Antire volut
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO YINCES
DERDE BLAD
No. 3212
ZATERDAG 3 APRIL 1926
41ste JAARGANG
--r.VrrV
li
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Land- en Tuinbouw.
ISmËÊÊÊÈËÈÈr
I
mm
Deze Coura it vetschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG.
ABONNEM NTSTRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BIUTENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDEKLI.KE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordta berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentlën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Mooi gezond fruit in 1926.
De N.V. Utrechtsche Asphaltfabriek Afd.
Teerproducten voor Land9 en Tuinbouw Ma»
liebaan 35, geeft een brochure uit, waaraan
wij het volgende ontleenen
Het oogsten van eerste kwalite t producten
van hooge waarde en weinig afval vraagt bij
de fruitteelt vele zorgen, die echter steeds
ruim worden beloond.
Mooi gezond fruit en flinke hoeveelheid
groeit nu eenmaal niet aan zieke en door
parasieten geplaagde boomen met verschrom»
pelde of afgevreten bladeren en krom uitge»
zogen takken.
Talrijke fruittelers hebhen dan ook naast
goede snoei en bemesting van den boom, hem
dezen winter allereerst gezuiverd van alle
onreinheden, mossen, parasieten liefst in ei»
toestand door bespuiting met goed vrucht»
boom=carbolineum.
De practicus tracht schade dus zooveel mo»
gelijk te voorkomen en zorgt eerst voor het
welzijn van den boom, om daarna met succes
door andere middelen beschadiging van het
groeiende fruit in den zomer te kunnen be»
strijden.
Vruchtboom-Carbolineum helpt nog niet
tegen schurftziekte van appel of peer, en som»
mige andere ziekten. Hiertegen kunnen, even»
als zulks in het buitenland regelmatig geschiedt,
goede maatregelen worden genomen met een
ander product dat wij daarom sedert eenige
jaren eveneens in onze fabrieken produceeren,
en wel Californische pap.
Gelukkig treedt schurftziekte niet elk jaar
even ernstig op en niet alle soorten boomen
zijn er vatbaar voor. Wie zijn fruit tegen deze
ziekte wil beschermen verzuime vooral niet
ook met Californische pap te bespuiten, in het
bijzonder de vatbare soorten. Tevens kunnen
dan nog andere vijanden worden bestreden
die des winters niet op de boomen voorkomen.
Een goed sproeiwerktuig, liefst een Calimax,
is hiertoe onmisbaar voor den fruitteler.
Wij geven voor de aanwending hierna een
korte gebruiksaanwijzing. Men raadplege in
verschillende gevallen den Plantenziektekun»
digen Dienst en de Rijks Consulenten en leze
de geschriften van dezen Dienst en de vak»
bladen
De door ons uitgegeven brochures worden
op aanvrage gratis versttekt, terwijl vele ge»
btuikelijke bestrijdingsmiddelen door ons wor»
den gefabriceerd of verkrijgbaar zijn gesteld
bij ons of onze wederverkoopers.
Schurftziekte en meeldauw zijn ernstige vij»
anden, welke evenals sommige oorzaken van
wormstekigheid thans het best zijn te bestrijden
Zoowel appel» als pereboomen kunnen nu
spoedig worden bespoten en wel de eerste
ma al even voor het openen der bloemknoppen,
met een 6 pCt. oplossing, dus 6 K.G. Cali»
fornische pap op 94 L. water en de tweede
maal binnen plm. 8 dagen na hef eindigen
van den bloei met een 2'/2 pCt. oplossing,
dus 2'/, K G. Californische pap op ruim 97
pCt. L. water
Bij de tweede bespuiting, dus vóór de slui»
ting van de kelkholte, verzuime men niet in
de sproeistof '/2 pCt. loodarseniaat te voegen
als middel tegen wormstekigheid, alzoo op
100 L. vloeistof '/2 K G. loodarnenirat (vergif).
Dit middel werkt ook prachtig en voorkomt
het ontijdig afvallen van het fruit.
Het kan gewenscht zijn daaraan nog een
derde maal met 2'/2 pCt Calif pap te be»
spuiten, waarbij vatbaarheid der soorten en
het weder moet worden in acht genomen.
Bladeren van kruisbes verdragen niet goed
Calif, pap. Pereblad is soms eenigszins gevoelig,
doch de vrucht kleurt veel mooier dan met
Bordeausche pap, waardoor veelal de peer ruw
wordt en het appelblad sterk wordt beschadigd.
Men gebruikt geen loodarseniaat bij onder»
beplanting met vruchten welke binnen 5 weken
worden gegeten. Wij hopen dat de hierboven
aangegeven bespuitingen door velen zal wor»
den toegepast en dat wij zullen mogen ver»
nemen dat de geringe kosten door mooi fruit
en hooge re opbrengsten ruimschoots worden
vergoed.
De winterbespuiting met Vruchtboom»
Carbolineum is zoo goed als geëindigd, al
worden nog late vruchtboomen en verschil»
lende siergewassen er mede behandeld.
Met veel genoegen kunnen wij zeggen, dat
in het nu eindigende winterseizoen het ver»
bruik van ons Vruchtboom»Carbolineum Krim»
pen aanzienlijk is toegenomen terwijl weder
honderden Sproeiwerktuigen als Calimax en
andere machines door vele fruittelers of
Vereenigingen werden aangeschaft
Met onze motorsproeiers zijn talrijke groote
boomgaarden behandeld, terwijl meerdere
van deze machines zijn verkocht, "ook voor de
aanstaande bespuiting met Calif, pap.
Wij twijfelen er niet aan of zij die de win»
terbespuitingen zorgvuldig hebben uitgevoerd
zullen spoedig de goede resultaten daarvan
ondervinden en de gunstige verschillen met
de niet behandelde gewassen duidelijk kunnen
vaststellen zoodra bladluis, trekmaden, spint
en zooveel andere parasieten te voorschijn
komen.
Voor het overige verwijzen wij belangheb»
benden naar de betreffende advertentie der
N.V. Utrechtsche Asphaltfabrieken voorko»
mende in dit blad.
Wat elke maand te doen geeft.
(Ie helft April).
Nadruk verboden.
De natuur heeft zich dit voorjaar vroeg
ontwikkeld toch geschiedt het zaaien en poten
op vele akkers laat, en zijn hier en daar win»
tergewassen mislukt, als gevolg van het water,
dat in Februari voor de tweede maal de lan»
derijen overstroomde, maar ook door het kwel»
water. Overal stonden de slooten vol en de
gronden zijn oververzadigd van vocht. Met
die natte koude en misschien zure gronden
hebben we nu meer dan anders rekening te
houden. Daarom zij de aandacht gevestigd
op enkele gewassen, die daar als noodgewas»
sen verbouwd kunnen worden. In plaats van
witte of gele haver kan men b.v. de Zwarte
Presidentshaver uitzaaien welke meer zekerheid
biedt en nog tot begin Mei kan worden ge»
zaaidmeD doe dit na ontsmetting door Ger»
misan, op rijen van 20 cM., in een hoeveel»
heid van 120 tot 140 KG per Hectare. Zo»
mergerst, de gewone vierrijige kan men zaaien
tot begin Juni: eveneens 120 tot 140 K.G.
Als op de klei de bieten zijn mislukt, kan
men met de zomergerst nog een goed resultaat
verkrijgen Waar het te laat wordt voor erwten,
kan men bruine boonen poten nog in de ge»
heele maand Mei. Voorts mogen als nood»
gewassen genoemd wordenkoolrapen, gele
mosterd (tot half Mei) de groote Engelsche
zomerknollen (half Juni—half Juli) en de late
roode kool (10—25 Juni).
't Is nu in den tuin allerwegen drukmes»
ten, spitten, zaaien en planten is nu de orde
van den dag. Wat het mesten betreft, zij op»
gemerkt, dat men, gebruik makend van stal»
mest, geen langen, verschen en onverteerden
mest moet ondermaken. Verschillende nadee»
len zijn hiervan te noemenhij is niet zoo
voedend als korte, verteerde mestbiedt voorts
schuilplaats aan engerlingen en ander onge»
dierte bevordert ziekten als knolvoet, terwijl
men ook meer last heeft van aardvloo. Heeft
men den mest uitgestrooid, dan moet dien
spoedig worden ondergemaakt, anders krijgt
men verlies door vervluchtiging en droogt
hij bij droog weer uit. Om de jonge planten,
die niet direct diep wortelen, flink te doen
groeien, kan men behalve de diepe grondlaag
ook den bovengrond van eenigen mest voor»
ziendit is de z.g. bovengrondsche bemes»
ting, waartoe niet veel, maar goede mest wordt
gebruikt Overigens moet de mest gelijkmatig
en diep ondergespitde wortels der planten
moeten niet iu den mest staan, maar het noo»
dige voedsel betrekken uit reeds verteerde
meststoffen. Daarom is het beter in 't voorjaar
te bemesten. Dan kan men daarvoor verschen,
stroohoudenden mest gebruiken, welke dan
dienstig is om een zwaren grond losser te
maken.
Nu is men, wil men goed handelen, aan»
gewezen op halfverganen, humusachtigen mest.
Vele tuinlieden maken ook gebruik van kunst»
of hulpmeststoffen, waarvan het oogstresultaat
zeer verhoogd kan worden. Kunstmest make
men, evenals compost, niet te diep onder
in vele gevallen kan men met onderharken
volstaan, of late de meststof, b.v. Chilisalpeter,
op den grond liggenmet het regen» of het
gietwater komt ze dan wel, waar ze zijn moet.
Verschillende groentezaden worden nu nog
uitgezaaidsla, wortelen, raapstelen, spinazie,
radijs, enz. Nog te weinigen passen den regel
toe van meermalen, met tusschenpoozen, uiU
zaaien. Men zaait van een groente één» of
tweemaal, zoodat men eenige dagen volop in
de groente zit, maar daarna niets meer heeft
te oogsten. Wie geregeld, b.v. om de 14 dagen
wat uitzaait, kan het geheele voorjaar en den
geheelen zomer door versche groenten uit zijn
tuin halen. Dit gaat evenwel niet met spinazie
en raapstelendeze groenten gaan bij warm
weer doorschietenna begin April zaaie men
ze daarom niet meer. Bij de zorg voor de
bakken zij men inzonderheid op twee dingen
bedachtle Waak tegen schade door nachU
vorsten, 't Mooie, zachte of zonnige weer doet
ons soms vergeten, dat de nachten, vooral in
den morgenstond, nog zoo koud kunnen we»
zen. Men verzuime derhalve niet te dekken,
ook de perzikboomen. 2e. Denk er aan, dat
het luchten den geheelen zomer noodzakelijk
is. Wordt dit slechts eenmaal verzuimd, dan
kan dit al ten gevolge hebben, dat er veel
verbrandt. In de eerste dagen van April kun»
nen de ramen al van de bloemkool en wortelen
worden afgenomen Mits zooals we zeiden
het dekken voor den nacht niet wordt ver»
geten I Bij goed weer late men nu ook het
luchten der bakken niet na bij spergi<-boonen
en snijboonenzoo licht verbrandt anders
ui zac'lt.e blad. En ook de bloemen in de
bakken dienen te worden gelucht. Wie een
gazon heeft bij zijn huis en dit gaarne mooi
houdt, moet om 't andere jaar zeker opnieuw
inzaaien daarvoor is het dan thans de tijd.
Is het terrein bemest en omgespit, dan wordt
het zaad dik uitgestrooid, met de hark goed
ondergewerkt, waarna het veld wordt gerold
met een zwaren rol, teneinde een vasten bo»
dem te verkrijgen. Voor den imker geven
we vooral dezen raadverwijder uit de bijen»
woningen de beschimmelde raatvervange
deze in kasten (lossen bouw) door uitge»
bouwde raampjes of kunstraat. Kort echter
geen raten met fijn werk in, als het niet be»
schimmeid is, maar verwijder wel de darre»
mant, behalve die op de uiterste raten. Let
op de wasmot 1
ervaringen, welke men gedurende het bestaan
der Vereeniging heeft opgedaan.
De oprichting der Coöperatieve Boeren»
leenbanken dateert vanaf het jaar 1898. Dat
de oprichters hun werk met sucges bekroond
zagen, moge blijken uit het feit, dat thans na
ruim 25 jaren ons land ongeveer 1300 Boeren»
leenbanken telt, waarvan pl. 700 bij de Cen»
trale Bank te Utrecht en pl. 600 bij de Cen»
trale Bank te Eindhoven zijn aangesloten.
Het aantal gemeenten bedroeg volgens Pott's
«Aardrijkskundig Woordenboek voor Neder»
Op de boerderij Groenewoud der Landbouw=Hoogeschool te Wageningen werd Vrijdag een
demonstratie gehouden met een grondfreesmachine van 30 P.K Deze machine werkt volgens
het systeem van Meyenburg, d.w.z. de grond wordt omgewoeld door
«lig
V SI si",:.;,
een groot aantal spitse en gebogen haken, welke door middel van sterke veeren zijn bevestigd
aan een snel ronddraaiende as
Lijst van tot de tweede klasse bevorderde
leerlingen der Rijkslandbouw»
winterschool te Dordrecht.
1. F. J. Ampt, Goudswaard.
2. J. van Bergen, Zevenhuizen.
3. T. A A v. d Heuvel, Gorinchem.
4. W. H Jas, Dubbeldam.
5. J. de Jong, Hof van Delft.
6. A Kaptijn, Middelharnis.
7. D. A. Kleinjan, IJsselmonde.
8. S. Kooijman, ijsselmonde
9. J. Nienhuis, Delft
10 P. W de Jongh de Leeuw, Dubbeldam.
11. J C. Prins, Dordrecht.
12. W. A. A Scheijgrond, Vierpolders.
13. H. C. Vaandrager, Charlois.
14 A. Visser, Dubbeldam
15. A. J. A. Wagemaker, Tholen.
Herexamen 1. Afgewezen 1.
Dordrecht, 31 Maart 1926.
De nieuwe Statuten der Coöperatieve
Boerenleenbanken, aangesloten by
de Coöperatieve Centrale Raif»
feisenbank te Utrecht.
!n verband met de inwerking treding der
nieuwe Wet op de Coöperatieve Vereenigineen
(Wet van den 28en Mei 1925, Staatsblad No.
204) werd het noodzakelijk, de Statuten der
Coöperatieve Boerenleenbanken, opgericht
volgens de Wet van 1876 en aangesloten bij
de Centrale Raiffeisenbank te Utrecht, te wij»
zigen en in overeenstemming te brengen met
de bepalingen der nieuwe Wet
Als regei kan men wel aannemen, dat, wan»
neer men er bij een Vereeniging eenmaal toe»
komt de statuten te wijzigen, behalve met de
wettelijke voorschriften, ook rekening wordt
gehouden met de eischen des tijds en de
land« in 1910, 1121. Hieruit volgt dus, dat
gemiddeld ruim één Boerenleenbank per ge»
meente in Nederland werkzaam is.
Er worden nog steeds nieuwe Boerenleen»
banken opgericht, terwijl de kapitaalomzet in
evenredigheid met de oprichting belangrijk is
toegenomen. Blijkens een mededeeling in de
Haagsche Post, is voor zoover kan worden
nagegaan ongeveer '/s der Nederlandsche
spaargelden belegd bij de Coöperatieve Boeren»
leenbanken.
Wanneer wij de enorme uitbreiding der
werkzaamheden dezen instellingen in aanmer»
king nemen, valt het niet te ontkennen, dat
bij het samenstellen der nieuwe Statuten be
langrijke wijzingen werden aangebracht, welke
aan de hand van de opgedane ervaringen
wenschelijk en noodzakelijk werden geacht.
Het ligt niet in onze bedoeling hier een
breedvoerige uiteenzetting te geven van de
nieuwe Statuten, zooals deze door 580 bij de
Centrale Bank te Utrecht aangesloten Banken
gelijkluidend zijn vastgesteld en opgenomen
in de Staatscourant van 16 Febr 1925 No. 32.
Waar ons echter bekend is, dat door onvol»
ledige voorlichting en door onvoldoende be»
kendheid met de strekking van verschillende
artikelen sommige leden of adspirant»leden
de conclusie meenden te moeten trekken, dat
de soliditeit der Banken na de Statutenwijzi»
ging er niet beter op is geworden, meenen
wij goed te doen langs dezen weg eenige nadere
toelichtingen op de betreffende artikelen te
geven, waarbij wij gebruik maken van de door
de Centrale Bank te Utrecht in hare Circu»
laire dd. October 1925 gegeven «Toelichting
op de Concept»Statuten«.
Art. 2 der Statuten stelt de gelegenheid
open tot het oprichten van een afzonderlijke
Spaarbank
De Zegelwet eischt, dat voor alle betalingen
boven een bedrag van f 10,— zegelrecht ver»
schuldigd is. Dit geldt ook voor alle inlagen
en terugbetalingen, bij de Boerenleenbanken.
Spaarbanken zijn echter vrijgesteld van zegel»
recht. Het onderworpen zijn aan de Zegelwet
brengt mede, dat de Ambtenaren van den
fiscus het recht hebben inzage van de boeken
te vragen, teneinde na te gaan of aan de ver»
plichtingen ten opzichte van de Zegelwet is
voldaan.
Doordat nu een afzonderlijke Spaarbank
wordt gesticht, bespaart men jaarlijks een be»
langrijk bedrag aan zegelkosten. Bovendien
behoeft aan den fiscus geen inzage van de
boeken der Spaarbank te worden gegeven.
Men zal soms geneigd zijn de gevolgtrek»
king te maken, dat de Bank op deze manier
er toe medewerkt belastingontduiking in de
hand te werken. Dit is echter geenszins het
geval. Stel dat een ambtenaar der belastingen
inzage van de boeken vraagt onder het voor»
wendsel na te gaan of aan de verplichtingen
ten opzichte der Zegelwet is voldaan, doch
in werkelijkheid tracht na te gaan de stand
der rekening van sommige leden Dit laatste
zal dan echter slechts vluchtig kunnen ge»
schieden en tot het trekken van verkeerde
conclusies aanleiding geven, terwijl tevens het
Bankgeheim, hetwelk door de Belastingwetten
wordt gerespecteerd, zou kunnen worden ge»
schonken (Raiffeisenbode No 9 Maart 1926).
De meening door sommige buitenstaanders
geopperd, dat door het stichten van een af»
zonderlijke Spaarbank de belangen der Spaar»
ders kunnen worden geschaad, is onjuist, om»
reden de Coöperatieve Boerenleenbank met
al hare leden onbeperkt garant is voor de
volledige terugbetaling der ingelegde spaar»
gelden.
Art. 11 regelt de aansprakelijkheid en wel
zoodanig, dat, indien de Vereeniging hetzij
tusschentijds, of bij hare ontbinding niet aan
hare verplichtingen kan voldoen, alle leden
en zij, welke het voorafgaande jaar hebben
opgehouden lid te zijn, verplicht zijn tot
dekking van het tekort en wel voor gelijke
deelen, met dien verstande, dat zij ook ge»
zamenlijk voor de betaling van ieders aandeel
in den omslag borg blijven.
In de Statuten der oudere Boerenleenbank
kwam veelal nog de bepaling voor, dat de
leden hoofdelijk onbeperkt aansprakelijk wer»
den gesteld voor dekking van eventueele te»
korten. Door de nieuwe regeling is een be»
langrijke verbetering aangebracht. Het is ons
niet onbekend, dat de «hoofdelijke aansprake»
lijkheid« meermalen een stokpaardje was voor
hen, die er belang bij hadden het landbouw»
crediet langs andere banen dan over de Boeren»
leenbanken te leiden.
Art. 19 is belangrijk uitgebreid en legt ver»
schillende bevoegdheden, welke vroeger ter
beslissing aan de Algemeene Vergaderingen
moesten worden voorgelegd, in handen van
het Bestuur. Wij noemen o.a.
Het Bestuur is verplicht
sub. c. rentevoet, provisie en verdere voor»
waarden vast te stellen, waarop geld mag
worden geleend of in depót mag worden aan»
genomen, zoomede de provisie van garanties,
alles behoudens nadere goedkeuring van den
Raad van Toezicht
sub. e. toestemming te vragen aan de Coöpe»
ratieve Centrale Raiffeisen bank, gevestigd te
Utrecht (hierna te noemen «Centrale Bank«)
voor belegging van gelden buiten hare leden
en voor afsluiting van hypothecaire geld»
leeningen boven een bedrag, door de Alge»
meene Vergadering der Centrale Bank bepaald
sub. f den Kassier (eventueel zijn plaats»
vervanger) en zoo noodig verder personeel te
benoemen, te schorsen en te ontslaan, zulks
onder goedkeuring van den Raad van Toezicht.
Bij het vaststellen der rentevoet voor spaar»
gelden en voorschotten heeft men er in de
eerste plaats rekening mede te houden, dat
het doel der Vereeniging niet is om winsten
te maken, doch daarentegen ook geen ver»
liezen mag lijden. Er moet dus een zoodanig
verschil tusschen rente voor spaargelden en
voorschotten zijn, dat hieruit de jaarlijksche
onkosten kunnen worden bestreden en boven»
dien jaarlijks een beperkt bedrag in het reserve»
fonds kan worden gestort.
Bij het vaststellen der rentevoet voor spaar»
gelden moet men zich dus vooruit afvragen,
welke rente krijgt de Bank voor hare gelden.
Hierbij zal men, wanneer de spaargelden in
zoo'n ruime mate toevloeien, dat zij niet als
voorschotten onder de leden kunnen worden
geplaatst, afhankelijk zijn van de rentevoet»
welke de Centrale Bank van bij haar gede,
poneerde spaargelden heeft vastgesteld. Ge»
woonlijk wordt aan de leden der plaatselijke
Bank '/a °/o rente minder uitgekeerd dan men
bij de Centrale Bank ontvangt.
Hetzelfde is het geval met de rentevoet
voor voorschotten. Wanneer de spaargelden
niet toereikend zijn om aan de aanvragen
voor voorschotten te voldoen, moet geld
worden opgenomen bij de Centrale Bank
Ook hier heeft men dns rekening te houden
met de door de Centrale Bank voor voor»
schotten vastgestelde rentevoet en stelt men
voor de leden de rente voor voorschotten
hooger.
Het geval zou zich nu kunnen voordoen,
dat de Algemeene Vergadering de rentevoet
zoodanig vaststelde, dat zij niet in evenredig»