jjjjoor de» JfoniKwj TWE 111 „En gij zult de gave des Heiiigen Qeestes ontvangen." Neen, de apostel zegt niet te veel, als hij aan de ver slagenen van hart de schenking des H. G. toezegt. Zijn woord is wel ge grond. In vs. 39 geeft hij den grond aan, waarop zijn verzekering rust. Die grond is de belofte Gods. „Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zoovelen als er de Heere, onze God toe roepen zal." Wij zien hoe de apostel dezen men schen, van zonde overtuigd en heil- begeerig, in den naam des Heeren ver troostend tegemoet komt. De Heere laat een zondaar, die met zijn zonden verslagen is, niet van droef heid verkwijnen. Als Hij toeft te komen, is 't, opdat het gebed dringerder en vuriger zou worden. Maar Hij komt zeker, dan, ais 't Zijn tijd is. Hij werpt ons neer, om ons op te heffen. Hij wondt, maar heelt ook. Hij troost het hart, dat schreiend tot Hem vlucht. „Want u komt de belofte toe" n.l. de belofte des heiligen Geestes. In die eene belofte liggen andere opgesloten, want 't is de H. G. die de weldaden van Christus aan ons toepast. Die be- ofde komt u toe zegt Petrus, niet alsof men die waardig was en daarop aan spraak kon maken, maar uit kracht van Gods welbehagen, van Zijn verbond. Die belofte was aan Israël gegeven. En al had dit volk de zegeningen Gods niet gewaardeerd, daarom gold die belofte nog en was het verbond Gods nog van kracht voor een ieder, die zich bekeerde. Ja, nog verder wordt de kring uit gebreid. Die belofte komt niet alleen u, Joden, toe, maar ook uw kinderen, die in het verbond geboren zijn u en uw zaad, waarvan de doop de verze geling is. Ja, nog verder strekt zich die belofte uit. Zij geldt ook dengenen, die verre zijn, waaronder wij de heide nen te verstaan hebben. Na de uitstor ting des Geestes is ook hun de zon des heils opgegaan, en zijn ze in het verbond opgenomen. Dat is 't, wat voor ons, die van nature heidenen waren, het Pinksterfeest van zoo groote beteekenis doet zijn. Op ons is van oepassing het woord tot de Efeziërs gericht„Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus." rloeveel reden tot dank is er voor ons, die eertijds zonder Christus waren, vervreemd van het burgerschap Israëls en vreemdelingen van tde verbonden der belofte, geen hoop hebbende en zonder God in de wereld. Maar, om mogelijk misverstand af te snijden, voegt de apostel aan zijn woorden nog iets toe„zoovele als er de Heere, onze God, toe roepen zal." Hier wordt een beperking gemaakt. Petrus wijst hier op de vrijmacht Gods, als hij zegt, dat niet aan ieder, hoofd voor hoofd, die belofte geldt. Al heeft de Heere ook het zaad der geloovigen in Zijn verbond opgenomen, zoo is daarmede nog niet gezegd, dat allen, zonder uitzondering, in de weldaden van dat verbond deelen. Maar zoo zal misschien iemand zeggen juist door die beperking worden mij weer de troost en de zeker heid ontnomen, die mij de belofte der verbonds gafzoo wordt alles voor mij weer op losse schroeven gezet en dringt zich de vraag aan mij opis de belofte des verbonds ook voor mij zou ik wel een van die geroepenen zijn? Toch behoeft die beperking voor ons geen oorzaak van onzekerheid en twijfel te zijn. Immers, die geioepen zijn, zijn te kennen. Waaraan Hieraan, dat zij, verslagen in het hart, met hun zonden verlegen worden en vragen wat moet ik doen, om zalig te worden Hieraan, dat zij heilbegeerig naar Jezus uitzien en met hun zonden zich tot Hem wenden, Hem geloovig aannemen en door Hem tot den Vader komen. Hieraan, dat zij tegen de zonde, die nog tegen hun wil in hen is overgebleven, strijd voeren en God gedurig bidden om de genade des Heiligen Geestes, vurig begeerende hoe langer hoe meer Zijn beeld gelijkvormig te worden. In dien gij den Heere, uw God zoekt, indien gij niet rusten kunt dan alleen in Jezus, vrees dan niet, of u de belofte Gods wel geldt. Als gij God zoekt, is 't omdat God u eerst gezocht heeft. Wanneer wij echter aan ons zeiven genoeg hebben en er geen ernstig vra gen is naar Christus en Zijn gerechtig heid, is er geen grond voor ons om ons te troosten niet Gods beloften. Zonder waarachtige bekeering zullen wij het koninkrijk Gods niet beërven. Zoo bevatten onze tekstwoorden in het kort het evangelie, dat Petrus predikte. Hoeden- en Petfenmagazijn Zeker heeft hij nog meer gezegd, dan ons wordt medegedeeld. Wat ons staat opgeteekend, is de kern voor zijn prediking. „En met veel meer andere woorden betuigde hij, en vermaande hen, zeggendewordt be houden van dit verkeerd geslacht." Des apostels woord was een betuigen, een plechtig verzekeren van de waarheid van zijn woord. Hij vermaande hen te breken met de ongeloovige Joden, zich van hen af te scheiden en niet langer gemeenschap te hebben aan hun godde- looze werken. En dat behoort tot de waarachtige bekeering, dat wij ons af scheiden van de zondaren. Niet, dat wij uit de hoogte op hen moeten neerzien en hen mijden, alsof wij beter zijn, maar wij moeten breken met hun zonden en liever allen en alles laten varen dan God ongehoor zaam zijn. Die een vriend der wereld wil zijn, wordt een vijand van God. Wij moeten kiezen. De Heere moet ons meer waard zijn dan de heele wereld. De smaadheid van Christus moeten wij willen dragen; het verkieselijker achten door de wereld uitgeworpen te worden, dan de waarheid te ver- oochenen. Binnenland. Land- en Tuinbouw. Za ter Tw Uit Waarin zoo menige bladzijde voorkomt, die alléén gekend wordt door de echtelieden zelve en door Hem, Die alles weet en Die een rechtvaardig oordeel vellen zal, En is het din een gezin en een huwelijk geweest, zooals ik het straks beschreef, al was dan het uiterlijk aanzien in de wereld ook nog zoo gunstig, dan zal het zijn Wee I voor wi zonder God en naar den wil hunner eigen zondige ziel, misschien wel vijftig jaar lang :n hun huwelijk dit leven zijn doorgegaan Ik wensch die jong'gehuwden toe, dat ze als zinspreuk in hun leven mogen hebben »Ken den Heere in al Uwe wegen l« Dat dit reeds hun spreuk moge zijn geweest vóór ze ten huwelijk gingen, toen ze elkan» der leerden kennen en dat het hun spreuk blijven moge, hun gansche leven lang. Want zoo w44r al het is, dat zij des Heeren gedachten over ons niet narekenen kunnen; dat wij soms met verbaasde ontzettende oogen het onweer over ons hoofd zien losbarsten en stamelen: Heere 1 treft ook dat weer mij? zoo waar is het ook, dat het niet is de wis» kundigste uitkomst van des menschen eigen kracht, eigen stijl, eigen omslag en inspanning die hem in het lot zijns levens wordt thuis» gebracht. Het is alles alzoo 's Heeren welbehagen. En nu mogen nog de jong» nog de oud» gehuwden van dat welbehagen uitgaan, of ook maar eenige, tóch tot onvruchtbaarheid gedoemde poging aanwenden, om in dat wel» behagen door te dringen, wij hebben er in te berusten als het komt, maar het is zulk een gerustheid te weten, dat het alles uit dat welbehagen voorkomt. Anders zouden wij vaak radeloos staan. Wij spannen ons tot het uiterste in en maai al te vaak treft ons slag op slag. Een ander loopt er de kanljes langs en buiten die kantjes daar wast en gedijt het, niemand begrijpt hoe. De raadselen des levens zijn velel Maar nogeens, wat een gerustheid ook voor de jonggehuwden, dat niets anders over hen komt, dan Gods Raad en Welbehagen. Maakt dat van hen zorgelooze menschen? In geenen deele 1 Zij zijn hun huwelijk be» gonnen met Gods Woord de eereplaats te geven in hun woning en dat Woord leert hun op zoovele bladzijdenDe hand des vlijtigen zal gezegend worden En ze kennen den Heere in al hunne we» genook in het dagelijksch bedrijf. Ons volk staat om zijn nuchterheid bekend. En gelukkig ook nog, om goede zeden en godsdienstzin. En zoo zullen de nieuwerwetsche huwelijks» ideeën lang, zéér lang werk hebben, eer ze óók doorgedrongen zijn tot de breede lagen van ons godsdienstige, eenvoudige, lagere volk. We zullen over die ideeën niet in den breede uitweiden. Maar brengen er alleen dit van in herinne» ring, dat men u in die kringen met een spot» lach begroet, als ge, met uw vrouw samen, verzekert, dat alleen de doodscheiding maken zal tusschen u en haar. Zulk een idee begrijpt men niet. Dat is waanzin, acht men. Ja, als alles goed gaat, als blijkt dat men ook bij den voortgang bij elkander past, och ja 1 wat zou men dan naar verandering haken 1 Maar een band voor het leven, Dat acht men een ondraaglijke keten 1 En als dan de Nederlandsche wetgeving, gelukkig I nog grootendeels op het ouderwet» sche standpunt staat, dan zal men wel listen gebruiken en vonden zoeken, waardoor men «langs een omweg" tóch in enkele dagen of weken van elkander af is en t weer met een ander aanleggen kan. Nogeens, onze jonge menschen gaan geluk» kig nog met andere ideeën ten huwelijk. Zij weten, - 't is voor het leven En omdat het voor 't leven is, zal het tusschen de echtelieden, hier meer daar minder, soms weieens even spinnen. In de bruidsdagen gelooft men dat zoo niet. Maar 't hoeft ons geen vieemde zaak te zijn. Twee zondaren gaan ten huwelijk. Elk met zijn eigen gebreken, tekortkomingen, zonden. En behalve dat heeft ieder ook zoo zijn eigen karakter. Vóór et huwelijk kan 't gebeuren, dat die karakters soms al eens botsen, maar men is dan betrekkelijk zelden bij elkaar, heeft nog weinig, gemeenschappelijke belangen, en zoo is het niet zoo moeilijk om botsingen, die uit het karakter voortvloeien, te vermijden. Maar nu is men getrouwd. Enkel weken, enkele maanden. En laat ik nu maar eens een eenvou» dig voorbeeld kiezen. »Zij« is op alles netjes, érg netjes, sóms zou men zefs zeggen pijnlijk netjes. »Hij« is van andere makelij. Slordig, neen dat is hij niet, maar om alles zoo in de puntjes te hebben, ochdaar dénkt hij een» voudig niet aan. Eerst hindert haar. dit niet zoo erg. Laat hij hier eens wat slingeren, haalt hij daar wat van zijn plaats, zonder 't weer op te ruimengooit hij soms een heele boel overhoop, om één briefje te vinden, dat hij hebben moet, och »zij« brengt alles met plezier weer in orde. Maar dat plezier gaat er toch langzamer» hand wat af. Hij maakt het toch wel wat al te bont en in alle liefde wijst ze hem op zijn gebrek en jal hij zal 't beteren. Maar inplaats van beter, wordt t erger. Er komt een persoonlijk element bij Hij kon mij dan toch 't plezier wel doen er nu eens aan te denken 1 Tot hij op een keer dan ook érg door de brij roert en zij 't dan nu es goed zeggen moetEr vallen wóórden 1 Stel u gerust, - 't komt spoedig in orde en 't zullen ook de laatste niet zijn, maar onze jonge echtelieden zullen leeren met el» kaar samen te leven en elk jaar voelen ze, dat ze sterker aan elkander verbonden zijn Het huwelijk bepaalt zich tot dit aardsche samenleven. In den hemel trouwen zij niet, noch wor» den ten huwelijk gegeven, doch zijn als de engelen Gods. Doch dit wil niet zeggen, dat het huwelijk niet ook een geestelijke zijde heeft en de jonggehuwden hebben te bedenken, dat zij ook in dit opzicht een roeping tegenover el» kander hebben. Laten ze dadelijk instellen het gemeenschap» pelijk gebed, waarbij de man voorgaat en laat vooral niet een te ver getrokken schuchterheid hen er toe brengen, om in den huislijken omgang nooit anders dan over de dingen van dit aardsche en tijdelijke leven te han» Laat er eens een woordeken vallen over het deel der Schrift dat men gelezen heeft. Of over de preek die dominee heeft gehouden Zoo langzamerhand wordt er dan ook wel eens 'n woord gewisseld over 't eigen ziele leven. Laat vooral 't gebed geen sleur zijn. Dat de man daarin zijn ziel legge en voorzoover hij de zielsbehoeften van zijn vrouw kent, bovenal ook als hij zonden of gemeenschappelijk kwaad te belijden heeft, laat het een bidden zijn, waarvan men ge» sterkt en gelouterd weer op staat Wie is tot al deze dingen bekwaam? Niemand, - uit zichzelf. Maar ge zijt uw huwelijk begonnen in den Naam des Vaders, des Zoons en des Heiligen Geestes, de drieëenige Verbondsgod schenkt wie 't Hem vraagt, ook al wat zij noodig hebben voor den rechten christelijken huwe» lijksstaat. Jonggehuwden, de Heere zegene u UITKIJK Handelingen 2 t 37—41. »En als zij dit hootden, werden zij verslagen in het hart, en zeiden tot Petrus en de andere apostelen Wat zullen wij doen, mannen broe» ders? En Petrus zeide tot hen Bekeert u, een iegelijk van u worde gedoopt in den naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. Want u komt de belofte toe, en uw kinderen, en allen, die daar verre zijn, zoovelen als er de Heere onze God toe roepen zal. En met veel meer andere woor» den betuigde hij en vermaande hen, zeggendeWordt behouden van dit verkeerd geslacht. Die dan zijn woord gaarne aan» namen, werden gedoopt; en daar werden op dien dag tot hen toe» gedaan omtrent drie duizend zie len«. schen fabrikant niet wordt gevoeld, is het wenschelijk voorgekomen het tarief, waarnaar het invoerrecht wordt geheven, iets hooger te stellen dan thans de belasting. Als tegemoetkoming aan hen, voor wie het te bezwaarlijk zou zijn, de belasting voor te schieten, is bepaald dat, ingeval voor de be» lasting zekerheid is gesteld, de belangbeb» bende daarvoor crediet ontvangt tot het einde der vijfde maand, volgende op die, waarvoor de maandelijkscbe aangiftestaat bij den ont» vanger is ingeleverd. Óp deze wijze wordt voorkomen, dat de aan de belasting onder» worpen industrie en tot kapitaalsuitbreiding worden gedwongen. De bij het ontwerp fcehoorende label is, naar aanleiding van ingewonnen adviezen, op verschillende punten gewijzigd. Berekening der heffing. Artikel 3 der wet op de Weeldeverterings» belasting bepaalt het volgende: De belasting wordt berekend naar 10 ten honderd van de gezamenlijken verkoopprijs, der in dezelfde levering begrepen goederen, nadat deze in volle guldens naar boven is afgerond. De belasting is ook verschuldigd, indien aan de goederen deelen of onderdee» len ontbreken, of indien zij worden afgele» verd in niet afgewerkten staat. Goederen in gedemonteerden staat worden met goederen in niet gedemonteerden staat gelijk gesteld. Van goederen, bedoeld in een bij de wet behoorende tabel wordt, aldus zegt art. 6 van het ontwerp, indien zij het Rijk worden in» gevoerd, een bijzonder invoerrecht geheven van 12 ten honderd der waarde. Dit bijzon» der invoerrecht wordt, eventueel naast het invoerrecht, verschuldigd volgens de Tarief, wet 1924, geheven op denzelfden voet als ware het in het bij die wet behoorend tarief opgenomen, met inachtnrming van de vol» Als gewoonlijk waren op den Dam vele menschen aanwezig om H. M. de|Koninf,in te begroeten en toen de Kon. Familie na aankomst op het balcon verscheen werd zij door de Amsterdammers hartelijk begroet. R@clam@-iVEecledeeiSsigeii. 40 cent per regel. VOQO t>LK ar-'ix Keus Kipstraat 85«87 1 Rotterdam mr ZIE DE 5 ETALAGES Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87 Aanbevelend, J. HENIGER Jr. (Slot volgt.) Weeldevertering. Het ontwerp tot heffing eener Weeldever» teringsbelasting onderscheidt zich van het in» getrokken ontwerp door de aanvaarding van een ander stelsel van heffing. Ten einde het aantal personen, dat tot het houden van aan» teekeningen ten behoeve van den fiscus wordt verplicht en derhalve ook bet aantal plaatsen waar de controle moet worden uitgeoefend, belangrijk te kunnen beperken, belast het niet meer den verkoop in het klein, doch de afle» vering door den vervaardiger, of wel den in» ter. De heffing zal dus geschieden bij de bron, wat voordeelen medebrengt, daar in den re» gel bij fabrikanten en andere vervaardigers van goederen een boekhouding zal worden gevonden, die aan het toezicht steun kan ge» veneen boekhouding, die bij debitantcn dikwijls ontbreekt. Niettemin, zegt de Minister, zal een inten» sief toezicht noodig blijven om de behoorlijke heffing der belasting te verzekeren. Bij invoering der wet zal uit den aard der zaak eenige druk worden geoefend op de daarbij betrokken industrieën. Als compensa» tie van dien druk, die door den buitenland» gens die wet te verleenen vrijstellingen en van de verdere wettelijke bepalingen, welke ook ten aanzien van andere invoerrechten gelden. Bij levering hier te lande van goederen, be» stemd om te worden uitgevoerd, is geen weel» deverteringsbelasting verschuldigd indien door de afleveraar wordt gehandeld overeenkomstig de bepalingen, die de Algemeene Wet van 26 Augustus 1822 bevat met betrekking tot den uitvoer van goederen met afschrijving van accijns en het consent tot uitvoer, dat de goederen vergezelt, naar behooren wordt ge» zuiverd. Opslag der goederen in entrepot wordt ten deze met uitvoer gelijkgesteldde in entrepot opgeslagen goederen worden daarna voor de toepassing dezer wet be» schouwd als uit het buitenland te zijn inge» voerd. Zekerheidsstelling wordt voor de af» gifte van het consent tot uitvoer niet gevor» derd. Bij uitvoer van goederen, waarvan de be» doelde afleveraar de weeldeverteringsbelasting reeds heeft betaald, of van goederen voor de weeldeverteringsbelasting, waarvan hij nog crediet geniet, wordt het bedrag dier belas» ting aan den belanghebbende bij de goederen uitbetaald, mits de goederen niet zijn gebruikt, bij den uitvoer is gehandeld overeenkomstig de door den minister van Financiën te geven voorschriften en het bedrag der terug te ge» ven som te diens genoegen wordt aangetoond. Óp gelijke wijze wordt gehandeld ten aanzien van het invoerrecht, dat ingevolge het hier» boven genoemde artikel 6 van de goederen mocht zijn geheven. Tabel der goederensoorten. Hieronder volgt de lijst der goederensoor» ten, waarvan, indien zij het Rijk worden in» gevoerd, een bijzonder invoerrecht geheven wordt van 12 ten honderd der waarde. Kleedingsstukken en hoofddeksels van bont en pelswerk, met uitzondering van kleeding» stukken en hoofddekkels, welke, hoewel met bont versierd, niet van bont vervaardigd, met bont gevoerd of van een bontkraag zijn voor» zien. Brandkasten, kluisdeuren, safeloketten. Fonografen, gramofoDen en hiermede gelijk te stellen toestellen (met uitzondering van dicteermachines), alsmede hun toebehooren, zooals muziekrollen, platen en muzieknaalden. Fotografietoestellen, ingericht voor opna» men van een grooter formaat dan van 9 X 12 c.M. of daarmee gelijkstaand oppervlak; fotografische lenzen met een brandpuntsaf» stand van niet meer dan 15 c.M. Onbelichte gevoelige platen en films voor opnamen van een grooter formaat dan van 9 X 12 cM. of daarmede gelijkstaand oppervlak, met uit» zondering van bioscoopfilms en van Roent» genfilms. Aardewerk voor huishoudelijk gebruik, in» dien dit is opengewerkt of met reliefversie» ringen voorzien, of waarbij de kleur in of onder het glazier is aangebracht. Tegels, waar» bij de kleur in of onder het glazuur is aan» gebracht. Porselein. Gobelins, goudleerbebang en voorwerpen in de samenstelling, waarvan goudleder is ge» bezigd. Haarden, met uitzondering van vulhaarden en gashaarden; installaties voor centrale ver» w arming. Handschoenen, met uitzondering van wan» ten, wollen, halfwollen, katoenen, asbest en gummihandschoenen. Jachtwapenen en munitie daarvoor. Kant en kantstoffen met de hand gemaakt, of waarop of waarin metaaldeelen ter versie» ring zijn aangebracht of verwerkt. Karpetten, kleeden, tapijten, loopers, waarin wol is verwerkttafel» en beddegoed van an< dere dan katoenen weefsels, damast. Lederen koffers, benevens toiletg arnituren, reisnecessaires, damestasschen, zakpoitefeuilles. Lijfsieraden. Meubelen geheel of grootendeels vervaar» digd uit palissander» of mahonihout, noten» hout, wortelnotenhout of rozenhout, ingeleg» de meubelen en meubelen, waaraan snijwerk of beeldhouwwerk voorkomt. Moffen. Parasols. Parketvloeren, rubbervloeren, inlaid-, gra» niet», houtnerf», vilt» of ander linoleum, be» nevens andere vloerbedekkingen, waarin kurk of rubber is verwerkt, met uitzondering al» leen van effen gekleurd linoleum beneden 2 millimeter dikte. Piano's, vleugelpiano's, pianola's, phonola's, en andere mechanische piano's, alsmede hun toebehooren, als muziekrollen en platen Schoenen, laarzen, muilen en pantoffels, waarvan de buitenzijde der schacht (de schoen, neus niet medegerekend) geheel of groofen» deels is vervaardigd uit leder van krododil» len, hagedissen, slangen of andere reptiliën, uit ander dan zwart gekleurd leder, uit lak» leder, uit zijde of uit satijn. Sigaren» en sigarettenkokers van metaal. Smokin», rok en ga'akleeding. Toiletveeren en andere modewaar van vee» ren. Tooneelkijkers, binocles, faces k main. Voorwerpen, vervaardigd uit of samenge» steld met agaat, barnsteen, ivoor, jaspis, ko» raai, marmer, parelmoer of schildpad, met uitzondering van instrumenten, werktuigen en gereedschappen en van meubelen. Waaiers voor handgebruik. Wandelstokken met aangezetten knop. Verkeersverbetering West«Noord« brabant. Rechtstreeksche verbin» ding met Rotterdam. In de dezer dagen gehouden vergadering van Stemgerechtigde Ingelanden van het uit» gestrekte Waterschap »de Oude Prinslandsche Polder» (Gemeente Dinteloord c a.) werd, ge» lijk elders, evenzeer met groote meerderheid van stemmen, financiëele steun in uitzicht ge» steld voor de totstandkoming eener moderne rechtstreeksche tramverbinding Steenbergen— Dinteloord—Heiningen (Gemeente Fijnaart— Willemstad (Rotterdam), met haven» en veer» verbetering te Willemstad indien verbetering van het verkeerswezen voor West»Noordbra» bant in deze richting zoude worden ter hand genomen. Smeert ge op Uw ladder groen, grijs, wit, Dan ziet ge nooit, wat daaronder zit. De veiligheid eischt het monopolie Voor 't smeren met vernis of olie. GEZONDHEIDSRAAD. ZU1D.HOLLANDSCHE BOND VAN VEEHANDELAREN. De Zuid'HoIlandsche Bond van Veehande» laren hield Woensdagmorgen haar jaarverga» dering in de Diergaarde te Rotterdam. In zijn openingswoord heette de voorzitter, de heer M. de Haas, in het bijzonder welkom den eere»voorzitter, den heer Voorspuy, en den bondsvoorzitter, den heer A. Trompetter. Aan het jaarverslag, uitgebracht door den secretaris, den heer H. J. Sterner, ontleenen wij het volgende Economisch gesproken is het jaar 1925 voor de veehandelaren even ongunstig als zijn voorgangers. Gebrek aan uitvoer enonderne» mingslust bij de boeren en het heerschen van mond» en klauwzeer hielden den handel tegen. De uitvoer was wel ongeveer gelijk aan die in het voorgaande jaar ruim 7000 kalf» en melkkoeien - doch dit is ver beneden het normale. België betrok het overgroote deel; de uitvoer naar Spanje en Italië is van korten duur geweest. Jong vee werd er meer uitge» voerd, doch de cijfers van dezen uitvoerble» ven bescheidenruim 2000 stuks boven het jaar en ruim 3000 stuks beneden het jaar. Door de groote concurrentie van het buiten» landsch vleesch werden de prijzen der min» dere soorten steeds lager. De beste slacht» beesten bleven goed te verkoopen. Oncourant vee was er steeds veel aan de markt, waardoor dit steeds in prijs terug liep en maar slecht te plaatsen was. Het jaarverslag geeft verder een overzicht van het werk der vereeniging. Gereleveerd wordt, dat verschillende pogingen in het werk werden gesteld, om een einde te maken aan het lange wachten met het vee voor de Maas» brug Op den 2den Juli werd de eerste ver» nadering gehouden ter bespreking van het plan voor een nieuwe veemarkt en een nieuw abba» toir te Rotterdam. Uit deze vergadering werd een commissie benoemd, die wil probeeren dit grootste plan te volbrengen. In de bestuurs» vergadering van 21 Juli werd besloten te trach» ten het secretariaat van den Ned. Bond weer in Rotterdam te krijgen. Aan het harde werken van den Voorzitter is het te danken dat het vee voor Spanje doorgelaten werd. Het ledental bedraagt momenteel 186. Aan reductie van de Reederij op de Lek en van de R. T. M. ontving de vereeniging ruim f 450°- a a Het jaarverslag memoreert verder de groote diensten van den afgetreden directeur van de veemarkt te Rotterdam, dr. Dhont. Het finantieel verslag sluit met een batig saldo van f 111,31. Bij behandeling van de ingekomen stukken werd besloten een conferentie te houden met de directie der R. T. M., om te trachten ver» andering te brengen in het tarief der maat» schappij, dat thans bepaalt, dat 50 pet. ver» hooging voor vee moet worden betaald. Be» noemd werd een commissie bestaande uit de heeren M, de Haas, L, de Haas en D. Speel» penning. De voorzitters van de markt»commissies Rotterdam, Leiden, Gorinchem en Gouda, brachten verslag uit over de werkzaamheden in het afgeloopen jaar. De heer de Haas bracht namens de verga» dering dank aan de markt»commissies voor haar ijverig werken. Bij acclamatie werd de aftredende bonds» voorzitter, de heer A. Trompetter, weer can» didaat gesteld voor deze functie Tot afgevaardigde naar de algemeene ver» gadering werd de heer M. de Haas benoemd. Bij een bespreking over de vaste staanplaat» sen bleek, dat enkele leden niet tevreden zijn over het functioneeren van de regeling. De vaste plaatsen worden vaak ingenomen door handelaren die er geen recht op hebbende keurmeesters zijn overladen met werk, zoodat zij niet in staat zijn de zaak goed te regelen. Huurders van vaste plaatsen hebben de groot» ste moeite andere menschen van hun plaats te krijgen. De voorzitter zeide, deze week nog een toe» zegging van den directeur der markt gekregen te hebben, dat de huurders van vaste plaatsen tot 10 uur recht hebben op hun plaats, ook al brachten zij er tot dien tijd nog geen vee. De markt'commissie zal in deze zaak di« ligent blijven. r Dit Maak steeds ruim gebruik van de ventila» tiemiddelen. Onzuivere lucht is even schade» delijk als onzuiver eten en drinken. Zet in ieder geval in de schafttijden de ramen open. GEZONDHEIDSRAAD, SUI Het Utrechts^ Morgen, Din per in 1876 aan begrafenis in felijk overschot van Prinsterer t Een droevige voor de vriende graf van den af bare liefde te p Hij toch die banden aan or geschreven, me' met hetgeen hij edel meDSch in Menigeen in d buiten weet ho welijks iemand, kon afwijzen.' I selen en bepa; in zijn isolemei dwalenden broe hulp zelfs aan niet tot bestrijcj roepen. Daardoor is worden. Maar diezelfd te geven, vertoc in zijn publieke goederen slecht voelde en geloc duizenden in d geloofd worden Maar hij leefde niet tot zijn r goede zaad drei schelijke verord er botsing tussc Toen werd Goe schen Gods wo te brengen en moedigen tegen: van in te slap; in dien slaap de f Niet alsof bij dj handhaving van Maar hij me- zooals hij die o] hooren. Daarvoor stre^ heeft Groen ai recht van besta; hetzelfde recht de vrije ontwi in de Maatschap deningen, beiem gelegd, gordde I nam hij deel aa Alléén düiro tot aan het ein geliebelijder. i Welnu In dij Waarheid om ziJ - slechts zijn talen/ Alles werd aan het laatste ooge Niet zich zei, in het openbare kwam, heeft on wist weg te cij die hij voorsto: Men voelde gaan, dit nooi Leider was hij, om tot meegas met hem aan di lijk aansloot G: geen taak te zw gering, geen me Onpractisch w Leider te zijn taak, maar groo wezen. Dit gev verdienste. Niet van versleten c toegelegd en d, aanhangers verw dedigde was ouq Zijn aanhang schien niet veel Maar die aanhai selen, welke ooi ganiseerd en k doening voor ei ren, niet openb. Deze aaneen als hij door eig werd, tegenover minder begreep voortre£felijkhei( kracht van zijn terendst uitblon Maar nu is h. ruggekeerd tot c reeds zoozeer i staan alleen. All Voorwaar niet zich wijdde, leel betreuren, toon openbare leven onderwerpen I lag zijn kracht, Wij weten, w; eerst na den Godgewijden moet sterven, z. Daarom zijn wi Ook in onz< stond Nederlan Maar hij die taten een vast vaderland gele vertrouwen mo De tijden, di winder zwaar Zwijger leefde e Zullen wij da len wij niet, ter vo!gen, ja voor! <e leeren,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 2