s
Iterdam
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
ge®r hm Jottèag
Antire uolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
Abdijsiroop
u
dett
No. 3202
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1926
40ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
dat
zien
es)
iten.
Ier.
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advert
entiën en verdere Administratie, franco toe te aeade» aan de Uitgevers
Hoe de Coalitie ontstond.
Niemand meene, dat de Coalitie maar
zóó met een paar tikken in elkaar ge
hamerd is.
Het lijkt er niets naar.
't Is zoo langzaam-aan gegaan,
't Begon hiermee, dat zonder eenige
nadere afspraak de roomsch-katholieken
bij herstemming den antirevolutionair
gingen stemmen, als hij stond tegen
over een liberaal. En dat om de zeer
eenvoudige reden, dat zij den liberaal
uit de Kamer wilden weren.
Dus niet om óns een plezier te doen 1
Maar omdat zij van onzen man voor
de algemeen-christelijke beginselen meer
verwachtten dan van den liberaal.
Dat ging niet altijd even makkelijk.
Er waren nog heel wat roomschen
uit de oude school, die indertijd mee
„Leve Thorbecke 1" hadden geroepen
en die 't niets erg vonden, om op een
liberaal te stemmen.
Dr. Schaepman heeft er wat mee te
stellen gehad
Daar kwam nog bij de tegenstand
van mannen als Alberdingk Thym, die
er aan herinnerde, dat wij in rechte lijn
van de beeldstormers afstamden en dus
geen enkele roomsche stem op een
geuzenzoon moest worden uitgebracht.
Maar 't liep gaande beter.
En tot eere van de roomsch-katho
lieken moet het gezegd worden, als zij
't advies tot steun gegeven hadden, dat
deze dan ook tot het volle pond ge
geven werd.
Maar nu rees ook deze vraag
Wat zullen wij nu doen
Wat zullen wij in een gelijksoortig
geval bij de stembus doen
Dr. Kuyper stelde de positie scherp.
Er kan, zeide hij, geen sprake zijn
van het bewijzen van wederdienst.
Er is geen enkele afspraak.
Dus ook geenerlei verplichting
Als de roomschen óns stemmen bij
de herstemming, dan is het omdat zij
dat voor zichzelf zoo verkiezen en ab
soluut niet, omdat zij ons nu zoo graag
een politiek plezier doen.
Zij staan en blijven volkomen vrij.
En wij blijven volkomen vrij.
Wat wij zullen doen, dat maken we
zélf uit met het oog op de vraag van
wien wij meer hulp verwachten bij de
stembus, van een liberaal of van een
roomsch-katholiek.
Aldus leerde het Dr. Kuyper.
Nu kwam die vraag niet zoo vaak.
Let maar op de kaart van 't land.
De roomschen hadden hun vaste
zetels in Brabant en Limburg èn een
paar in Oostelijk Overijsel en Gelder
land.
In herstemming kwamen zij jaren
aaneen slechts in vier of vijf districten
van de honderd.
En met die vier of vijf hebben we
toen heel wat te tollen gehadVooral
toen we met de latere chr. historischen
nog zaten in één partijverband.
Want dr. Kuypers raad luidde aldus
Zooals de zaken nü staan is het
liberalisme de groote vijand, tegen wien
de strijd gaat. En daarom, en dus niet
om de roomsch-katholieken een politiek
plezier te doen of om hen wederdienst
te bewijzen, geven wij bij herstemming
onzen steun aan den Roomsche en niet
aan den liberaal
Dat is toen ook geschied.
Maar, zooals onze partij tóén was
samengesteld, was 't er verre af, dat
die raad algemeen werd opgevolgd.
Een deel der onzen konden we op den
katholiek doen overgaan. Maar een ander
deel bleef thuis. En als er dan een
„fijn" strooibiljet kwam, dat er over
uitweidde, welk een „kerksch" man
die liberaal wel was en dat tegenover
den roomsche de brandstapels en de
moordschavotten voor den dag haalde,
och dan stemde dat laatste deel ook
wel op den liberaal.
Toen toonde Dr. Kuyper meesterschap
Tegenover de roomschen veront
schuldigde hij zich niet, onze leiders
gingen vrij uit en voorts, zeide hij, moet
ge nu eenmaal onze menschen nemen
zooals ze zijn.
Maar onderwijl deed hij naar binnen
toe, met onuitputtelijk geduld zijn best,
om onze menschen beter baanwijs te
maken.
Hij onderwees hen, altijd weer.
Hij leerde hun de Revolutie kennen,
als in onzen tijd de machtigste en ge
vaarlijkste vijand en toonde hun aan,
hoe reeds en zelfs Calvijn in den room
sche een medestander zag in den strijd
tegen den libertijn.
Kuyper liet de nuchtere feiten zien
De roomsch-katholiek, zeide hij, haalt
hier nooit meer dan drie tienden van
van 't aantal zetels. Stel dan eens, dat
hij ooit den top van zijn vinger wilde
uitsteken naar onze vrijheid van gods
dienst en eeredienst, zoo zou hij te
allen tijde zeven tienden der Kamer
tegenover zich vinden.
Maar nu de mannen der Revolutie
zij hébben aireede de meerderheid.
Of krijgen die, o zoo licht 1 terug.
En dan, wij voelen het aan den lijve
dan weten wij hoe 't met onze vrijheid
gaat. En daarom moet ge in den
roomsch-katholiek tegen den liberaal
en tegen den socialist uw mederstrijder
zien.
Zóó prentte Kuyper 't ons in.
En zoo hebben wij het verstaan.
Langzamerhand werd dan ook de sa
menwerking bij de stembus beter.
Toch was dit nog geen Coalitie.
Eenmaal gekozen, stond men in de
Kamer los van elkander en kon, in
theorie, elk zijn eigen kant gaan.
Soms deed men dit ook.
^In 1891, bij de Legerwet-Bergansius,
stonden antirevolutionair en roomsch
fel tegenover elkaar en ook in 1894,
na de Kieswet-Tak vonden we de meeste
katholieken tegenover ons.
Eerst daarna werd langzamerhand de
samenwerking van dien aard, dat men
van Coalitie spreken kon.
R@clam@-BV8ededeelïngen.
Ontzettend zijn de omstandigheden,
waaronder Jezus wordt gevangen ge
nomen. Op de meest verachtelijke wijze,
door verraad, wordt Hij den vijand
overgeleverd. Het is meer voorgekomen,
dat iemand verraad pleegde aan de
zaak, die hij voorstond, en aan de
vrienden, wier partij hij gekozen had
en de geschiedenis heeft denzulken een
brandmerk opgedrukt. Wat is afschuwe
lijker, dan dat een uit onzen kring, die
zich als vriend en geloofsgenoot voor
doet, heimelijk met den vijand heult
De naam van Judas staat met zwarte
letters geschreven in de geschiedenis
van des Heilands lijden. Nog altijd is
die naam de aanduiding van een laag en
valsch mensch.
Judas, een der jongeren, speelt zelfs
de hoofdrol bij Jezus' gevangenneming.
Hij is echter niet alleen. In het midden
van den nacht wordt de stilte in den
hof van Gethemané eensklaps verbro
ken door de nadering eener bende. De
duisternis wordt verlicht door bran
dende fakkels, wapengekletter wordt
vernomen, aan den geregelden stap
36
an er uit lezen,
a «bloeiend, aan
tedeken in Hol>
in kruideniers»
t zich uitbreiden
campagnon, die
rbeidskracht in»
-egd.
erteerde,» meent
oor reeds dat hij
uit.
administratie
:S
le
uw 'n
brief
met m'neer es
schien wel wat.»
ndruk, dat deze
«zaakje» rook,
was en 't slim
en zou zijn.
lurlijk geen post»
ar drie keer op»
een resultaat te
kwam 'n brief,
toen haar rader
ng gelezen had.
n verwondering.
Die advertentie
vragen
ader wou er met
er moeder in te
\iki er nog niet
ïgen te kennen,
meent Eef op»
s schrijven.»
athieke brief,
ervroom®, maar
aord en een be»
rijver den Heete
verdenkingen en
27 jaar.
vervolgd).
Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG.
ABONNEM NTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BIUTENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLRKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordt.» berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan,
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Nadruk vertui—,
71'n Kort berichtje, dezer dagen trof me.
In mijn jeugd hadden we, op een dorp, 's
winters nog de Woensdagavond=kerk.
't Is waar, druk liep 't er niet.
Daar was een verontschuldiging voor. 't
Grootste deel der gemeente bestond uit ar»
beidersmenschen en nu was ons dorp wel
boven anderen daarin bevoorrecht, dat er ook
's winters vrij algemeen werk was in de hoe»
pel.industrie, maar vraag niet, wat werktijden
die destijds vorderde 1
Geen sprake van, dat men om zes uur in
de kerk kon zijn.
Er kwamen dus meest vrouwen en kinderen.
Benevens sommige mannen, die wel konden.
Weet ik t wel, dan is die Woensdagavond»
kerk diir, gelijk op de meeste plaatsen, waar
ze vroeger bestond reeds jaren afgeschaft, ik
mag wel zeggen doodgebloed.
Daarom trof het me zoo, te lezen van een
gemeente, in een kleine stad nogwel, waar zij
in stand gebleven was tot het vorige jaar.
Toen moest het ook daar ophouden.
Echter er kwam iets voor in de plaats.
Als proef werd bepaald, dat door den pre»
dikant dezen winter om de veertien dagen
een lezing zou worden gehouden over een
onderwerp van dogmatische, bijbelsche, in elk
geval religieuse strekking.
Alles natuurlijk op den grondslag der ge»
reformeerde beginselen, want ik las het van
een gereformeerde kerk. Of de proef slaagt,
weet ik niet, want ik las niet anders dan de
aankondiging van het genomen besluit.
Nu rijzen hier vragen van «kerkrecht».
Waarin ik, als de lezer weet nooit examen
heb gedaan 1
Men kan vragen of het op den weg van
een kerkeraad ligt om winterlezingen te orga»
niseereninsgelijks of een predikant dit werk
te beschouwen heeft als opgelegden, ambte»
lijken arbeid. Ook al of hem voor dezen
arbeid, waarvan in den beroepsbrief wel geen
sprake zal zijn geweest, ook een extra vergoe»
ding toekomtvervolgens of men collecte zal
houden of entrée zal heffen
Maar men kan ook «al te rechtvaardig» zijn.
En daarop is menige goede zaak gestrand.
Ik bekijk het nu zoo, dat de kerkeraad tot
zijn spijt constateeren moet, dat de winter»
avondpreek uit den tijd was geraakt en men
daarin maar niet zonder meer berusten wilde.
De week»avondpreek is al zeer oud.
Hoewel de practijk zeer verschillend is ge»
weest.
Toen, om één voorbeeld te nemen, de stad
Dordrecht overging tot den gereformeerden
godsdienst en er enkele predikanten gevestigd
waren, heeft men zelfs getracht zoo goed als
eiken dag een korte predikatie te doen houden.
Daarbij had men meê de practijk der ver»
laten roomsche kerk, die als men weet nóg
is zoo even mogelijk eiken dag de kerk be»
zoeken.
Toch was 't al gauw óók daar zóó, dat men
t bij twee predicatiën in de week laten moest.
Maar zóó lang heeft die vast ingewortelde
gewoonte dan toch stand gehouden dat toen
ik zelf 'n poos in De Merwestad woonde, de
predikanten nóg, elk op z'n beurt een week»
avondbeurt in de Herv. Kerk moesten ver»
vullen en ik es 'n keer ben gaan zien, hoe»
En de menschen komen zeif ook es uit
den hoek I
't Gaat van 't een op 't ander.
'k Heb een vorige keer het gehad over
landbouwtoestanden en landbouw»moeilijk»
heden.
Dat wil ik nog eens illustreeren met een
voorbeeld «uit het leven«.
Een landbouwer (veehouder) stond voor
de vraag of hij weer voor eenige jaren zou
inhuren of niet Per gratie kon 't nog voor
dezelfde huur, maar voor minder in geen
gevaler waren iiefhebbers genoeg.
Het was een moelijk geval.
De man had behoorlijk boek gehouden en
was een vaardig rekenmeesterhij wist dat
hij de laatste jaren had achteruitgeboerd.
't Mocht niet véél zijn, maar altijd iets.
Hard gewerkt; en niets gewonnen.
Beslist geld toegegeven zelfs.
Toch huurt hij tenslotte weer in.
Een niet»boer vraagt hem Waarom
»Zie«, was 't antwoord, »de zaak staat zoo
Ik heb alle kans dat ik er van 't jaar weer
iets op toeleg, zeg eens een 500 gulden. In
't allerbeste geval speel ik gelijk. Maar als ik
boerȏf raak, mijn vee enz. verkoop en zuinig
ergens ga leven, 'k heb een huisgezin, dan
eet ik toch al gauw een kleine tweeduizend
gulden in 't jaar óp en werk heb ik niet om
handen. En als ik dat dan enkele jaren aan»
een doe, dan heb ik bij manier van spreken
mijn laatste koe opgegeten en heb vrijwel
nooit meer kans om weer boer te worden I
Ziedaar waarom ik na lang overleg besloten
heb, dan nog maar liever met eenig verlies
te werken, 't mócht es een prachtjaar zijn....
Gezonde toestanden, vraag 'k me af?
Ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van het Koninklijk Echtpaar defileerden°de
regimenten grenadiers en jagers voor H. M. de Koningin en Z. K. :H. Prins Hendrik,voorbij
het Koninkl. Paleis, Noordeinde, den Haag.
veel »hoorders« de minst bespraakte der drie
moderne predikanten op een weekavond om
zich heen verzamelen zou.
Er waren, koster en collectanten uitbehou»
den, twee vrouwen, één man (ondergeteekende)
en 10 12 groote weeskinderen, voor wie de
kerkgang zooveel als dienst was.
Maar nu dwaal ik toch werkelijk af.
Er zijn allerlei oorzaken, dat de week»avond»
preek uitstierf, maar in onzen tijd werkt óók
mee, dat de preekvorm niet meer aantrekt als
voorheen.
Ge moet dit vooral goed begrijpen.
't Zegt niet, dat de dominees niet goed pree»
ken 1 maar dat, uitgezonderd in de Zondagsche
bediening des Woords die de groote meerder»
heid nog in den vorm der predicatie wenscht,
men niet meer grijpt naar de preek,
't Is dezer dagen in onze kerkelijke pers
ronduit erkend.
Preeken worden bijna niet meer uitgegeven,
oude met name baast niet meer gekocht en,
waar ze niet voor den Zondag dienst doen.
worden ze in 't huisgezin niet meer gelezen.
Men kan 't betreuren 't is zoo.
En we hebben er mee te rekenen.
Of we al in een week»samenkomst een pre»
dikant op den kansel plaatsen en voor stoelen
en banken laten preeken, daar komen we niet
verder mee.
»In den vorm van dezen tijd.»
En kunnen we de leden der gemeente, oud
en jong, wél bij een rede krijgendie niet
aan 't ambt gebonden is en dus ook door
een »leek« kan gehouden worden, waar men
zelfs broederlijke bespreking kan toelaten,
waarom zal men dit niet bevorderen.
De vorm komt wel in orde.
Men wete dan wel't is géén «Bediening»
des»Woords«.
Maar voorts kan best de kerk vergaderzaal
zijn; de kerkeraad den stoot geven; de pre»
dikant de leiding hebben, onderwerpen van
bespreking in onzen tijd genoeg 1
Het vraagstuk van huishoudelijke hulp blijf
voortdurend nijpen.
Allergelukkigst de huismoeder, die een heel
klein gezin en een gezond gestel heeft, zoodat
ze zónder hulp haar huishouden Af kan,
öf die aankomende of volwassen dochters
heeft, al is 't er maar één, die wat helpen
kan.
Maar om betaalde hulp te krijgen 1
De burgerij tobt er mee, maar de boeren»
stand niet minder, een flinke boerenmeid
kan in menige streek van 't vaderland meer
verdienen dan een flinke boerenknecht.
Wat willen de meisjes dan vroeg iemand.
«Juffrouw zijn was 't antwoord.
Daar zou heel wat over te zeggen zijn.
Zelfs in tweeërlei opzicht.
N.l. over den zondigen drang, die hier dik»
wijls achter werkt en schuilt, èn ook over den
geoorloofden kant die er aan is.
Doch ik ga hier niet verder in.
Een feit is dat vele huisvrouwen er maar
mee zitten en dat vele huisgezinnen er onder
lijden, dat er geen voldoende hulp is,
De drang van 't leven noodzaakt wel, om
veel arbeid, die vroeger gewoonlijk binnens»
huis geschiedde naar buiten te verplaatsen en
tegen betaling door vreemden te laten verrich»
ten.
De wasch gaat buitenshuis.
Laat men ze gemangeld en gestreken thuis
komen, dan kan ze zóó in de kast, als er
geen knoopjes af» of bandjes logetrokken zijn.
Den inmaak kan men ontgaan door des
winters van geconserveerde groenten enz. ge»
bruik te maken, 't zij in busjes, 't zij «uitge»
wogen».
En is men b.v. met z'n beidjes, dan accor»
deert men met 'n eevoudig restaurant en krijgt
z'n noenmaal op vasten tijd thuisgestuurd
Maar voor vele vrouwen blijft het een moei»
lijke tijd en een achtuiigen werkdag hebben
zij niét, al zijn er dwaze tuutkouzen, die rede»
voeringen houden en de huisvrouw recht wil»
len geven, eiken dag, op zóóveel uren rust....
«Eef daar es van 1» hoorde ik 'n huisvrouw
zeggen 1
Tenslotte dit mootje nog.
In de a.r. Rott. las ik
«In Leiden moet op een vergadering der
Staatkundig Gereformeerden gezegd zijn
Zoolang de A.R. Partij nog voorstaat vrij»
heid van geloof, wat met zich brengt vrijheid
van ongeloof, en om dat ongeloof te propa»
geeren, dan bestaat 't geloof alleen bij de
gratie van 't ongeloof».
Als ge deze prachtig besuikerde koek open»
snijdt, dan komt er dit
Vrijheid voor wat gereformeerd is, of beter
gezegd voor 't geen door óns, Staatkundig»
40 cent per regel.
Zorg er altijd voor een
fleech Abdijsiroop in
huis te hebben zoodat
ge die 's avonds bij
de hand hebt als ge
een verkoudheid voelt
opkomen. Want als
het eenmaal zoover'is
zijt ge wellicht te luste
loos om nog uit te gaan
en een flesch te halen.
Ge behoeft niet ver
kouden te worden als
ge niet wilt. Akker's
is een beroemd kruidenmiddel bij bronchitit
influenza, kinkhoest en verouderden hoest
Per fl. van 230 gr. (in koker) 11.50; 550 gr. 12.71
gereformeerden, voor gereformeerd gehouden
wordt.
De rest moet worden onderdrukt.
Volgens artikel 36, oud.
Wat een burgeroorlog beteekenen zou.
Men kan zulke dingen alleen daarom in
ernst zeggen, wijl men weet, dat men toch
nooit geroepen worden zal om ze in toepas»
sing te brengen.
UITKIJK.
Markus 14 t 43-52.
«En terstond als Hij nog sprak,
kwam Judas aan, die een was
van de twaalven, en met hem
een groote schare met zwaarden
en stokken, gezonden van de
overspriesters, en de schriftge»
leerden en de ouderlingen«, enz.
I.