Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. 1 j i ROOKT No. 3240 ZATERDAG 10 JULI 1926 41ste JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES J EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. Stoom "Tabaksfabriek „De SUbrlaan" ^sendaaf W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adminis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Het Parlementaire Stelsel. RecBasne-Mededeelingen. m Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zQ beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. tori je U«1 er digt een ïnts. ;enis ïerds eten. ver» iiech- hom» tenzij de A i Over het algemeen wordt onder het parlementaire stelsel verstaan, dat stel sel, hetwelk den koning in de benoe ming van zijn ministers bindt aan de samenstelling van de volksvertegen woordiging. Is de meerderheid der Staten-Qeneraal links, dan zal de koning, hiermede rekening houdend, zijn mi nisters in overeenstemming met deze meerderheid benoemen. Het zuivere parlementaire stelsel gaat eigenlijk nog verder. Men vindt dat in Engeland. Daar waren ontstaan twee politieke partijen, .b»-aanvankelijk genoemd: de Tories en Whigs, laterde conservatieven en de liberalen. Zeer principieel waren deze partijen niet gekleurd. Meermalen had er partijsplitsing plaats zooals de afscheiding van de Peelieten en de splitsing in de liberale partij onder Gladstone in verband met zijn lersche Home-Rule politiek. Toch was daar een stevig partijverband en zoo ontstond het Engelsche Ministerie als een college ■van de vertrouwensmannen der parle- mentsmeerderheid onder leiding van den eersten politieken leider als Prime minister. De ministers bleven dan ook leden van het parlement. Nu bestond er voorheen in Engeland vaak wisselwerking tusschen de beide groote partijen. Er was steeds een groote zoom onder de kiezers, die zich bij de oppositie aansloot. Regeeren brengt nu eenmaal moeilijkheden mee en het is eenvoudiger een program te maken en te propageeren, dan het practisch uit te voeren. Een groot gedeelte van het kiezerscorps, dat slechts oppervlakkig redeneert, is dus licht geneigd steeds de oppositiepartij te steunen. Een goede zijde hiervan was, dat de Regeerings- partij zich steeds genoopt zag niet alleen rekening te houden met eigen groep, maar ook op de belangen der minder heid te letten. Er was een zeker even wicht. Iets van dit Engelsche systeem heeft langen tijd ook ten onzent bestaan. De zuivere scheiding tusschen Rechts en Links was er ten gevolge van de onder- wijs-kwestie, die alle gemoederen in actie bracht. Men had twee groote groepende liberalen en de coalitie partijen. Wel had ten onzent niet die wisselwerking plaats, omdat de coalitie partijen lang in de minderheid waren en de tegenstelling hier veel meer principieel was. Onze politieke strevin gen werden beheerscht door een diep gaand beginsel. Het gaat er dus bij dit stelsel maar om de meerderheid te hebben om het beginsel in 's lands wetgeving te be lichamen. Nu hebben wij in ons land groote nuances in het politieke leven. Om de meerderheid te krijgen is het noodig samenwerking te zoeken met verwante groepen. Deze samenwerking werd door Rechts bereikt, omdat deze partijen in den schoolstrijd een gemeen schappelijk doel beoogden en ook door het vroegere districtenstelsel werd de samenwerking in de hand gewerkt. De schoolstrijd heeft echter door de herziening van 1917 en de wet van 1920 zijn markant karakter verloren en bovendien kregen wij de Evenredige Vertegenwoordiging, die aan de samen werking bij de stembus een einde maakte. Wij hebben nadien de schismatieke Partijtjes gekregen. En vooral de Christ. Historischen, één der coalitie-partijen, bleek er op uit te zijn het oor te leenen aan de critiek der dissendenten, liever dan te letten op het allesbeheerschend beginsel, dat Rechts en Links scheidt. Zoo werd een krachtig, beginselvast ministerie ten val gebracht. Dit uiteenslaan van wat bijeen be hoort, heeft het parlementaire stelsel vertroebeld. Zonder federatie (wat nog geen fusie is) of coalitie is het ten onzent niet mogelijk een parlementaire meerderheid te vormen, waarin een ministerie een flinke basis kan vinden om met vastheid te regeeren. Nu lijkt het ons echter niet juist hierom het parlementaire stelsel te ver- oordeelen. Immers draagt dit stelsel hiervan niet de schuld. Het parlementaire stelsel blijft het ideaal. Ons hoofdorgaan „De Standaard" wees er deze week nog op, dat Groen van Prinsterer misschien meer gedaan heeft om de bevoegdheid van het Par lement uit te breiden dan eenig ander lid der Tweede Kamer. En in zijn voetspoor is de Anti-Revolutionaire partij steeds opgekomen voor de volks invloed op het Staatsbestuur door het orgaan van de Staten-Generaal. Er gaan in onzen tijd stemmen op die roepen om een dictator naar Ita- liaanschen trant. De Anti-Rev. partij wil hiervan niets weten. Zij blijft het pleit voeren voor het parlementaire stelsel. De politieke partijen zullen zich te herzien hebben. Het besef moet weer levendig worden, dat men zich organiseert niet om eigen partij te dienen, maar om eigen partij dienstbaar te maken aan het geheele land. „Getuigen" is goed, maar wanneer men het hierbij laat is het zondig. Ons volk vraagt om de daad. En daar er nu van afzonderlijk optreden geen invloed op de regeering des lands kan uitgaan, deze invloed althans te gering blijft om wet geving en bestuur te beheerschen, die nen geestverwante partijen elkander te zoeken en een gemeenschappelijke basis te vormen. Slechts dan kan het parlementaire stelsel goed werken en behoeven wij niet te volstaan met „extra-parlemen taire"- en „koninklijke," kabinetten of met ministeries van „den Volkswil", zooals Cort v. d. Linden zijn ministerie bij voorkeur noemde, kabinetten waar van geen kracht kan uitgaan, eigenlijk door niemand gewenscht wordt en slechts in noodtoestanden voorzien. Het gaat om de handhaving der Christelijke grondslagen in ons volks leven. En er is geen sprake van dat hiervan iets terecht komt wanneer er geen aaneengesloten parlementaire meerderheid is, die hiervoor het pleit voert. Als dat lukt, lukt er meer. Maar we staan er zoo twijfelachtig tegenover, al is het tenslotte zoo, dat niet zelden als wij spreken van een dwaas plan, het juist 's Heeren tijd is, om die dwaasheid, die in Zijn lijn ligt te doen gelukken. Laat ik zeggen, waar 't over gaat. Meermalen heb ik het hier neergeschreven en mij dunkt, het lijdt ook geen tegenspraak, dat de groote zwakheid van onze calvinisti» sche actie in Nederland, op elk gebied is de verdeeldheid der calvinisten onderling. Die verdeeldheid gaat tweeërlei. Vooreerst wordt daar een zware, zwarte, dikke lijn getrokken, aan de een zijde waarvan alles 'eeft wat behoort binnen en aan de andere zijde alles wat behoort buiten de Ned, Herv. Kerk. Er is tusschen de lieden aan beide kanten van die lijn soms eenige samenwerking, maar die is zéér spaarzaam 1 Aan den anderen kant van die zware zwarte lijn leven de gereformeerden buiten de Her» vormde Kerk. Daar zijn de Gereformeerde Kerken, de Chr. Ger. Kerk, de Geref. Ge» meenten van Ds. Kersten en anderen. En nu staat het zoo, dat zoowel boven als beneden die zware, zwarte lijn er negen pro« cent verdeeldheid en één procent samenwer» king te vinden is En wat die samenwerking betreft is het dan nog: Past op deporcelein» kastl 't Is binnen de Hervormde Kerk precies zoo als daar buiten 1 Ge hebt daar èn de gereformeerden èn de confessioneelen in allerlei vorm en die liggen ook in negen van de tien gevallen overhoop. Zie, zoo komt het dat er van het calvinisme vaak zoo weinig kracht uitgaat. Nu lazen we dezer dagen een bericht. Ik laat het hier volgen, zoo 'k het las We lezen in de «Waarheidsvriend* van den Geref. Bond het volgende bericht: Naar wij vernemen is in den loop der vorige week te Utrecht een vergadering get houden van vertegenwoordigers der verschilt lende plaatselijke vereenigingen van Gerefort meerden in de Ned. Herv. Kerk. De vergadering stond, bij verhindering van Prof. Dr. J. A. C. van Leeuwen, onder presit dium van den heer W. J. Godijn. Aanwezig waren vertegenwoordigers van de afdeeling Utrecht van den Gereformeerden Bond, van de Confessioneele Vereeniging, van de Ned. Herv. Vereen. «Schrift en Belijdenis» en van de Ned. Herv. Vereen. «Troffel en Zwaard*. Besloten werd over te gaan tot oprichting van een «Centrale van Gereformeerden inde Ned. Herv. Kerk«. Het doel der Centrale is de actie der Gere» formeerden in de Ned. Herv. Kerk te con- centeeren en een eind te maken aan de droeve omstandigheid, dat juist zij, die elkaar 't naast staan, elkander verbijten en vereten. Bij vacature zal de Centrale adviseerend optreden. En met het oog op dit stuk zei ik nuAls dat lukt, dan lukt er méér. artikelen deze staking besproken en er is nu letterlijk niet één christelijk blad in ons vader« land, of 't moest dat van ds. Kersten zijn, dat weet ik niet, 't welk dien werkgever daar in Blokzijl gelijk geven durft. Ja, als men gaat redeneeren langs de lijn der ouderwetsche liberale rechtsregelen, dèn heeft hij gelijk. Dèn zegt men eenvoudig De patroon heeft het recht den arbeider elke voorwaarde op te leggen, die hij wil en te zeggenBevalt u dat niet, zoo kunt gij opstappen. En zoo gaat het daar te Blokzijl niet om het loon. Evenmin gaat het om de arbeidsdnur Zelfs gaat het niet over de vraag, of de patroon es praten zal met de organisatie der arbeiders. Het gaat er om, dat de patroon zegt wie bij mij werk zoekt, die zal zich niet organiseeren. Bij mij werken èn georganiseerd zijn, dat is uitgesloten. Ieder voelt, hoe dit in zedelijken zin onrecht is Het is nu mid»zomertijd. De grasboeren hebben er lang genoeg naar verlangd en zij klagen, dat het mooie weer eigenlijk te laat komt, vooral in het Noorden des lands, waar men in den regel een paar weken vroeger is, dan in h t midden en Zuiden. Moge het hun alsnog door een goeden nazomer wat worden goed gemaakt en moge ook het boerenland de warmte verkrijgen, die het zoo noodig heeft. Zal de boet het dit jaar houden Hij leeft van jaar op jaar. Bloeiend is zijn bedrijf niet. Er moet te veel af. En elk voorjaar weerklinkt de stemMen® Zaterdag 3 Juli werd Dr. van Eden ter gelegenheid van zijn veertig-jarig jubileum als medisch adviseur van de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam, door Directie en personeel van deze instelling gehuldigd. Waarom ik het van harte hoop. Het is zoo allernoodzakelijkst, dat zij die eenzelfde geloof deelachtig zijn en op den grondslag van dezelfde belijdenis staan, ten» minste niet tegen elkander in werken op allerlei geestelijk gebied, zoowel boven als beneden de dikke, zwarte streep. Waarom dit onmogelijk zoude zijn, is mij een raadsel. Dan kan de tegenpartij ons beschaamd maken. Daar kunnen ze soms, o zoo verdeeld zijn I Elkander op allerlei wijs in *t haar zitten. Maar zoodra komt daar nu niet een onderwerp aan de orde, dat de vrijzinnige beginselen raakt, zoo b.v. de vrijheid voor volwassenen om te gaan naar de bioscoop, wkt er ook gegeven wordt, dan kluiten ze op 'n hoop bijeen en zijn eens zins en eens geestes. Komt dan morgen b v. weer een sociaal onderwerp aan de orde, dan gaat elk weer zijns weegs. Maar bij ons kunnen we soms op eigen beginselterrein niet tot eenige samenwerking geraken. Als het dus prof. Fan Leeuwen onder zijn geestverwanten in de Ned. Herv. Kerk ge» lukken mocht, om de gereformeerden èn de Confessioneelen van allerlei soort te brengen tot zekere eenheid van handelwijze op allerlei gebied, dan zou hij aan zijn geestverwanten onder de dikke, zwarte streep een sterk spre» kend voorbeeld gegeven hebben, dat dunkt me, zeker invloed hebben zou. Een staking van l'A jaar. 't Is ongehoord in ons vaderland. Ieder weet, het is de staking onder de houtbewerkers te Blokzijl. Nog pas heeft »De Stand.* in een viertal schen, denkt er toch om, ge kunt wel in de de pacht gaan, maar ge moet er ook uit kunnen, maar het baat niet veel en het kan in vele gevallen niet baten, want het gezin, de huisvader tot wien ge zoo spreekt, moet toch leven en niet pachten wil ten slotte zeggen, wèt men nog heeft, gaan zitten opeten wat nog sneller den ondergang beteekent. Dat is een somber beeld, zal men zeggen. 't Is het ook en ik geef toe, 't is niet algemeen. Een vader met volwassen zoons, voor wie een zakcent het loon is en die mèt elkaar, zonder vreemde arbeidskracht het bedrijf gaan» de houden, die kunnen er zich van kleeden en die kunnen er van eten, maar een gezonde toestand, als dat de mogelijkheid van bestaan is in het vak is dat toch niet. Mijn gedachten zwierven wat af. Toen ik over den mid»zomertijd begon, had ik- eigenlijk wat anders in de gedachten dan wat veler harten om mij heen bekommert. Ik dacht toen eerst aan de arbeiders. En hoe het meer en meer gewoonte is ge» worden, dat ook de arbeider tegenwoordig van «zijn* vacantie spreken kan. Groot is die vacantie niet. Een week is voor velen héél mooi. Maar ik kan me zoo voorstellen, hoe dit voor velen hunner een hoogtepunt in het jaarlijksch werkleven is. 'k Begrijp dan ook niet te best, hoe vele menschen, die als onderwijzers, leeraren enz. enz. het wat rustig kunnen hebben, in hun vacantietijd allerlei congressen, vergaderingen, cursussen enz. naloopen. Als ze daarmee willen zeggen, dat ze eigenlijk te veel vacantie hebben, dan wordt het tijd, zou ik zeggen, dat wie boven hen staan, zich eens gaan afvragen, of er niet te véél vacantie gegeven wordt. Vacantie moet ontspanning blijven. Dan hebben de réunisten, die dezer dagen naar Utrecht optrokken, om er het feest van de universiteit te vieren, door te gedenken, hoe ze daar zelf eenmaal jong geweest zijn, een andere en in zekeren zin een betere op» vatting van den vacantietijd. De oudste was ongeveer 75 jaar. Maar overigens zijn er dertigers, veertigers enz. enz. Doch dat zou It gij ze 's avonds in Tivoli niet hebben aangezegd. En dat zulke erentfeste menscben hun vroolijkheid moeten laten uit» laaien met zingen en springen, met muziek en gezang, met hoedengezwaai en met het slaan met stokken en al wat men maar bij de hand komt, is een bewijs dat toch wel waarlijk het studentenleven allerlei ernstige en vroolijke tO cent per regel. e deponeer A.p.doljic^elaor met bijzondere nauwkeurigheid vervaardigde rooktabak. Onze veeljarige ervaring komt de kwaliteit ten goede. MORIAAN BAY munt uit in geurigheid en zachten smaak. 40 cent per half pond. NEEMT PROEF gewoonten heeft, er bij wie eenmaal echt stu» dent geweest is, nu eenmaal nooit uitgaan en die we, als ze binnen de palen blijven, ook gerust hébben kunnen. 't Zijn tevens vaak de mannen, op allerlei terrein des levens van den grootsten ernst. Onze mannen van naam. Die tot op internationaal gebied onzen roem verbreiden. Laat hen dan es eens in de vijf jaar zich verplaatsen in de dagen hunner jeugd en jongelingschap mogen er velen onder hen zijn die hebben leeren gedenken aan hunnen Schepper UITKIJK. Vrijbank. Ingevolge de bepalingen van de Vleesch» keuringswet kan bij de keuring na hetslach» ten het vleesch worden goedgekeurd, voor» waardelijk goedgekeurd of afgekeurd. Bij K. B. is aangegeven, op welke wijze voorwaarde» lijk goedgekeurd vleesch mag worden bruik» baar gemaakt voor voedsel. Een bijzondere vorm van voorwaardelijke goedkeuring, o.a. ten aanzien van z.g. noodslachtingen, is de «verkoop in het klein onder toezicht*, de vrijbank, tengevolge waarvan het vleesch, dat vooraf bacteriologisch is onderzocht en kiem vrij bevonden is, onder toezicht van de ge» meen te in stukken van ten hoogste 3 K.G. aan particulieren (niet aan slagers) wordt ver» kocht. Deze vorm van voorwaardelijke goed» keuring is gebleken een zegen te zijn in drieërlei opzicht. Ten eerste worden door het bacteriologisch onderzoek vleeschvergiftigingen voorkomen Ten tweede ontvaDgt de minder kapitaalkrachtige Nederlander voor weinig geld (in den regel beneden de helft van den prijs van het volwaardige vleesch) vleesch, dat uitnemend voedsel is, in veischen toe» stand. Ten slotte ontvangt de eigenaar van de »noodslachting« thans veel en veel meer voor zulk vleesch dan voorheen, toen de Vleeschkeuringswet er nog niet was. GEZONDHEIDSRAAD.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1