voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Maatfk Antire volutionair Orgaan ROOKT IN HOC SIGNO VINCES No. 3234 ZATERDAG 19 JUNI 1926 41ste JAARGANG EERSTE BLAD. Het Christelijk Huisgezin Op dien Uitkijk. ReeSame-ftfesledeelingeH. Stoom ^abatësfabrieR „De STtjoriaan" A.r.doJJic^elaar ~Loseixdaaf |Alf© stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Oeze Coura :t verschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG. ABONNEM NTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bg vooruitbetaling. BUITENLAND bij voc-uitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDERLI.KE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No, 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. tac-Mii ibm y»——mui win [De Klnderlooze Echt]. Een niet zoo klein aantal gezinnen olijft levenslang kinderloos, de sta- istiek leert, dat dit schommelt om de 10 procent, al wordt de statistiek na tuurlijk bemoeilijkt door de onnatuur- 'ijke gezinsbeperking, die soms zoo ver gaat, dat „men" wel het huwelijk wil, maar niet het natuurlijk gevolg. Doch zwijgen we daar verder over. Ook waar het Christelijk huwelijk wordt gesloten en Christelijk wordt doorleetd is er een betrekkelijk groot aantal gezinnen, dat kinderloos blijft. Wel doen zich ook hier wondere rschijnselen voor en dat God na Wen, ja vijftien-jarigen echt nóg het gebed verhoort, is meermalen gezien. Maar nu dan die kinderloozen. Vooreerst zij opgemerkt, dat tegen over hen, al is het dan van vreemden, de geest van Peninna en hare kinde ren een groote zonde is voor God, die de Heere gewis niet ongestraft zal la ten. We staan hier met beide voeten op het terrein van Gods soevereine vrij macht, waaraan wij niets, maar dan ook absoluut niets kunnen toe- of af doen. Dat hebben we wel te bedenken. Hij is het, die opent en die sluit. En wat zullen wij ons dan verhoo- vaardigen Of ook te anderer zijde ons verheffen tegen den broeder en zuster, die God kinderloos hield. ..j| Hij heeft daarmee Zijn wijze bedoe lingen. Daar kunnen wij slechts naar gissen en dan mag dit nóg nooit persoonlijk zijn, maar 't moet algemeen blijven. En dan nóg is 't gevaarlijk. s'Iet „Waarom, Heerezit ons al tijd zoo in den weg. 't Beste is, dat we ons ganschelijk niet in gissen verdiepen en 't stil aan vaarden Alzoo is het des Heeren wil over ons en aan dien wil hebben we ons te onderwerpen, wijl Hij het doet. Laten vooral de kinderloozen niet nneenen, dat hun huwelijk doelloos is jje zouden dan vervallen in de fout van A hraham, die uitriepAl wat Gij mij gegt*ven w'ens zal het zijn is het nié^ van dezen Damascener, Eliëzer. God'heeft ni^t hei huwelijk met één bepaald aardsch doel ingesteld. De voortplanting van het menschelijk ge slacht behóórt tot des Heeren doel, maar is volstrekt niet het eenige. Al wat Hij heeft ingesteld, dat is geweest tot eer en verheerlijking van Zijn Naam. Hij wil dus dat in het menschelijk huwelijk iets u.^schittere en nablinke van de Bruiloft d.^s Lams en van het Geestelijk Huwelijk tu,ssehen Christus en Zijn Bruid, de Kerk. Dit zijn zeer heilige zaken. Maar juist zij, aan wie God kinde ren onthoudt en die dus in de zaken van dit aardsche leven menigmaal niet die drukte en bemoeienis vinden als zij, die voor vele kinderen hebben te zorgen, juist zij kunnen te beter in alle stilte, in de geheimenis van hun gezin, de geestelijke gedachte van het huwelijk naar voren brengen, waarvan altijd iets uitstraalt naar buiten. Meer dan anderen kunnen ze een voorbeeld zijn. Ze hebben vial meer tijd dan an deren, om geestelijken zegen rondom zich te verspreiden, als ze zélf steeds ^zig mogen zijn in hun geestelijken QPbloeï in Christus. Paulus was ongehuwd, tn had dus geen kinderen. Toch spreekt hij van „Mijne kinder- kens". Nu was hij een apostel. Maar heel, heel in de verte, geldt het toch voor elk christen, dat hij bij tijd en gelegenheid in alle bescheiden heid, onder Gods zegen, iets van 't Pauluswerk verrichten kan, n.l. te pre diken Jezus Christus, gekomen als Za ligmaker van zondaren. En de kinderlooze heeft, wat den tijd betreft, in elk geval veel gunstiger kans, dan die kinderen heeft. Het Chr. Huisgezin dat kinderloos blijft, zoekt soms compensatie. De echtelieden redeneeren dan alzoo Zie, er zijn zooveel kinderen, die geen vader of moeder hebben, die behoorlijk voor hun zorgener zijn kinderen, buiten echt geboren, die hoogstwaarschijnlijk een droevig lot tegemoet gaan. Wij moesten ons over zulk een kind ontfermen. - Het geheel nemen voor ónze reke ning. Het liefhebben, alsof wij de vader en moeder waren. Wie weet, als zulk een kind dan groot wordt, voelt het zich ten nauwste aan ons verbonden, al weten we dat we nooit in de betrekking van vader en moeder en kind kunnen treden. Dat kan soms ook zoo uitkomen. Maar de voorbeelden zijn er ook, dat het bittere teleurstelling gaf. En vooral, wanneer de echtelieden langs dezen weg zouden zoeken te verkrijgen, wat God hun nu eenmaal onthouden heeft, n.l. ouderweelde en kinderliefde. Men bezinne zich dan ook goed, eer men dien weg inslaat. Doch er is o i. een betere weg. Het chr. huisgezin, ook het kinder looze, behoort tot de gemeente des Heeren, met tal van andere christelijke gezinnen. In die gezinnen komt van allerlei voor. Daar is ergens een kleine geboren in een druk gezin, waar men gedu rende twee drie weken best een paar van die drukke woelwaters mis sen kan. Of ook, de kleine is frisch en gezond, maar de moeder is vèr heen absolute rust is noodigde kleine kan kunstmatig gevoed, als er nu maar een gezin is, waar men zich eenige weken, eenige maanden over 't kind ontfermen wil. Of men komt op 't terrein der dia conie. Er is een knaap of meisje in de gemeente, wees, die eenige jaren in een christelijk gezin moet opgenomen, om te leeren hun eigen brood te ver dienen. 't Is een heele taak. Maar men heeft de diaconie achter zich; staat dus niet alleen. De gevallen zijn te vermenigvuldigen. Ik wil maar zeggenHet kinderlooze gezin heeft daarom nog niet alle relatie met kinderen op te geven. En voelt het daartoe geen roeping, wat kan het dan niet, meer dan andere gezinnen op allerlei wijs de gemeente des Hee ren nuttig zijn. *m* De Burgemeester van Dirksland, Melissant en Herkingen. Deze drie gemeenten van Flakkee wachten op hun nieuwen burgemeester. Hoewel wij niet veel actie gewaar worden gelooven we toch niet, dat dit een wachten in stilheid is. Er zal wel flink gewerkt wor» den, zooals het plicht is Het goed recht van het bezit van een positief Anti.Rev. burge» meester in deze gemeenten moet bepleit wor» den. En wij twijfelen er niet aan of dit wordt gedaan. Intusschen doet zich ook hier de vraag weer voor: ware in verband met het over» wegend gemeentelijk karakter dat het ambt van burgemeester eigen is, benoeming uit de ingezetenen niet wenschelijk Inderdaad heeft dit voordeden. Deze voordeden moeten ech ter niet overschat worden. Terwijl er dit groote nadeel tegenover staat, dat de keuze dan te zeer beperkt wordt. De aard van het burgemeesterschap is in den loop der jaren geheel veranderd. Het is niet meer uitsluitend een eerepostje, zooals het vroeger wel placht te zijn. Inderdaad is het ambt geen sine»cure meer. De moderne constructe onzer samenleving is zóó gecom» pliceerd, dat óók van den burgemeester onzer kleinere plattelandsgemeenten althans eenige juridische en administratieve kennis geëischt moet worden. Nu wordt er in de praktijk wel eens geredeneerd «als er maar een flinke gemeente»secretaris is, dan kan ieder burge» meester zijn«, maar zoo oppervlakkig mag er toch over dit gewichtig vraagstuk niet heen gegleden worden. Een der fundamenteele be» ginselen van ons Nederlandsch staatsrecht is, dat aan de gemeenten een ruime mate van autonomie en selfgovernment gelaten wordt. Een zeker terrein van wetgeving en bestuur is voor de gemeente gereserverd. En met uit» sluitend administratieve routine is dit niet klaar te spelen. Uit den aard der functies moet de burge» meester veel meer leider dan ambtenaar zijn. Het zwaartepunt mag nimmer in den ge» meentesecretaris liggen, waarbij de burgemees» een goede gewoonte der Regeering geworden zich over het algemeen op het standpunt te plaatsen, dat de burgemeester behoort te zijn van de politieke richting die in een betrokken gemeente domineert. Niet steeds is dit soliede standpunt ingeno» men. Wij herinneren aan de voorziening in de vacatures van deze zelfde gemeenten in 1901 door het Ministerie»Pierson De verkiezingen hadden even te voren plaats gehad en het Kabinet was reeds demissionair, 't had zijn ontslag aangeboden, en tóch dreef het voor deze drie gemeenten met een zéér overwegen» de Anti.Rev. bevolking, gelijk de verkiezingen toen pas hadden uitgewezen, de benoeming door van een liberaal burgemeester, een daad welke dit Kabinet zeer kwalijk genomen is. Onder Rechtsch bewind is aan deze praktijk gelukkig een einde gekomen. En wij hebben geen reden te vermoeden dat ons huidig mi» nisterie van deze goede gewoonte weer zal afwijken.; De betrokkene gemeenten hebben recht op een positief AntisRev. burgemeester En de samenstelling dezer raden, vooral van de voornaamste der drie gemeenten, wettigt het leggen van eenig accent op dit adjectief. Trouwens het zijn niet alleen deRechtsche groepen in ons land die dit standpunt geheel conform ons constitutioneel recht achten. Wij herinneren er aan dat nog bij de laatste Grond» wetsherziening in 1922, de heer Ter Laan namens zijn sociaaldemocratische fractie een Zaterdagmiddag zijn te Amsterdam de Deensche duikbooten Bellona, Bota en Flora (v.l.n.r.) aangekome Aan de steiger van vaD Es en van Ommeren werden zij gemeerd. ter misschien een sierlijk ornament in de gemeentehuishouding, maar practisch in ieder geval het vijfde wiel aan de wagen is. Wij zeggen niet, dat het in de practijk zoo vergaan is, maar de bedoelin» kan en mag het toch niet zijn. Voorts is het karakter van het burgemees» terschap alzijdig. De burgemeester is orgaan der gemeentelijke corporatie, maar anderzijds is hij door den wetgever ook gedacht als nergens dat in het gemeentelijk bestuursorga» nisme te waken heeft voor aantasting van de regelingen van den centralen wetgever en van belangen van het Rijk Hij is de verbindende schakel tusschen Rijks» en gemeentebestuur. Voorts is hij in de praktijk belast met de uitvoering van vele wetten en Koninklijke be» sluiten. Jaren geleden noemde de heer van Leeuwen, toenmaals burgemeester van Amsterdam, een burgemeester een»Rijkskruier«. In dien tijd al ('t was 1905) had de burgemeester zijn medewerking te verleenen aan de uitvoering van 73 wetten en 50 Koninklijke Besluiten I Hoe zou 't nu zijn 1 Er is dan ook meermalen over gesproken het burgemeesterschap te schei» den van het raadsvoorzitterschap. Voorts is hij leider der gemeente»politie en heeft krachtens art. 190 der gemeentewet zekere organiseerende bevoegdheid ten aanzien van dezen tak van dienst. Een burgemeester mag dus wel eenigermate juridisch en administratief geschoold zijn, wil hij feitelijk beantwoorden aan hetgeen van hem geëischt wordt. In de tweede plaats is het in de laatste jaren amendement voorstelde om de benoeming van den burgemeester te doen geschieden door den gemeenteraad, waaruit blijkt dat ook de S.D.A.P. de wenschelijkheid bepleit, dat de burgemeester representeert de gevoelens van de meerderheid van den Raad. Maar natuurlijk, waar ook deze eisch beslist gesteld moet worden, wordt de keuze uit de ingezetenen alweer enger en is het daarom wenschelijk, teneinde aan deze eischen billijk te kunnen voldoen, dat- de benoeming ook buiten de inzetenen kan plaats hebben, hetgeen dan ook wellicht geschieden izal, waartegen bij de ingezetenen voor zoover ons bekend is, geen bezwaar bestaat. 't Is zomer, ook in de politiek. Wat niet wil zeggen, dat het ook in de politiek warm is. Ik ken een kiesvereeniging, die in 'n circu» laire aan de leden officieel den «zomertij d« aankondigde. 'n Overzicht gaf van den winter. Prees en laaktealvast iets mededeelende over de wintercampagne, maar overigens met de beste bedoelingen over eenige maanden Wel te rusten 1 zei. Te warm voor de politiek. En in den zomer loopen de vacantiën en de plezierreizen zoo door en in elkaar, dat een flinke opkomst niet te wachten is Een avond»temperatuur van b.v. 85 graden geeft zweetwerk. Wat die plezierreizen betreft, mannen en vrouwen uit alle partijen doen daar tegenwoor» dig aan mee. Wat de onzen betreft, onder» zoek maar eens bij de Chr. Reisvereeniging al houdt men daar geen aanteekening van de politieke »Iigging« der gasten, toch zeggen in vele gevallen de namen al genoeg. Maar bij de socialisten is 't wat anders. In «Het Volk* stonden niet lang geleden heel wat buitenlandsche reisjes aangekondigd, waarbij er waren die een aardig sommetje geld kostten, 't Is niet 't eerste reisjaar onder deze menschenhet bestuur had dus wel eenige grond onder de voeten, toen het zijn aanbie» ding deed. Nu misgun ik geen mensch zijn reisje. Er zijn tenslotte voor elkeen heel wat vragen te beantwoorden, maar die worden te persoon» lijk en die zullen in onze kring ongetwijfeld in 't verborgen worden afgehandeld. Maar wat ik van de socialisten zeggen wil, die gun ik ook hun reisje, mits ze dan bij openbare gelegenheden niet al te veel schreeu» wen met 't «Wij, proletaren Ik kom er op terug: 't is zomer. tQ cent per regel. (j zde.pone.ertf met bijzondere nauwkeurigheid vervaardigde rooktabak. Onze veeljarige ervaring komt de kwaliteit ten goede. MORIAAN BAY munt uit in geurigheid en zachten smaak. 40 cent per half pond. NEEMT PROEF En 't is ook zomer in de politiek. En ik vermoed zoo: Den Haag zal er ook wel gauw een eind aan maken. Nu hoogst waarschijnlijk het nieuwe tractaat met België eerst ver in 't najaar in openbare behandeling komt, nu is er ook heel weinig meer, dat de politieke aandacht trekt. 't Jaar is tóch door de Crisis verknoeid. En voor de rest is 't een praatjaar geweest. 'k Sprak daareven van de S. D. A. P. Me dunkt, als er bij haar huisbezoek werd gedaan, zou ze op de vraag hoe 't gaat ook kunnen antwoordenStilletjes dominee, stil» letjes 1 Er is weinig over haar te noteeren. Het is een teer onderwerp, maar ik wil het toch even aanstippen, een paar hunner hebben den laatsten tijd een niet onaanzienlijke be» trekking er bij gekregen, waardoor ze een man in bonis werden, tenminste «goed gesitueerd*. Schaper werd Gedeputeerde van Z,«H. En Van der Sluis burgemeester van Goor. Nu moet men dit begrijpen. De zaak zelf laten we rusten. Het komt bij ons óók voor, en als de beide betrekkingen in of nabij Den Haag kunnen worden waargenomen door een flink man in de kracht zijns levens, dan is er niets en ook niets tegen. Onze De Wilde de Naardensche tuinders hebben 't nog pas kunnen getuigen en min Lambooy had een kwade partij aan hem is een uitstekend Kamerlid, die ook zijn zaakjes wéét en tevens een der beste wet» houders van Financiën, die Den Haag in jaren heeft gehad, zooals vriend en vijand getuigt. Elk moet het tenslotte zelf weten. En als dan 't voorbeeld gevolgd wordt, laat ik maar eens in den goeden zin even wat persoonlijk zijn, van onzen dr. Scheurer, die

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1