jjjjoor de» JfoniKwj
TWE
111
„En gij zult de gave des Heiiigen
Qeestes ontvangen." Neen, de apostel
zegt niet te veel, als hij aan de ver
slagenen van hart de schenking des
H. G. toezegt. Zijn woord is wel ge
grond. In vs. 39 geeft hij den grond
aan, waarop zijn verzekering rust. Die
grond is de belofte Gods.
„Want u komt de belofte toe, en uw
kinderen, en allen, die daar verre zijn,
zoovelen als er de Heere, onze God
toe roepen zal."
Wij zien hoe de apostel dezen men
schen, van zonde overtuigd en heil-
begeerig, in den naam des Heeren ver
troostend tegemoet komt.
De Heere laat een zondaar, die met
zijn zonden verslagen is, niet van droef
heid verkwijnen. Als Hij toeft te komen,
is 't, opdat het gebed dringerder en
vuriger zou worden. Maar Hij komt
zeker, dan, ais 't Zijn tijd is. Hij werpt
ons neer, om ons op te heffen. Hij
wondt, maar heelt ook. Hij troost het
hart, dat schreiend tot Hem vlucht.
„Want u komt de belofte toe" n.l.
de belofte des heiligen Geestes. In die
eene belofte liggen andere opgesloten,
want 't is de H. G. die de weldaden
van Christus aan ons toepast. Die be-
ofde komt u toe zegt Petrus, niet alsof
men die waardig was en daarop aan
spraak kon maken, maar uit kracht van
Gods welbehagen, van Zijn verbond.
Die belofte was aan Israël gegeven.
En al had dit volk de zegeningen Gods
niet gewaardeerd, daarom gold die
belofte nog en was het verbond Gods
nog van kracht voor een ieder, die zich
bekeerde.
Ja, nog verder wordt de kring uit
gebreid. Die belofte komt niet alleen
u, Joden, toe, maar ook uw kinderen,
die in het verbond geboren zijn u en
uw zaad, waarvan de doop de verze
geling is. Ja, nog verder strekt zich
die belofte uit. Zij geldt ook dengenen,
die verre zijn, waaronder wij de heide
nen te verstaan hebben. Na de uitstor
ting des Geestes is ook hun de zon
des heils opgegaan, en zijn ze in het
verbond opgenomen. Dat is 't, wat
voor ons, die van nature heidenen
waren, het Pinksterfeest van zoo groote
beteekenis doet zijn. Op ons is van
oepassing het woord tot de Efeziërs
gericht„Maar nu in Christus Jezus,
zijt gij, die eertijds verre waart, nabij
geworden door het bloed van Christus."
rloeveel reden tot dank is er voor ons,
die eertijds zonder Christus waren,
vervreemd van het burgerschap Israëls
en vreemdelingen van tde verbonden
der belofte, geen hoop hebbende en
zonder God in de wereld.
Maar, om mogelijk misverstand af te
snijden, voegt de apostel aan zijn
woorden nog iets toe„zoovele als er
de Heere, onze God, toe roepen zal."
Hier wordt een beperking gemaakt.
Petrus wijst hier op de vrijmacht Gods,
als hij zegt, dat niet aan ieder, hoofd
voor hoofd, die belofte geldt. Al heeft
de Heere ook het zaad der geloovigen
in Zijn verbond opgenomen, zoo is
daarmede nog niet gezegd, dat allen,
zonder uitzondering, in de weldaden
van dat verbond deelen.
Maar zoo zal misschien iemand
zeggen juist door die beperking
worden mij weer de troost en de zeker
heid ontnomen, die mij de belofte der
verbonds gafzoo wordt alles voor
mij weer op losse schroeven gezet en
dringt zich de vraag aan mij opis de
belofte des verbonds ook voor mij
zou ik wel een van die geroepenen
zijn? Toch behoeft die beperking voor
ons geen oorzaak van onzekerheid en
twijfel te zijn. Immers, die geioepen
zijn, zijn te kennen. Waaraan Hieraan,
dat zij, verslagen in het hart, met hun
zonden verlegen worden en vragen
wat moet ik doen, om zalig te worden
Hieraan, dat zij heilbegeerig naar Jezus
uitzien en met hun zonden zich tot
Hem wenden, Hem geloovig aannemen
en door Hem tot den Vader komen.
Hieraan, dat zij tegen de zonde, die nog
tegen hun wil in hen is overgebleven,
strijd voeren en God gedurig bidden
om de genade des Heiligen Geestes,
vurig begeerende hoe langer hoe meer
Zijn beeld gelijkvormig te worden. In
dien gij den Heere, uw God zoekt,
indien gij niet rusten kunt dan alleen
in Jezus, vrees dan niet, of u de belofte
Gods wel geldt. Als gij God zoekt, is
't omdat God u eerst gezocht heeft.
Wanneer wij echter aan ons zeiven
genoeg hebben en er geen ernstig vra
gen is naar Christus en Zijn gerechtig
heid, is er geen grond voor ons om
ons te troosten niet Gods beloften.
Zonder waarachtige bekeering zullen
wij het koninkrijk Gods niet beërven.
Zoo bevatten onze tekstwoorden in
het kort het evangelie, dat Petrus
predikte.
Hoeden- en Petfenmagazijn
Zeker heeft hij nog meer gezegd, dan
ons wordt medegedeeld.
Wat ons staat opgeteekend, is de
kern voor zijn prediking. „En met veel
meer andere woorden betuigde hij, en
vermaande hen, zeggendewordt be
houden van dit verkeerd geslacht." Des
apostels woord was een betuigen, een
plechtig verzekeren van de waarheid
van zijn woord. Hij vermaande hen te
breken met de ongeloovige Joden, zich
van hen af te scheiden en niet langer
gemeenschap te hebben aan hun godde-
looze werken. En dat behoort tot de
waarachtige bekeering, dat wij ons af
scheiden van de zondaren.
Niet, dat wij uit de hoogte op hen
moeten neerzien en hen mijden, alsof
wij beter zijn, maar wij moeten breken
met hun zonden en liever allen en
alles laten varen dan God ongehoor
zaam zijn. Die een vriend der wereld
wil zijn, wordt een vijand van God.
Wij moeten kiezen. De Heere moet ons
meer waard zijn dan de heele wereld.
De smaadheid van Christus moeten
wij willen dragen; het verkieselijker
achten door de wereld uitgeworpen te
worden, dan de waarheid te ver-
oochenen.
Binnenland.
Land- en Tuinbouw.
Za ter
Tw
Uit
Waarin zoo menige bladzijde voorkomt,
die alléén gekend wordt door de echtelieden
zelve en door Hem, Die alles weet en
Die een rechtvaardig oordeel vellen zal,
En is het din een gezin en een huwelijk
geweest, zooals ik het straks beschreef, al was
dan het uiterlijk aanzien in de wereld ook
nog zoo gunstig, dan zal het zijn Wee I voor
wi zonder God en naar den wil hunner eigen
zondige ziel, misschien wel vijftig jaar lang
:n hun huwelijk dit leven zijn doorgegaan
Ik wensch die jong'gehuwden toe, dat ze
als zinspreuk in hun leven mogen hebben
»Ken den Heere in al Uwe wegen l«
Dat dit reeds hun spreuk moge zijn geweest
vóór ze ten huwelijk gingen, toen ze elkan»
der leerden kennen en dat het hun spreuk
blijven moge, hun gansche leven lang.
Want zoo w44r al het is, dat zij des Heeren
gedachten over ons niet narekenen kunnen;
dat wij soms met verbaasde ontzettende oogen
het onweer over ons hoofd zien losbarsten
en stamelen: Heere 1 treft ook dat weer mij?
zoo waar is het ook, dat het niet is de wis»
kundigste uitkomst van des menschen eigen
kracht, eigen stijl, eigen omslag en inspanning
die hem in het lot zijns levens wordt thuis»
gebracht.
Het is alles alzoo 's Heeren welbehagen.
En nu mogen nog de jong» nog de oud»
gehuwden van dat welbehagen uitgaan, of
ook maar eenige, tóch tot onvruchtbaarheid
gedoemde poging aanwenden, om in dat wel»
behagen door te dringen, wij hebben er
in te berusten als het komt, maar het is zulk
een gerustheid te weten, dat het alles uit dat
welbehagen voorkomt.
Anders zouden wij vaak radeloos staan.
Wij spannen ons tot het uiterste in en maai
al te vaak treft ons slag op slag. Een ander
loopt er de kanljes langs en buiten die kantjes
daar wast en gedijt het, niemand begrijpt
hoe.
De raadselen des levens zijn velel
Maar nogeens, wat een gerustheid ook voor
de jonggehuwden, dat niets anders over hen
komt, dan Gods Raad en Welbehagen.
Maakt dat van hen zorgelooze menschen?
In geenen deele 1 Zij zijn hun huwelijk be»
gonnen met Gods Woord de eereplaats te
geven in hun woning en dat Woord leert
hun op zoovele bladzijdenDe hand des
vlijtigen zal gezegend worden
En ze kennen den Heere in al hunne we»
genook in het dagelijksch bedrijf.
Ons volk staat om zijn nuchterheid bekend.
En gelukkig ook nog, om goede zeden en
godsdienstzin.
En zoo zullen de nieuwerwetsche huwelijks»
ideeën lang, zéér lang werk hebben, eer ze
óók doorgedrongen zijn tot de breede lagen
van ons godsdienstige, eenvoudige, lagere
volk.
We zullen over die ideeën niet in den
breede uitweiden.
Maar brengen er alleen dit van in herinne»
ring, dat men u in die kringen met een spot»
lach begroet, als ge, met uw vrouw samen,
verzekert, dat alleen de doodscheiding maken
zal tusschen u en haar.
Zulk een idee begrijpt men niet.
Dat is waanzin, acht men.
Ja, als alles goed gaat, als blijkt dat men
ook bij den voortgang bij elkander past, och
ja 1 wat zou men dan naar verandering haken 1
Maar een band voor het leven,
Dat acht men een ondraaglijke keten 1
En als dan de Nederlandsche wetgeving,
gelukkig I nog grootendeels op het ouderwet»
sche standpunt staat, dan zal men wel listen
gebruiken en vonden zoeken, waardoor men
«langs een omweg" tóch in enkele dagen of
weken van elkander af is en t weer met een
ander aanleggen kan.
Nogeens, onze jonge menschen gaan geluk»
kig nog met andere ideeën ten huwelijk.
Zij weten, - 't is voor het leven
En omdat het voor 't leven is, zal het tusschen
de echtelieden, hier meer daar minder, soms
weieens even spinnen.
In de bruidsdagen gelooft men dat zoo niet.
Maar 't hoeft ons geen vieemde zaak te zijn.
Twee zondaren gaan ten huwelijk.
Elk met zijn eigen gebreken, tekortkomingen,
zonden.
En behalve dat heeft ieder ook zoo zijn
eigen karakter.
Vóór et huwelijk kan 't gebeuren, dat die
karakters soms al eens botsen, maar men is
dan betrekkelijk zelden bij elkaar, heeft nog
weinig, gemeenschappelijke belangen, en zoo
is het niet zoo moeilijk om botsingen, die
uit het karakter voortvloeien, te vermijden.
Maar nu is men getrouwd.
Enkel weken, enkele maanden.
En laat ik nu maar eens een eenvou»
dig voorbeeld kiezen.
»Zij« is op alles netjes, érg netjes, sóms zou
men zefs zeggen pijnlijk netjes.
»Hij« is van andere makelij. Slordig, neen
dat is hij niet, maar om alles zoo in de
puntjes te hebben, ochdaar dénkt hij een»
voudig niet aan.
Eerst hindert haar. dit niet zoo erg.
Laat hij hier eens wat slingeren, haalt hij
daar wat van zijn plaats, zonder 't weer op
te ruimengooit hij soms een heele boel
overhoop, om één briefje te vinden, dat hij
hebben moet, och »zij« brengt alles met plezier
weer in orde.
Maar dat plezier gaat er toch langzamer»
hand wat af.
Hij maakt het toch wel wat al te bont en
in alle liefde wijst ze hem op zijn gebrek en
jal hij zal 't beteren.
Maar inplaats van beter, wordt t erger.
Er komt een persoonlijk element bij
Hij kon mij dan toch 't plezier wel doen
er nu eens aan te denken 1
Tot hij op een keer dan ook érg door de
brij roert en zij 't dan nu es goed zeggen
moetEr vallen wóórden 1
Stel u gerust, - 't komt spoedig in orde
en 't zullen ook de laatste niet zijn, maar
onze jonge echtelieden zullen leeren met el»
kaar samen te leven en elk jaar voelen ze,
dat ze sterker aan elkander verbonden zijn
Het huwelijk bepaalt zich tot dit aardsche
samenleven.
In den hemel trouwen zij niet, noch wor»
den ten huwelijk gegeven, doch zijn als de
engelen Gods.
Doch dit wil niet zeggen, dat het huwelijk
niet ook een geestelijke zijde heeft en de
jonggehuwden hebben te bedenken, dat zij
ook in dit opzicht een roeping tegenover el»
kander hebben.
Laten ze dadelijk instellen het gemeenschap»
pelijk gebed, waarbij de man voorgaat en laat
vooral niet een te ver getrokken schuchterheid
hen er toe brengen, om in den huislijken
omgang nooit anders dan over de dingen
van dit aardsche en tijdelijke leven te han»
Laat er eens een woordeken vallen over
het deel der Schrift dat men gelezen heeft.
Of over de preek die dominee heeft gehouden
Zoo langzamerhand wordt er dan ook wel
eens 'n woord gewisseld over 't eigen ziele
leven.
Laat vooral 't gebed geen sleur zijn.
Dat de man daarin zijn ziel legge en
voorzoover hij de zielsbehoeften van zijn
vrouw kent, bovenal ook als hij zonden
of gemeenschappelijk kwaad te belijden heeft,
laat het een bidden zijn, waarvan men ge»
sterkt en gelouterd weer op staat
Wie is tot al deze dingen bekwaam?
Niemand, - uit zichzelf.
Maar ge zijt uw huwelijk begonnen in den
Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen
Geestes, de drieëenige Verbondsgod schenkt
wie 't Hem vraagt, ook al wat zij noodig
hebben voor den rechten christelijken huwe»
lijksstaat.
Jonggehuwden, de Heere zegene u
UITKIJK
Handelingen 2 t 37—41.
»En als zij dit hootden, werden
zij verslagen in het hart, en zeiden
tot Petrus en de andere apostelen
Wat zullen wij doen, mannen broe»
ders?
En Petrus zeide tot hen Bekeert
u, een iegelijk van u worde gedoopt
in den naam van Jezus Christus
tot vergeving der zonden, en gij
zult de gave des Heiligen Geestes
ontvangen.
Want u komt de belofte toe, en
uw kinderen, en allen, die daar
verre zijn, zoovelen als er de Heere
onze God toe roepen zal.
En met veel meer andere woor»
den betuigde hij en vermaande
hen, zeggendeWordt behouden
van dit verkeerd geslacht.
Die dan zijn woord gaarne aan»
namen, werden gedoopt; en daar
werden op dien dag tot hen toe»
gedaan omtrent drie duizend zie
len«.
schen fabrikant niet wordt gevoeld, is het
wenschelijk voorgekomen het tarief, waarnaar
het invoerrecht wordt geheven, iets hooger
te stellen dan thans de belasting.
Als tegemoetkoming aan hen, voor wie het
te bezwaarlijk zou zijn, de belasting voor te
schieten, is bepaald dat, ingeval voor de be»
lasting zekerheid is gesteld, de belangbeb»
bende daarvoor crediet ontvangt tot het einde
der vijfde maand, volgende op die, waarvoor
de maandelijkscbe aangiftestaat bij den ont»
vanger is ingeleverd. Óp deze wijze wordt
voorkomen, dat de aan de belasting onder»
worpen industrie en tot kapitaalsuitbreiding
worden gedwongen.
De bij het ontwerp fcehoorende label is,
naar aanleiding van ingewonnen adviezen,
op verschillende punten gewijzigd.
Berekening der heffing.
Artikel 3 der wet op de Weeldeverterings»
belasting bepaalt het volgende:
De belasting wordt berekend naar 10 ten
honderd van de gezamenlijken verkoopprijs,
der in dezelfde levering begrepen goederen,
nadat deze in volle guldens naar boven is
afgerond. De belasting is ook verschuldigd,
indien aan de goederen deelen of onderdee»
len ontbreken, of indien zij worden afgele»
verd in niet afgewerkten staat. Goederen in
gedemonteerden staat worden met goederen
in niet gedemonteerden staat gelijk gesteld.
Van goederen, bedoeld in een bij de wet
behoorende tabel wordt, aldus zegt art. 6 van
het ontwerp, indien zij het Rijk worden in»
gevoerd, een bijzonder invoerrecht geheven
van 12 ten honderd der waarde. Dit bijzon»
der invoerrecht wordt, eventueel naast het
invoerrecht, verschuldigd volgens de Tarief,
wet 1924, geheven op denzelfden voet als
ware het in het bij die wet behoorend tarief
opgenomen, met inachtnrming van de vol»
Als gewoonlijk waren op den Dam vele menschen aanwezig om H. M. de|Koninf,in te
begroeten en toen de Kon. Familie na aankomst op het balcon verscheen werd zij door de
Amsterdammers hartelijk begroet.
R@clam@-iVEecledeeiSsigeii.
40 cent per regel.
VOQO t>LK ar-'ix Keus
Kipstraat 85«87 1 Rotterdam
mr ZIE DE 5 ETALAGES
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J. HENIGER Jr.
(Slot volgt.)
Weeldevertering.
Het ontwerp tot heffing eener Weeldever»
teringsbelasting onderscheidt zich van het in»
getrokken ontwerp door de aanvaarding van
een ander stelsel van heffing. Ten einde het
aantal personen, dat tot het houden van aan»
teekeningen ten behoeve van den fiscus wordt
verplicht en derhalve ook bet aantal plaatsen
waar de controle moet worden uitgeoefend,
belangrijk te kunnen beperken, belast het niet
meer den verkoop in het klein, doch de afle»
vering door den vervaardiger, of wel den in»
ter.
De heffing zal dus geschieden bij de bron,
wat voordeelen medebrengt, daar in den re»
gel bij fabrikanten en andere vervaardigers
van goederen een boekhouding zal worden
gevonden, die aan het toezicht steun kan ge»
veneen boekhouding, die bij debitantcn
dikwijls ontbreekt.
Niettemin, zegt de Minister, zal een inten»
sief toezicht noodig blijven om de behoorlijke
heffing der belasting te verzekeren.
Bij invoering der wet zal uit den aard der
zaak eenige druk worden geoefend op de
daarbij betrokken industrieën. Als compensa»
tie van dien druk, die door den buitenland»
gens die wet te verleenen vrijstellingen en
van de verdere wettelijke bepalingen, welke
ook ten aanzien van andere invoerrechten
gelden.
Bij levering hier te lande van goederen, be»
stemd om te worden uitgevoerd, is geen weel»
deverteringsbelasting verschuldigd indien door
de afleveraar wordt gehandeld overeenkomstig
de bepalingen, die de Algemeene Wet van 26
Augustus 1822 bevat met betrekking tot den
uitvoer van goederen met afschrijving van
accijns en het consent tot uitvoer, dat de
goederen vergezelt, naar behooren wordt ge»
zuiverd. Opslag der goederen in entrepot
wordt ten deze met uitvoer gelijkgesteldde
in entrepot opgeslagen goederen worden
daarna voor de toepassing dezer wet be»
schouwd als uit het buitenland te zijn inge»
voerd. Zekerheidsstelling wordt voor de af»
gifte van het consent tot uitvoer niet gevor»
derd.
Bij uitvoer van goederen, waarvan de be»
doelde afleveraar de weeldeverteringsbelasting
reeds heeft betaald, of van goederen voor de
weeldeverteringsbelasting, waarvan hij nog
crediet geniet, wordt het bedrag dier belas»
ting aan den belanghebbende bij de goederen
uitbetaald, mits de goederen niet zijn gebruikt,
bij den uitvoer is gehandeld overeenkomstig
de door den minister van Financiën te geven
voorschriften en het bedrag der terug te ge»
ven som te diens genoegen wordt aangetoond.
Óp gelijke wijze wordt gehandeld ten aanzien
van het invoerrecht, dat ingevolge het hier»
boven genoemde artikel 6 van de goederen
mocht zijn geheven.
Tabel der goederensoorten.
Hieronder volgt de lijst der goederensoor»
ten, waarvan, indien zij het Rijk worden in»
gevoerd, een bijzonder invoerrecht geheven
wordt van 12 ten honderd der waarde.
Kleedingsstukken en hoofddeksels van bont
en pelswerk, met uitzondering van kleeding»
stukken en hoofddekkels, welke, hoewel met
bont versierd, niet van bont vervaardigd, met
bont gevoerd of van een bontkraag zijn voor»
zien.
Brandkasten, kluisdeuren, safeloketten.
Fonografen, gramofoDen en hiermede gelijk
te stellen toestellen (met uitzondering van
dicteermachines), alsmede hun toebehooren,
zooals muziekrollen, platen en muzieknaalden.
Fotografietoestellen, ingericht voor opna»
men van een grooter formaat dan van 9 X
12 c.M. of daarmee gelijkstaand oppervlak;
fotografische lenzen met een brandpuntsaf»
stand van niet meer dan 15 c.M. Onbelichte
gevoelige platen en films voor opnamen van
een grooter formaat dan van 9 X 12 cM.
of daarmede gelijkstaand oppervlak, met uit»
zondering van bioscoopfilms en van Roent»
genfilms.
Aardewerk voor huishoudelijk gebruik, in»
dien dit is opengewerkt of met reliefversie»
ringen voorzien, of waarbij de kleur in of
onder het glazier is aangebracht. Tegels, waar»
bij de kleur in of onder het glazuur is aan»
gebracht. Porselein.
Gobelins, goudleerbebang en voorwerpen
in de samenstelling, waarvan goudleder is ge»
bezigd.
Haarden, met uitzondering van vulhaarden
en gashaarden; installaties voor centrale ver»
w arming.
Handschoenen, met uitzondering van wan»
ten, wollen, halfwollen, katoenen, asbest en
gummihandschoenen.
Jachtwapenen en munitie daarvoor.
Kant en kantstoffen met de hand gemaakt,
of waarop of waarin metaaldeelen ter versie»
ring zijn aangebracht of verwerkt.
Karpetten, kleeden, tapijten, loopers, waarin
wol is verwerkttafel» en beddegoed van an<
dere dan katoenen weefsels, damast.
Lederen koffers, benevens toiletg arnituren,
reisnecessaires, damestasschen, zakpoitefeuilles.
Lijfsieraden.
Meubelen geheel of grootendeels vervaar»
digd uit palissander» of mahonihout, noten»
hout, wortelnotenhout of rozenhout, ingeleg»
de meubelen en meubelen, waaraan snijwerk
of beeldhouwwerk voorkomt.
Moffen.
Parasols.
Parketvloeren, rubbervloeren, inlaid-, gra»
niet», houtnerf», vilt» of ander linoleum, be»
nevens andere vloerbedekkingen, waarin kurk
of rubber is verwerkt, met uitzondering al»
leen van effen gekleurd linoleum beneden 2
millimeter dikte.
Piano's, vleugelpiano's, pianola's, phonola's,
en andere mechanische piano's, alsmede hun
toebehooren, als muziekrollen en platen
Schoenen, laarzen, muilen en pantoffels,
waarvan de buitenzijde der schacht (de schoen,
neus niet medegerekend) geheel of groofen»
deels is vervaardigd uit leder van krododil»
len, hagedissen, slangen of andere reptiliën,
uit ander dan zwart gekleurd leder, uit lak»
leder, uit zijde of uit satijn.
Sigaren» en sigarettenkokers van metaal.
Smokin», rok en ga'akleeding.
Toiletveeren en andere modewaar van vee»
ren.
Tooneelkijkers, binocles, faces k main.
Voorwerpen, vervaardigd uit of samenge»
steld met agaat, barnsteen, ivoor, jaspis, ko»
raai, marmer, parelmoer of schildpad, met
uitzondering van instrumenten, werktuigen
en gereedschappen en van meubelen.
Waaiers voor handgebruik.
Wandelstokken met aangezetten knop.
Verkeersverbetering West«Noord«
brabant. Rechtstreeksche verbin»
ding met Rotterdam.
In de dezer dagen gehouden vergadering
van Stemgerechtigde Ingelanden van het uit»
gestrekte Waterschap »de Oude Prinslandsche
Polder» (Gemeente Dinteloord c a.) werd, ge»
lijk elders, evenzeer met groote meerderheid
van stemmen, financiëele steun in uitzicht ge»
steld voor de totstandkoming eener moderne
rechtstreeksche tramverbinding Steenbergen—
Dinteloord—Heiningen (Gemeente Fijnaart—
Willemstad (Rotterdam), met haven» en veer»
verbetering te Willemstad indien verbetering
van het verkeerswezen voor West»Noordbra»
bant in deze richting zoude worden ter hand
genomen.
Smeert ge op Uw ladder groen, grijs, wit,
Dan ziet ge nooit, wat daaronder zit.
De veiligheid eischt het monopolie
Voor 't smeren met vernis of olie.
GEZONDHEIDSRAAD.
ZU1D.HOLLANDSCHE BOND VAN
VEEHANDELAREN.
De Zuid'HoIlandsche Bond van Veehande»
laren hield Woensdagmorgen haar jaarverga»
dering in de Diergaarde te Rotterdam.
In zijn openingswoord heette de voorzitter,
de heer M. de Haas, in het bijzonder welkom
den eere»voorzitter, den heer Voorspuy, en
den bondsvoorzitter, den heer A. Trompetter.
Aan het jaarverslag, uitgebracht door den
secretaris, den heer H. J. Sterner, ontleenen
wij het volgende
Economisch gesproken is het jaar 1925 voor
de veehandelaren even ongunstig als zijn
voorgangers. Gebrek aan uitvoer enonderne»
mingslust bij de boeren en het heerschen van
mond» en klauwzeer hielden den handel tegen.
De uitvoer was wel ongeveer gelijk aan die
in het voorgaande jaar ruim 7000 kalf» en
melkkoeien - doch dit is ver beneden het
normale. België betrok het overgroote deel;
de uitvoer naar Spanje en Italië is van korten
duur geweest. Jong vee werd er meer uitge»
voerd, doch de cijfers van dezen uitvoerble»
ven bescheidenruim 2000 stuks boven het
jaar en ruim 3000 stuks beneden het jaar.
Door de groote concurrentie van het buiten»
landsch vleesch werden de prijzen der min»
dere soorten steeds lager. De beste slacht»
beesten bleven goed te verkoopen. Oncourant
vee was er steeds veel aan de markt, waardoor
dit steeds in prijs terug liep en maar slecht
te plaatsen was.
Het jaarverslag geeft verder een overzicht
van het werk der vereeniging. Gereleveerd
wordt, dat verschillende pogingen in het werk
werden gesteld, om een einde te maken aan
het lange wachten met het vee voor de Maas»
brug Op den 2den Juli werd de eerste ver»
nadering gehouden ter bespreking van het plan
voor een nieuwe veemarkt en een nieuw abba»
toir te Rotterdam. Uit deze vergadering werd
een commissie benoemd, die wil probeeren
dit grootste plan te volbrengen. In de bestuurs»
vergadering van 21 Juli werd besloten te trach»
ten het secretariaat van den Ned. Bond weer
in Rotterdam te krijgen. Aan het harde werken
van den Voorzitter is het te danken dat het
vee voor Spanje doorgelaten werd.
Het ledental bedraagt momenteel 186. Aan
reductie van de Reederij op de Lek en van
de R. T. M. ontving de vereeniging ruim
f 450°- a a
Het jaarverslag memoreert verder de groote
diensten van den afgetreden directeur van de
veemarkt te Rotterdam, dr. Dhont.
Het finantieel verslag sluit met een batig
saldo van f 111,31.
Bij behandeling van de ingekomen stukken
werd besloten een conferentie te houden met
de directie der R. T. M., om te trachten ver»
andering te brengen in het tarief der maat»
schappij, dat thans bepaalt, dat 50 pet. ver»
hooging voor vee moet worden betaald. Be»
noemd werd een commissie bestaande uit de
heeren M, de Haas, L, de Haas en D. Speel»
penning.
De voorzitters van de markt»commissies
Rotterdam, Leiden, Gorinchem en Gouda,
brachten verslag uit over de werkzaamheden
in het afgeloopen jaar.
De heer de Haas bracht namens de verga»
dering dank aan de markt»commissies voor
haar ijverig werken.
Bij acclamatie werd de aftredende bonds»
voorzitter, de heer A. Trompetter, weer can»
didaat gesteld voor deze functie
Tot afgevaardigde naar de algemeene ver»
gadering werd de heer M. de Haas benoemd.
Bij een bespreking over de vaste staanplaat»
sen bleek, dat enkele leden niet tevreden zijn
over het functioneeren van de regeling. De
vaste plaatsen worden vaak ingenomen door
handelaren die er geen recht op hebbende
keurmeesters zijn overladen met werk, zoodat
zij niet in staat zijn de zaak goed te regelen.
Huurders van vaste plaatsen hebben de groot»
ste moeite andere menschen van hun plaats
te krijgen.
De voorzitter zeide, deze week nog een toe»
zegging van den directeur der markt gekregen
te hebben, dat de huurders van vaste plaatsen
tot 10 uur recht hebben op hun plaats, ook
al brachten zij er tot dien tijd nog geen vee.
De markt'commissie zal in deze zaak di«
ligent blijven.
r
Dit
Maak steeds ruim gebruik van de ventila»
tiemiddelen. Onzuivere lucht is even schade»
delijk als onzuiver eten en drinken. Zet in
ieder geval in de schafttijden de ramen open.
GEZONDHEIDSRAAD,
SUI
Het Utrechts^
Morgen, Din
per in 1876 aan
begrafenis in
felijk overschot
van Prinsterer t
Een droevige
voor de vriende
graf van den af
bare liefde te p
Hij toch die
banden aan or
geschreven, me'
met hetgeen hij
edel meDSch in
Menigeen in d
buiten weet ho
welijks iemand,
kon afwijzen.' I
selen en bepa;
in zijn isolemei
dwalenden broe
hulp zelfs aan
niet tot bestrijcj
roepen.
Daardoor is
worden.
Maar diezelfd
te geven, vertoc
in zijn publieke
goederen slecht
voelde en geloc
duizenden in d
geloofd worden
Maar hij leefde
niet tot zijn r
goede zaad drei
schelijke verord
er botsing tussc
Toen werd Goe
schen Gods wo
te brengen en
moedigen tegen:
van in te slap;
in dien slaap de f
Niet alsof bij dj
handhaving van
Maar hij me-
zooals hij die o]
hooren.
Daarvoor stre^
heeft Groen ai
recht van besta;
hetzelfde recht
de vrije ontwi
in de Maatschap
deningen, beiem
gelegd, gordde I
nam hij deel aa
Alléén düiro
tot aan het ein
geliebelijder.
i Welnu In dij
Waarheid om ziJ
- slechts zijn talen/
Alles werd aan
het laatste ooge
Niet zich zei,
in het openbare
kwam, heeft on
wist weg te cij
die hij voorsto:
Men voelde
gaan, dit nooi
Leider was hij,
om tot meegas
met hem aan di
lijk aansloot G:
geen taak te zw
gering, geen me
Onpractisch w
Leider te zijn
taak, maar groo
wezen. Dit gev
verdienste. Niet
van versleten c
toegelegd en d,
aanhangers verw
dedigde was ouq
Zijn aanhang
schien niet veel
Maar die aanhai
selen, welke ooi
ganiseerd en k
doening voor ei
ren, niet openb.
Deze aaneen
als hij door eig
werd, tegenover
minder begreep
voortre£felijkhei(
kracht van zijn
terendst uitblon
Maar nu is h.
ruggekeerd tot c
reeds zoozeer i
staan alleen. All
Voorwaar niet
zich wijdde, leel
betreuren, toon
openbare leven
onderwerpen I
lag zijn kracht,
Wij weten, w;
eerst na den
Godgewijden
moet sterven, z.
Daarom zijn wi
Ook in onz<
stond Nederlan
Maar hij die
taten een vast
vaderland gele
vertrouwen mo
De tijden, di
winder zwaar
Zwijger leefde e
Zullen wij da
len wij niet, ter
vo!gen, ja voor!
<e leeren,