voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
Antire voluiionair
Orgaan
Somin^un
IN HOC SIGNO VINCES
Kiespijn
No. 3197
WOENSDAG 10 FEBRUARI 1926
40STE JAARGANG
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Land- en Tuinbouw.
verdnift men spoedig mei
Buisje 75tlBg ftpotken Drogisten
Ingezonden.
Buitenland.
Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 7ATERDAG.
ABONNEM NTSl'RIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BIUTENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDEKLIKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordes berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Kerk en Staat.
De Staatkundig Gereformeerden houden
vast aan art. 36 der geloofsbelijdenis. Gemis
aan helder inzicht in de verhouding van Staat
en Kerk is hiervan de oorzaak. Werd alleen
maar onze Vaderlandsche geschiedenis wat
ernstiger bestudeerd, dan zou dit al veel tot
een beter inzicht kunnen bijdragen.
Hoe handelden in de praktijk onze vaderen
met art. 361
Inderdaad kwam er heel weinig van terecht 1
En waar men der Overheid nog inmenging
gunde met het inwending kerkelijk leven, liep
het altijd mis 1
Interessant is wat wij dezer dagen in een
onzer bladen lazen.
Een leerzaam stukje historie dat afspeelde
in een dorp te Brabant. Wij laten het hier
volgen
Korte vertooning en van 't geene mij
wedervaren is, toen ik den XXV van
eg/? October, zijnde Zondag, gekomen was te
Gemert om, op het verzoek van de E. E.
vergaderingen, aldaar te preken.
Zijnde dan aldaar gekoomen, zoo heeft
Joncher Deventer, hoofdschout van Peel»
landt, die ik mede genoomen hadde belast
dat men de kloch luiden zoude, waarop
met bartze woorden geantwoordt wierdt,
■»hij mocht zelf luyden«. Zijn E. beloofde
dengenen, die ze luyden wilde een halven
rijdaalder, maar geen, die 't doen wilde.
Daarna zeide Zijn E. dat men de kerk
openen zoude, na lang tegenstreven wier»
den dan twee sleutels gesteeken d'een in
de kerkdeur, in de deur van het klokhuis
d'ander. Wanneer nu de schoolmeester, die
je bij mij had, met de knecht van J. De»
venter in het klochuys quam om ie luyden,
zoo bevonden zij, dat de touw van d'eene
kloek tot boven toe was afgesnedende
touw van d'ander kloek was booven ivers
wech gesteeken
Als de voormelde schoolmeester na boo»
ven klom, om het touw te zoeken, zoo
quam er een die hem toeriepklimpt dat
je de nek breekt.
Het touw gevonden hebbende en be»
neden gekomen zijnde, dan bevonden sij,
dat de klok voor hun beiden te zwaar was
om te luyden. Derhalve heeft J. Deventer
geëischt de sleutel van het koor van de
kerk, alwaar een kleender klok hing.
De antwoord, die hij hier op ontfing
washun was van hooger handt belast, sij
zouden de sleutel van het koor aan nie»
mand overgeven. Men seyde. dat men de
klok, die boven het koor hing, alleenlijk
luide wilde, en dat men hun alsdan de
sleutel van stonden aan zou wader geven.
Zulx niet tegenstaande en dat men haar
met beleefde redenen zochte te ondergaan,
het er mochte niet helpen, waarop de broe»
der van J. Deventer ende zijn stadhouder
gegaan zijn in het klockhuys, ende hebben
de voorzeide schoolmeester en J. Deventer's
knecht de klok helpen luyden. Onder en
tusschen had all het tegenstreven van de
huysluyden geen ander schijn, die of zij
zochten, dat J. Deventer overwonnen van
spijt en door verscheyde wederwaardigheden
daartoe getarght, d'een of d'ander in zijn
cholere, mocht komen te saffleteeren, waar
naar de rest, die haar in groote menigte
omtreck het kerkhof vondt, over scheen te
verlangen.
Wijders als wij in de kerek kwamen, be»
vonden wij, dat de predickstoel heel los ge
maakt was; zoo 't een als t ander dreyghde
te willen vallen, de trap om op de predick»
stoel te komen, zijnde wech genomen.
Eevenswel de stoel wat verzekerd zijnde
heeft men- mij daarop geholpen.
Zooals we nu, voor de predikatie besich
waren met het gebed tot God de Heer uit
te storten, om sijnen zeegen, toen wierd er
een zware steen geworpen door een van de
kerkglazen.
Wij gingen evenwel in de Godsdienst on»
bevreesd voort en ook onbemoeit tot ter
tijd toe, dat wij de predicatie half geëein»
dight hadden, want als toen werd er zoo
geraast en geslagen op de kloeken die in het
klokhuys hingen, staande, omtrent de kerek.
dat je genoodzaakt wierd te eindigen, kon»
nende ter nauwernood mijn eigen redenen,
die ik sprak, verstaan.
Als haar voor oogen gehouden wiert, dat
ze deeden tegen de gebooden der H. M.
Heeren Staaten ende de gehoorzaamheid,
die ze hare overigheid schuldigh waren, wij
en hebben, zeiden sij, met de Heeren Staa.
ten niet van doen«.
Zulke tafereeltjes uit onze historie moedigen
niet aan den Staat weer te laten zorgen voor
de belangen der Kerk.
Meer aangetrokken gevoelen wij ons tot
het woord van den bekenden gereformeerden
predikant Trigland, die, toen Prins Maurits
eens van plan was krachtige maatregelen tegen
de Remonstranten te nemen hem toevoegde
Wij verlangen enkel vrijheid, wij zijn nog
krachtig genoeg om de Arminianen dood te
preken
Zoo is het.
Wanneer de Overheid voor de vrijheid der
kerk zorgt en verder met haar ongewijde
handen van de kerk afblijft, is deze er het
beste aan toe I
Een begin.
Of het dr. Limburg beslist meeloopt
Neen ligt dichterbij dan ja.
Vooreerst gaat het niet vlug.
Gister kwam bericht, dat hij thans een re»
geeringsprogram »gereed« heeft een druk»
fout in een der grootste bladen spreekt van
»gered« I en daarop nu ministers wil gaan
zoeken.
Ons dunkt een man als de heer Limburg
moest na twee en een halve maand crisis een
»program« in 't hoofd hebben en geen dagen
noodig hebben, om er over te prakkizeeren.
En nu pas beginnen met zoeken
Zij, die den indruk gaven alsof dr. Limburg
bijna 'n kabinet in»den»zak had, hebben zich
dan toch maar leelijk vergist.
Of dr. Limburg heeft zijn kracht overschat.
Laten we er 't beste van hopen.
't Gaat niet vlot.
Neen, 't gaat niet vlot.
Dat merkt men uit de Pers.
Het Hbl., dat almee 't vurigst op slagen
hoopt, hief al een jammerkreet, zoo geen nood»
kreet aan over de weinige medewerking, die
dr. Limburg bij hen vindt, die voor minister
geschikt zouden zijn.
Een ander blad wist te vertellen, dat hij er
feitelijk nog maar twee gevonden had, die
mèt hem zijn politieke spijs en drank wilden
eten en drinken de heeren De Geer en Van
Karnebeek, uit het huidige kabinet.
Doch dan moeten er nog zes bij.
En die schijnen ver te zoeken
Nogeenswe hopen er 't beste van
Want, er móét tenslotte een kabinet zijn,
maar een herhaling als bij de Vlootwet»ge=
schiedenis wordt door onze partij allerminst
begeerd.
Niet dat onze mannen in het Kabinet daar
niet goed genoeg voor zouden "zijn, verre van
daar, maar omdat ze er eigenlijk veel te
góéd voor zijn.
Heeft Dr Kuyper al voor vele jaren betoogd l
Te Amsterdam trad voor de «Jonge Li»
beralen« een spreker op, die den politiek zoo
bekenden naam Kappeyne van de Coppello
droeg.
Onderwerp't Parlementaire stelsel.
Een dankbaar onderwerp 1 Vooral ook in
déze dagen.
En 't kostte den spreker niet veel moeite
te betoogen, dat we met dat stelsel in 't
moeras raken.
't Móét anders worden, meent hij.
«De parlementaire arbeid moet worden ge»
splitst in een parlementair en een politiek
deel. Het parlement moet dan houden het
politieke deelde meer technische regeling
zou dichter kunnen worden gebracht bij be»
langhebbenden, bij speciaal daartoe in het
leven geroepen organen.«
Wijlen Dr. Kuyper heeft z'n levenlang reeds
in deze richting getuigd.
Reeds een halve eeuw geleden, toen hij voor»
stelde, dat de Eerste Kamer een «Kamer van
Belangen» worden zou
En op vele andere wijs.
We gaan nu Frankrijk na.
't Parlement, dat een steun en stuw voor
de Regeering moest zijn, wordt een rem en
een klem.
Nadruk verboden.
IVat elke maand te doen geeft.
(Ie helft Februari).
In dezen tijd wordt heel wat kalk of mergel
besteld. Dikwijls weet echter de boer zelf niet
wat hij bestelt, en wat hem geleverd zal
worden. Men spreekt eenvoudig van »kalk«,
of «landbouwkadk» of «kiuitkalk» of «schelp»
kalk». Aan het Proefstation kent men volgens
den codex slechts 2 soorten kalkongebluschte
en gebluschteen bovendien mergel. En aldus
dient men zijn bestelling te doen, wil men
weten wat men krijgt. De lezer wete: dat bij
het blusschen uit 100 K.G. ongebluschte kalk
circa 132 K.G. gebluschte kalk wordt verkre»
gen. Worden monsters tot onderzoek opge»
zonden wat zeer gewenscht is dan ge»
schiede de bemonstering zeer zorgvuldig, want
het monster»nemen is bij kalk, en vooral bij
een groote partij, een moeilijk werk. Groot is
de belangstelling in den laatsten tijd voor het
nemen van grondmonsters, met het oog op
den kalktoestand duizenden monsters werden
naar de proefstations te Wageningen en Gro»
ningen gezonden. Om de bemonstering goed
vlug te doen, gebruikte men een boor, zooals
door den heer J. Goodijk is ontworpen. Het
Groninger Proefstation, 2e afdeeling, directeur
de heer J. Hudig, zegt, dat met behulp van
dit instrument het monster>nemen een eenvou»
dige zaak is geworden. Voor f 3.50 wordt de
boor door den heer Hudig toegezonden.
Onze hoenders hebben het in dezen winter
hard te verantwoorden, en aan de eierproduc»
tie kunnen velen het ook terdege merken, 't
Groote voordeel van het kippenhouden is ge»
legen in de opbrengst der wintereieren, maar
wie wintereieren wil rapen, heeft te zorgen
voor drie dingen 1, voor jonge winterlegsters
2, voor een goede en doelmatige voeding
3, voor 'n goed verlichte scharrelruimte met een
gezond nachthok. Ieder ga nu maar eens na,
wat hieraan bij hem ontbreek 1 Op menige
boerderij heeft men öf voortdurend öf nu en
dan last van ratten, en een rattenplaag is een
leelijke plaag, waartegen tal van middelen met
weinig of geen resultaat worden aangewend.
Daarom zij hier vermeld, dat P. Boldin te
Oostburg (Z) nu al gedurende een jaar de
ratten heeft weten te verdringen door onder
4 'PUSMMAOOT
en rondom zijn kippenhok carbid te strooien,
hij doet dit om de vier 6 weken, en ziet
nu geen rat meer. 't Is een goedkoop en on»
gevaarlijk middel.
Wat er in dezen maand in den tuin te doen
valt, hangt vati het weer af Bij gunstig weer
moet men het snoeien beëindigen, want dit
moet geschied zijn vóór de heesters beginnen
te werken Voorts kan men van de bollen, die
al vroeg teekenen van leven geven, als Nar»
cissen en Crocussen, het dekenmateriaal gedeel»
telijk wegnemen dan wordt het loof sterker,
terwijl anders de neuzen der bollen te lang
opschieten, geel en slap worden. Men zie de
perken met voorjaarsbloemen na, of er ook
planten zijn uitgevallen heeft men nog plant»
jes in reserve gehouden, dan kan men de open
plaatsen aanvullen, om een vol geheel te be»
houden. Perken, die tot dusver nog niet be»
plant zijn door omstandigheden, kan men nu
ook nog mits voorzichtig met voorjaars»
bloemen beplantenmen krijgt wat lateren
bloei dan van de in den herfst gereedgemaakte,
maar men mag toch op een rijkdom van bloe»
men in den voorzomer hopen Planten, die
zich hiertoe zeer goed leenen, zijn b v.de
Sleutelbloemen, de Arabis alpina en de ge»
vuldbloemige vorm Arabisalpina fl pl„ de
Iberis Sempervirens, de Grasanjer en de ver»
schillende soorten van voorjaars»PhIoxen.
In den boomgaard is ook wel werk te verrich»
ten. Wordt gesnoeid, dan ga men voorzichtig
te werk. Heeft men zaag of beitel gebruikt
dan trekke men de takken niet weg, want
hierdoor worden vele vruchttakjes afgebroken
en menige bloemknop afgescheurd Beter han»
delt men door de takken er uit te stooten
men duwe daartoe met een langen stok of
met den beitel den tak omhoog. Gemaakte
wonden moeten worden besmeerdde een
gebruikt hiervoor Carbolineum, de ander brui»
ne teer, een derde koolteer. Carbolineum,
onder controle geleverd, is wel het meest aan
te bevelen. Sommigen blijven de voorkeur
geven aan bruine teer. Kankerwonden wor»
den behandeld door ze flink diep uit te snij»
den en ze daarna met kankerwas te bestrijken.
Ook wel volstaat men met de wonden een
weinig uit te krabben, zoodat de losse schub»
ben zijn verwijderd, en ze dan met Carboli»
neum te besmeren. De boomstammen wor»
den met een staaldraadborstel afgekrabdde
afval, als het een droge massa is, verbrande
men. Na het afkrabben is het een nuttig werk
de stammen te bekalken. Wanneer men de
gewone kalkmelk wat gebonden maakt door
er wat stalmest doorheen te mengen, verkrijgt
men gladde stammen. Deze behandeling ver»
nietigt de nog achtergebleven insecten. Inspec»
teer de takken, vooral de onderzijde, of ge
ook witwollige hoopjes ontdekken kuntdat
zou dan de bloedluls zijn. De hoopjes moet
ge dan flink raken met Carbolineum of met
petroleum. Tenslotte: zie bij de jonge boomen
de steunstokken nazet de boomen die wat
los staan, wast met eet een of ander niet te
veel schurend blindmateriaal.
LANDGENOOTENI
In honderden gezinnen in de veenstreken
heerscht gebrek De veenbevolking hongert,
lijdt koude. Er is gebrek aan kleeding en
dekking, zelfs aan de meest primitieve. Van
verschooning is geen sprake. Babykleeding is
er niet meer. Vele groote gezinnen moeten
leven van slechts f 5,— tot f 13,— per week.
Stelt U zelf eens in zulk een geval. Waar»
schijnlijk kunt ge er U niet eens indenken.
In de gemeente Emmen met haar 43000 in»
woners zijn er zeker duizenden, die niet vol»
doende te eten en te kleeden hebben.
De nood, welke jaren lang, sinds het einde
van den oorlog, alhier geheerscht heeft, is dit
jaar hooger dan ooit te voren. Er kan ge»
spraken worden van een chronischen nood»
toestand. Binnen afzienbaren tijd opent het
verschiet voor het geen perspectief. De ge»
meente kan niet heipen. De ingezetenen zelf
zijn op verre na niet bij machte voldoende
in dien steeds stijgenden nood te voorzien.
De belastingen zijn in verhouding tot de
draagkracht der bevolking reeds te hoog op»
gevoerd.
Groote sommen moeten worden uitgegeven
aan armenzorg en werkverschaffing. De kleine
middenstand gaat eveneens ten onder tenge
volge van de verarming der veenbevolking.
Landgenooten, Uw hulp is noodig 1
Gij, die zoo mild gaaft voor de Borculo»
ramp en den Watersnood, hebt ook weer wat
over voor Uw arme landgenooten in het Zuid»
Oosten van Drenthe, waar honderden zelfs
nog wonen in plaggenhutten, in keeten van
planken en bordpapier, gezet op het natte,
koude veen.
De noodtoestand, welke in dit gewest
heerscht, is erger dan die, veroorzaakt door
wervelwind en water, omdat hij blijvend is
en steeds erger wordt. Waar watersnood en
wervelstoim plotseling kwamen en gingen,
spreken ze natuurlijk dieper tot het daarvoor
zoo gevoelige Hollandsche menschenhart.
Maar hier werkt een doorvretende kwaal, die
gelijk de tering haar slachtoffer, het volksge»
luk en de volkswelvaart langzaam ondermijnt.
Landgenooten, gij die U zoo liefdadig en
milddadig toonde jegens de Belgische, Oosten»
rijksche, Hongaarscne, Russische en Duitsche
kinderen, gij zult toch uw eigen misdeelde
jonge landgenootjes niet vergeten I Helpt ons
daarom 1 Wij hebben uw hulp dringend noodig.
Verschillende neutrale vereenigingen heb»
ben de handen ineengeslagen en een comité
opgericht teneinde de noodlijdende bevolking
te steunen. Deze vereenigingen zijn de afd.
Emmen en Nieuw»Amsterdam van de Ned.
Vereen, van Huisvrouwen, de afd Emmen
van het Ned. Roode Kruis, de departementen
Emmen en Nieuw»Amsterdam van de Maat»
schappij tot Nut van't Algemeen, de Vereeni»
gingen Het Groene Kruis te Emmen, Emmer»
Coinpascuum, Nieuw»Weerdinge, Nieuw»Am=
sterdam, Klazienaveen en Roswinkel, de afd.
Emmen en Nieuw»Amsterdam van het Centraal
Genootschap van Vacantiekolonies, de Land»
bouwvereenigingen te Emmen, het Plaatselijk
Belang te Nieuw»Dordrecht en Roswinkel, de
Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te
Emmen, de Vereeniging voor Kraamvrouwen»
verpleging te Emmen.
Uit dit comité is een werkcomité opgericht,
welk comité de leiding op zich heeft genomen
en waarvan de Burgemeester der gemeente
Emmen het Eere»voorzitterschap heeft aan»
vaard.
Landgenooten 1 Laat onze bede om hulp
niet voor niets zijn. Laat ons straks niet met
eege handen staan tegenover de armen, de
lzeer armen dezer gemeente.
Wilt uwe gelden doen toekomen aan den
penningmeester of storten op onze postreke»
ning no. 79400.
Wij verzoeken beleefd geen gedragen kleeren
te zenden, aangezien de praktijk leert, dat de
verdeeling daarvan veel moeilijkheden met
zich brengt.
Het Werk-comité van het Centraal
Steun-comité Emmen
Eere»VoorzitterG. KOOTSTRA, Burge»
meester van Emmen.
VoorzitsterH. A. VAN RIEL—Smeenge,
Voorzitster der afd Emmen van de
Ned. Vereen, van Huisvrouwen, oud»
Schoolopziener, lid van den gemeente»
raad.
Secretaris: J. REIJNTJES, Voorzitter der
afd. Emmen van het Ned. Roode Kruis,
Inspecteur der directe belastingen, in»
voerrechten en accijnzen.
PenningmeesterJ. HADDERS Rzn.
Secr»Penn. van de Vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer, oud»Wethouder
van Emmen.
Dr. A. ROODVOETS, Secretaris van het
Groene Kruis te Emmen, commies ter
Gemeen te»secretarie.
S. POSTMA, Voorzitter der Handelsver»
eeniging te Emmen, lid van den ge»
meenteraad, hötelhouder.
Emmen, 23 Januari 1926.
DE CHRISTENVERVOLGING DOOR
DE TURKEN.
Onthullingen over hun gruwelen.
De geest van Abdoel den vervloekte.
De Maasbode schrijft
De uit den oorlog welbekende «Daily»
Chronicle«»correspondent, M. H. Donohoe, is
in zijn blad een artikelen»reeks begonnen over
Turkshe gruwelen in Azië, die haar wederga
in deze aan oorlogsverschrikkingen zoo rijke
eeuw niet vinden.
Zijn schildering van de Turksche onmen»
schelijkheden is zoo schrijnend dat ze West»
Europa van ontzetting en afschuw zal ver»
vullen.
Op en bij de grenzen van het Brische man»
daatland in Mesopotamië (Irak) hebben zich
de gruwelen afgespeeld.
De inlichtingen, door den Britschen corres»
pondent verkregen, zijn alle uit de eerste
hand en verstrekt door*slachtoffers en getui»
gen. Zij zijn onder eede door de getuigen mee»
gedeeld en geven een droevig denkbeeld van
de politiek der Turken, naar den geest van
Abdoel den vervloekte, beoogend de uitroeiing
van alle Christenvolken in Klein»Azië.
De christenen die levend aan de Turksche
hel ontvloden zijn, hebben zich neergezet te
Zakho (Irak) vanwaar de correspondent zijn
berichten zendt.
De vluchtelingen zijn Chaldeesche Katho»
lieken van de dorpen in het hoogland ten
Noorden van en grenzende aan de bekende
«Brussel»linie«
Hun eenige misdaad is geweest, dat zij
het christelijk geloof belijden. Zij zijn om
dit geloof onderworpen geweest aan kwel»
lingen en onwaardige behandelingen, erger
dan een lichamelijke dood, onder een regee»
ring, die zich tot de beschaafde mogendheden
rekent.
De Hun Attila, zoo zegt de correspondent
zou blozen bij het hooren der wreedheden, hier
gepleegd tegenover een weerloos en zacht»
aardig volk
Opnieuw heeft de Turk, ondanks het vernis
van beschaving, zich in zijn ware gedaante
getoond als een barbaar met zijn oer»instinc
ten van wreedheid, wellust en moord, instinc»
ten, die nimmer geheel zijn uitgebannen,
ondanks eeuwen van contact met de bescha»
vende invloeden van het Westen.
Opnieuw heeft de Turk zijn handen gedoopt
in christenbloed en heeft hij een hoofdstuk
toegevoegd aan het boek der schande, die
altijd met zijn bewind in Azië verbonden zal
blijven, zooals dit vroeger het geval was in
Europa.
Angora doodt niet als Nero, die ten aanzien
van het volk zijn slachtoffers liet ombrengen
het handelt minder openlijk, maar met een
verfijnde wreedheid, waarvan zelfs een Nero
of Diocletiakus nimmer gedroomd heeft.
Het verzekert bij zijn eer en geweten, dat
de gruwelverhalen verzonnen zijn door zijn
vijanden in Europa, dat een weefsel vanleu»
gens aldus Angora's minister van buiten»
landsche zaken de Turksche zaak in de
oogen der wereld moet benadeelen.
Doch in Zakho hoort men de getuigenissen
van Angora's schuld, te Zakho en elders aan
den Irakschen kant der grens
Meer dan 2000 vluchtelingen, waarvan er
sommigen zelf geleden hebben en die hun
broeders den dood hebben zien sterven die
de vrouwen onnoembare verschrikkelijkheden
hebben zien ondergaan, zijn hier in dit gast»
vrij gebied.
Vele jonge vrouwen, sommige nog bijna
kinderen slechts, hebben onder de handen
van hun beestachtige ontvoerders oneer en
schande moeten lijden.
Het getuigenis der levende slachtoffers", die
ontsnapt zijn aan de bloedige handen der
Turken, is een verschrikkelijke aanklacht,
voldoende om de Angora-regeering en haar
militaire satellieten voor elk onpartijdig tri»
bunaal in de wereld schuldig te doen staan.
Wie zijn de slachtoffers Vanwaar komen
zij, die zoo wreed geleden hebben
Zij behooren, gelijk men weet, hoofdzake»
lijk tot de Chaldeesche stammen, die als land»
bouwers en herders de bergdorpen ten Noor»
den van de befaamde «Brussel»linie«, de oevers
der Baijo»rivier en de streek, Oostwaarts
begrenst door den Khaboer»stroom, West»
waarts door den Hezel, bewonen. Zij leven
in gemeenschap met de Kerk van Rome.
Zij zijn een vredelievend volk, onbedreven
in oorlogvoeren, nederig en ongeletterd, die
in deze wilde streken rondzwerven, evenals
in de dagen, toen de Wijzen uit het Oosten
naar iBethlehem togen om goud, wierook en
mirrhe te leggen aan de voeten van den
nieuw»geboren Christus.
Zij zijn Zachtzinnige en trouwe volgelingen
van den nederigen Galileeër en verschillen
zeer veel van de Assyiiërs of Nestorianen;
dit zijn schismatieke christenen, die verder
Oostwaarts wonen in de districten, welke aan
de oever aan de grootere Zab»rivier liggen.
Deze Nestorianen zijn een volk van krijgers
die zich nimmer gedwee aan de Turksche ver»