voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Antirt volutionair Orgaan IN HOG SIGNO VINCES Twee Bladen. No. 3178 ZATERDAGXDECEMBER 1925 40STE JAARGANG TWEEDE BLAD. öcn louöog W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukkesi voor de Ree-actie bestemd, Ad verten tiën en verdere Administratie, franeo toe te zenden aan de Uitgever Dit nummer bestaat uit Kerkelijk leven wij thans in de zoo genaamde adventsweken, de tijd, waarin wij herinnerd worden aan de nadering van de komst van Christus in het vleesch. Wij leven in afwachting, in voorbereiding voor het a.s. Kerstfeest. De inhoud der prediking is de belofte van de komst des Verlossers, en het doel daarvan is het verlangen daarnaar op te wekken. Zulk een voorbereiding is geheel in overeenstemming met de historie. Jezus is niet op eenmaal gekomen. De weg is voor Hem bereid, Zijn komst is voor zegd, naar Hem is lang te voren heen gewezen. Reeds van het paradijs af, waar God de belofte van het vrouwen zaad geeft. Het geheele u. T. is vol van Hem. Steeds helderder gaat het licht op, steeds duidelijker wordt de profetie. Al was de Christus onder de Oude Bedeeling slechts onder scha duwen te zien, toch werd door het oog des geloofs Zijn heerlijkheid aan schouwd. Bij het licht van het N. T. kunnen wij eerst recht de teekening in het Oude verstaan, waar dit Hem voor stelt in de heerlijkheid van Zijn persoon en werk. Wij willen overdenken, wat de profeet Jesaja daarvan zegt in de hierboven geschreven tekstwoorden. 't Was Davids huis bang in de dagen van Hiskia, toen Sanherib, Koning van Assyrië, tegen Jeruzalem optrok. Het scheen den ondergang nabij. Maar de Heere._komt reddend tusschen beiden door het leger van den heidenschen koning te vernietigen. Evenwel, straks wordt de toestand nog donkerder, als Juda wordt weggevoerd naar den vreem de en Davids huis den troon verliest en in vergetelheid en verachting schijnt onder te gaan. Ten tijde van Jezus waren Davids nakomelingen onaanzien- lijken weer trt den oorspronkelijken staat van hun stamhuis teruggevallen. Daarom wordt in onze tekstwoorden gesproken van den afgehouwen tronk van Isaï, en niet van David. Isaï, Davidsvader, was een herder. De Heere had zijn huis verkoren, het opgeheven uit zijn nederigen staat en gebracht tot Koninklijke heerschappij. Maar vele eeuwen later daalde het weer tot den toestand, waaruit 't opgekomen was. Geringheid en verval worden aan geduid, wanneer Isaï's huis vergeleken wordt bij een afgehouwen tronk. De boom is omgehouwen en gevallen, de takken zijn afgekapt. Nochtans is er nog iets van overgebleveneen tronk of wortelstam. Doch die is verborgen onder de aarde, voor het oog onzicht baar. Zoo was Davids huis in de dagen van Jezus van allen glans beroofd. Er was niets heerlijks meer van te zien. J^zus' ouders, schoon van koninklijke afkomst, waren eenvoudige, onaanzien lijke menschen. Doch die schijnbaar onvruchtbare wortelstam ontvangt weer nieuwe sap pen. Er komt weer groeikracht in, hij begint weer uit te spruiten. In de vol heid des tijds wordt de Christus, Davids groote zoon geboren. Maar het begin in klein, zijn ver schijning is nietig. De Messias wordt in ons Schriftwoord geteekend als een rijsje, een dun takje, een scheuteen klein uitspruitsel. De wortels van den boom waren niet dood, al scheen 't zoo. Evenwel scheen de groeikracht niet groot, waar zich slechts een klein uitspruitsel vertoonde. Aan deze teekening van den Messias beantwoordt geheel Zijn verschijning op aarde. Onaanzienlijk wat Zijn afkomst betreft, opgevoed in Galilea, een uit hoek van het land, inwoner van een nietig onbekend plaatsje, was hij geen uiterlijk machtige verschijningen scheen hij voor den oppervakkigen blik niets vorstelijks te bezitten. Waarlijk van zulk een koning scheen weinig te ver wachten. Toch zal die geringe scheut heer lijke vrucht dragen 't Zal blijken, dat ze levensvatbaarheid en kracht heeft. Zij zal opwassen en steeds grooter worden. Het zal worden een groote boom, onder welks schaduw alle volken beschutting zullen zoeken. Wij zien hieruit, dat God uit het kleine iets groots kan doen voortkomen, ja, dit is- de gewone weg, dien Hij gaat. Hij is een wonderdoende God, die ook daarin Zijn eer bedoelt. Hij komt op Zijn tijd en geeft uitkomst, als alle uit weg schijnt afgesneden Leere 't ons maar op Hem te vertrouwen en Zijn tijd af te wachten, üe komst van Chris tus doet 't ons zoo klaar zien, dat Hij Zijn verbond met David gedenk, wien Hij beloofd had zijn koninkrijk te be vestig* n tot in eeuwigheid. Wel komen er tijden, waarin 't is, alsof Hij Zijn beloften vergeten heeft, waar Zijn volk onder de wereldmachten als verpletterd is en voor het huis Davids geen toe komst meer schijnt te zijn. Maar in de volheid des tijds zendt Hij dien Koning, die weer op Davids troon zal zitten, en op wiens hoofd de gloriekroon eeuwig bloeitdien Koning, van wien David slechts de afschaduwing was, en die, bij aanvang wel klein en gering, al de koninkrijken der aarde overwin nen zal. (Wordt vervolgd). Democratie. in. Boekbeoordeeling. Deze Coura it ves^efcijnt eiken WOENSDAG es JATERDAG. ABONNEM NTSl'RIjS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling, BiUTENLAND bij voc-uitbetaling f 8.50 per jaar, AFZONDEhLI KE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 ceni, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten wordea berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Jesaja 11 i 1-5. "«Want er zal een rijsje voortkomen uit den afgehouwen tronk van Isaï, en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht voortbrengen. En op hem zal de Geest des Heeren rusten, de Geest der wijsheid en des verstands, de Geest des raads en der sterkte, de Geest der kennis en der vreeze des Heeren. En zijn rieken zal zijn in de vreeze des Heeren en hij zal naar het ges zicht zijner oogen niet richtenhij zal ook naar het gehoor zijner ooren niet bestraffen. Maar hij zal de armen metgerech» tigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraf; fendoch hij zal de aarde slaan met de roede zijns monds, en met den adem zijner lippen zal hij den godde» looze dooden. Want gerechtigheid zal de gordel zijner lenden zijn ook zal de waar» heid de gordel zijner lenden zijn«. 1. Wij hebben er op gewezen, dat de leer der Volkssouvereiniteit, in de Fransche Revolutie toegepast in stede van de democratie te dienen, de democratie vermoordde. De «Volkswil* in wiens naam men heette te heerschen was een fictie. Voorts wezen wij op twee geesteskinderen der Fransche Revolutie ten onzentLiberalis' me en Socialisme die voortgingen met de de« mocratie te verstikken en in naam van den Volkswil zich niet ontzagen het volk te ver« drukken. Dit lag in den aard van hun stelsel, vloeide er noodwendig uit voort. Het is gewen cht er hier ook op te wijzen welk een eigenaardige gedachte beide groepen omtrent het wezen van den Volkswil bleken te hebben. Men zou toch meenen dat de eerbied voor de Volkssouvereiniteit medebracht, dat men het Volk in zijn geheel liet uitspreken wat zijn wil is. Met groote nauwgezetheid diende men uit den aard der zaak het gansche Volk althans te polsen naar zijn wil. Hiervan was echter bij geen van beiden sprake. Zeker, ook het Liberalisme ijverde voor ontwikkeling van het parlementaire stelsel. Doch men scheen er geen begrip van te heb» ben dat de Volkssouvereiniteit medebracht, dat het parlement dan ook een zuiver beeld van het Volk gaf. En hiervan nu was bij het Liberalisme geen sprake De kiezers waren maar een deel van het Volk en met een groot leger «achter de kiezers» hield men geen re» kening, dit werd voor het gemak maar buiten beschouwing gelaten. Van dit gedeelte des Volks gold«wat de Heeren wijzen, hebben wij te prijzen«. Het is opmerkelijk hoe zelfs een der Liberale grootmeesters, een vooruit» strevend man als Thorbecke zich in zijn «Proeve van Grondwetsherzieningnog ver» klaart tegen de rechtstreeksche verkiezingen en het bleef opnemen voor de getrapte ver» kiezingen. De zelfde karaktertrek vertoonde de Soci» aahdemocratie. Zeker, zij ijverde voor het algemeen kies» recht, doch dit was niet om de stem des gan» schen Volks te beluisteren, maar om diecata» gorie des Volks politiek mondig te maken welke, het door uitsluiting van het kiesrecht dit nog niet geworden was. Zij meende voor zich zelve hieruit winst te behalen. Dat het ook de SociaaUdemocratic niet te doen is om den wil des Volks te weten, blijkt hieruit, dat zij het slechts voor een gedeelte des Volk opneemt Zij predikt den klassestrijd. En in plaats van zooals de Volkssouvereiniteit het eischt zich eerbiedig te buigen voor den wil des ganschen Volks, legt zij het er veel eer op toe om een belangrijk gedeelte des Volks het zwijgen op te leggen en eenzijdig een ander gedeelte over het gansche volk te doen heerschen. Dit nu spot met alle democratie. Haar naam Sociaal democratie is dan ook een leugen, evenals de naam van haar hoofd» orgaan »Het Volkeen leugen is. Deze naam komt haar niet toe. Het is er ver vandaan, dat slechts de lagere klassen der ingezetenen het Volk uitmaken zijn, als zij zich laat beheerschen door den ChristusWaarop hij aanstonds volgen laat «Aan ons de roeping haar te toonen, dat haar idealen bij Hem veilig en verzekerd zijn.« Waar toch lag de grondfout van een Lode» wijk XIV, een Hobbes, een Sidney, een Dan» ton, een Robespierre en zoovele anderen meer Zij miskenden het karakter van de Overheid en van het Gezag. Zij zagen niet in dat alle gezag, en alle Souvereiniteit is van God en dat de Schepper van Hemel en aarde nu om der zonde wil een Overheid in het leven riep aan wie Hij een deel van Zijn Souverein gezag overdroeg om daardoor de volken te regeeren. En omdat men deze grondwaarheid loochen» de verviel men eenerzijds in de fout, in het Volk een instrument te zien voor grootheid en majesteit van den Vorst, meende men dat de volken bestonden om de macht van Keizer of Koning luister bij te zetten, een standpunt dat werd ingenomen door een Hobbes en bij een Lodewijk XIV zegevierde. Anderzijds ver» viel men in de fout te meenen dat de Over» heid was dienaresse van het volk, zooals wij zagen bij een theorie van Sidney en de Fran» sche Revolutie. Beiden liepen op tyrannie uit. Neemt men nu het standpunt inBeide Volk en Vorst, staan in dienst van den Al» machtigen God en hebben Zijne eere te die» nen en bestaan om Zijnentwil dan is alle tyrannie uitgesloten. Immers dan weet de Overheid, dat zij regeert bij de gratie Gods en is ingesteld om het welzijn van het Volk en|dan weet het Volk dat de Overheid over haar regeert en de onderdanen die overheid alle gehoorzaamheid en eerbied verschuldigd zijn. Volk en Overheid hebben te letten op het «Daar staat geschreven De heer Mr. H. P Marchant, aan wien door de Koningin opdracht is gegeven tot het for» meeren van een parlementair kabinet. Mr. Marchant zal, indien het hem niet mogelijk is een meerderheidskabinet te vormen, aan de Koningin mededeelen, de opdracht tot vorming van een kabinet niet te kunnen aanvaar» den. In geen geval zal hij dus een minderheidskabinet vormen. zouden. De naam Volk omvat het totale com» plex van alle landgenooten, niemand uitge» zonderd, rijk en arm, geleerden en ongeleer» den, patroon en arbeider allen behooren tot het eene geheelVolk. Daarom is ook het denkbeeld, dat men slechts democratisch is wanneer men zich stelt op de leer der Eransche Revolutie een fictie, evenals het een fictie is, dat men meent op dit standpunt den Volkswil uit te voeren. De eerenaam Democratie is door het revo» lutionair gedoe gestolen. Demos is niet een deel van het volk, uit lager kringen bestaan» de, maar het volk in zijn geheel, Dit dient goed in het oog gevat te worden. Want het gevaar wordt allengs grooter, dat de verbastering en vervalsching van dezen schoonen naam het zal winnen, van de eigen» lijke beteekenis. En dit toch mag tot geen enkelen prijs. Want ook hij die zich lijnrecht tegenover het socialisme stelt kan het volste recht hebben met den eerenaam van Demo» craat genoemd te worden. Maar dan moet men dit woord ook in zijn juiste beteekenis vatten 1 Wij gingen na ,hoe deerlijk met het begrip democratie in de historie gesold werd, en hoe zeer de stelsels soms ook uitliepen, men toch altijd weer eindigde met vervalsching derde» mocratie. En toch staat het vast, dat een volk in zui» vere democratie zijn hoogsten ontwikkelings» vorm bereikt heeft. «Maar hoe dan tot die zuivere democratie te geraken vraagt ge. En dan antwoorden wij met het schoone woord van een onzer Christen»Siaatslieden, Ds. Talma: «De democratie zal alleen veilig Maar daar naast ook hebben zij het oog te slaan op de ontwikkeling der historie en te luisteren naar het«Daar is geschiedt. En in deze twee factoren ligt de waarborg van een zuivere democratie. De ontwikkeling der historie 1 Letten wij op de geschiedenis dan blijkt, dat het standpunt van een Hobbes en Sidney valsch is. De Staat ontwikkelt zich niet uit een maatschappelijk verdrag tusschen volk en overheid aangegaan, 't Is geen mechanisch werk geweest, doch organisch geworden. De ontwikkeling der Europeesche staten toonen dat duidelijk aan. Het gezin vond in den vader zijn natuurlijk hoofd, met gezag be» kleed door Gods grate. Daaruit spruit het maatschappelijke leven en ontwikkelen zich tenslotte volk en over» heid. Beiden dus geschapen door den Schepper van Hemel en Aarde. En hoe ontwikkelden beide lichamen zich in den loop der eeuwen In primitieve tijden regeerde de Vorst on» afhankelijk over zijn volk. Toen echter in den loop der tijden de Vorsten hulp noodig kre» gen financieel en persoonlijk, ontstonden de »beden« kreeg het volk meer invloed op de uitoefening van het bestuur, kreeg het con» trole over het gebruik der gelden, enz. door het volk aan den vorst afgestaan. En toen het regeeren steeds meer gecom» pliceerd werd bond de Vorst zich in zijn wetgevende macht aan de hulp der Staten» Generaal, in zijn uitvoerende macht aan de hulp zijner ministers en in zijn rechterlijke macht aan de hulp zijner Rechters. Doch de Vorst behield de volle Souvereiniteit. Ook uit de ontwikkeling der gebeurtenissen na het herstel onzer onafhankelijkheid in 1813 blijkt dit duidelijk. Revolutionaire elementen hebben wel ge» tracht dit feit te verdoezelen en in onze grond» wet te negeeren, doch dit liep weer op rechts» verkrachting en tyrannie uit. Het Parlement is dus niet de hoogste macht in het land. Dit blijft de souvereine Vorst. Wel zegt de grondwet dat de Staten Generaal het geheele Nederlandsche Volk veitegenwoor' digen, en heeft men getracht hieruit af te leiden, dat zij dus de uitvoerders van den Volkswil zijn, maar afgezien dat men in de praktijk dit zelf loochenstrafte, gelijk wij bo» ven reeds aantoonden, is het ook in strijd met de waarheid. Het Burgerlijk Wetboek zegt dat de voogd den minderjarige in alle burgerlijke handelingen vertegenwoordigt, wil dit nu zeg» gen dat de voogd de uitvoerder van den wil van den minderjarige is. Immers neen Even» min kan dit gezegd worden van de Staten» Generaal. Het overheidsgezag blijft berusten bij den Vortst of de Overheid in welken vorm deze ook optreedt en de Staten»Generaal bepleiten de belangen des Volks bij die Overheid. Zoo is het historisch ontstaan, zóó moet het gehandhaafd blijven, slechts dan is de democratie veilig. Daar staat geschreven en daar is geschied In een slotartikel nog iets over het Parle» ment in onze dagen. «De Maatschappij«De Maatschappij», Christelijk Sociaal»Economisch weekblad, uit» gave van Drukkerij Oranje Nassau te Baarn bevat deze week een nieuw artikel van Mr. P S. Gerbrandy overHet Christelijk Geloof en de Sociale beweging de heer H. Amelink vervolgt zijn artikelenreeks overDe vakbe» weging. Een derde groot artikel bespreekt het handel» drijven door ambtenaren. Behoudens het Economisch overzicht, het Financieel weekoverzicht, de rubriek Vrouwen» belangen, Boekentafel en Uit Bladen en Tijd» schriften, is een groote verscheidenheid kleine artikelen opgenomen, o.a. Zondagsarbeid Ge» wetenszaak; Haringzaken; TelefgraafenTele» foon Moedgevend getuigenis de Rubbercul» tuur Wegbelangen Middenstand in lndië Trein en Auto Ruim de steenen weg, en een aantal kleine mededeelingen onder den titel kleingoed. Fraaie foto's en een aantal buitenlandsche caricaturen verluchten de tekst van het tijd» schrift. De Maatschappij wordt voor onze Christe» lijke en sociale actie een blad van beteekenis. Wie mee leven wil met onzen tijd vindt in dit blad veel dat hem ter stade komt. Gaarne aanbevolen 1 «Ds Anti-Rev. partij zichzelft. (Naar aanlei» ding der ontslagaanvrage van het Kabinet»Co» lijn) door H. Diemer. Uitgave drukkerij Liber» tas. Met belangstelling namen wij van deze oor» spronkelijke brochure kennis. De volgende hoofdstukken vormen den inhoud: Het tijd» perk van elkaar opvolgende crississen Ver» zwakte positie Niet geheel onbegrijpelijk Onze verhouding tegenover RomeAfbrokke» lingDe Anti=Rev partij zichzelf. In zijn voorwoord zegt de schrijver een op» vatting te publiceeren welke langzamerhand bij velen begint door te breken. In verband met de huidige crisis zegt de schrijver «De antirevolutionaire partij zal zeker moeten weigeren alleen met de Roomsche een bondgenootschap aan te gaan en mede te werken tot de samenstelling van een Ka» binet. Er zou geen slechter maatregel zijn te treffen voor onze partij. De vrijzinnigen gaan met hun adviezen dezen kant uit, zij zouden wel willen, dat op deze wijze voor hen de kastanjes uit het vuur werden gehaald. Maar het zou het beste middel zijn om alle anti» papistische elementen op de anti»revolutio» naire partij los te doen stormen. Moet er een nieuw Kabinet komen uit de christelijke groepen, dan zal het moeten kun» nen steunen op alle drie en, wat de Protes» tanten betreft, dus zeker op de beide groote groepen, opdat niet de een straks wordt uitgespeeld tegen den ander. Is dat niet mo» gelijk, dan: de antirevolutionaire partij zich zelf.t Ook van een Kabinet gevormd door alleen A.»R. en C.»H. wil de schrijver niet weten. De grondslag van zulk een Kabinet zou nog wankeler zijn dan een Kabinet van A.»R en R.»K. Zijn slotconclusie in het laatste hoofdstuk is deze «Onze deelneming moet dus afhangen van een nieuwe toenadering tusschen de Roomsch Katholieken en de Protestantsch»Christelijke partijen, met een vertrouwbare afspraak tus» schen de drie bondgenooten. Zij mag maar niet gegeven worden in de hoop, dat het wel los zal loopen, wanneer bepaalde moei» lijkheden aan den dag zouden treden. Al, dan niet met een gezantschap bij den Paus, zou eens voor al uitgemaakt moeten

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 3