I ais —n ZODE» -iill voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. tem nh de \nd iet Antire volufionair Orgaan ZEN. IN HOC SIGNO VINCES No. 3192 ZATERDAG 23 JANUARI 1926 40STE JAARGANG E DUIF EERSTE BLAD. PATRIMONIUM. Of» den Uitkijk* otprijzen deken cadeau V} Staten-Generaal Middelburg. en 100. 64 OER HAA6 W. BOEKHOVEN ZONEN Het oudste christelijke werklieden verbond herdacht deze maand zijn gou den jubileum en al is dat nu reeds eenige dagen achter den rug, toch wil len we over „Patrimonium" een en ander in herinnering brengen. ^Allereerst, wat betreft 't ontstaan, 11 Dit verbond is geen kunstplant ge weest Dan had het zeker geen vijftig jaar zijn bestaan voortgezet, maar zou het allèng bezweken zijn. Het vond zijn oorsprong daarin, dat zijn stichters er heilig van overtuigd warenln den Naam van Hem, die btmel en aarde geschapen Jheeft, v V kan, het mag niet anders. Zij voelden voor organisatie. De toestanden voor en onder de arbeidende klasse waren vijftig jaar ge leden veelzins van dien aard, dat wij er ons thans moeilijk meer een voor stelling van kunnen maken. Verbetering was dringend noodig. Daartoe moesten de arbeiders zich vereenigen en zoo zaten Kater en de fijnen eerst ook met arbeiders van alleriei gezindte, geloof en richting, ook ongeloof, in dezelfde „beweging". Maar zij ondervonden't Ging niet. Met hun geloof werd niet gerekend. Met hun bezwaren werd gespot. De rechten huns Gods werden niet erkend. Om maar eens één voorbeeld te noe men Met de anderen aan te dringen si leerplicht, zonder dat aan de bijzon- fSe school tegenover de openbare werd recht gedaan, was hun onmoge lijk. En zoo werden ze wel door de om standigheden gedwongen, om eerst te Amsterdam, later het geheele land dóór zich afzonderlijk te organiseeren in het Chistelijk werklieden verbond „Patrimonium". Wat is nu Patrimonium's kracht. Is dit soms zijn groot ledental Staat het met een honderdduizend man in het land, een aantal, waarvoor men onwillekeurig respect heeft? Neen, dit is niet het geval. Wel is 't getal leden niet zoo klein Dertienduizend man ongeveer, 't Aantal kon tweemaal zoo groot zijn, als niet de kerkelijke wigge ook in de Christelijke Arbeidersbeweging geslagen was, en de Chr. Nat. werk mansbond ware ontstaan.' En nog kon het veel grooter zijn, dan 't is, als niet tal van christelijke arbei ders wel sympathieseerden met het be ginsel en het doel van Patrimoniun, maar om allerlei redenen niet tot toe treding besluiten. Och, dat is op elk gebied zoo. Neem b.v. het Chr. onderwijs. In den regel heeft een vereeniging voor Chr. Schoolonderwijs maar een beperkt aantal leerlingen, maar staèt er eenmaal een school, dan bemerkt men dat het aantal ouders, die plaats zoeken voor hun kinderen veel en veel grooter is, dan 't aantal leden der schoolvereeniging. Zoo gaat het ook Patrimonium. 't Is een betrekkelijk kleine kring. Maar om haar heen leeft een veel grooter kring gelijk gezinde arbeiders, die in dagen van spanning, van geeste lijke of maatschappelijke beroering naar Patrimonium luisteren en zich met haar scharen in de breede rijen van hen, die voor ons volk het „vaderlijk erfdeel" Wenschen te bewaren. Dikwijls is op „Patrimonium" ge smaald. De „zoete jongens" werden de P.- mannen genoemd. Wier hand spoedig gevuld was, die al blij waren, als ze achterin het rijtuig der „heeren" een plaatsje mochten hebben. Ja, erger nog. Als de mannen, die feitelijk de zaak van „de" arbeiders verkochten. Die de rem waren van elke goede arbeiders beweging. Die hun mede-arbeiders in de flank vielen of den dolkstoot gaven in den rug. Wat moet hierop worden gezegd? Vooreerst, dat deze critiek steeds kwam van de zijde der meest verbitter de tegenstanders. Van de „roode" arbei ders, die zich niet ontzagen, om de christen-arbeiders, die bij een conflict niet precies wilden gelijk zij, op aller lei wijs lastig te vallen, hen en de hunnen, ja zelfs zoo dat ze terecht vreesden jvoor ernstig letsel aan persoon of bezittingen. In de tweede plaats, moet er dit op gezegd, dat Patrimonium nooits iets heeft willen weten van den „klassen strijd" en zich in de toekomst daarvan inderdaad verre houden zal. Het wenscht toenadering op den grond van Gods Woord Gij zijtallen broeders! en geen verwijdering in den geest van Marx. En nu, na vijftig jaar, Patrimonium hartelijk geluk wenschende, moeten we getuigen, dat het Nederland tot een rijken zegen is geweest. Dat het weieens struikelde of uit glipte, wie die „mensch" is zal het dtirven verwijten. Maar 't bleef trouw aan zijn beginsel. Zoordra dat in 't geding kwam, gaf de bazuin geen onzeker geluid. Nooit liet het zich verlokken om met den man van den klassenstrijd ook maar één stap mee te gaan. Het kwam op voor de rechten van den arbeider. Een enkelen keer is dat zelfs onder ons wel eens kwalijk genomen. Ten onrechte evenwel. Tegenover God heeft niemand eenig „recht" en hebben we allen alles ver beurd en verzondigd. Maar God zelf gaf aan elke groep op aarde haar eigen recht. Een eigen recht voor den Staat. Een eigen recht voor de Kerk. Een eigen recht voor 't Gezin. Een eigen recht voor den Arbeid. En evenals in 't gezin de Vader zijn rechten heeft, zoo heeft ook de vrouw de hare en hebben de kinderen de hunne al kunnen ze er, jong zijnde niet voor opkomen, en evenzoo hebben bij den Arbeid patroons en arbeiders elk hun eigen rechten, die ze handhaven mogen omdat zij hun van God gegeven zijn. (VSIJNHARDT's Stasi-Tabletten .90» Maag-Tabletten, .75 Zenuw-Tabletten .75» Laxeer-Table-tten .69» Hoofdpiin-T abletten 60--- LORGNETTEN A voor film en TATIEF f 3.25. ,MPAK f 1.55. ENf 0.25. vaardige kwali» Veerenbedden, oedkoopst adres yy 25.—, en hooger Jikanien vanaf f 10.— aardige kwaliteiten: oop van omstandig» vrouw maakten een preen gunde hun dit, in de Ned. Herv. gen, dat zijn beurten or dézen Zondag is zullen gaan, ziek r ook zeer bepaald invallen. Ij niet. zou een mystieke te gezond in de leer, eiken Zondag weer eiken predikenden ar dat er ook een Gods« is, had hij en in zijn volgend |gezegd, te gelooven, erlijk bij dezen tekst |n denken om 1 staat onder Gods iiij zich rustig neer» i preek te beginnen, br oogen stelde, zoo» :itten zou en zooals :1, hoofd voor hoofd plait voor den geest, gedachten naar de aner zielhij zocht nassa teekende binken op twee ge» jirig door 't hoofd tekst gréép en liet? jverpeinsde hij zijn de gedachte aan, Veldstad's kansel et geen enkel woord zijns vaders werk ju kunnen duiden, |ldig geschrapt, maar die werd' aan één bzieling geschreven, >nd, toen was 't voor dat hij ze, als God [itspreken zal. Wordt vervolgd.) Deze Coura it verschijnt eiken WOENSDAG en 7 ATERDAG. ABONNEM NTSI'RIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BIUTENLAND bij voc-uitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc, No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten wordea berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. T 11 e stukken voor de Redactie bestemd, Advertentie» en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers maar die los van de partijen en Kamerfracties staan. Neen, ideaal is het niet i Maar het dient thans beproefd. Of er, gedachtig zijnde aan 't verhaal van de boomen, hetwelk Gideons zoon aan aan de burgeren van Sichem deed véél staatslieden e.d.g. zullen zijn, die zich door dr. De Visser laten bewegen het eens te pro» beeren, betwijfelen we. Wie 't doet, brengt een offer. Wijdt zich aan een ondankbare taak. Die doet het om het vaderland. En om haar, die het regeert. Want het wordt tijd, dat er aan dezen toe» stand een einde komt. Wat ons, antirevolutionairen betreft Eerlijk gezegd, we worden 't óók moe. Wij zijn warme voorstanders der Coalitie wij hebben getoond er onze beste mannen aan te willen geven wij hebben bewezen dat we dierbare wenscben weten op te geven voor» loopig; wij hebben er hoon en smaad, ruim ons deel, om weten te verdragen Wij willen dit nóg steeds doen, Maar alles heeft een grens. Wij een kapitein zetten op de brug, terwijl in den storm een deel der bemanning, in 't gezicht van den vijand onderling aan 't bakke» leien slaat, al meenen ze dan elk 't grootste recht van de wereld te hebben Nogeens, zóó zijn we niet getrouwd. door, tot hij klaarblijkelijk het aan een ander overgeven konhij fluisterde een anderen jongen denkelijk de aanvoerder van het spel wat in het oor en huppelde naar huis. Ik peinsde wat over 't geval na. Had ik hier te doen met een geval van buitengewone gehoorzaamheid met een knaap die anders was dan 't gros zijner genoten, waarvan de meesten zulk een gehoorzaamheid niet zouden hebben getoond Ik geloof het niethet zal een jongen ge» weest zijn als alle andere jongens van zijn leeftijd, met zijn gebreken en zonden en die zich niet door een bijzondere eigenschap van zijn makkers onderscheidde. Toch zouden veler hunner anders gehandeld hebben. Misschien opzettelijk ongehoorzaam zijn ge» weest't spel was hun zoo lief, waarom moes» ten ze daar nuj uist in gestoord worden Als moeder wist hoe prettig ze nü juist bezig waren, zou ze 't zeker niet kwalijk nemen, als ze 't spel nog wat voortzetten, En anders dan moesten ze straks maar hebben, wat er op zateen standje, straf of wat dan ook. De pret van nü ging boven alles. Geen zorg voor wat straks komen zou I Anderen zouden hebben voorgewend, dat ze den oproep niet hadden gehoord, want inderdaad had de dame niet luid geroepen. En nog anderen zouden hebben voorgegeven, dat ze in de drukte van 't spel den oproep vergeten waren »Maurits« bedenkt geen voorwendsel. Het komt hier vandaan, besluit ik, dat de jongen zeer vroeg geleerd heeft, zijn moeder op het eerste hooren te gehoorzamen. Vooreerst, hij kende moeders stem. Wéér op zoek. Zoo is dan dr. De Visser wéér op zoek I Hij heeft zijn uiterste best gedaan, om te probeeren een pad te effenen, waarop het zittend kabinet blijven kon. Maar is blijkbaar niet geslaagd. 't Is vrij duidelijk, waaróm niet. »Stoelvast« is het Kabinet niet. 't Heeft ontslag gevraagd en dit was geen loozemanoeuvre. Blijven wil hetja I als éérst de steen» des»aanstoots, 't geschil tusschen R.»K. en C.»H. over 't Gezantschap bij den Paus is wegge» werkt. En anders blijft het niet. Het wil niet tweemaal struikelen over den zelfden steen Uit wat thans is geschied, blijkt dus wel, dat ook dr. De Visser er niet in is geslaagd den »steen« op te ruimen Nu zoekt hij iets anders. Een Kabinet, dat niet in de eerste plaats uit Kamerleden en actieve staatslieden is ge» vormd, maar uit mannen, van naam, van ka» rakter en bekwaamheid,, wel Rechts getint, Zaterdagmorgen raakte een bijwagen van de Gemeentetram te Amsterdam op de hoek Munt en Reguliersbreestraat uit de rails en kwam terecht op het trottoir en in den winkel van den heer Kan. fttdrpk Op een plein 't is wel enkele jaren gele» den, dat ik het las, waren een aantal kinderen aan 't spelen. 't Was een echt bewegings»spel. Ze draafden, ze vlogen door elkaar, maar elk kende het doel, dat hij zochtze hadden de grootste schik en waren er zoo echt in, gelijk kinderen dat kunen zijn. Ik zat zoo verhaalt de schrijver voor mijn opgeschoven raam met groote voldoening naar het spel te kijken, toen eenige huizen van mij af, een balkondeur openging en een dame verscheen, die op niet eens zoo luiden toon een jongensnaam riep Maurits, meende ik te verstaan. Benieuwd keek ik naar de spelende schare, »Nu dacht ik dat zal ook de groote vraag zijn, of dit door al 't lawaai heen, is verstaan I« Het bleek me toch van wél. Een der jongens bleef even stil staan, keek naar 't balkonik zag hoe de dame hem tot zich wenkte en onmiddelijk daarop in huis verdween, zij scheen er volkomen zeker van te zijn, dat Maurits komen zou. Ik was daar zoo zeker niet van. 'n Kind is een kind, dacht ik En ook die knaap was geheel in zijn spel opgegaan. Zelfs al kwam het niet bij hem op, om op» zettelijk ongehoorzaam te zijn, hoe licht kon hij reeds 't volgend oogenblik de moederlijke roepstem vergeten zijn, ze was zoo vluchtig geweest. Ik bleek mij te hebben vergist. Nog enkele oogenblikken speelde de knaap Daarbij, hij was gewóón om op die stem te letten, want anders had de dame haar stem wel luider verhevenzij wist wel, als haar stem maar éven tot den jongen doordrong, dat het genoeg zou zijn. En in de derde plaats, hij was door gewen» ning, gewóón geraakt, de stem zijner moeder op te volgen. Dat bleek uit beider gedrag. De dame ging direct naar binnen en achtte het onnoodig om nog eens achterom te zien, öf haar jongen wel komen zou en deze zelf maakte direct toebereidselen, om moeders stem te gehoorzamen. Hij was er aan gewénd. Hij had het van jongsaf geléérd. En, zeker I het geleerde was bij hem in goede aarde gevallen en had vruchten gedragen 't had ook anders kunnen zijnmaar hij had het gehoorzamen geléérd. Totzoover van het knaapje en zijn moeder wat ik er mee vóór heb, zal nader blijken. Nu iets uit den tegenwoordigen tijd. Dat héél pas geleden is gebeurd. Een der meest gevreesde volksziekten is, als men weet de tuberculose en schatten worden 's jaars uitgegeven om haar te bestrijden. Langzamerhand is men gaan begrijpen, dat voorkomen vooral hier beter is dan genezen, en dat vooral in 't éérste stadium t.b.c. zeer wel genezen kan en zij dan dus het krachtigst moet worden aangegrepen. En zoo heeft men bij veel ander goeds, ook vereenigingen, die zich vooral ten doel stellen, om in de gezinnen zelf en vooral onder de kinderen deze ziekte zooveel moge» lijk te bestrijden. Dat kan op allerlei manieren. Vooral ook door kinderen, die het noodig hebben melk, eieren, enz. te verstrekken, en door toe te zien op hun ligging, voeding, kleeding, op hun geheele levenswijze, 't zij voordat of nadat of ook zonder dat ze naar een sanatorium, lighal, openluchtschool enz. gezonden worden. In sommige streken van Engeland doet men hieraan veel. Maar wat moest nu dezer dagen een Inspec» teur van dezen anders zoo zegenrijken arbeid getuigen Dat die arbeid vaak tot onvruchtbaarheid was gedoemd, omdat de kinders eenvoudig niet te bewegen waren, de verschillende voor» schriften op te volgen, en de levenswijze te leiden, die hun voorgeschreven werd. En dat niet, wijl dit zoo erg wasl Eenvoudig, wijl zij niet wilden gehoorzamen. Zij beliefden zich niet te laten binden door vaste regels. Reelame-B^edecïe^iingssin. 40 cent per regel. Bij Apoth. ca Drogisten. Zij wilden leven, zooals zij 't goed vonden. Al dat andere was maar larie, meenden ze in hun kinderachtige wijsheid. En de moeders, die er mee omgaan moesten, verklaarden haast slag op slag. Wij kunnen er niets aan doen, m'neer 1 want of we hoog springen of laag springen, de kinderen gaan hun eigen gang 1 Ja, begin dan es wat I Te trachten zulke kinderen hun eigen nut te laten inzien, helpt in den regel niet veel zij hebben niet geléérd te gehoorzamen aan anderen en nu is ook zelftucht hun een kwel» ling des geestes. Wij kunnen hier heel wat leeren. En we! in de eerste plaats wat betreft de opvoeding onzer kinderen. 't Ligt niet in de lijn van onze eeuw, om de kinderen reeds vroeg te gewennen aan ge» hoorzaamheid. Foei 1 zegt de Eeuw I Reeds van dat »ge» wennen«. Dit is immers iets kunstmatigs 1 Daarmee legt ge een plooi in 't karakter der kinderen en dat moet ge van buitenaf nooit doen ge moet dat karakter van binnenuit zich laten ontplooien en opwassen en afwachten in wat richting het zich ontwikkelen wil I Hoogstens kunt ge er dan eens een stok of een stut bij zetten, doch daar is 't dan ook mee uitge moet allerminst door »gewennen« dat karakter in een bepaalde plooi vormen en draaien, zoo vormt ge slavenzielen en geen vrijen mensch 1 Ieder voelt uit wat hoek hier de wind waait. Uit den hoek van hen, die niet toestemmen, dat het gedichtsel van des menschen hart, van der jeugd aan alleenlijk boos is, maar die juist het tegenovergestelde volhouden »alleenlijk góéd«. Het kwade komt er later bij en in, als het kind, wat niet te ontgaan is, er mee in aanraking komt. Men moet daar 't kind zooveel mogelijk tegen beschermen, net als tegen allerlei dreigende kwalen en ziekten, maar geheel lukt dat toch nooit. Maar 't kind »an sich« is goed. Ga daar dus niet aan knoeien. Ga het niet aan 't goede »wennen«. Immers, dat is toch maar iets, dat ge er van buiten af aanplakt en van binnenuit moet het opkomen. Nogeens, elk onzer voelt direct, waar hier de schoen wringt. Dat dit alles opkomt uit een gedachtenwe» reld, die óns vreemd isdie in elk geval niet in overeenstemming is met 't geen ons wordt geleerd in Gods Woord ln theorie zal dan ook niemand het met deze tegensprekers eens zijn. Maar wat is nu al te vaak 't geval In de practijk des levens en der opvoeding, komt er, ook onder ons van dit gewennen aan gehoorzaamheid soms zoo weinig terecht en gebeurt het wel, dat kereltjes van acht en negen jaar, eerst aan moedei en straks ook aan vader practisch de gehoorzaamheid op» zeggen, die ze eigenlijk nooit werkelijk hebben betoond. Daarom wijs ik op dat »gewennen«. Welk een groote zegen er in zit. Zich te gewenn gewend te wórden door de opvoeding, die het kind krijgt, aan het goede. Letterlijk op elk gebied gaat dit door. Reeds voor 't lichaam is 't een zegen, als het vroeg gewend raakt aan regel en wet en aan 'n hygiënische behandeling. Om één voor» beeld te noemen: 'tjonge kind vroeg gewend, goed den mond te verzorgen, kan dit in 't later leven voor heel wat pijn en ellende bewaren. Maar vooral doelen we op 't zedelijk leven. Dit staat vast, we weten het allen, maar 't zij tóch even in herinnering gebracht dat ge»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1926 | | pagina 1