voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Antire voluiionair Orgaan Somin^un IN HOC SIGNO VINCES Kiespijn No. 3197 WOENSDAG 10 FEBRUARI 1926 40STE JAARGANG W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Land- en Tuinbouw. verdnift men spoedig mei Buisje 75tlBg ftpotken Drogisten Ingezonden. Buitenland. Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG. ABONNEM NTSl'RIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BIUTENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDEKLIKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten wordes berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Kerk en Staat. De Staatkundig Gereformeerden houden vast aan art. 36 der geloofsbelijdenis. Gemis aan helder inzicht in de verhouding van Staat en Kerk is hiervan de oorzaak. Werd alleen maar onze Vaderlandsche geschiedenis wat ernstiger bestudeerd, dan zou dit al veel tot een beter inzicht kunnen bijdragen. Hoe handelden in de praktijk onze vaderen met art. 361 Inderdaad kwam er heel weinig van terecht 1 En waar men der Overheid nog inmenging gunde met het inwending kerkelijk leven, liep het altijd mis 1 Interessant is wat wij dezer dagen in een onzer bladen lazen. Een leerzaam stukje historie dat afspeelde in een dorp te Brabant. Wij laten het hier volgen Korte vertooning en van 't geene mij wedervaren is, toen ik den XXV van eg/? October, zijnde Zondag, gekomen was te Gemert om, op het verzoek van de E. E. vergaderingen, aldaar te preken. Zijnde dan aldaar gekoomen, zoo heeft Joncher Deventer, hoofdschout van Peel» landt, die ik mede genoomen hadde belast dat men de kloch luiden zoude, waarop met bartze woorden geantwoordt wierdt, ■»hij mocht zelf luyden«. Zijn E. beloofde dengenen, die ze luyden wilde een halven rijdaalder, maar geen, die 't doen wilde. Daarna zeide Zijn E. dat men de kerk openen zoude, na lang tegenstreven wier» den dan twee sleutels gesteeken d'een in de kerkdeur, in de deur van het klokhuis d'ander. Wanneer nu de schoolmeester, die je bij mij had, met de knecht van J. De» venter in het klochuys quam om ie luyden, zoo bevonden zij, dat de touw van d'eene kloek tot boven toe was afgesnedende touw van d'ander kloek was booven ivers wech gesteeken Als de voormelde schoolmeester na boo» ven klom, om het touw te zoeken, zoo quam er een die hem toeriepklimpt dat je de nek breekt. Het touw gevonden hebbende en be» neden gekomen zijnde, dan bevonden sij, dat de klok voor hun beiden te zwaar was om te luyden. Derhalve heeft J. Deventer geëischt de sleutel van het koor van de kerk, alwaar een kleender klok hing. De antwoord, die hij hier op ontfing washun was van hooger handt belast, sij zouden de sleutel van het koor aan nie» mand overgeven. Men seyde. dat men de klok, die boven het koor hing, alleenlijk luide wilde, en dat men hun alsdan de sleutel van stonden aan zou wader geven. Zulx niet tegenstaande en dat men haar met beleefde redenen zochte te ondergaan, het er mochte niet helpen, waarop de broe» der van J. Deventer ende zijn stadhouder gegaan zijn in het klockhuys, ende hebben de voorzeide schoolmeester en J. Deventer's knecht de klok helpen luyden. Onder en tusschen had all het tegenstreven van de huysluyden geen ander schijn, die of zij zochten, dat J. Deventer overwonnen van spijt en door verscheyde wederwaardigheden daartoe getarght, d'een of d'ander in zijn cholere, mocht komen te saffleteeren, waar naar de rest, die haar in groote menigte omtreck het kerkhof vondt, over scheen te verlangen. Wijders als wij in de kerek kwamen, be» vonden wij, dat de predickstoel heel los ge maakt was; zoo 't een als t ander dreyghde te willen vallen, de trap om op de predick» stoel te komen, zijnde wech genomen. Eevenswel de stoel wat verzekerd zijnde heeft men- mij daarop geholpen. Zooals we nu, voor de predikatie besich waren met het gebed tot God de Heer uit te storten, om sijnen zeegen, toen wierd er een zware steen geworpen door een van de kerkglazen. Wij gingen evenwel in de Godsdienst on» bevreesd voort en ook onbemoeit tot ter tijd toe, dat wij de predicatie half geëein» dight hadden, want als toen werd er zoo geraast en geslagen op de kloeken die in het klokhuys hingen, staande, omtrent de kerek. dat je genoodzaakt wierd te eindigen, kon» nende ter nauwernood mijn eigen redenen, die ik sprak, verstaan. Als haar voor oogen gehouden wiert, dat ze deeden tegen de gebooden der H. M. Heeren Staaten ende de gehoorzaamheid, die ze hare overigheid schuldigh waren, wij en hebben, zeiden sij, met de Heeren Staa. ten niet van doen«. Zulke tafereeltjes uit onze historie moedigen niet aan den Staat weer te laten zorgen voor de belangen der Kerk. Meer aangetrokken gevoelen wij ons tot het woord van den bekenden gereformeerden predikant Trigland, die, toen Prins Maurits eens van plan was krachtige maatregelen tegen de Remonstranten te nemen hem toevoegde Wij verlangen enkel vrijheid, wij zijn nog krachtig genoeg om de Arminianen dood te preken Zoo is het. Wanneer de Overheid voor de vrijheid der kerk zorgt en verder met haar ongewijde handen van de kerk afblijft, is deze er het beste aan toe I Een begin. Of het dr. Limburg beslist meeloopt Neen ligt dichterbij dan ja. Vooreerst gaat het niet vlug. Gister kwam bericht, dat hij thans een re» geeringsprogram »gereed« heeft een druk» fout in een der grootste bladen spreekt van »gered« I en daarop nu ministers wil gaan zoeken. Ons dunkt een man als de heer Limburg moest na twee en een halve maand crisis een »program« in 't hoofd hebben en geen dagen noodig hebben, om er over te prakkizeeren. En nu pas beginnen met zoeken Zij, die den indruk gaven alsof dr. Limburg bijna 'n kabinet in»den»zak had, hebben zich dan toch maar leelijk vergist. Of dr. Limburg heeft zijn kracht overschat. Laten we er 't beste van hopen. 't Gaat niet vlot. Neen, 't gaat niet vlot. Dat merkt men uit de Pers. Het Hbl., dat almee 't vurigst op slagen hoopt, hief al een jammerkreet, zoo geen nood» kreet aan over de weinige medewerking, die dr. Limburg bij hen vindt, die voor minister geschikt zouden zijn. Een ander blad wist te vertellen, dat hij er feitelijk nog maar twee gevonden had, die mèt hem zijn politieke spijs en drank wilden eten en drinken de heeren De Geer en Van Karnebeek, uit het huidige kabinet. Doch dan moeten er nog zes bij. En die schijnen ver te zoeken Nogeenswe hopen er 't beste van Want, er móét tenslotte een kabinet zijn, maar een herhaling als bij de Vlootwet»ge= schiedenis wordt door onze partij allerminst begeerd. Niet dat onze mannen in het Kabinet daar niet goed genoeg voor zouden "zijn, verre van daar, maar omdat ze er eigenlijk veel te góéd voor zijn. Heeft Dr Kuyper al voor vele jaren betoogd l Te Amsterdam trad voor de «Jonge Li» beralen« een spreker op, die den politiek zoo bekenden naam Kappeyne van de Coppello droeg. Onderwerp't Parlementaire stelsel. Een dankbaar onderwerp 1 Vooral ook in déze dagen. En 't kostte den spreker niet veel moeite te betoogen, dat we met dat stelsel in 't moeras raken. 't Móét anders worden, meent hij. «De parlementaire arbeid moet worden ge» splitst in een parlementair en een politiek deel. Het parlement moet dan houden het politieke deelde meer technische regeling zou dichter kunnen worden gebracht bij be» langhebbenden, bij speciaal daartoe in het leven geroepen organen.« Wijlen Dr. Kuyper heeft z'n levenlang reeds in deze richting getuigd. Reeds een halve eeuw geleden, toen hij voor» stelde, dat de Eerste Kamer een «Kamer van Belangen» worden zou En op vele andere wijs. We gaan nu Frankrijk na. 't Parlement, dat een steun en stuw voor de Regeering moest zijn, wordt een rem en een klem. Nadruk verboden. IVat elke maand te doen geeft. (Ie helft Februari). In dezen tijd wordt heel wat kalk of mergel besteld. Dikwijls weet echter de boer zelf niet wat hij bestelt, en wat hem geleverd zal worden. Men spreekt eenvoudig van »kalk«, of «landbouwkadk» of «kiuitkalk» of «schelp» kalk». Aan het Proefstation kent men volgens den codex slechts 2 soorten kalkongebluschte en gebluschteen bovendien mergel. En aldus dient men zijn bestelling te doen, wil men weten wat men krijgt. De lezer wete: dat bij het blusschen uit 100 K.G. ongebluschte kalk circa 132 K.G. gebluschte kalk wordt verkre» gen. Worden monsters tot onderzoek opge» zonden wat zeer gewenscht is dan ge» schiede de bemonstering zeer zorgvuldig, want het monster»nemen is bij kalk, en vooral bij een groote partij, een moeilijk werk. Groot is de belangstelling in den laatsten tijd voor het nemen van grondmonsters, met het oog op den kalktoestand duizenden monsters werden naar de proefstations te Wageningen en Gro» ningen gezonden. Om de bemonstering goed vlug te doen, gebruikte men een boor, zooals door den heer J. Goodijk is ontworpen. Het Groninger Proefstation, 2e afdeeling, directeur de heer J. Hudig, zegt, dat met behulp van dit instrument het monster>nemen een eenvou» dige zaak is geworden. Voor f 3.50 wordt de boor door den heer Hudig toegezonden. Onze hoenders hebben het in dezen winter hard te verantwoorden, en aan de eierproduc» tie kunnen velen het ook terdege merken, 't Groote voordeel van het kippenhouden is ge» legen in de opbrengst der wintereieren, maar wie wintereieren wil rapen, heeft te zorgen voor drie dingen 1, voor jonge winterlegsters 2, voor een goede en doelmatige voeding 3, voor 'n goed verlichte scharrelruimte met een gezond nachthok. Ieder ga nu maar eens na, wat hieraan bij hem ontbreek 1 Op menige boerderij heeft men öf voortdurend öf nu en dan last van ratten, en een rattenplaag is een leelijke plaag, waartegen tal van middelen met weinig of geen resultaat worden aangewend. Daarom zij hier vermeld, dat P. Boldin te Oostburg (Z) nu al gedurende een jaar de ratten heeft weten te verdringen door onder 4 'PUSMMAOOT en rondom zijn kippenhok carbid te strooien, hij doet dit om de vier 6 weken, en ziet nu geen rat meer. 't Is een goedkoop en on» gevaarlijk middel. Wat er in dezen maand in den tuin te doen valt, hangt vati het weer af Bij gunstig weer moet men het snoeien beëindigen, want dit moet geschied zijn vóór de heesters beginnen te werken Voorts kan men van de bollen, die al vroeg teekenen van leven geven, als Nar» cissen en Crocussen, het dekenmateriaal gedeel» telijk wegnemen dan wordt het loof sterker, terwijl anders de neuzen der bollen te lang opschieten, geel en slap worden. Men zie de perken met voorjaarsbloemen na, of er ook planten zijn uitgevallen heeft men nog plant» jes in reserve gehouden, dan kan men de open plaatsen aanvullen, om een vol geheel te be» houden. Perken, die tot dusver nog niet be» plant zijn door omstandigheden, kan men nu ook nog mits voorzichtig met voorjaars» bloemen beplantenmen krijgt wat lateren bloei dan van de in den herfst gereedgemaakte, maar men mag toch op een rijkdom van bloe» men in den voorzomer hopen Planten, die zich hiertoe zeer goed leenen, zijn b v.de Sleutelbloemen, de Arabis alpina en de ge» vuldbloemige vorm Arabisalpina fl pl„ de Iberis Sempervirens, de Grasanjer en de ver» schillende soorten van voorjaars»PhIoxen. In den boomgaard is ook wel werk te verrich» ten. Wordt gesnoeid, dan ga men voorzichtig te werk. Heeft men zaag of beitel gebruikt dan trekke men de takken niet weg, want hierdoor worden vele vruchttakjes afgebroken en menige bloemknop afgescheurd Beter han» delt men door de takken er uit te stooten men duwe daartoe met een langen stok of met den beitel den tak omhoog. Gemaakte wonden moeten worden besmeerdde een gebruikt hiervoor Carbolineum, de ander brui» ne teer, een derde koolteer. Carbolineum, onder controle geleverd, is wel het meest aan te bevelen. Sommigen blijven de voorkeur geven aan bruine teer. Kankerwonden wor» den behandeld door ze flink diep uit te snij» den en ze daarna met kankerwas te bestrijken. Ook wel volstaat men met de wonden een weinig uit te krabben, zoodat de losse schub» ben zijn verwijderd, en ze dan met Carboli» neum te besmeren. De boomstammen wor» den met een staaldraadborstel afgekrabdde afval, als het een droge massa is, verbrande men. Na het afkrabben is het een nuttig werk de stammen te bekalken. Wanneer men de gewone kalkmelk wat gebonden maakt door er wat stalmest doorheen te mengen, verkrijgt men gladde stammen. Deze behandeling ver» nietigt de nog achtergebleven insecten. Inspec» teer de takken, vooral de onderzijde, of ge ook witwollige hoopjes ontdekken kuntdat zou dan de bloedluls zijn. De hoopjes moet ge dan flink raken met Carbolineum of met petroleum. Tenslotte: zie bij de jonge boomen de steunstokken nazet de boomen die wat los staan, wast met eet een of ander niet te veel schurend blindmateriaal. LANDGENOOTENI In honderden gezinnen in de veenstreken heerscht gebrek De veenbevolking hongert, lijdt koude. Er is gebrek aan kleeding en dekking, zelfs aan de meest primitieve. Van verschooning is geen sprake. Babykleeding is er niet meer. Vele groote gezinnen moeten leven van slechts f 5,— tot f 13,— per week. Stelt U zelf eens in zulk een geval. Waar» schijnlijk kunt ge er U niet eens indenken. In de gemeente Emmen met haar 43000 in» woners zijn er zeker duizenden, die niet vol» doende te eten en te kleeden hebben. De nood, welke jaren lang, sinds het einde van den oorlog, alhier geheerscht heeft, is dit jaar hooger dan ooit te voren. Er kan ge» spraken worden van een chronischen nood» toestand. Binnen afzienbaren tijd opent het verschiet voor het geen perspectief. De ge» meente kan niet heipen. De ingezetenen zelf zijn op verre na niet bij machte voldoende in dien steeds stijgenden nood te voorzien. De belastingen zijn in verhouding tot de draagkracht der bevolking reeds te hoog op» gevoerd. Groote sommen moeten worden uitgegeven aan armenzorg en werkverschaffing. De kleine middenstand gaat eveneens ten onder tenge volge van de verarming der veenbevolking. Landgenooten, Uw hulp is noodig 1 Gij, die zoo mild gaaft voor de Borculo» ramp en den Watersnood, hebt ook weer wat over voor Uw arme landgenooten in het Zuid» Oosten van Drenthe, waar honderden zelfs nog wonen in plaggenhutten, in keeten van planken en bordpapier, gezet op het natte, koude veen. De noodtoestand, welke in dit gewest heerscht, is erger dan die, veroorzaakt door wervelwind en water, omdat hij blijvend is en steeds erger wordt. Waar watersnood en wervelstoim plotseling kwamen en gingen, spreken ze natuurlijk dieper tot het daarvoor zoo gevoelige Hollandsche menschenhart. Maar hier werkt een doorvretende kwaal, die gelijk de tering haar slachtoffer, het volksge» luk en de volkswelvaart langzaam ondermijnt. Landgenooten, gij die U zoo liefdadig en milddadig toonde jegens de Belgische, Oosten» rijksche, Hongaarscne, Russische en Duitsche kinderen, gij zult toch uw eigen misdeelde jonge landgenootjes niet vergeten I Helpt ons daarom 1 Wij hebben uw hulp dringend noodig. Verschillende neutrale vereenigingen heb» ben de handen ineengeslagen en een comité opgericht teneinde de noodlijdende bevolking te steunen. Deze vereenigingen zijn de afd. Emmen en Nieuw»Amsterdam van de Ned. Vereen, van Huisvrouwen, de afd Emmen van het Ned. Roode Kruis, de departementen Emmen en Nieuw»Amsterdam van de Maat» schappij tot Nut van't Algemeen, de Vereeni» gingen Het Groene Kruis te Emmen, Emmer» Coinpascuum, Nieuw»Weerdinge, Nieuw»Am= sterdam, Klazienaveen en Roswinkel, de afd. Emmen en Nieuw»Amsterdam van het Centraal Genootschap van Vacantiekolonies, de Land» bouwvereenigingen te Emmen, het Plaatselijk Belang te Nieuw»Dordrecht en Roswinkel, de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Emmen, de Vereeniging voor Kraamvrouwen» verpleging te Emmen. Uit dit comité is een werkcomité opgericht, welk comité de leiding op zich heeft genomen en waarvan de Burgemeester der gemeente Emmen het Eere»voorzitterschap heeft aan» vaard. Landgenooten 1 Laat onze bede om hulp niet voor niets zijn. Laat ons straks niet met eege handen staan tegenover de armen, de lzeer armen dezer gemeente. Wilt uwe gelden doen toekomen aan den penningmeester of storten op onze postreke» ning no. 79400. Wij verzoeken beleefd geen gedragen kleeren te zenden, aangezien de praktijk leert, dat de verdeeling daarvan veel moeilijkheden met zich brengt. Het Werk-comité van het Centraal Steun-comité Emmen Eere»VoorzitterG. KOOTSTRA, Burge» meester van Emmen. VoorzitsterH. A. VAN RIEL—Smeenge, Voorzitster der afd Emmen van de Ned. Vereen, van Huisvrouwen, oud» Schoolopziener, lid van den gemeente» raad. Secretaris: J. REIJNTJES, Voorzitter der afd. Emmen van het Ned. Roode Kruis, Inspecteur der directe belastingen, in» voerrechten en accijnzen. PenningmeesterJ. HADDERS Rzn. Secr»Penn. van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer, oud»Wethouder van Emmen. Dr. A. ROODVOETS, Secretaris van het Groene Kruis te Emmen, commies ter Gemeen te»secretarie. S. POSTMA, Voorzitter der Handelsver» eeniging te Emmen, lid van den ge» meenteraad, hötelhouder. Emmen, 23 Januari 1926. DE CHRISTENVERVOLGING DOOR DE TURKEN. Onthullingen over hun gruwelen. De geest van Abdoel den vervloekte. De Maasbode schrijft De uit den oorlog welbekende «Daily» Chronicle«»correspondent, M. H. Donohoe, is in zijn blad een artikelen»reeks begonnen over Turkshe gruwelen in Azië, die haar wederga in deze aan oorlogsverschrikkingen zoo rijke eeuw niet vinden. Zijn schildering van de Turksche onmen» schelijkheden is zoo schrijnend dat ze West» Europa van ontzetting en afschuw zal ver» vullen. Op en bij de grenzen van het Brische man» daatland in Mesopotamië (Irak) hebben zich de gruwelen afgespeeld. De inlichtingen, door den Britschen corres» pondent verkregen, zijn alle uit de eerste hand en verstrekt door*slachtoffers en getui» gen. Zij zijn onder eede door de getuigen mee» gedeeld en geven een droevig denkbeeld van de politiek der Turken, naar den geest van Abdoel den vervloekte, beoogend de uitroeiing van alle Christenvolken in Klein»Azië. De christenen die levend aan de Turksche hel ontvloden zijn, hebben zich neergezet te Zakho (Irak) vanwaar de correspondent zijn berichten zendt. De vluchtelingen zijn Chaldeesche Katho» lieken van de dorpen in het hoogland ten Noorden van en grenzende aan de bekende «Brussel»linie« Hun eenige misdaad is geweest, dat zij het christelijk geloof belijden. Zij zijn om dit geloof onderworpen geweest aan kwel» lingen en onwaardige behandelingen, erger dan een lichamelijke dood, onder een regee» ring, die zich tot de beschaafde mogendheden rekent. De Hun Attila, zoo zegt de correspondent zou blozen bij het hooren der wreedheden, hier gepleegd tegenover een weerloos en zacht» aardig volk Opnieuw heeft de Turk, ondanks het vernis van beschaving, zich in zijn ware gedaante getoond als een barbaar met zijn oer»instinc ten van wreedheid, wellust en moord, instinc» ten, die nimmer geheel zijn uitgebannen, ondanks eeuwen van contact met de bescha» vende invloeden van het Westen. Opnieuw heeft de Turk zijn handen gedoopt in christenbloed en heeft hij een hoofdstuk toegevoegd aan het boek der schande, die altijd met zijn bewind in Azië verbonden zal blijven, zooals dit vroeger het geval was in Europa. Angora doodt niet als Nero, die ten aanzien van het volk zijn slachtoffers liet ombrengen het handelt minder openlijk, maar met een verfijnde wreedheid, waarvan zelfs een Nero of Diocletiakus nimmer gedroomd heeft. Het verzekert bij zijn eer en geweten, dat de gruwelverhalen verzonnen zijn door zijn vijanden in Europa, dat een weefsel vanleu» gens aldus Angora's minister van buiten» landsche zaken de Turksche zaak in de oogen der wereld moet benadeelen. Doch in Zakho hoort men de getuigenissen van Angora's schuld, te Zakho en elders aan den Irakschen kant der grens Meer dan 2000 vluchtelingen, waarvan er sommigen zelf geleden hebben en die hun broeders den dood hebben zien sterven die de vrouwen onnoembare verschrikkelijkheden hebben zien ondergaan, zijn hier in dit gast» vrij gebied. Vele jonge vrouwen, sommige nog bijna kinderen slechts, hebben onder de handen van hun beestachtige ontvoerders oneer en schande moeten lijden. Het getuigenis der levende slachtoffers", die ontsnapt zijn aan de bloedige handen der Turken, is een verschrikkelijke aanklacht, voldoende om de Angora-regeering en haar militaire satellieten voor elk onpartijdig tri» bunaal in de wereld schuldig te doen staan. Wie zijn de slachtoffers Vanwaar komen zij, die zoo wreed geleden hebben Zij behooren, gelijk men weet, hoofdzake» lijk tot de Chaldeesche stammen, die als land» bouwers en herders de bergdorpen ten Noor» den van de befaamde «Brussel»linie«, de oevers der Baijo»rivier en de streek, Oostwaarts begrenst door den Khaboer»stroom, West» waarts door den Hezel, bewonen. Zij leven in gemeenschap met de Kerk van Rome. Zij zijn een vredelievend volk, onbedreven in oorlogvoeren, nederig en ongeletterd, die in deze wilde streken rondzwerven, evenals in de dagen, toen de Wijzen uit het Oosten naar iBethlehem togen om goud, wierook en mirrhe te leggen aan de voeten van den nieuw»geboren Christus. Zij zijn Zachtzinnige en trouwe volgelingen van den nederigen Galileeër en verschillen zeer veel van de Assyiiërs of Nestorianen; dit zijn schismatieke christenen, die verder Oostwaarts wonen in de districten, welke aan de oever aan de grootere Zab»rivier liggen. Deze Nestorianen zijn een volk van krijgers die zich nimmer gedwee aan de Turksche ver»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1