen 5 bedrijfsjaren een bedrag van
f 194250, noodig zal zijn.
In de raming van kosten is daarvoor opge»
nomen f 91532,— voor 3700 aansluitingen bij
den bouw en f 45000,— voor de alsnog binnen
5 bedrijfsjaren aan te sluiten perceeien, alzoo
in totaal f 136532,—.
Uit dien hoofde zullen de dienstleidingen
op rond f 58000— hooger moeten worden
A^groot, indien men zich op het standpunt
SflQllt dat tegenover verplichte aansluiting ook
een gratis dienstleiding behoort te worden
gesteld.
Hierbij mag de aandacht gevestigd worden
op een tusschenvorm, waarbij slechts gratis
dienstleiding wordt gegeven aan diegenen die
zich binnen een bepaalden tijd, bijv. tot het
einde van het eerste bedrijfsjaar voor aan»
sluiting aanmelden.
In dit geval wordt een groote prikkel tot
aansluiting geschapen, terwijl op de aanleg»
kosten wordt bespaard.
Als adviseurs honorarium is uitgetrokken
een bedrag van 55000,—, zijnde 4 pCt. van
het bouwkapitaal.
De «Mabeg® vestigt de aandacht op de mo«
gelijkheid om dit bedrag alsnog te sparen,
hetgeen mogelijk is door haar de opdracht
tot uitvoering der werken te verleenen tegen
een vooraf vast te stellen bedrag.
Uit dit cijfer mag zonder meer reeds wor»
den afgeleid, dat de oprichting van dit bedrijf
economisch verantwoord is.
Derde Afdeeling.
RENTAB1L1TE1TSREKENING.
S^Reeds bij de behandeling der begrooting
moest worden gewezen op de noodzakelijkheid
om deze te beoordeelen naar de toestanden,
welke bij het opmaken daarvan golden.
Zulks kan met evenveel recht van de ren»
tabiliteitsrekening worden gezegd, daar bij
kennisneming daarvan onmiddellijk het hooge
rentepercentage opvalt.
De in de berekening opgenomen 6 rente
kan gevoeglijk worden teruggebracht tot 4
of hoogstens 5 "Zo-
Wordt dit laatste aangehouden dan zal bij
een 50-jarige annuiteitsleening per jaar aan
rente en aflossing worden opgebracht 5.478 °/0
of f 91756, hetgeen tegenover de in rekening
gebrachte 6.455 pCt. of f 106260 een vermin»
dering der jaarlijksche uitgaven beteekent van
f 14500.
Tegenover deze vermindering van uitgaven
dient echter ook eenige vermeerdering te wor»
den gesteld, waartoe spr. meent te moeten ver»
wijzen naar de betrekkelijk lage uitgetrokken
jaarwedde van den directeur en den boek»
houder, het ontbreken van een bedrag voor
het ophalen der watergelden, het lage bedrag
voor personeel, dat bij uitbreiding der filter»
installatie grooter zal worden, het ontbreken
van een post voor pensioensbijdragen enz.
Een en ander is veilig te stellen op f 5000
6 f 7000 per jaar, waardoor tenslotte de lasten
per jaar met rond f 8000 zullen afnemen.
Dit zal ten gevolge hebben, dat het bedrijf
na drie bedrijfsjaren een batig saldo zal af»
werpen, waardoor een aanvang kan worden
§e™aakt met het vormen van een reservefonds.
Bij verplichte aansluiting kan uiteraard de
jaarlyksche toename der winst nooit beduidend
worden, omdat deze in hoofdzaak wordt ge»
vormd door de jaarlijksche toename van het
aantal gezinnen.
Uit Uien hoofde komt wellicht te weinig
kapitaal vrij voor afschrijvingen van machines
en andere voorwerpen van betrekkelijk korten
levensduur, zoodat in dit licht beschouwd het
van groot belang zal zijn, dat de te;;enwoor.
dige lage rentestand een flinken voorsprong
Uit een ander volgt, dat de uitgaven zooals
die aan het einde van de derde afdeeling voor
het vierde bedrijfsjaar zijn becijferd, niet zullen
worden overschreden.
De totale lasten van het bedrijf zullen daar»
door het in het rapport berekende bedrag van
*4,86 per aangesloten ingezetene in het vijfde
bedrijfsjaar niet overschrijden, mits verplichte
aansluiting wordt vooropgesteld.
Dat hiervan slechts f 4,— voor rekening van
bet huishoudelijk watergebruik zal komen,
zooals in het ontwerp wordt verondersteld,
meent spr. te mogen betwijfelen.
I De inkomsten uit meerder verbruik over
1 ®otor, baden en closets, uit industrie, veeteelt
"openbare diensten mogen naar spr'smeening
"odoopig niet hooger worden aangeslagen
dan f 0,50 per aangesloten ingezetene, zoodat
in den vorm van huishoudelijk gebruik per
jaar en per aangesloten ingezetene op een
bijdrage van f 4,40 moet worden gerekend.
Wordt een gezin op gemiddeld 4 5 personen
gesteld, dan zal per aansluiting rond f 20,—
per jaar moeten worden opgebracht.
Dit bedrag is in vergelijking met andere
groepswaterleidingen, welke de laatste jaren
zijn ontworpen of tot stand gekomen, zeer
laag te noemen, zoodat het zonder twijfel
mogelijk zal zijn om hierop een billijk water»
tarief te baseeren.
Globaal kan worden aangenomen, dat dit
ongeveer 10 hooger zal zijn dan het in het
ontwerp voorgestelde.
De grondslag waarop dit tarief zal worden
opgebouwd, kan gevoeglijk buiten bespreking
blijven, aangezien zulks eerst aan de orde
komt als definitief tot oprichting van hetwa»
terleidingsbedrijf zal worden besloten.
In vorenstaande beschouwingen is steeds
van zoogenaamde verplichte aansluiting, waar»
aan talrijke voordeelen verbonden zijn, tegen»
over vrijwillige aansluiting, waarbij geen
sterveling kan voorspellen of in eenig jaar
de inkomsten de uitgaven zullen dekken.
In het rapport van de «Mabeg® zijn daaraan
enkele beschouwingen gewijd, waarmede spr.
zich geheel kan vereenigen.
Het ligt dan ook voor de hand dat zijner»
zijds de eenige gezonde oplossing van het
drinkwatervraagsfuk op Goeree en Overflakkee
wordt gezien in verplichte aansluiting der be»
volking en tot verkrijging daarvan moeten
met den meesten nadruk de voordeelen daar»
van in de verschillende gemeenteraden dui»
delijk worden uiteengezet.
De in den loop van dit rapport gestelde
vraag of de totstandkoming dezer drinkwater»
voorziening mogelijk is zonder -.'at daardoor
te groote financieele offers van de bevolking
worden geëischt, meent spr. hierbij afdoend en
in bevestigenden zin te hebben bea tv/oord.
Deze wijzigingen en de daaromtrent ge»
maakte opmerkingen beoogen geenszinsafbreuk
te doen aan de waarde van het door de «Ma»
beg« ingediende voorloopig planintegendeel
wil spr. hier bijuitdrukkelijk hulde brengen aan
de Directie dezer Maatschappij voor de uit»
voerige en degelijke studie welke zij heeft
Reclame-i^ededeelingssi.
40 cent per regel.
Kommies. Om dit te worden moet men
goed worden ingelicht en opgeleid. 15»jarige
ervaring. Vraag gratis inlichtingen bij 't
Bureau Schr. Lessen Hardenberg
gemaakt, waardoor het mogelijk zal zijn om
het definitief plan in betrekkelijk korten tijd
saam te stellen, als de tijd daartoe gekomen is.
Tot slot wijst spr. er op, op welke wijze
het bedrijf tot stand zou kunnen komen. Een
manier is om een combinatie van gemeenten
te vormen, waarbij de gemeenten naar het
zielental bijdragen. Een bezwaar hierbij kan
zijn dat er gemeenten onder zijn die toch al
onder de schuld zitten en dus öf moeilijk
geld kunnen krijgen öf een hoogere rente
moeten betalen. Beter is het daarom een af»
zonderlijke stichting te vormen die de drink»
waterleiding exploiteert. Zulke stichtingen zijn
er reeds meer. Dat werkt heel best. De ge»
meenten storten dan een bedrag van b.v.
f 100,— ieder, wat voor Flakkee een som Zuu
vormen van f 1300,—. Met deze f 1300,— kun»
nen zij een leening aangaan van f 1,700,000,—
onder voorwaarde dat de gemeenten garant
worden naar verhouding van het zielental.
Maar natuurlijk is dit systeem alleen moge»
lijk door verplichte aansluiting, daar er anders
geen waarborg is dat het bedrijf rendabel
wordt.
Hiermede eindigt Prof. Visser zijn betoog,
waarvoor Zijn Hooggel. luid applaus inoogst.
De heer C, WARNAER G.Lz. te Dirksland,
lid der Prov. Staten, vraagt of Prof. Visser
het mogelijk acht, dat de Provincie voor de
eerste 3 jaren wanneer er met verlies gewerkt
wordt steunend optreedt.
Prof. VISSER antwoordt hierop dat er al»
leen een verlies kan zijn wanneer men een
tijdsruimte van b.v. 5 jaren stelt voor de ver»
plichting ingaat. En men dan het eerste jaar
gratis aansluitingen geeft. Maar dit verlies is
reeds in de rentabiliteitsrekening verdiscon»
teert. Spr. raadt niet aan bij de provincie aan
te kloppen. Temeer niet daar het water op
f 20,— per gezin berekend wordt. Er zijn
waterleidingen die f 25,— moeten berekenen.
Dus een kans op renteloos voorschot is ook
bij zoo lage raming verkeken.
De heer KRIJGSMAN, raadslid te Middel»
harnis, vreest dat de eigenaars van woningen
de aansluitingen op de huur der arbeiders»
woningen verhaald zullen worden.
Prof. VISSER betoogt dat dit onmogelijk is.
De aansluiting in arbeiderswoningen is ten»
slotte een centenkwestie. Desnoods kan er
nog een kraan op den koop toegegeven wor»
den. Dat kan het bedrijf niet beiasten. Bo»
vendien kunnen zij de waterleiding per week
betalen en heeft de huisbaas er dus niets mee
te maken.
De heer KOOTE raadslid te Middelharnis,
vraagt hoe het moet met het renteverlies der
eerste drie jaren. Daar er wel drie jaren mee
zullen heen gaan voor het bedrijf water geeft
en er voordien reeds veel kapitaal moet wor»
den uitgegeven.
Prof. VISSER antwoordt, dat het bedrijf in
één jaar gereed kan zijn. Het is dan ook ge»
wenscht zoo snel mogelijk te werken. Dat is
het voordeeligst. Dit renteverlies is echter
reeds in de beraming verrekend. Een f70000
renetverlies zit er al in.
De heer DE BONTE raadslid te Dirksland,
oppert het bezwaar dat de één veel meer wa»
ter zal verbruiken dan de ander en er toch
bij verplichte aansluiting evenveel betaald
moet worden.
Prof. VISSER antwoordt, dat er een pro»
gressieve schaal gemaakt kan worden die ruimte
laat van het kleinste huisgezin a 10 cent per
week tot het grootste huisgezin h 80 cent per
week. De een kan dus meer verbruiken dan
de ander en hij betaalt ook meer, daar groote
huisgezinnen meer zullen gebruiken dan kleine
Maar aan het geval dat b.v. een arbeidersgezin
van 2 personen wat minder gebruikt dan een
arbeidersgezin bestaande uit 7 personen en toch
evenveel betaalt is niets te doen, of men moet
meters nemen, wat het bedrijf onnoodig be»
last. Een ander geval is het wanneer men vlak
bij een stad woont en voor iedere M3 water
dat verbruikt wordt 10 of 12 cent betalen
moet. Maar dat is hier niet het geval.
De heer VROEGINDEWEIJ Wethouder te
Middelharnis vraagt hoe het moet met ge»
moedsbezwaarden. Spreker zelf deelt die ge»
moedsbezwaren niet, maar er zullen er toch
op Flakkee enkelen zijn en daarmee moet re»
kening gehouden worden.
Prof. VISSER vindt hiervoor juist de ter»
mijnen van 5 jaar zoo mooi. Er kan dan met
deze menschen eens kalm en gemoedelijk ge»
sproken worden en wanneer zij zelf zien bij
buren hoe groote uitkomst de waterleiding
is zullen na vijf jaar de tegenstanders slechts
sporadisch voorkomen. In Zeeland b.v. waren
er slechts 3 op de 1000, die gemoedsbezwaren
tegen een waterleiding hadden.
Hierna kreeg Dr. van Gelder 't woord, die
in de eerste plaats Prof. Visser dank zei voor
zijn duidelijke rede, waardoor enkele bezwa»
ren waren weggenomen en waarna spreker
een veel optimistischer beschouwing gekregen
had omtrent 't waterleidingsplan. In de eerste
plaats staat 't nu vast, dat er ruimschoots
uitstekend water voor heel ons eiland in onze
duinen verkrijgbaar is, terwijl een vroeger
rapport aannam, dat dit alleen 't geval was
voor 't Westelijk en middengedeelte van 't
eiland. Dit is dus alvast een groote gerust»
stelling op een van de vournaamste vraag»
stukken hierop betrekking hebbende. Ten
tweede was door spreker duidelijk aangetoond,
dat de rentabiliteit van 't bedrijf verzekerd
was en dat de kosten zelfs meevielen. Terwijl
spreker vroeger vreesde dat een waterleiding
op Flakkee buitengewoon duur zou uitvallen
wegens de uitgestrektheid van 't eiland en
van de ernorme buizenlengte daardoor, zoo
was uit de gegevens van Prof. Visser juist 't
tegendeel gebleken en zou onze waterleiding
zelfs goedkooper uitkomen dan die van de
12 gemeenten in 't centrum van Z.»Holland
en dan die van de gemeenten in 't eiland
De Hoeksche Waard, als tot spoedig handelen
kon besloten worden. Ook dat viel dus alles
mee. Ten derde waren door Pref. Visser's
rede de bezwaren tegen de verplichte aan»
sluiting weer tot kleiner proportie's Krugge»
bracht. De personen, die wegens de ligging
van hun woning niet tot aansluiting gebracht
kunnen worden, zuilen niet mee behoeven
te betalen. Verder zou door vrijen aanleg
van de leiding tot de woning in 't eerste
jaar de dadelijke aansluiting sterk bevorderd
worden. Verder bleek uit de ervaiing, dat na
een paar jaren feitelijk allen, die er voor iD
aanmerking komen, zich overal elders voor
aansluiting aanmelden. De verplichte aansiui»
ting heeft dus slechts de beteekems hen, die
zonder deze een of een paar jaar zouden
wachten met hun aansiuiting, daartoe dadelijk
te brengen, waardoor het bedrijf van 't begin
af op een gezonde basis zou rusten.
Naar sprekers meening was 't bezwaar der
verplichte aansluiting dus tot geringe afmeting
teruggebracht en gaf hij den raad dat men
zijn overtredingskracht eens zou gebruiken,
om met de bezwaarden de zaak eens kalm te
bespreken en dan zou hun aantal wei geringer
worden, hoewei alle be^yraar bij iedereen
natuurlijk nooif weg te nemen is, bij geen
enkele zaak, hoe nuttig en noodig ook. Daar»
op maakt zelfs de Flakkeesche waterleiding
geen uitzondering. En in dit opzicht wendde
spieker zich tot de talrijk opgekomen gemeente»
besturen. Hij wees hun er op dat er altijd
onverschilligheid en tegenwerking is bij 't tot
stand komen van allerlei nuttige zaken, zooals
de Groene Kruis»beweging of de Wijkverple»
ging. Een deel van 't publiek wil m 't begin
met meewerken en heeft allerlei bezwaren. Is
er niet een comité van mannen, die van 't nut
overtuigd zijn en de zaak toch tot stand bren»
gen, dan komt er niets van terecht. Zijn deze
dingen echter enkele jaren in werking, dan
erkent ieder 't nut er van en zou men ze niet
graag meer missen. Zoo zal ook gaan met
de waterleiding. Is deze eenmaal e.n paar jaren
in gebruik, dan zai men niet meer kunnen
begrijpen, dat we zoolang hebben getobd met
de thans bestaande waterverzorging. In een
kleine gemeente nabij Gouda werd in de jaren
1911—1913 de aansluiting aan een naburige
waterleiding bepleit, maar door den gemeente»
raad met eenparigheid dit plan, dat plm. f 20000
zou kosten voor de gemeente verworpen. Men
vond het ongehoord en onverantwoordelijk
zoo'n schuldenlast te leggen op de gemeente
voor iets, waarvan men de noodzakelijkheid
toen nog niet kon inzienhet was aliyd wel
zonder gegaan, de koeien hadden voldoende
water en de menschen hadden nooit anders
gedronken.
Maar 10 jaren later, toen er weer een water»
leidingspian werd voorgesteld, werd even een»
stemmig door diien raad 't plan aangenomen
en daarvoor nu niet fir f 20.000, maar f 100.000
gaarne toegestaan.
't Is nu de taak der gemeentebesturen ais
vroede flinke mannen voor 't waterleidings»
plan in de bres te springen en dit tot uit»
voering te brengen ondanks de onverschillig»
held en tegenwerking van sommige kringen,
die thans 't nut daarvan nog niet kunnen
inzien, of er allerlei bezwaren tegen inbrengen
Doen zij dit en komt de waterleiding tot
stand, dan kunnen zij er verzekerd van zijn
dat ook zij tenslotte om hun doortastendheid
geprezen zuilen worden dóór tijdgenoot en
nageslacht.
Notaris v. d. SLUYS wijst ook op het
groote nut der waterleiding. Twintig jaren
geleden heeft een inwoner van Herkingen er
de eerste stoot aan gegeven. De Inspecteur
der volksgezondheid en later de gezondheids»
commissie hebben zich er mee ingelaten. Spr
is blij gehoord te hebben dat de waterleiding
op Flakkeezeer goed mogelijk is. Vele bezwaren
heeft Prof. Visser ontzenuwd. Spr. adviseert
in zijn kwaliteit ais voorzitter der gezond»
heid commissie deze gelegenheid nu aan te
grijpen en alles in het werk te stellen om zoo
spoedig mogelijk tot goed drinkwatervoorzie»
ning te komen.
De heer C. A. A. KORT, raadslid te Melis»
sant vraagt of de verplichte aansluiting ook
geldt voor menschen die zelf een waterleiding
hebben.
Prof. VISSER antwoordt dat wanneer zij
steriel water hebben zij buiten de verplichte
aansiuiting vallen.
Burgemeester DEN HOLLANDER dankt
Prof. Visser voor zijn betoog waaruit wij veel
geleerd hebben. Voorts alle aanwezigen w.o.
voornamelijk een paar leden der prov. griffie
voor hun aanwezigheid en bepleit nog eens
met vuur de noodzakelijkheid en de wensche»
lijkheid van een waterleiding. Uit den mond
van een bekwaam zuiveiconsuient heeft spr.
eens vernomen dat de melkopbrengst van een
koe, dat water van een waterleiding gebruikt
grooter is dan van een koe die gewoon uit
de sloot drinkt. Het geldt hier een economisch
belang voor den landbouw. Maar nog drin»
gerder is het voor de menschen.
Dat heeft spr. eens gehoord van een inspec»
teur van den warendienst, die scherp becriti»
seerde het gehalte van het water waarmee hier
het brood gebakken moet worden. Wanneer
spr. door de armelijke streken van Noord»
Brabant reist, frappeert het hem, dat men
aaar wel watertorens ziet en hier op Flakkee,
dat op landbouwgebied de eerste plaats in ons
land inneemt en op alle gebied vooruitstrevend
is, de waterleiding nog ontbreekt. Spr. wekt
allen op het hunne bij te dragen om spoedig
tot de stichting van een waterleiding te komen.
Luid applaus is het antwoord op dit slot»
woord.
Dan wordt de vergadering gesloten.
Op Maandag 26 Juli 1926 des n.m. 7 uur
(oude tijd) te Ooltgensplaat in Hotel «Hob»
bel«, van: diverse perceeien Tarwe, Haver,
Erwten en Aardappelen te velde, ten verzoeke
van diversen. Breeder omschreven bij biljet,
verkrijgbaar ten kantore van
Notaris AKKERMAN.
De Nieuwe Leidsche Courant (A,»R.) her»
denkt het feit, dat Ds. Talma, nu hier jaren
geleden gestorven is, in de volgende bewoor»
dingen
Arltius Sybrandus Talma.
Het is vandaag 10 jaar geleden dat Ds. A.
S. Talma, de man, die én als predikant én
als Kamerlid, èn als Minister op sociaal gebied
zooveel heeft gedaan overleed.
Aanvankelijk bemoeide Ds. Talma, die in
1888 de Evangeliebediening te Heinenoord
aanvaardde, zich weinig met de sociale vragen
Hij was er ook niet op voorbereid.
Toen wij zoo schreef hij in 1914 van
de academie kwamen, hadden wij veel ge»
boord. Wij hebben wat wetenschap vergaderd,
waarop wij toen trotsch waren, omdat de
anderen er niets van wisten, en die wij nu
hebben opgeborgen, omdat de jongeren ons
verzekeren, dat het alles al weer uit den tijd is.
Wij hadden ook, het zij dankbaar erkend,
aanraking gehad met de wijsheid, die in de
diepte der eeuwige waarheid ligt. Maar nie»
mand had ons gewaarschuwd, dat wij kwamen
in een maatschappij, die bewogen werd tot
in haar grondslagen.
Hoe gevaarlijk Kuyper was, wij wisten het,
maar Marx was ons niet genoemd. De bron»
nen van den Pentateuch en de leeringen van
Duns Scotus waren ons de primititae der
theologische kennis, maar wat er woelde en
stroomde in de arbeiderswereld, wij kenden
er de bronnen niet van en een overzicht zelfs
van de geestelijke stroomingen op maatschap»
pelijk gebied ontbrak ons.
Zeker, Valeton bracht ons in de sfeer van
Israels profeten, hij bracht ons in aanraking
met hun prediking; wij hoorden ze, de ge»
zanten Gods, de predikers der gerechtigheid
en wie van ons later bij het zien van den
snijd in de maatschappij, in zijn hart wist,
dat God moet zijn met het verdrukte en het
gebrokene, zal wel meer dan eens gedacht
hebben aan die uren op Vrijdagmiddag, waarin
Valeton Jesaja en Amos voor ons deed leven.
Wie hem goed gehoord had, kon niet vergeten,
dat gerechtigheid en trouw woorden zijn, die
spraken van levensmachten, die rusten in God,
maar ook diep ingrijpen in de gewone dage»
lijksche verhoudingendat God zijn oordeel
doet gaan over het leven der maatschappij,
over heer en slaaf, over koning en volk.
Betrekkelijke kleinigheden waren oorzaak,
dat de jonge Talma zich voor de sociale vra»
gen ging interesseeren.
Hij maakte kennis met een jongen schilders»
gezel een vrijdenker en anarchist, die hem
met diens theorieën te lijf ging, zoo dat de
jonge predikant hem niet wist te antwoorden.
Ter verontschuldiging voerde hij aan, dat hij
met allerlei practische vragen zoo niet op de
hoogte was.
«Maar zoo voegde hem de schilder toe,
hoe kunt gij dan een herder zijn voor uwe
gemeente, als gij niets weet van hetgeen het
leven van die menschen vaak zoo bitter maakt,
van hunne zorgen, die hun week vervullen,
en die ze 's Zondags meenemen als ze in de
kerk zitten
Dat stemde Ds. Talma tot nadenken en
prikkelden hem tot studie.
En dan was er nog iets.
Reeds in zijn eerste gemeente maakte hij
kennis met de harde werkelijkheid.
«Ik was, zoo vertelde hij op de Chr. Sociale
Conferentie in 1905, een paar maanden dominee
toen ik een ervaring had, die mij diep schokte.
Overal in mijn gemeente was het gewoonte,
dat de menschen groote, ronde brooden bak»
ten. Op een keer op huisbezoek uit, kom ik
bij een vrouw, die bezig was brood te bakken
en zag dat zij haar baksel veel smaller toe»
bereidde.
Ik vroeg hoe zij daar zoo toe kwam. En
't antwoord wasoch dominee, ik geef den
kinderen altijd 's morgens en 's avonds twee
boterhammen, 's Zomers heb ik ook het ge»
wone breede brood. Maar 's winters is er geen
geld voor en dan bereid ik het langzamerhand
wat smaller om den kinderen toch maar
hunne twee sneden brood te geven.«
Dat eenvoudige verhaal greep den jongen
predikant geweldig aan.
Een moeder, die haar kinderen niet genoeg
kan geven en die uit nood, hare kinderen
feitelijk bedriegt!
Het liet hem niet met rust.
Zijn hart werd geroerd en zijn verstand
begon een antwoord te zoeken op de sociale
vragen, die zich aan hem opdrongen.
Talma ging studeeren.
In 1891 nam hij deel aan het eerste Chris»
teIyk»Sociaal Congres en 't duurde niet lang
of hij was een warm meelevend en vooraan»
staand lid van «Patrimonium®, van welks or»
gaan hij eenige jaren redacteur was Ook de
later opgekomen'Christelijke vakbeweging had
de liefde van zijn hart.
In 1901 voor Tietjerksteradeel tot lid van
de Tweede Kamer gekozen, nam hij die be»
noeming aan, niet omdat hij stond naar «hooge
dingen® maar omdat hij het lidmaatschap van
de Tweede Kamer beschouwde als een taak
door God hem opgelegd.
Ik ga heen, zoo verklaarde hij in zijn af»
scheidsrede te Arnhem, niet uit eerzucht of
ijdelheid, maar omdat ik weet dat God mij
leidt, omdat het werk op sociaal gebied een
wezenlijke arbeid is voor de toekomst van het
Koninkrijk 'Gods, omdat ik wist, dat wanneer
ik de zaak der arbeiders losliet, ik daarmede
God zou loslaten.
Toen in 1908 het Kabinet-De Meester plaats
maakte voor her ministerie»Heemskerk, nam
de heer Talma de zeker niet gemakkelijke por»
tefeuille van Landbouw, Handel en Nijverheid
voor zijn rekening.
Dat was het hoogtepunt in zijn leven.
Hij stond voor een moeilijke taak.
Maar hij toonde zich een held in volle
wapenrusting, die met al zijn geweldige kracht
onafgebroken arbeidde aan de uitbreiding van
de sociale wetgeving, van welke wetgeving
thans de heerlijke vruchten worden geplukt
Op 12 Juli 1916 is Ds. Talma na zijn
aftreden als Minister diende hij nog een korten
tijd de kerk van Bennebroek op 52»jarigen
leeftijd ontslapen.
Terwijl nog zooveel van hem werd verwacht,
nam God hem weg.
Hij heeft niet tevergeefs geleefd.
En dankbaar zal ook op dezen dag spe»
ciaal op dep derden Chiistelijk»socialen cursus
te Lunteren, maar daar niet alleen herdacht
worden de groote beteekenis van dezen strij»
der voor recht en gerechtigheid in het sociale
leven.
De gedachtenis van dezen rechtvaardige zal
in zegening zijn
De Rotterdammer driestart
De Leider trouw.
Een en ander maal werden den oud»minister
Coiijn aanbiedingen gedaan, waarvan de in»
williging gepaard had moeten gaan met het
verbreken van den officieelen band, welke
hem aan de anti»rev. partij verbindt.
Maar de Leider bleef trouw en bedankte
voor de lokkende uitnoodigingen.
We meenen ons niet te vergissen als we
beweren, dat vooral het gezantschap bij de
machtige republiek der Vereenigde Staten veel
bekoorlijks voor den heer Coiijn moet hebben.
Het leek indertijd een ietwat stout onder»
nemen om den heer Aug. Philips, meer zaken»
man dan diplomaat, tot gezant te Washington
te benoemenmaar de ervaring beschaamde
de verwachting niet.
Naar den mensch gesproken had men thans
hetzelfde mogen hopen. Dat de heer Coiijn
in Amerika hoog aangeschreven staat en
niet in Amerika alleen is door de feiten
bewezen. Dat zijn internationale oriënteering
en zijn financieele bekwaamheden hem gezag
verleenen, zal niemand tegenspreken.
Wij gelooven dan ook zeker, dat de oud»
minister, ware hij geen pariijleider geweest,
zonder dralen aan boord gestapt zou zijn om
de Nederlandsche belangen met vreugde en
toewijding bij de overzeesche republiek te
behartigen.
Dat hij niet ging, maar bleef, geeft hem
recht op den dank van alle antirevolutionairen
in den landeen waar De Standaard dit
moeilijk kan uitspreken, zij het ons bij dezen
geoorloofd om dank van dit volksdeel te
vertolken.
Godsdienst Privaatzaak?
Het socialistisch dagblad Het Volk houdt
nog maar steeds vol dat men heel goed Chris»
ten kan zijn en toch lid van de S D.A.P.
Maar lees dan nu eens onderstaand stukje
van Kleerekooper dat wij uit Het Volk van
Woensdag 14 Juli overnemen.
De niet»verwoeste.
Het is Zondagmorgen. Er komt een heer
aan met zijn vrouw. Hij stapt als een ooievaar
en als het denkend hoofd der echtverbintenis
Zij hipt als een musch, die gelijk Sarah en
het antieke trouwformulier baren man«heere®
noemt. Maar zij is bijzaak. Hij ziedaar het
geval 1 Hij davert, alléén al door d'r aan te
komen. Zijn hooge hoed is als een toren, die
uitziet naar Damaskus. Zij n oogen trompet»
ten hier is de man, die de volle verzeker»
heid des geloofs in pacht, de gemeene gratie
voor 't verhuren heeft. Zie den baard, den
zwart»op»witten baard elk maar is een ge»
tuigenis. Maar wat is dit alles bij de glan»
zende, welvende, allerleerstelligste gekleede
jas? Elke knoop is een grootzegel der pries»
terschaps, In elke plooi schuilt een paradijs»
slang, die alle moderne talen spreekt, volgens
Berlitz. En zijn regenscherm, gezegd spuit
Het tart den zondvloed, tot den hoogsten
top des bergs Ararat
En prompt komt het uitZijne Uitverko»
renheid betreedt het Concertgebouw. Daar
kerkt immers wat Geelkerken uitgeworpen
heeft, de aan Assen gekonformeerde natie
Wat zou Johannes de Dooper zeggen,
als hij zag, wat er van zijn kemelsharen
kleed geworden is?
Dit zijn wel te verstaan de nief-ver»
woeste zielen 1
Graag tot U w dienst, Professor I
Hieruit spreekt de haat van den socialist
die alles wat Christendom is verfoeit. En dkt
geeft in de S.D.A.P. den toon aan 1
Neen Godsdienst en S.D.A.P. kunnen niet
samengaan.
Leer om Leer.
Sla je mij, ik sla je weer 1
Als ik een collega ontmoet, die op zoo
echt genoegelijke manier van zijn ervaringen
vertelt, dan luister ik graag. Vooral als die
ervaringen tot leering kunnen dienen.
Eenige weken geleden had ik zoo'n joviaal
vakgenoot bij mij, die de kunst verstaat de
dingen levendig voor te stellen.
Ik liep zoo vertelde hij het kleeding»
magazijn weer eens binnen, waar ik gewoonlijk
mijn colbertje koop en de vraag van den
winkelchef of ik een costuum moest hebben,
beantwoordde ik met een«ja, dat wordt
weer eens tijd«. De man sjouwde verschillende
s offen aan en toen ik eenige afzonderlijk had
laten houden, waaruit ik mijn keuze bepalen
zou, wilde hij aan het maatnemen gaan. «Ja,
mijnheer, maar zoo ver zijn we nog niet®,
voegde ik hem toe. Geeft u mij nu van die
verschillende stoffen een staaltje met de prij»
zen, dan ga ik bij een viertal .oncurrenten
van u eens onderzoeken wat die rekenen.
De man keek hoogst verbaasd en maakte
bezwaren. Wat is dat nu, vroeg ik op mijn
beurt quasi verbaasd. Vraag ik dan iets bij»
zonders Meneer, u h:bt mij deze methode
zelf geleerd, want u doet hetzelfde met de
aanvragen, waarmede u mij telkens gelukkig
denkt te maken.
't Volgende stuk speelt in Amerika.
Een drukker ontving van een chirurg ver»
zoek om prijsopgave voor eenige duizenden
briefhoofden. De prijsopgave moest geschie»
den voor verschillende formaten, voor ver»
schillende soorten en voor het drukken in
verschillende kleuren. Bij bestelling moest de
vorm blijven staan.
De drukker antwoordde hierop
«Zeer geleerde heer. Beleefd verzoek ik
u, mij uw uitersten prijs te willen opgeven
voor een blindedarm»oparatie. De snee moet
1, 2 of 5 duim diep zijn en u gelieve den
prijs op te geven voor behandeling met en
zonder e her.
Natuurlijk moet, als de blindedarm niet
ontstoken blijkt, deze op haar plaats terug»
gebracht wordende opdracht wordt dan als
niet gedaan beschouwd. Van den chiiurg
wordt verlangd, dat hij de wonde minstens
60 dagen openhoudt, wijl ik mogelijk binnen
korten tijd ook een galsteen»oparatie zal noo»
dig hebben, en ik dan de extra kosten van
het opnieuw opensnijden van mijn buik wensch
uit te sparen«.
»Graficus«.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Handelsinfor»
matiebureau VAN DER GRAAF fi. Co's Bu»
reaux voor den Handel zijn over de afge»
loopen week, eindigende 8 Juli in Neder»
land uitgesproken 54 fallissementen tegen»
over 86 faillissementen in dezelfde week van
het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met 8 Juli 1926,1993
faillissementen tegenover 2210 over hetzelfde
tijdperk van het vorige jaar