Verkoopingen. Uit de Pers. Intusschen zijn de prijzen der gietijzeren huizen, welke bij dergelijke projecten een voorname rol spelen vooral in den allerlaatsten tiid gevoelig gedaald, waardoor op dit oogen» blik op den aankoop der buitenleiding rond f 80000 zal kunnen worden gespaard. Daartegenover zal de watertoren wellicht rond f 8000 hooger moeten worden begroot, terwijl voor langzamer zandfiltratie alsnog rond f 40000 in rekening kan worden gebracht. Voor 3700 dienstleidingen tot een gemid» Helde lengte van 6 Meter is in rekening ge» bracht een bedrag van ruim f 91000 zijnde rond f 25 per stuk. Zulks acht spr. zeer goed mogelijk en zelfs in het belang van het op te richten bedrijf, omdat daardoor alles zich meer in één hand bevindt, de verantwoordelijkheid voor de verschillende werken minder zoek raakt en het geheele omvangrijke werk sneller kan worden tot stand gebracht, hetgeen met het 00g op de tegenwoordige lage materiaalprij» zen mede van groot voordeel kan blijken te Z1JDeze wijze van werken, welke bijv. te Gel» dermalsem en te Montfoort heeft plaats ge» had kan echter niet gevolgd worden dan onder afdoende technische controle van de zijde der gecombineerde gemeenten. Tenslotte mag nog worden vermeld, dat het in de begrooting gestelde renteverlies te hoog, doch het dagelijksch toezicht op de uitvoering der werkzaamheden iets te laag is gesteld. Alles bijeen genomen meent spr. te mogen veronderstellen, dat de verschillende hiervo» ren genoemde gevallen vrijwel tegen elkaar opwegen, zoodat met groote waarschijnlijkheid mag worden aangenomen, dat voor de be» wuste waterleiding, met inbegrip van de hier» voren aangegeven uitbreidingen, het in de begrooting opgenomen bouwkapitaal ad. f 1.675000 voldoende zal blijken te zijn, mits de tegenwoordige huizenprijzen blijven ge» handhaafd. Mocht dit bouwkapitaal nog eenigszins worden overschreden, dan zal dit echter van betrekkelijk weinig belang blijken te zijn. De stichtingskosten zullen daardoor in het eerste bedrijfsjaar rond f 60.— of 61.— per aansluitbaren ingezetene bedragen, hetgeen op grond van ervaring gunstig mag worden genoemd. In verband met de wenschelijkheid van ver» plichte aansluiting zal het aanbeveling ver» dienen de bevolking gratis aansluiting te geven, in welk geval naar spr. vreest een gemiddelde lengte van 6 Meter wel niet voldoende zal zijn. Het bedrag van f 25,— per stuk behoort daarom naar spr.'s meeniDg te worden ver» hoogd tot f 35,—, zoodat voor 5550 aansiui» tingen binnen 5 bedrijfsjaren een bedrag van f 194250, noodig zal zijn. In de raming van kosten is daarvoor opge» nomen f 91532,— voor 3700 aansluitingen bij den bouw en f 45000,— voor de alsnog binnen 5 bedrijfsjaren aan te sluiten perceeien, alzoo in totaal f 136532,—. Uit dien hoofde zullen de dienstleidingen op rond f 58000— hooger moeten worden A^groot, indien men zich op het standpunt SflQllt dat tegenover verplichte aansluiting ook een gratis dienstleiding behoort te worden gesteld. Hierbij mag de aandacht gevestigd worden op een tusschenvorm, waarbij slechts gratis dienstleiding wordt gegeven aan diegenen die zich binnen een bepaalden tijd, bijv. tot het einde van het eerste bedrijfsjaar voor aan» sluiting aanmelden. In dit geval wordt een groote prikkel tot aansluiting geschapen, terwijl op de aanleg» kosten wordt bespaard. Als adviseurs honorarium is uitgetrokken een bedrag van 55000,—, zijnde 4 pCt. van het bouwkapitaal. De «Mabeg® vestigt de aandacht op de mo« gelijkheid om dit bedrag alsnog te sparen, hetgeen mogelijk is door haar de opdracht tot uitvoering der werken te verleenen tegen een vooraf vast te stellen bedrag. Uit dit cijfer mag zonder meer reeds wor» den afgeleid, dat de oprichting van dit bedrijf economisch verantwoord is. Derde Afdeeling. RENTAB1L1TE1TSREKENING. S^Reeds bij de behandeling der begrooting moest worden gewezen op de noodzakelijkheid om deze te beoordeelen naar de toestanden, welke bij het opmaken daarvan golden. Zulks kan met evenveel recht van de ren» tabiliteitsrekening worden gezegd, daar bij kennisneming daarvan onmiddellijk het hooge rentepercentage opvalt. De in de berekening opgenomen 6 rente kan gevoeglijk worden teruggebracht tot 4 of hoogstens 5 "Zo- Wordt dit laatste aangehouden dan zal bij een 50-jarige annuiteitsleening per jaar aan rente en aflossing worden opgebracht 5.478 °/0 of f 91756, hetgeen tegenover de in rekening gebrachte 6.455 pCt. of f 106260 een vermin» dering der jaarlijksche uitgaven beteekent van f 14500. Tegenover deze vermindering van uitgaven dient echter ook eenige vermeerdering te wor» den gesteld, waartoe spr. meent te moeten ver» wijzen naar de betrekkelijk lage uitgetrokken jaarwedde van den directeur en den boek» houder, het ontbreken van een bedrag voor het ophalen der watergelden, het lage bedrag voor personeel, dat bij uitbreiding der filter» installatie grooter zal worden, het ontbreken van een post voor pensioensbijdragen enz. Een en ander is veilig te stellen op f 5000 6 f 7000 per jaar, waardoor tenslotte de lasten per jaar met rond f 8000 zullen afnemen. Dit zal ten gevolge hebben, dat het bedrijf na drie bedrijfsjaren een batig saldo zal af» werpen, waardoor een aanvang kan worden §e™aakt met het vormen van een reservefonds. Bij verplichte aansluiting kan uiteraard de jaarlyksche toename der winst nooit beduidend worden, omdat deze in hoofdzaak wordt ge» vormd door de jaarlijksche toename van het aantal gezinnen. Uit Uien hoofde komt wellicht te weinig kapitaal vrij voor afschrijvingen van machines en andere voorwerpen van betrekkelijk korten levensduur, zoodat in dit licht beschouwd het van groot belang zal zijn, dat de te;;enwoor. dige lage rentestand een flinken voorsprong Uit een ander volgt, dat de uitgaven zooals die aan het einde van de derde afdeeling voor het vierde bedrijfsjaar zijn becijferd, niet zullen worden overschreden. De totale lasten van het bedrijf zullen daar» door het in het rapport berekende bedrag van *4,86 per aangesloten ingezetene in het vijfde bedrijfsjaar niet overschrijden, mits verplichte aansluiting wordt vooropgesteld. Dat hiervan slechts f 4,— voor rekening van bet huishoudelijk watergebruik zal komen, zooals in het ontwerp wordt verondersteld, meent spr. te mogen betwijfelen. I De inkomsten uit meerder verbruik over 1 ®otor, baden en closets, uit industrie, veeteelt "openbare diensten mogen naar spr'smeening "odoopig niet hooger worden aangeslagen dan f 0,50 per aangesloten ingezetene, zoodat in den vorm van huishoudelijk gebruik per jaar en per aangesloten ingezetene op een bijdrage van f 4,40 moet worden gerekend. Wordt een gezin op gemiddeld 4 5 personen gesteld, dan zal per aansluiting rond f 20,— per jaar moeten worden opgebracht. Dit bedrag is in vergelijking met andere groepswaterleidingen, welke de laatste jaren zijn ontworpen of tot stand gekomen, zeer laag te noemen, zoodat het zonder twijfel mogelijk zal zijn om hierop een billijk water» tarief te baseeren. Globaal kan worden aangenomen, dat dit ongeveer 10 hooger zal zijn dan het in het ontwerp voorgestelde. De grondslag waarop dit tarief zal worden opgebouwd, kan gevoeglijk buiten bespreking blijven, aangezien zulks eerst aan de orde komt als definitief tot oprichting van hetwa» terleidingsbedrijf zal worden besloten. In vorenstaande beschouwingen is steeds van zoogenaamde verplichte aansluiting, waar» aan talrijke voordeelen verbonden zijn, tegen» over vrijwillige aansluiting, waarbij geen sterveling kan voorspellen of in eenig jaar de inkomsten de uitgaven zullen dekken. In het rapport van de «Mabeg® zijn daaraan enkele beschouwingen gewijd, waarmede spr. zich geheel kan vereenigen. Het ligt dan ook voor de hand dat zijner» zijds de eenige gezonde oplossing van het drinkwatervraagsfuk op Goeree en Overflakkee wordt gezien in verplichte aansluiting der be» volking en tot verkrijging daarvan moeten met den meesten nadruk de voordeelen daar» van in de verschillende gemeenteraden dui» delijk worden uiteengezet. De in den loop van dit rapport gestelde vraag of de totstandkoming dezer drinkwater» voorziening mogelijk is zonder -.'at daardoor te groote financieele offers van de bevolking worden geëischt, meent spr. hierbij afdoend en in bevestigenden zin te hebben bea tv/oord. Deze wijzigingen en de daaromtrent ge» maakte opmerkingen beoogen geenszinsafbreuk te doen aan de waarde van het door de «Ma» beg« ingediende voorloopig planintegendeel wil spr. hier bijuitdrukkelijk hulde brengen aan de Directie dezer Maatschappij voor de uit» voerige en degelijke studie welke zij heeft Reclame-i^ededeelingssi. 40 cent per regel. Kommies. Om dit te worden moet men goed worden ingelicht en opgeleid. 15»jarige ervaring. Vraag gratis inlichtingen bij 't Bureau Schr. Lessen Hardenberg gemaakt, waardoor het mogelijk zal zijn om het definitief plan in betrekkelijk korten tijd saam te stellen, als de tijd daartoe gekomen is. Tot slot wijst spr. er op, op welke wijze het bedrijf tot stand zou kunnen komen. Een manier is om een combinatie van gemeenten te vormen, waarbij de gemeenten naar het zielental bijdragen. Een bezwaar hierbij kan zijn dat er gemeenten onder zijn die toch al onder de schuld zitten en dus öf moeilijk geld kunnen krijgen öf een hoogere rente moeten betalen. Beter is het daarom een af» zonderlijke stichting te vormen die de drink» waterleiding exploiteert. Zulke stichtingen zijn er reeds meer. Dat werkt heel best. De ge» meenten storten dan een bedrag van b.v. f 100,— ieder, wat voor Flakkee een som Zuu vormen van f 1300,—. Met deze f 1300,— kun» nen zij een leening aangaan van f 1,700,000,— onder voorwaarde dat de gemeenten garant worden naar verhouding van het zielental. Maar natuurlijk is dit systeem alleen moge» lijk door verplichte aansluiting, daar er anders geen waarborg is dat het bedrijf rendabel wordt. Hiermede eindigt Prof. Visser zijn betoog, waarvoor Zijn Hooggel. luid applaus inoogst. De heer C, WARNAER G.Lz. te Dirksland, lid der Prov. Staten, vraagt of Prof. Visser het mogelijk acht, dat de Provincie voor de eerste 3 jaren wanneer er met verlies gewerkt wordt steunend optreedt. Prof. VISSER antwoordt hierop dat er al» leen een verlies kan zijn wanneer men een tijdsruimte van b.v. 5 jaren stelt voor de ver» plichting ingaat. En men dan het eerste jaar gratis aansluitingen geeft. Maar dit verlies is reeds in de rentabiliteitsrekening verdiscon» teert. Spr. raadt niet aan bij de provincie aan te kloppen. Temeer niet daar het water op f 20,— per gezin berekend wordt. Er zijn waterleidingen die f 25,— moeten berekenen. Dus een kans op renteloos voorschot is ook bij zoo lage raming verkeken. De heer KRIJGSMAN, raadslid te Middel» harnis, vreest dat de eigenaars van woningen de aansluitingen op de huur der arbeiders» woningen verhaald zullen worden. Prof. VISSER betoogt dat dit onmogelijk is. De aansluiting in arbeiderswoningen is ten» slotte een centenkwestie. Desnoods kan er nog een kraan op den koop toegegeven wor» den. Dat kan het bedrijf niet beiasten. Bo» vendien kunnen zij de waterleiding per week betalen en heeft de huisbaas er dus niets mee te maken. De heer KOOTE raadslid te Middelharnis, vraagt hoe het moet met het renteverlies der eerste drie jaren. Daar er wel drie jaren mee zullen heen gaan voor het bedrijf water geeft en er voordien reeds veel kapitaal moet wor» den uitgegeven. Prof. VISSER antwoordt, dat het bedrijf in één jaar gereed kan zijn. Het is dan ook ge» wenscht zoo snel mogelijk te werken. Dat is het voordeeligst. Dit renteverlies is echter reeds in de beraming verrekend. Een f70000 renetverlies zit er al in. De heer DE BONTE raadslid te Dirksland, oppert het bezwaar dat de één veel meer wa» ter zal verbruiken dan de ander en er toch bij verplichte aansluiting evenveel betaald moet worden. Prof. VISSER antwoordt, dat er een pro» gressieve schaal gemaakt kan worden die ruimte laat van het kleinste huisgezin a 10 cent per week tot het grootste huisgezin h 80 cent per week. De een kan dus meer verbruiken dan de ander en hij betaalt ook meer, daar groote huisgezinnen meer zullen gebruiken dan kleine Maar aan het geval dat b.v. een arbeidersgezin van 2 personen wat minder gebruikt dan een arbeidersgezin bestaande uit 7 personen en toch evenveel betaalt is niets te doen, of men moet meters nemen, wat het bedrijf onnoodig be» last. Een ander geval is het wanneer men vlak bij een stad woont en voor iedere M3 water dat verbruikt wordt 10 of 12 cent betalen moet. Maar dat is hier niet het geval. De heer VROEGINDEWEIJ Wethouder te Middelharnis vraagt hoe het moet met ge» moedsbezwaarden. Spreker zelf deelt die ge» moedsbezwaren niet, maar er zullen er toch op Flakkee enkelen zijn en daarmee moet re» kening gehouden worden. Prof. VISSER vindt hiervoor juist de ter» mijnen van 5 jaar zoo mooi. Er kan dan met deze menschen eens kalm en gemoedelijk ge» sproken worden en wanneer zij zelf zien bij buren hoe groote uitkomst de waterleiding is zullen na vijf jaar de tegenstanders slechts sporadisch voorkomen. In Zeeland b.v. waren er slechts 3 op de 1000, die gemoedsbezwaren tegen een waterleiding hadden. Hierna kreeg Dr. van Gelder 't woord, die in de eerste plaats Prof. Visser dank zei voor zijn duidelijke rede, waardoor enkele bezwa» ren waren weggenomen en waarna spreker een veel optimistischer beschouwing gekregen had omtrent 't waterleidingsplan. In de eerste plaats staat 't nu vast, dat er ruimschoots uitstekend water voor heel ons eiland in onze duinen verkrijgbaar is, terwijl een vroeger rapport aannam, dat dit alleen 't geval was voor 't Westelijk en middengedeelte van 't eiland. Dit is dus alvast een groote gerust» stelling op een van de vournaamste vraag» stukken hierop betrekking hebbende. Ten tweede was door spreker duidelijk aangetoond, dat de rentabiliteit van 't bedrijf verzekerd was en dat de kosten zelfs meevielen. Terwijl spreker vroeger vreesde dat een waterleiding op Flakkee buitengewoon duur zou uitvallen wegens de uitgestrektheid van 't eiland en van de ernorme buizenlengte daardoor, zoo was uit de gegevens van Prof. Visser juist 't tegendeel gebleken en zou onze waterleiding zelfs goedkooper uitkomen dan die van de 12 gemeenten in 't centrum van Z.»Holland en dan die van de gemeenten in 't eiland De Hoeksche Waard, als tot spoedig handelen kon besloten worden. Ook dat viel dus alles mee. Ten derde waren door Pref. Visser's rede de bezwaren tegen de verplichte aan» sluiting weer tot kleiner proportie's Krugge» bracht. De personen, die wegens de ligging van hun woning niet tot aansluiting gebracht kunnen worden, zuilen niet mee behoeven te betalen. Verder zou door vrijen aanleg van de leiding tot de woning in 't eerste jaar de dadelijke aansluiting sterk bevorderd worden. Verder bleek uit de ervaiing, dat na een paar jaren feitelijk allen, die er voor iD aanmerking komen, zich overal elders voor aansluiting aanmelden. De verplichte aansiui» ting heeft dus slechts de beteekems hen, die zonder deze een of een paar jaar zouden wachten met hun aansiuiting, daartoe dadelijk te brengen, waardoor het bedrijf van 't begin af op een gezonde basis zou rusten. Naar sprekers meening was 't bezwaar der verplichte aansluiting dus tot geringe afmeting teruggebracht en gaf hij den raad dat men zijn overtredingskracht eens zou gebruiken, om met de bezwaarden de zaak eens kalm te bespreken en dan zou hun aantal wei geringer worden, hoewei alle be^yraar bij iedereen natuurlijk nooif weg te nemen is, bij geen enkele zaak, hoe nuttig en noodig ook. Daar» op maakt zelfs de Flakkeesche waterleiding geen uitzondering. En in dit opzicht wendde spieker zich tot de talrijk opgekomen gemeente» besturen. Hij wees hun er op dat er altijd onverschilligheid en tegenwerking is bij 't tot stand komen van allerlei nuttige zaken, zooals de Groene Kruis»beweging of de Wijkverple» ging. Een deel van 't publiek wil m 't begin met meewerken en heeft allerlei bezwaren. Is er niet een comité van mannen, die van 't nut overtuigd zijn en de zaak toch tot stand bren» gen, dan komt er niets van terecht. Zijn deze dingen echter enkele jaren in werking, dan erkent ieder 't nut er van en zou men ze niet graag meer missen. Zoo zal ook gaan met de waterleiding. Is deze eenmaal e.n paar jaren in gebruik, dan zai men niet meer kunnen begrijpen, dat we zoolang hebben getobd met de thans bestaande waterverzorging. In een kleine gemeente nabij Gouda werd in de jaren 1911—1913 de aansluiting aan een naburige waterleiding bepleit, maar door den gemeente» raad met eenparigheid dit plan, dat plm. f 20000 zou kosten voor de gemeente verworpen. Men vond het ongehoord en onverantwoordelijk zoo'n schuldenlast te leggen op de gemeente voor iets, waarvan men de noodzakelijkheid toen nog niet kon inzienhet was aliyd wel zonder gegaan, de koeien hadden voldoende water en de menschen hadden nooit anders gedronken. Maar 10 jaren later, toen er weer een water» leidingspian werd voorgesteld, werd even een» stemmig door diien raad 't plan aangenomen en daarvoor nu niet fir f 20.000, maar f 100.000 gaarne toegestaan. 't Is nu de taak der gemeentebesturen ais vroede flinke mannen voor 't waterleidings» plan in de bres te springen en dit tot uit» voering te brengen ondanks de onverschillig» held en tegenwerking van sommige kringen, die thans 't nut daarvan nog niet kunnen inzien, of er allerlei bezwaren tegen inbrengen Doen zij dit en komt de waterleiding tot stand, dan kunnen zij er verzekerd van zijn dat ook zij tenslotte om hun doortastendheid geprezen zuilen worden dóór tijdgenoot en nageslacht. Notaris v. d. SLUYS wijst ook op het groote nut der waterleiding. Twintig jaren geleden heeft een inwoner van Herkingen er de eerste stoot aan gegeven. De Inspecteur der volksgezondheid en later de gezondheids» commissie hebben zich er mee ingelaten. Spr is blij gehoord te hebben dat de waterleiding op Flakkeezeer goed mogelijk is. Vele bezwaren heeft Prof. Visser ontzenuwd. Spr. adviseert in zijn kwaliteit ais voorzitter der gezond» heid commissie deze gelegenheid nu aan te grijpen en alles in het werk te stellen om zoo spoedig mogelijk tot goed drinkwatervoorzie» ning te komen. De heer C. A. A. KORT, raadslid te Melis» sant vraagt of de verplichte aansluiting ook geldt voor menschen die zelf een waterleiding hebben. Prof. VISSER antwoordt dat wanneer zij steriel water hebben zij buiten de verplichte aansiuiting vallen. Burgemeester DEN HOLLANDER dankt Prof. Visser voor zijn betoog waaruit wij veel geleerd hebben. Voorts alle aanwezigen w.o. voornamelijk een paar leden der prov. griffie voor hun aanwezigheid en bepleit nog eens met vuur de noodzakelijkheid en de wensche» lijkheid van een waterleiding. Uit den mond van een bekwaam zuiveiconsuient heeft spr. eens vernomen dat de melkopbrengst van een koe, dat water van een waterleiding gebruikt grooter is dan van een koe die gewoon uit de sloot drinkt. Het geldt hier een economisch belang voor den landbouw. Maar nog drin» gerder is het voor de menschen. Dat heeft spr. eens gehoord van een inspec» teur van den warendienst, die scherp becriti» seerde het gehalte van het water waarmee hier het brood gebakken moet worden. Wanneer spr. door de armelijke streken van Noord» Brabant reist, frappeert het hem, dat men aaar wel watertorens ziet en hier op Flakkee, dat op landbouwgebied de eerste plaats in ons land inneemt en op alle gebied vooruitstrevend is, de waterleiding nog ontbreekt. Spr. wekt allen op het hunne bij te dragen om spoedig tot de stichting van een waterleiding te komen. Luid applaus is het antwoord op dit slot» woord. Dan wordt de vergadering gesloten. Op Maandag 26 Juli 1926 des n.m. 7 uur (oude tijd) te Ooltgensplaat in Hotel «Hob» bel«, van: diverse perceeien Tarwe, Haver, Erwten en Aardappelen te velde, ten verzoeke van diversen. Breeder omschreven bij biljet, verkrijgbaar ten kantore van Notaris AKKERMAN. De Nieuwe Leidsche Courant (A,»R.) her» denkt het feit, dat Ds. Talma, nu hier jaren geleden gestorven is, in de volgende bewoor» dingen Arltius Sybrandus Talma. Het is vandaag 10 jaar geleden dat Ds. A. S. Talma, de man, die én als predikant én als Kamerlid, èn als Minister op sociaal gebied zooveel heeft gedaan overleed. Aanvankelijk bemoeide Ds. Talma, die in 1888 de Evangeliebediening te Heinenoord aanvaardde, zich weinig met de sociale vragen Hij was er ook niet op voorbereid. Toen wij zoo schreef hij in 1914 van de academie kwamen, hadden wij veel ge» boord. Wij hebben wat wetenschap vergaderd, waarop wij toen trotsch waren, omdat de anderen er niets van wisten, en die wij nu hebben opgeborgen, omdat de jongeren ons verzekeren, dat het alles al weer uit den tijd is. Wij hadden ook, het zij dankbaar erkend, aanraking gehad met de wijsheid, die in de diepte der eeuwige waarheid ligt. Maar nie» mand had ons gewaarschuwd, dat wij kwamen in een maatschappij, die bewogen werd tot in haar grondslagen. Hoe gevaarlijk Kuyper was, wij wisten het, maar Marx was ons niet genoemd. De bron» nen van den Pentateuch en de leeringen van Duns Scotus waren ons de primititae der theologische kennis, maar wat er woelde en stroomde in de arbeiderswereld, wij kenden er de bronnen niet van en een overzicht zelfs van de geestelijke stroomingen op maatschap» pelijk gebied ontbrak ons. Zeker, Valeton bracht ons in de sfeer van Israels profeten, hij bracht ons in aanraking met hun prediking; wij hoorden ze, de ge» zanten Gods, de predikers der gerechtigheid en wie van ons later bij het zien van den snijd in de maatschappij, in zijn hart wist, dat God moet zijn met het verdrukte en het gebrokene, zal wel meer dan eens gedacht hebben aan die uren op Vrijdagmiddag, waarin Valeton Jesaja en Amos voor ons deed leven. Wie hem goed gehoord had, kon niet vergeten, dat gerechtigheid en trouw woorden zijn, die spraken van levensmachten, die rusten in God, maar ook diep ingrijpen in de gewone dage» lijksche verhoudingendat God zijn oordeel doet gaan over het leven der maatschappij, over heer en slaaf, over koning en volk. Betrekkelijke kleinigheden waren oorzaak, dat de jonge Talma zich voor de sociale vra» gen ging interesseeren. Hij maakte kennis met een jongen schilders» gezel een vrijdenker en anarchist, die hem met diens theorieën te lijf ging, zoo dat de jonge predikant hem niet wist te antwoorden. Ter verontschuldiging voerde hij aan, dat hij met allerlei practische vragen zoo niet op de hoogte was. «Maar zoo voegde hem de schilder toe, hoe kunt gij dan een herder zijn voor uwe gemeente, als gij niets weet van hetgeen het leven van die menschen vaak zoo bitter maakt, van hunne zorgen, die hun week vervullen, en die ze 's Zondags meenemen als ze in de kerk zitten Dat stemde Ds. Talma tot nadenken en prikkelden hem tot studie. En dan was er nog iets. Reeds in zijn eerste gemeente maakte hij kennis met de harde werkelijkheid. «Ik was, zoo vertelde hij op de Chr. Sociale Conferentie in 1905, een paar maanden dominee toen ik een ervaring had, die mij diep schokte. Overal in mijn gemeente was het gewoonte, dat de menschen groote, ronde brooden bak» ten. Op een keer op huisbezoek uit, kom ik bij een vrouw, die bezig was brood te bakken en zag dat zij haar baksel veel smaller toe» bereidde. Ik vroeg hoe zij daar zoo toe kwam. En 't antwoord wasoch dominee, ik geef den kinderen altijd 's morgens en 's avonds twee boterhammen, 's Zomers heb ik ook het ge» wone breede brood. Maar 's winters is er geen geld voor en dan bereid ik het langzamerhand wat smaller om den kinderen toch maar hunne twee sneden brood te geven.« Dat eenvoudige verhaal greep den jongen predikant geweldig aan. Een moeder, die haar kinderen niet genoeg kan geven en die uit nood, hare kinderen feitelijk bedriegt! Het liet hem niet met rust. Zijn hart werd geroerd en zijn verstand begon een antwoord te zoeken op de sociale vragen, die zich aan hem opdrongen. Talma ging studeeren. In 1891 nam hij deel aan het eerste Chris» teIyk»Sociaal Congres en 't duurde niet lang of hij was een warm meelevend en vooraan» staand lid van «Patrimonium®, van welks or» gaan hij eenige jaren redacteur was Ook de later opgekomen'Christelijke vakbeweging had de liefde van zijn hart. In 1901 voor Tietjerksteradeel tot lid van de Tweede Kamer gekozen, nam hij die be» noeming aan, niet omdat hij stond naar «hooge dingen® maar omdat hij het lidmaatschap van de Tweede Kamer beschouwde als een taak door God hem opgelegd. Ik ga heen, zoo verklaarde hij in zijn af» scheidsrede te Arnhem, niet uit eerzucht of ijdelheid, maar omdat ik weet dat God mij leidt, omdat het werk op sociaal gebied een wezenlijke arbeid is voor de toekomst van het Koninkrijk 'Gods, omdat ik wist, dat wanneer ik de zaak der arbeiders losliet, ik daarmede God zou loslaten. Toen in 1908 het Kabinet-De Meester plaats maakte voor her ministerie»Heemskerk, nam de heer Talma de zeker niet gemakkelijke por» tefeuille van Landbouw, Handel en Nijverheid voor zijn rekening. Dat was het hoogtepunt in zijn leven. Hij stond voor een moeilijke taak. Maar hij toonde zich een held in volle wapenrusting, die met al zijn geweldige kracht onafgebroken arbeidde aan de uitbreiding van de sociale wetgeving, van welke wetgeving thans de heerlijke vruchten worden geplukt Op 12 Juli 1916 is Ds. Talma na zijn aftreden als Minister diende hij nog een korten tijd de kerk van Bennebroek op 52»jarigen leeftijd ontslapen. Terwijl nog zooveel van hem werd verwacht, nam God hem weg. Hij heeft niet tevergeefs geleefd. En dankbaar zal ook op dezen dag spe» ciaal op dep derden Chiistelijk»socialen cursus te Lunteren, maar daar niet alleen herdacht worden de groote beteekenis van dezen strij» der voor recht en gerechtigheid in het sociale leven. De gedachtenis van dezen rechtvaardige zal in zegening zijn De Rotterdammer driestart De Leider trouw. Een en ander maal werden den oud»minister Coiijn aanbiedingen gedaan, waarvan de in» williging gepaard had moeten gaan met het verbreken van den officieelen band, welke hem aan de anti»rev. partij verbindt. Maar de Leider bleef trouw en bedankte voor de lokkende uitnoodigingen. We meenen ons niet te vergissen als we beweren, dat vooral het gezantschap bij de machtige republiek der Vereenigde Staten veel bekoorlijks voor den heer Coiijn moet hebben. Het leek indertijd een ietwat stout onder» nemen om den heer Aug. Philips, meer zaken» man dan diplomaat, tot gezant te Washington te benoemenmaar de ervaring beschaamde de verwachting niet. Naar den mensch gesproken had men thans hetzelfde mogen hopen. Dat de heer Coiijn in Amerika hoog aangeschreven staat en niet in Amerika alleen is door de feiten bewezen. Dat zijn internationale oriënteering en zijn financieele bekwaamheden hem gezag verleenen, zal niemand tegenspreken. Wij gelooven dan ook zeker, dat de oud» minister, ware hij geen pariijleider geweest, zonder dralen aan boord gestapt zou zijn om de Nederlandsche belangen met vreugde en toewijding bij de overzeesche republiek te behartigen. Dat hij niet ging, maar bleef, geeft hem recht op den dank van alle antirevolutionairen in den landeen waar De Standaard dit moeilijk kan uitspreken, zij het ons bij dezen geoorloofd om dank van dit volksdeel te vertolken. Godsdienst Privaatzaak? Het socialistisch dagblad Het Volk houdt nog maar steeds vol dat men heel goed Chris» ten kan zijn en toch lid van de S D.A.P. Maar lees dan nu eens onderstaand stukje van Kleerekooper dat wij uit Het Volk van Woensdag 14 Juli overnemen. De niet»verwoeste. Het is Zondagmorgen. Er komt een heer aan met zijn vrouw. Hij stapt als een ooievaar en als het denkend hoofd der echtverbintenis Zij hipt als een musch, die gelijk Sarah en het antieke trouwformulier baren man«heere® noemt. Maar zij is bijzaak. Hij ziedaar het geval 1 Hij davert, alléén al door d'r aan te komen. Zijn hooge hoed is als een toren, die uitziet naar Damaskus. Zij n oogen trompet» ten hier is de man, die de volle verzeker» heid des geloofs in pacht, de gemeene gratie voor 't verhuren heeft. Zie den baard, den zwart»op»witten baard elk maar is een ge» tuigenis. Maar wat is dit alles bij de glan» zende, welvende, allerleerstelligste gekleede jas? Elke knoop is een grootzegel der pries» terschaps, In elke plooi schuilt een paradijs» slang, die alle moderne talen spreekt, volgens Berlitz. En zijn regenscherm, gezegd spuit Het tart den zondvloed, tot den hoogsten top des bergs Ararat En prompt komt het uitZijne Uitverko» renheid betreedt het Concertgebouw. Daar kerkt immers wat Geelkerken uitgeworpen heeft, de aan Assen gekonformeerde natie Wat zou Johannes de Dooper zeggen, als hij zag, wat er van zijn kemelsharen kleed geworden is? Dit zijn wel te verstaan de nief-ver» woeste zielen 1 Graag tot U w dienst, Professor I Hieruit spreekt de haat van den socialist die alles wat Christendom is verfoeit. En dkt geeft in de S.D.A.P. den toon aan 1 Neen Godsdienst en S.D.A.P. kunnen niet samengaan. Leer om Leer. Sla je mij, ik sla je weer 1 Als ik een collega ontmoet, die op zoo echt genoegelijke manier van zijn ervaringen vertelt, dan luister ik graag. Vooral als die ervaringen tot leering kunnen dienen. Eenige weken geleden had ik zoo'n joviaal vakgenoot bij mij, die de kunst verstaat de dingen levendig voor te stellen. Ik liep zoo vertelde hij het kleeding» magazijn weer eens binnen, waar ik gewoonlijk mijn colbertje koop en de vraag van den winkelchef of ik een costuum moest hebben, beantwoordde ik met een«ja, dat wordt weer eens tijd«. De man sjouwde verschillende s offen aan en toen ik eenige afzonderlijk had laten houden, waaruit ik mijn keuze bepalen zou, wilde hij aan het maatnemen gaan. «Ja, mijnheer, maar zoo ver zijn we nog niet®, voegde ik hem toe. Geeft u mij nu van die verschillende stoffen een staaltje met de prij» zen, dan ga ik bij een viertal .oncurrenten van u eens onderzoeken wat die rekenen. De man keek hoogst verbaasd en maakte bezwaren. Wat is dat nu, vroeg ik op mijn beurt quasi verbaasd. Vraag ik dan iets bij» zonders Meneer, u h:bt mij deze methode zelf geleerd, want u doet hetzelfde met de aanvragen, waarmede u mij telkens gelukkig denkt te maken. 't Volgende stuk speelt in Amerika. Een drukker ontving van een chirurg ver» zoek om prijsopgave voor eenige duizenden briefhoofden. De prijsopgave moest geschie» den voor verschillende formaten, voor ver» schillende soorten en voor het drukken in verschillende kleuren. Bij bestelling moest de vorm blijven staan. De drukker antwoordde hierop «Zeer geleerde heer. Beleefd verzoek ik u, mij uw uitersten prijs te willen opgeven voor een blindedarm»oparatie. De snee moet 1, 2 of 5 duim diep zijn en u gelieve den prijs op te geven voor behandeling met en zonder e her. Natuurlijk moet, als de blindedarm niet ontstoken blijkt, deze op haar plaats terug» gebracht wordende opdracht wordt dan als niet gedaan beschouwd. Van den chiiurg wordt verlangd, dat hij de wonde minstens 60 dagen openhoudt, wijl ik mogelijk binnen korten tijd ook een galsteen»oparatie zal noo» dig hebben, en ik dan de extra kosten van het opnieuw opensnijden van mijn buik wensch uit te sparen«. »Graficus«. Faillissementen in Nederland. Volgens mededeeling van het Handelsinfor» matiebureau VAN DER GRAAF fi. Co's Bu» reaux voor den Handel zijn over de afge» loopen week, eindigende 8 Juli in Neder» land uitgesproken 54 fallissementen tegen» over 86 faillissementen in dezelfde week van het vorige jaar. Van 1 Januari tot en met 8 Juli 1926,1993 faillissementen tegenover 2210 over hetzelfde tijdperk van het vorige jaar

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 5