voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. o Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES No. 3193 WOENSDAG 27 JANUARI 1926 40STE JAARGANG W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adtuünis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers V Watersnood en Financiën. V Onze Landbouw. Uit de Pers. Ingezonden Stukken Binnenland. De Kabinetscrisis. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent Mj vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. V Wat nü niet kan. »De Zeeuw« in deze dagen van «Patrimo* nium«»herdenking, herinnert ook aan het eerste Chr. Sociaal Congres, dat nu ruim 35 jaar geleden gehouden werd. Patrimonium gaf daartoe den stoot. Die 't eerst uit Friesland kwam, waar dsj. v. Andel destijds de Leeuwarder afdeeling met raad en daad bijstond. Op de jaarvergadering van P. werd beslo* ten het Cent. Comité van A.=R. Kiesvereeni» te verzoeken in overleg met P. zulk een Con« gres saam te roepen. En dan gaat »De Zeeuw aldus voort Het Centraal Comité ging op dit ver» zoek in en besloot saamwerking te zoeken, niet alleen met Patrimonium, maar ook o.a. met den Chr. Volksbond. De eerste vergadering der Regelingscom» missie voor dit Chr. sociaal congres had plaats te Amsterdam. In die Commissie had« den zittingVoor het Centraal Comité \dr. Kuyper, H. Waller en J. A. Wormser; voor Patrimonium K. Kater, P. van Vliet en Slegtvoor den Chr. Volksbonddr. F. van Gheel Gildemeestervoor de A.»R. Kamerclub de heeren Van Alphen, Van Kempen, Van Löben Seis. Vrucht van deze samenwerking was dat hetgeen toen nog mogelijk was het Congres bijeen kwam en uit leden bestond, uit alle bekende kerkformaties. Hervorm» den, Doleeerden, Chr. Gereformeerden, Ev. Lutherschen, Hersteld Ev. Lutherschen, Broes ders Darbisten, elk leverde zijn contingent. Wij herhalendit kon toen nog geschies den. Tegenwoordig, niettegenstaande de tijden zooveel ernstiger werden, zou dit allicht niet meer mogelijk zijn. Onbegrijpelijk toch, terwijl alle Christenen elkander zoo noodig hebben. »Dat kon toen nog geschieden«. Wat houden die weinige woorden, goed bezien, toch in, een droeve klacht over, haast zeiden we een aanklacht tegen de christenen van Nederland 1 Cl Tóén kon dat nog geschieden. Nü, en een iegelijk onzer zegt dadelijk Helaas 1 het is zoo Nü kan dat niet meer. Zoo is de verwijdering toegenomen. En nu vragen we nietAan wie de schuld Want het antwoord weten we Aan de christenen van Nederland. Neen, wij pleiten allerminst, dat men alle verschillen begraven zal en met een »geloofs» belijdenis die men op een stuivertje schrijven kan», genoegen zal nemen. De belijdenis moet ons dierbaar zijn. Niet als oud, eerwaardig document. Maar, moge het do^r Gods genade alzoo zijn I als uitdrukking van ons levend, vurig geloof. Maar zij diene tot onderscheiding. Niet tot geheele scheiding 1 Neen 1 géén verflauwing der grenzen. Maar ook de grenzen niet uitgegraven tot diepe afgronden 1 Het brengt zulk een magerheid over de ziel. Er is toch nog zooveel terrein waarop we gezamenlijk kunnen getuigen voor onzen Heer en Heiland en samen front kuns nen maken tegen het ongeloof. Tóén kón zoo iets nognü niet Hoe zal 't in de toekomst zijn? Daar zal, naar onze vaste overtuiging, ook voor een deel de toekomst van ons volk van afhangen. De uitkomst zal denkelijk wel leeren,'dat ook 's Lands financiën bij den Watersnood nauw betrokken zijn. We doelen nu niet op hulp. Ook min. Colijn liet dit in 't midden; hij liet er zich niet over uit, maar de particuliere liefdadigheid ga krachtig vóór. Er is echter nog iets anders. Zij 't niet dadelijk, zoo zal zich toch, ver* moeden wij, de eerstvolgende maanden, de invloed der ramp, die zich véél en véél ver» der uitstrekt dan Maas»en«Waal, laten gevoe* len in de opbrengst der belastingen. Tienduizenden zijn voorloopig onmachtig tot betalen. En waar niet is, verliest de keizer zijn recht. Of en wat er naderhand nog van terecht komt, moeten we afwachten. Maandenlang zal de invloed der ramp zich nog in de cij* fers doen gevoelen. Neemt men daarbij in aanmerking, dat een goed deel van onzen vooruitgang op 't oogenblik van Indischen oorsprong is, dan blijft er alle reden, om zorgvuldig met de financiën om te gaan. Pessimist zijn willen we niet. Het mig niet, - en er is geen reden voor. Maar aan den anderen kant stare niemand zich blind op cijfers en uitkomsten van dézen tijd en van één jaar, alsof dit een norm, een maatstaf voor de naaste toekomst zou zijn. Die blijft nog altijd vrij onzeker. En een feit is nu eenmaal, dat in steeds sterker mate, en juist in de landen van welke wij het hebben moeten, een streven veld wint, om eigen bronnen van inkomsten door be scherming te sterken tegen de concurrentie van het buitenland. Neem nu b.v. Engeland. 't Klassieke land van den vrijhandel. De Rijkstuinbouwconsulent te Londen gaf er ten vorigen jare eenige voorbeelden van. Dat de teelt van groenten, van groot en klein fruit, in 1924 toenam, kan nog zijn ge» volg van meer inspanning, maar men kan er op rekenen, als de concurrentie van buiten te lastig wordt, dan zal de vraag naar be> scherming in wat vorm ook, niet van de lucht zijn. Maar dat de teelt van suikerbieten van 3360 H.A. in 1922 toenam tot 8976 H.A. in 1924 is ongetwijfeld mèe een gevolg van de be* scherming, die dit deel van 'tlandbouwbedrijf sinds enkele jaren geniet. Dan wil de Regeering aan de productie der »dominions« (Canada, Z.=Afrika, Australië) voorkeurrechten toekennen. Dan is een bepaalde soort bescherming uit* gedacht voor industrieën en bedrijven, wier malaise het gevolg heet te zijn van door vreemde landen uitgeloofde uitvoerpremies of van lagere loonen, langere werktijden en la* gere belastingen en men begrijpt, wat er niet al, met wat goeden wil hieronder te brengen is. Dat dit ook speciaal Nederland raakt, toont wel het feit, dat de boom* en bloemkweekers ginds nü al hun best doen, om hier ook van te kunnen profiteeren. Let, naast Engeland op Duitschland. Nogeens 't behoeft ons niet ter neder te slaan, maar 't kan en moet toch wél manen tot groote voorzichtigheid. Belangrijke uitspraak. De bladen hebben in den laatsten tijd het volgende bericht Artikel 123. Voor de zending is van be* teekenis het bericht uit Indië, dat de verga, dering van missionnaire predikanten en andere zendingsarbeiders op Soemba (zen* ding der Gereformeerde Kerken) betreffend artikel 123 Regeeringsreglement het volgende voorstel heeft aangenomen nadat door Ds. L. P. Krijger, docent aan de opleidingsschool, 'n referaat was gehouden over bedoeld ar* tikel«De vergadering van missionnaire dienaren op Soemba is van oordeel, dat overeenkomstig 't ingediend rapport, artikel 124 R. R. geheel zonder meer, ingetrokken moet worden, en dus de Overheidle de evangelieprediking geheel vrij moet laten en 2e nooit preventief mag optreden door de vestiging van een bepaalde zending op een bepaald terrein te verbieden, teneinde z.g dubbele zending te weren.» Dit is een belangrijke uitspraak. Zeker, zij ligt op de lijn onzer a.r. beginselen. Maar in den laatsten tijd was ook in onze kringen weieens de gedachte opgekomen of eenige regeling, die de Overheid in haar hand hield niet goed zou zijn en nuttig werken tegen 't gevaar der «dubbele zending», als b.v. de R.»K. gelijk ze reeds met Solo doen, zich met man en macht gingen werpen op terrein, reeds door óns bezet. Niemand zal 't gevaar, dat hierin schuilt, ontkennen. Maar onze arbeiders in Indië durven dat kin. Onder biddend en vertrouwend opzien tot hun God. Om het in hun oog grootere gevaar te ont* gaan dat de Overheid de kerk des Heeren paal en perk stellen zou, waar zij het Evan* gelie prediken mag en waar niet. Dit oordeel, van de mannen, die er daar* ginds middenin zitten, zal zeker voor onze groep van meer dan gewone beteekenis wor» den geacht. Keuchenius en Lohman. Aan het slot eenei artikelenreeks onder bovengenoemd opschrift maakt «De Nederlan* der« onderstaande juiste opmerking «Lohman had grooten eerbied voor den ge» loofsmoed van Keuchenius. Nog in 1897 noemt hij hem in één adem met Bilderdijk, da Costa, Groen. «Heeft niet vooral» zoo laat hij dan volgen «Keuchenius geen gelegenheid laten voorbijgaan om, ook op staatkundig gebied, ook als Minister, van de heerschappij van Koning Jezus krachtig en onbeschroomd te getuigen Van verzwijging van Diens naam wilde hij niet hooren. Nog kort voor zijn dood gaf hij aan een zijner vrienden zijn af» keuring te kennen over een artikel in de «Heraut" van 22 October 1893 waarin het publiek gebed werd verdedigd mits niet ge* schiedend in den naam des Heeren Jezus Chris* tusen zulks ter wille van Joden en moder* nen«. Een paar weken voor zijn dood zat Lohman nog aan zijn ziekbed als een bewijs, dat, ondanks verschil op ondergeschikte pun» ten, de broedertrouw ongeschokt was, En Keuchenius verdiende deze trouw ten volle. Ook hij had nooit opgehouden Lohman te eeren. Steeds, ook in het heete Kamerdebat, bleef hij hem betitelen als «mijn geachte vriend» in Keuchenius' mond allerminst een klank. Want bij dezen man was alles echt en waar. Maar daarom moest er tusschen hem en Lohman een band blijven tot in den dood. Want ook Lohman was een Nathanaël zonder bedrog. «Doch den grootsten eerbied hebben wij voor beider kinderlijke en heldhaftige vroom* heid. Keuchenius met zijn stukgelezen bijbelboekje dat met hem in de kist werd neergelegd, Lohman met zijn kostelijke nalatenschap in dat«Ik weet, dat mijne ziel is gered». Zij beiden hebben de reeks van geloofshelden van Hebr. 11 in onze dagen aangevuld en blijven heerlijk spreken, nadat zij gestorven zijn, zoowel tot onze personen, als tot de staatslieden van deze tijd. Het hoogste ideaal bleef hun en blijft ons de bevordering van Christus, Koninkrijk. «Maar daartoe moeten de gelederen worden gesloten en alle verschillen worden onderge* schikt gemaakt aan de bereiking van dat heilig doel«. Inderdaad, zóó is het. Laten ook de volgelingen van Keuchenius maar ook die van Lohman. zich dit kostelijke advies van het Chr.*Hist. blad immer ten nutte maken. «De Zeeuw«. De Copie van Ingezonden stukken die niet ge* plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers Mijnheer de Redacteur I Mag ondergeteekende naar aanleiding van een breedvoerig verslag, dat in Uw blad ver» scheen van het requisitoir van het O. M. voor het Kantongerecht te Sommelsdijk d.d. 10 Dec. '25 tegen ons Instituut uitgesproken, het vol» gende opmerken. Te Middelharnis, in Hotel Zaaijer, wordt gedurende een jaar spreekuur gehouden voor de welbekende geneesmethoden der Indische Kruidenaanwending van Dr. Hemmers en de in Zwitserland met zooveel succes als voor jaren toegepaste Homoeopatische kuren van Dr. Ruppricht. De zittingen gaan uit van het Electro*Ho* moeopatisch Kruidkundig Instituut «Dr. Hem* mers« Berschelaan 218 Rotterdam. Deze In* richting waaraan ook is verbonden een La* boratorium voor Scheikundig Microscopisch en Bacteriologisch onderzoek van bloed, spu* turn, faeces en Urine stond gedurende de vele jaren van bestaan, onder leiding van ervaren Artsen, specialisten, o.a. onder leiding leiding van Dr. H. van Meer, Dr. G. H. Dun» newold, Dr. J. E. Alberts en thans onder Me» dische en Pharmaceutische leiding van den WelEd. Zeer Gel. Heer Dr. J. M. Nijland, arts. In verschillende plaatsen van Nederland wordt zitting van dit Instituut gehouden voor het aanmelden van nieuwe patiënten. De ijverige Directeur*Geneesheer Dr. J. M. Nijland, geholpen door zijn Annex assistenten, werken eiken dag met veel succes ter bestrij» ding der meest hopelooze kwalen. De ernstigste kranken worden geregeld door Dr. Nijland aan huis bezocht, op verzoek is deze door geheel Nederland aan huis te consulteeren. Dit Electro*Homoeopatisch Instituut onder* gaat over een maand een ruime uitbreiding door het aanbrengen van een gedeelte waarin de Radium*Therapie en Hoogtezonbehandeling ter genezing van kranken, tuberculosen en engelsche ziekte wordt uitgeoefend. De tegenwerking welke de Homoeopatie en de Indische Kruidengeneeswijze ondervin* den van andersdenkenden, die nog altijd de ouderwetsche systhemen, ook in de Genees» kunst willen handheven wordt langzamerhand minder, daar deze Heilmethoden en wonderlijk werkende radicaalkuren baan breken en een goede toekomst tegemoet gaan. De eerst verachte en geschuwde Homoeo* patie, waarvoor onze onvergeetlijke en alom geëerde Dr. A. Kuyper zoo goed heeft gespro» ken en zoo krachtig gestreden, zal na de vele resultaten, die met deze methode verkregen zijn, eindelijk de eer ontvangen, die deze als vooraanstaande geneesmethode toekomt. Wij hopen binnenkort van dit Instituut meer te kunnen berichten. Met dank voor de plaatsing, Electro Homoeopatisch Therapeutisch Instituut «Dr. HEMMERS* Bergschelaan 218, Rotterdam. Directeur-Geneesheer Dr. J. M. NIJLAND. Dr. de Visser verzocht ontheffing van zijn opdracht. Mr. J. Limburg Kabinetsformateur. Dr. J. Th. de Visser heeft Vrijdagochtend aan H. M. de Koningin ontheffing verzocht van zijn opdracht tot vorming van een Kabinet. Hare Majesteit heeft daarop den voorzitter van de Tweede Kamer de Staten=Generaal, Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck ontvangen en vervolgens in den namiddag Mr. J. Limburg, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid»Holland, aan wien H. M. de samen» stelling van een extra*parlementair Kabinet heeft opgedragen. Mr. Limburg heeft verzocht, deze opdracht in beraad te mogen houden. Mr. J. Limburg, werd in 1890, na promotie te Leiden, advocaat. Hij werd in 1897 be* noemd tot rechterplaatsvervanger in de arr. rechtbank te 's»Gravenhage en in 1903 tot lid van het algemeen college van toezicht op de rij ksop voedingsgestichten. In 1904 werd hij lid der Prov. Staten van Zuid»Holland en in 1907 lid van Ged. Staten van dit college, welke functie hij op het oogenblik nog bekleedt. Mr. Limburg, die de vrijz *dem. beginselen is toegedaan, werd in 1905 gekozen tot lid der Tweede Kamer en bleef dit onafgebroken tot 1918. Als lid dier Kamer nam hij het initiatief tot het wetsvoorstel, waardoor het mogelijk werd gemaakt, dat men zonder Latijn en Grieksch te hebben bestudeerd, kan pro* moveeren tot doctor in de geneeskunde en de wis* en natuurkunde, wanneer men eind* diploma H. B. S. bezat. Als lid van de staatscommiseie, onder voor» zitterschap van wijlen den vice*president in den Hoogen Raad Mr. S. Gratama had hij een belangrijk aandeel in het samenstellen van een ontwerp van een nieuw wetboek van Burgerlijke rechtsvordering. Mr. Limburg is voorzitter van de staatscommissie voor de burgerlijke wetgeving, die partieele herzie» ningen in onze wetboeken ontwerpt. Verder is hij o.m. voorzitter van de commissie van advies voor volkenrechtelijke vraagstukken, door den Minister van Buitenlandsche Zaken ingesteld en lid van de Staatscommissie voor internationaal privaatrecht. Hij is curator der Leidsche Universiteit en deken van de Haag* sche orde van advocaten. Driemaal is hij ge* delegeerde geweest ter vergadering van den Volkenbond. Hij is voorzitter van de Ver» eeniging voor Volkenbond en Vrede. Hem is indertijd na het aftreden van Zimmerman het burgemeesterschap van Rotterdam aangeboden, waarvoor hij gemeend heeft te moeten be» danken. In verschillende zaken heeft Mr. Lim» burg voor het Perm. Hof van Intern. Justitie gepleit, o.a. namens de Ned. Regeering in de kwestie betreffende de toelating van den Ned. arbeidersgedelegeerde tot de arbeidsconferen» tie te Genève. Voorts in Mr. Limburg van 1923 tot Dec. j 1. arbiter geweest in het Fransch Duitsch scheidsgerecht te Parijs. Hij is ridder in de orde van den Ned. Leeuw en commandeur van het Legioen van Eer. Hij is 59 jaren oud. Een vraaggesprek met Oud.»Gouv. Generaal Idenburg. Een bijzonderen medewerker beschrijft in «Timotheus» een vraaggesprek met Oud»Gouv. Generaal Idenburg, Het is nog niet zoo heel lang géleden, dat een der heeren, met wie ik een vraaggesprek voor «Timotheus» heb gehad, den heer Iden* burg wilde bezoeken. Hij bracht het niet ver* der dan een dwaaltocht door de slingerlanen der Scheveningsche boschjes, eindigende in het Hotel [de Promenade waar hij ten einde raad zijn gezochten gastheer opbelde en hem mededeelde, dat hij nog steeds op weg was naar zijn woning. «Nu dan zal ik u wel even halen«, zei de heer Idenburg, en zoo geschiedde Wie rust begeert kan zich dus geen idealer plek kiezen, dan de Minister van Staat Iden» burg gedaan heeft. En hoe komt het dezen trouwen werker toe 1 Hij, die van zijn eerste uitzending naar Indië af in woord en daad getuigd heeft, dat het mogelijk is, groot te worden in de oogen der menschen en toch klein te blijven in eigen oog, ook klein voor het oog van God. Die hem van stap tot stap heeft voortgeleid op den weg van genade en eere. Vele jaren staande in de bruising van het leven, later geroepen tot de hoogste ambten heeft de heer Idenbuig gewerkt, zoolang het dag was en nu de avond gedaald is, moet men. hem zoeken in de rust van een der schoonste plekjes onzer Residentie. In de rust, ja, dat wil zeggen nog lang niet in de ruste. Want als ik de werkkamer van den oud.«Gouv. Generaal ben binnengetreden, waar het volle daglicht op het in de erker geplaatste bureau valt, hoor ik al een mededeeling, die voor mij de beteekenis van een vonnis heeft Ik heb maar een uur. Om elf uur wacht ik weer iemand.» gen uur voor een vraaggesprek met den man wiens levenswerk een boekdeel vult I Nu dan viel er niet te talmen. Uw levensbeeld, Excellentie, allereerst. Graag ten voeten uit. Uw geboorte en «O ik ben geboren als ieder ander». Laat ik den lezer terstond mogen zeggen, dat deze woorden, uitgesproken met een vluch» tig glimlachje, op dat oogenblik een buitenge» woon scherp licht gegoten over de figuur van mijn gastheer. Immers 't was bijna vijfjaren geleden, dat deze zelfde man stond aan het sterfbed van een anderen grooote Dr. Kuyper, en toen de omstanders ontroerde door zijn kinderlijk eenvoudig gebed om een ruimen ingang voor den moegestreden lijder. Welnu van dien groote mocht hij getuigen«Hij is gestorven als een arm zondaar, precies als allen die door de enge poort ten leven moet ingaan.« En toen ik, na het gesprek terugwan» delde doorflitste mij weer dat zinnetje gebo» ren als ieder ander. Ja inderdaad, ook in den heer Idenburg wordt die wonderschoone levens» lijn afgewonden waarvan begin en einde in Gods handen zijn en die daarom zoo zuiver afteekent wat het zeggen wil, groot te zijn in het koninkrijk Gods. Veertigduizend waren het er i Even zóóveel mannen en vrouwen hebben 't vorige jaar bij de Kamerverkiezing niet gestemd. Een voorloopig onderzoek is ingesteld, 'r Werden 12,000 uitgezift. En 32 politie*agenten zijn vele dagen bezig geweest, om 12,000 dagvaardingen uit te reiken. Thans ratelt de kantonrechter recht. Ziehier, hoe de zaak door een dezer Am» terdamsche heeren, volgens 't verslag in de N. R. C. wordt getracteerd. Het beloop der procedure (maximum duur 1 minuut) was ongeveer als volgt KantonrechterWaarom is u niet ter stem* bus geweest? Beklaagde'. Ik had hoofdpijn. KantonrechterU hebt f 3,— boete. Vol* gende zaak. Kantonrechter (tot den volgenden be» klaagde, terwijl diens voorganger nog wat beteuterd staat te kijken, maar veelal van alle magistratelijke belangstelling verstoken blijft)Waarom is u niet ter stembus ge» weest BeklaagdeIk heb gemoedsbezwaren. Waarom KantonrechterU hebt f 3,— boete. Beklaagde af. Kantonrechter tot den volgenden be* klaagde En U waarom is u BeklaagdeWelke os kiest zijn eigen slachter Ik KantonrechterU hebt f 3,— boete. Beklaagde af. Kantonrechter tot den volgenden be* klaagdeWaarom hebt u niet gestemd Beklaagde (een zorgvuldig op papier ge* stelde redevoering uit zijn binnenzak pro» duceerend en glimlachend): Alias Troelstra noch alias Caulaan (wie geen Amsterdammer is wete dat dit Colijn beteekent 1) kunnen mij dwingen naar de stembus te gaan Kantonrechterf 3,— boete, volgende zaak. Nu zijn er, met name in een stad als Am» sterdam, natuurlijk heel wat, die 'r een «potje van maken«, omdat ze van «de heele poppe» kasterij» niets willen weten. Dat die worden afgezouten, 't zij zoo. Maar dat b.v. ook zij, die gemoedsbezwaren hebben, met geen enkel woord daarop mogen ingaan, 't doet ons denken aan Daendels massa*doop met de brandspuit, naar men zegt, of aan Hessels ad*patibulum, als is 't dan hiér gelukkig I slechts een drie*guldens*guillo» tine, die als met 'n knopje heen en weer be» wogen wordt Niet iederéén verdient per minuut drie gul den voor den Staat I Verheffend is zoo'n rechtspraak niet. Waar een last wordt opgeheschen, Past het zeer bedacht te wezen Wil dus met Uw lichaam wijken, Daar de lus licht kan bezwijken. «Het Veiligheidsmuseum», Amsterdam,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1