WERK
ïn I
Entire voluiionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
:bodem
DB
eveld
rkesi
erdam
Specialiteit j
IN HOC SIGNO VINCES
orgels.
*1
No. 3222
ZATERDAG 8 MEI 1926
41ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
IflVEII&ZOflDI
Vóór het Huwelijk
TPAPIER
HOVEH ZONEN
Op den Uitkijk*
I
r.ïïr
XHARNIS m
verhandel i
straat 731
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stnkkea voor de Redactie bestemd, Advertentiën ets verdere Administratie, franco toe te xenden aan de Uitgevers
Dlrksland
IRUKWERK
SOmniELSDMH
NIEUW I
tafellakens
Niet voor de jongeren.
Reclame-MedecSeelingen.
Het goedkoopste, Het grootste, Het meest gesorteerd
Hoeden- en Pettenmagazi]n
li}'
TEN IN SOORTEN,
70UCARIA, PAL-
)RTEN, AZALIA'S
:US, VARENTJES.
|BLOEMENMAND-
PEREN, BESSEN,
"RUIKROZEN enz.
Deze Coura it veischijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG.
ABONNEM NTSl'RIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij voc-uitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDEKL1 KE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
D1ENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten wortkiï berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur
kende Harp f 595.,
tende Harp f 350.»
Iters f 2,5..
onder garantie. Voorts
en, ook gebruikte,
hoog 114 c.M. 65.-
f 39.-
iwste luidspreker.
Jevelend,
RKOMENDE
DRUKWERK
FKAARTEN
EN - WISSELS
EN ENZ. ENZ.
(AARTJES EN
JW KAARTEN
SRIEVEN
TEN ENZ. ENZ.
IN MODERNE
EN TEGEN
PRIJZEN
Over het „huwelijk" zijn tal van
boeken geschreven.
Naar onze meening veel te veel.
Vooreerst zijn er tal van boeken, van
beslist onchristelijke zijde afkomstig,
die weinig of geen nut hebben en
daarentegen veel kwaad veroorzaken,
doordat ze de jongelieden op een ver
keerd spoor brengen en ook op het
goede spoor vaak met veel te groote
uitvoerigheid dingen bespreken, die
met zeer weinig woorden behooren te
worden afgedaan.
Er zijn ook boeken door christen-
chrijvers over het christelijk huwelijk
<£schreven.
Zij zijn van vele dezer gebreken vrij.
Maar doordat ze, geannonceerd, onder
't oog van vrijwel alle leeftijden komen
en in sommige christelijke gezinnen
voor elke grijpgrage hand op 't boeken
plankje staan, doen ze toch ook wei-
eens in dit opzicht kwaad, al is dit
des schrijvers schuld niet, dat ze op te
jeugdigen leeftijd in handen komen,
waarin ze nog niet passen.
Ons dunkt, dat in elk geval zulke
boeken niet voor iedereen te grijpen
moeten staan.
En als de jongelui er naar vragen,
dat men niet beneden een bepaalden
leeftijd, die zeker niet lager dan acht
tien jaar behoort gesteld te worden,
hun zulke boeken in handen geeft.
Och, de droeve uitzondering daar
gelaten kan men gerust aannemen, dat
nze jongelieden, die in écht christe
lijke gezinnen zijn groot geworden,
zich niet zoo vroeg het hoofd breken
over de vrouw, of den man, dien ze
krijgen zullen.
Hard werken, flink slapen, vroeg op,
een prettig leven onder elkaar, och dan
piekert men op 18-jarigen leeftijd nog
niet zoo erg.
Restaurants,
en Partijen -
Sominflladlllr
u te duur is, schaam
jen van wol, en laat
die zeggen, dat de
handschoen meestal
wollen slaapmuts
t in allen gevalle,
zit makkelijk, maar
duur is, naar onze
knelt, iets, wat
ien van ieder klee»
rmogen, te duur is.
oen heel zijn, al is
handschoen, een
en glacéhandschoen
ebben, een be«
voor ben, omdat
evestigen, dat het
trioven mag, wat in
wordt verschoond.
Jen rein zijn, maat
ehartigen, hem met
ichtig;'tis gebeurd,
het begin was een
einde een droef
meer, en gij weet
Ien, om mijne hand.
u te groeten en heen
«De Huisvriend
Dat is in den weg der middelen van
de hoogste beteekenis, dat zij tweeën,
die straks weer een nieuw christelijk
huisgezin zullen vormen, beide komen
uit een echt christelijk gezin en daarin
zijn groot geworden.
Dit kan soms slechts tot op zekeren
leeftijd het ouderlijk huis zijn.
Met name de jonge mannen moeten
dan soms een betrekking aanvaarden,
die hun noodzaakt 't zij bij den patroon,
't zij bij den particulier een tehuis te
zoeken, maar 't is dan van zooveel be
teekenis dat de ouders omzien naar een
tehuis, waar het christendom werkelijk
in eere is.
We herinneren ons een jongmensch,
uit de kringen der landarbeiders, die
door omstandigheden buiten werk was
geraakt en een half jaar werkens aan
nam bij een modernen boer.
't Was in een streek, waar orthodox
en modern zeer strak tegenover elkander
stonden en ik voeg er in één adem bij,
dat het op de boerderij héél nette men-
schen waren, die nooit opzettelijk
iemand om zijn godsdienst zouden
hinderen.
Toen 't half jaar óm was, kon 't
jongemensch blijven.
Nu kon van hem alléén nog maar
gezegd worden, dat hij wandelde in
den weg des Verbonds en dan alleen
nog maar voor 't geen het uitwendige
leven betrof.
Gelijk dat met zowelen op dien
leeftijd 't geval is.
Toch verzocht hij zijn vader dringend,
om bij dién boer de huur niet te her
nieuwen.
„De menschen zijn goed voor mij,
fadermaar 't is er zoo heel anders
kn bij ons I"
Onder woorden brengen kon hij dat
niet.
Maar hij voelde 't des te meer.
Wat is zulk een christelijk gezin
't Is moeilijk het te omschrijven.
Eerste vereischte behoort zeker te
zijn, dat Gods Woord er niet „een"
boek is, dat daar aangetroffen wordt,
maar dat het in geestelijken zin ais
„het" boek de eereplaats heeft.
De kinderen behooren „met de Schrift
te worden opgebracht".
Natuurlijknaar de Christelijke
school.
En ter catechisatie. En vader en
moeder gebruiken zachten, maar be
slisten drang, dat de kinderen kénnen,
wat hun door dominee en meester uit
de Schrift te leeren opgegeven wordt.
De Schrift behoort thuis ook „over
tafel" gelezen.
Over dat Schriftlezen alléén zou een
brochure te schrijven zijn, maar we
merken dit alleen op dat het leven in
en buiten het gezin, met name dat der
ouders zoo behoort te zijn, dat ook de
kinderen merken kunnenZij staan
ónder Gods Woord en dat maakt hen
allerminst ongelukkig.
Integendeel het christelijk gezin met
hun kinderen behoort gepaste vreugde
en vroolijkheid te kennen en Vader en
Moeder moeten, als 't eenigszins kan
de zorgen kunnen zwaar drukken
kind met de kinderen kunnen zijn, of
hun anders toch een heusch gelaat
toonen, als ze zich met elkander op
geoorloofde wijze vermaken
Nogeens, er zijn uitzonderingen.
Zoomin als genade is zelfs de burger
lijke deugd eene erfgoed en dat wordt,
helaas 1 keer op keer in onze christe
lijke gezinnen gezien.
Maar toch blijft het een rijke zegen,
in zulk een gezin te zijn opgegroeid.
Een der weldaden is wel, dat de
jongeling en het jonge meisje minder
lust hebben, om „er uit te loopen",
ze vinden het binnenshuis veel te
prettig en ze mogen er immers hun
kameraad en van de meisjes haar vrien
din medebrengen.
Een zoodanig huisgezin achten we
den besten maatregel tegen het vroeg
tijdig „loopen", waarvan o.i. maar wei
nig goeds te zeggen valt.
Vooreerst begint dat vtel te vroeg.
Op een tijdstip, dat de jongelui juist
hun gedachten voor zooveel andere
dingen noodig hebben, „loopen"
met elkaar, als 't er de tijd voor wordt,
leert men altijd vlug genoeg.
Dan komt er ook dit bij.
Hij en zij, die misschien vóór hun
achttiende jaar al enkele keeren een
„lossen loop" hebben gehad en op hun
twintigste moeilijk weer uit elkaar
konden, kunnen degenen met wie ze
zoo dikwijls hebben „gegaan", worden
zoo licht in dien zin onverschillig, dat
een echte, ware, kuische liefde in hun
hart niet mee< kan post vatten.
Daar zijn er wel, die dit, tot betere
gedachten gekomen, met tranen be
treuren en die ettelijke jaren na zulk
een „scharrelleven" lieten voorbijgaan
eer ze een eerlijk meisje ten huwelijk
durfden vragen.
Behoede het christelijk gezin door
zijn aantrekkingskracht velen voor dit
verkeerde pad.
In op zichzelf billijke critiek over een be<
paalde zaak kan heel gemakkelijk iets onbillijks
insluipen, als men het verleden vergeet en
niet waardeert hetgeen nog als vrucht van
toen, u als vanzelf in den schoot valt.
Er is geen algemeener klacht bijna, dan over
onze jeugd en over het niet voldoende mee»
doen, aan het werk van de ouderen. De jeugd
wordt veelzins gevormd voor het volle leven,
maar wat zien we weinig van hen in dat volle
leven, zoo wordt geklaagd.
Op kerkelijk terrein gait het dan nog zoo
wit, op politiek terrein is het echter maar zóó,
zóó, doch op het gebied der vakorganisatie
is het droevig en op het alg. chr. soc. is het
dan tenslotte héél dun zegt men
«Waar zitten onze jonge menschen toch
zoo vragen velen.
Weet u waar ze zitten Ze zitten bij de
ouderenDit schijnt mij het nuchtere feit
toe. En de klachten over de jeugdorganisaties
speciaal over de jongelingsvereenigingen, zijn
voor het grootste deel niet gegrond. Neen, de
kwestie is heel gewoon zoo de ouden zongen,
piepen de jongen.
JA, zéker, we hebben véél zegeningen te
boeken, (ik mocht er reeds op wijzen), maar
we moeten toch niet il te hoog van den toren
blazen.
Een buitenlandsch hoogleeraar schreef eens
dat in Nederland, naast den bijbel, de groote
werken van Dr. A. Kuyper overal in onze
gezinnen werden gevonden hebt u toen niet
geglimlacht en gezegd was dat maar waar I
We hebben in het politieke leven veel ver»
beurde zegen, op ja, maar wat een traagheid
en valsch conservatisme ook.
Tot den winter van 1928 blijft het op de
meeste plaatsen wel rustig, hè Prijzenswaar»
dige uitzonderingen die zijn er natuurlijk.
Maar bijzonder op het sociale levensterrein
den ernst van den strijd op het sociale gebied
en verstaat onder sociaal minder dan erdoor
omvat wordt. We mogen niet onderstellen dat
men hier welbewust zondigt. Tot velen drong
het nog niet dóór, dat de strijd des geestes
nu het heftigst op het soc terrein wordt ge»
streden, gelijk ze vroeger op het staatkundig
en nóg vroeger op het theologisch gebied werd
uitgevochten. En «sociale* vragen, daar ver»
staan velen niet anders onder dan die vragen
welke met inkomsten en uitgaven, arbeidsduur
en loon, bedrijfsbeheer en winst rechtstreeks
verband houden.
Maar de strijd des geestes in het dagelijksch
leven, op fabriek en kantoor, op het land eD
in den winkel stoort zich weinig aan onze
omschrijvingen, en «hier is een volk dat zijn
ziel versmaad ten dood op de hoogten Zebu»
Ion insgelijks Naftali (Richteren 5 18).
Van de stammen, welker ouderen in dien
overouden tijd mee streden, zijn de jongeren
niet thuis gebleven 1« Zoo de ouden zongen,
piepten de jongen, niet waar
Speciaal de jongelingsvereenigingen moeten
het ontgelden in veler critriekdoch hebt ge
al eens nagegaan hoevelen, die nu op het so=
dale terrein vooraan staan, op de J. V. zijn
geschoold Hier namen noemen, zou ongepast
zijn, gij doet dat zelf wel hé 1 Doch, het zal
u frappeeren als ge eens rondom u ziet.
Tevreden zijn kunnen we daarom wel nie*
maar als wij in onze gezinnen met onze zonen
Vorige week bracht een gezelschap bestaande uit 300 Amerikaansche hoteliers een
bezoek aan ons land. In groote autocars werden tochten gemaakt en verschillende
bezienswaardigheden bezocht. Op de foto: de Amerikanen voor het Vredespaleis.
is er bij velen een geest des diepen slaaps in
gevaren. Behalve dat er «gemengd nieuws»* en
«varia»« en «burgelijke stand»* en «advertentie«»
««specialisten** zijn, die de politieke hoofd»
artikelen en driestarren nooit lezen is er in
onze dagbladpers een rubriek die nog veel
erger lijdt onder) de traagheid der abonné's.
Dat zijn de sociale berichten, de sociale aan»
kondigingen en verslagen.
Neem de proef eens op de som en plaats
een zelfde bericht met een sociaal opschrift
of met een anderen titel en ge zult eens
zien hoevelen in het eerste geval er niets van
lazen.
Als ge eens totaalcijfers ziet van hen die
voor Gods Woord willen buigen, en ge plaatst
die naast de totaalcijfers der diverse chr. soc.
organisaties van patroon, middenstander, werk»
man en boer, slaat ge de handen ineeen I
10 OOOden verzuimen zonder blikken of blozen
hun sociale roeping, in verband met patroons,
bond, alg. soc. bond of vakorganisatie. Velen
zeggen even gemakkelijkik bedank of ik
sluit mij niet aan; als dat zij tot een garen»
en bandkoopman zeggen «niet noodig man I*
Vraagt ge ddn nog waar blijft het opgroei»
end geslacht? Terwijl een andere Debora nu
ook en niet enkel van de oude veteranen
uit Rubens stam zou kunnen zeggen «de in»
beeldingen des harten waren groot Ze hadden
groote onderzoekingen des harten. Waarom
bleeft gij zitten tusschen de stallingen (Rich,
teren 5 15 en 16).
Hoe het komt? Een afschuwelijk misverstand
is hier de oorzaak, denk ik. Men onderschat
en dochteren deze zaken errlijk kunnen bespre»
ken en onze kinderen niet kunnen zeggen van
ons doe naar mij woorden en niet naar mijn
daden, dan zullen de resultaten der jeugd»
organisaties ook wel mee gaan villen 1
Op die vereenigingen is een afgevaardigde
van Patrimonium bij de sociale onderwerpen
een mooi ding, maarals ge afgevaardigde
zijt, moet ge »bij« zijn, wan» de jongens heb»
ben je zoo «door*, als je er een punt aan
draait. Maar vooral moet uit héél uw doen
daar, den vrienden blijken dat het u heilige
ernst is met uw sociale actie, en dat ge die
voert uit plichtsbesef om Christus wil! (ook
al moet ge helaasnatuurlijk met schaamte
schuld belijden over zonde die u, in u zelf,
onwaardig maakt ook tot dit werk), want, din
verdragen ze uw gebreken wel, en kweekt ge
zelfs, des ondanks, opvolgers.
W. HEIJNS.
UaérsÈ verb»*»
«Het Volk* was dezer dagen narrig.
Dat was vanwege die plotselinge verrassing
aan «Oorlog*, toen min. van Roijen uit zijn
kabinet terugging naar den Delftschen kadhe»
ter en zijn voorganger, de heer Lambooy zijn
opvolger w-rd.
Och, wat was 't uit z'n hm
En 't was zoo onbegrijpelijk.
Als je nu toch tien gulden hebben moet
van iemand, dan is 't je immers 't zelfde, of»
ie je een gouden tientje of een briefje van
tien geeft 1
Misschien heb je 't briefje liever.
Omdat je het tientje zoo licht verkeerd
uitgeeft.
Maar daarom ga je niet sputteren 1
Je teckent de kwitantie en je zegtDank
je wel voor de betaling 1
Welnu, pas dat op «Oorlog* toe.
ia, als Van Roijen iemand was geweest, die
eidelijk weg Leger en Vloot had willen
uitdelgen van den aardbodem, dan was die
felle voorkeur begrijpelijk geweest.
Maar de een was een »militairist«.
En de ander was een militairist.
Altijd in 't spraakgebruik van «Het Volk«.
Ze gaven elkaar weinig toe.
't Eenige was dan nog, dat de heer Van
Roijen over nieuwbouw van een paar kleinere
schepen, waartoe de heer Lambooy voor zich»
zelf reeds besloten had, eerst nogeens studee»
ren wilde, maar wie de stem van de Kamer
nog vóór ze zich uitsprak, vermocht te ver»
staan, begreep wel dat dit geen afstel doch
slechts uitstel worden zou
Vanwaar dan toch die vinnige critiek
40 cent per regel.
VOOO ELK JMN KDUS
Kipstraat 85>87 1 1 Rotterdam
ZIE DE 5 ETALAGES "9®
Voor Hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend, J» HENIGER JP.
Wel «Het Volk* stak het ;>iet onder stoelen
of banken Lambooy hkd gezeten in het ka»
binet Colijn.
Er was de reuke Colijns aan hem.
En die kan de S D.A.P. niet uitstaan,
Colijns hand was wis in deze zaak
Nu geloof ik daar weinig van.
En de heer Van Roijen, die 't heel kalm
opneemt, en mr. De Geer, die zijn Pappen»
heimers in de Kamer ként, hadden oud»minis»
ter Colijn niet noodig, om tot het besef te
komen, dat het op den duur niet zou gaan
en dat tegen de reuzentaak van twee depar»
tementen Oorlog en Marine, de heer Lambooy
beter is opgewassen.
Bovendien, de heer Colijn is in 't bui»
tenland en ik voor mij geloof, dat hij de
wisseling uit de courant zal hebben vernomen
en bij zichzelf zal hebben gezegd«DA's
casueel 1*
Met een beetje overdrijving kan men zeggen,
dat in de hedendaagsche bouwkunst alles mag.
Zoo gek men 't maar verzinnen wil.
Alleen als men een huis ging bouwen met
het kopstuk op den grond en de fondamenten
in de lucht, of iets dat even radicaal is, dan
zou er nog protest rijzen.
Maar overigens slikt men veel.
Ik wil daarmee niet zeggen, dat er in ons
land, én daarbuiten, niet knip en mooi ge»
bouwd wordt.
Vergelijk eens met een vijftig jaar terug.
Wat er uitdien tijd, met name in onze groote
steden nog overig is, dat is zoo troosteloos
rommelig, dat is zoon onbeholpen steenwoes»
tijn, dat men zulke straten liefst zoo spoedig
mogelijk verlaat en verlangt naar de boerde»
rijen, ja naar de dagloonerswoningen op 't
platteland.
Sinds kregen we 'n geslacht van kloeke
bouwmeesters.
Zij leverden veel en goed werk.
Maar, als altijd daar waren er niet weinigen,
die de nieuwe bouw«ideeën jammerlijk over»
dreven en wie wel eens per spoor b v. langs
de buitenwijken onzer groote steden is gegaan,
die heeft de handen allicnt van verbazing in
elkaar geslagen en uitgeroepenHoe zet iemand
die al zijn zinnen bij elkaar heeft, toch zulke
woningen neer 1
Een Parijsch bouwmeester had dezer dagen
weer wat nieuws.
Gelukkig nog niet in de praktijk, maar toch
in z'n idee en hij gloeide er voor, als
een Parij zenaar.
Blijkbaar was hij tot z'n idee gekomen door
de paalwoningen, die men onder de inlanders
op Borneo en Sumatra vindt. Daar bouwt men
de houten huizen, soms voor een gansche
familie tegelijk op palen, om des te beter tegen
sluip overvallen van vijanden verzekerd te zijn.
Dat hoeft in West Europa niet.
Hier gebruiken we sleutels en grendels.
Maar dan wilde hij, tot drie meter boven
den grond flinke pilaren metselen en daarop
zetten een huis van gewapend beton.
Wat had dit een voordeelen 1
Vooreerst 't huis bleef kurkdroog.
Veel minder rheumatiek dus.
En dan, men kreeg onder het huis een
I
fa