voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Antire voluiionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES No. 3172 ZATERDAG 14 NOVEMBER 1925 40STE JAARGANG EERSTE BLAD. Wat niet moet. Op den Uitkijk. Alle sto leken voorde Reeactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers V Wat nu fteclame-Mededeelingen HOEST Deze Coura it vet -cbltit eiken WOENSDAG en ATERDAG. ABONNEM NTSI'RIjS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITKNLA >1 i bij voc uitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDEKLI KE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSD1JK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENT1ÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. D1ENSTA AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten woidess berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Er was ergens een huisgezin. Het zat dik onder de schuld. Deels was dit eigen schuld, ander deels niet. Er was een periode geweest, ettelijke jaren achtereen, waarin 't wel scheen, alsof alle rampen tegelijk of achter elkaar over dit gezin werden uitgestort 4 Dat kan ook zoo verschillend zijn. I De Heere alleen beslist dat. En voor Zijn bestel moeten we ons buigen. Maar dan kin het zijn, alsof alle tegenspoeaen, die geld.kosten, die veel /^geid kosten, over dit hui gezin worden ^uitgestort. En dan gaat het hollend achteruit. Het gezin wist zich sltchts met de grootste moeiie staande te houden. Het huis was verhypothekeerd, zoo hoog 't mrar mogelijk wasop een toekom stig erfen sje was in den kring der familie al zooveel voorschot genomen, dat er zoo;oed als niets van zou over blijven op de polis van een levens verzekering was genomen zooveel maar kon en dan was er ook nog vij wat losse schuld't zag er zoo slecht uit, als 't maar kon. op 't ergst kwam. er uitkomst. Ze z tten er hit mes terdege in en gingen zich danig verminderen. Heel wat, dat ze niet zoo strikt noodig had den, werd aardig verkocht. Twee jon gens, die nog „leerden", wérden thuis .'genomen en in een zaak te werk ge titeld; zoodat ze al spoedig hun eigen klieren en een jaar later hun eigen eten waard waren en vad.r slaagde er in, om met een paar lessen 's avonds er wat bij te verdienen. Ze wisten 't t p die manier zoo ver te brengen, dat ze tenminste de rente der schulden konden betalen, zonder daarom i.óch vo< r iets anders nóch voor genoemde rente nieuwe schuid behoefden te maken. 't Was 't begin van beterschap. Het was gelukt om op het hellende vlak, waarlangs men langzaam doch .zeker naar beneden gleed, stand te houden. De zaak was .gestabiliseerd". Vastgezet kan men zeggen. Mt n hield het uit zoo. En wéren er a eens praatjes geweest, dat bedoeld gezin niet at te solide meer zou zijn, die praatjes verstomden. Ja, er kwam beterschap. Ook heet langzaam aan, maar ze kwim. De zaak, waarin vader een a ndeel en zijn betrekking had, di elde voor 't eerst na jaren weer eenige winst uit en vader, die zich extra voor de zaak had ingespannen kreeg een extra per soonlijke toelage. Er kwam, één, twee jaar iets meer geld in huis. 't Was geen overvloed, maar 't was eenige vooruitgang. De toekomst liet zich niet zóó somber weer aanzien. Maar toen begon het 1 Er waren opgroeiende kinders in huis, die meendenNu kan 't weer wat lijden 1 Er kwatn meer geld in en ze stelden allerlei verlangens, waaraan ze gaarne zagen voldaan. Het gaf soms ongenoegen. Maar de ouders hielden stand. „Gij, kinderen zei vader, zult niets te kort k itnen, dat verzeker ik uWe zullen ook een matig kostgeld eischen cn ge krijgt een behoorlijk zakgi ld. Maar wat ge verder verdient, dat spaar 'k voor jullie op, als je in verloop van «jd eens lot een huwelijk komt of een zaak wilt beginnen. En wat ik over houd, diar uilen we als 't kan elk jaar wat schuld mee afdoen, dat die vreeselijke rente wat minder wordt. En aldus geschiedde het. 't Bleek een wijs besluit te zijn. Breng dat nu over op den Staat. Natuurlijk is een Staat geen Huis- g» zin, noch omgekeerd en daarom moet ge ook, wat men noemt het derde der vergelijking in 't oog houden. Ook onze S'aat was er naar aan toe. Gedeeltelijk eigen schul t, doordat men eenige jaren na den Oorlog te veel van den hoogen boom had geleefd en gedeeltelijk buiten schuld, doordat er tijdens Oorlog en Crisis zooveel buiten gewone maatregelen moesten genomen worden. Maar de Staat zèt er- mee. Toen zijn krasse maatregelen ge nomen. We kregen de sluitende begrooting en de inkomsten gingen weer iets om hoog. En wat hoort ge nu, her en der „Et is weer geld", zegt men. i angzaam maar zekerer komt weer méér geld in de schatkist 1 Er kan weer iets méér gedaan dan voorheen I tn reeds komt het los. De zekerheid, dat het in de goede richting blijft gaan, is weg. -En daarmee dreigt opnieuw het ge vaar van een financieele ch os. De verantwoording, welke Ds. Kers ten c.s. zich op de schouders genomen hebben, is wel zwaar. Zoo is het din dhr. Kersten mogen geluk» ken, speculeerend op benepen antipapisme ter rechterzijde en sluwe politieke berekening ter linkerzijde, de coalitie een misschien wel onherstelbaren slag toe te brengen. Tenzij de Christelijk. Hist, hun houding wij» zigen, wat niet te verwachten is, is de Rechtsche samenwerking verbroken en daarmee natuur» lijk aan de mogelijkheid van een Rechtsche regeering een einde gemaakt. De verklaring van mgr Nolens, in de Ka, mer afgelegd, laat in dit opzicht aan duide» lijkheid niets te wenschen over. De daad van den heer Kersten was geen kunststuk. Hij, die, hoewel voorgevend principiëele bezwaren te hebben tegen samenwerking met het bijgeloof, zich niet ontziet in bondge» nootschap met het ongeloof te treden, kan met minne moeite een constellatie scheppen, gelijk die waarin ons land zich thans bevindt. Afbraak, vooral politieke afbraak is dui» zendmaal eenvoudiger dan den, o, zoo zwa< staan. Wel zal de S.D.A P. vooraf moeten verkla» ren, dat het weer genegen is het Gezantschap bij den Paus in te stellen. Dit is voor de S.D.AP. echter een klein ig» heid I Ook in 1923 heeft zij voor de opheffing gestemd maar sindsdien nam ze de pose aan, alsof zij de Katholieken wel den dienst wilde bewijzen met vóór te stemmen. Deze politieke vrijage van Rood naar Roomsch ligt ons nog versch in het geheugen En zij zal zich niet ontzien om thans opnieuw een draai te nemen. En dan gaan wij onder het juk der sociaal- democratie. Dank zij Kersten's papisten haat. Maar het gezantschap bij den Paus komt er dan weer en dan blijft hel I En er wordt koers gezet dwars tegen alle politieke wenschen van een Kersten»partij in. De heer Kersten kan dan zijn biezen pakken. Politiek is hij uitgestudeerd. Want zijn negatief 'optreden tegen Rechts heeft geen zin meer. Maar zijn politieke nalatenschap is een zege» vierend Socialisme, dat den geest ademt van den komenden Antichrist I Let wel, wij zeggen niet dat dit reeds een direct gevolg is, maar wanneer het waar is dat de verbroken eenheid van Rechts niet meer te herstellen is, dan gaat het onverbid» delijk dien kant op. De kruiser «Sumatra« is in het Julianadok te Amsterdam opgenomen. Het schip zal daar nog eens geheel worden nagezien en het zich onder water bevindend gedeelte zal worden geschilderd. Wanneer dit werk afgcloopen is begint de tocht op de Noordzee en rondom Ierland. Onze foto is genomen even nadat de oorlogsbodem het dok is binnengevaren. Eenerzijds brutale e'schen. Anderzijds bischeiden wenschen. Maar 't komt hierop neer: Als de Regeering eens aan de wenschen en eischen, die totnogtoe zijn gesteld, wilde vuldoen, dan zou er wel tienmaal een •rogelijk meevallertje of overschot mee zijn gebruikt. Dan ging het den ouden weg weer op Zoolang minister Colijn aan 't roer stond, zou dit echter i iet gebeuren. Hij zei dit ronduit. Trouwens, geheel in overeenstem ming met wat hij vóór de verkiezingen al h eft gezegd. Men weet, wat men aan hem heeft. De grootste zorgvuldigheid blijf teisch. 't Kan van 't ja ir een vleugje beter schap geven, doch daarmee is nog niets van 't volgend j tar gezegd. En daarommet nieuwe uitgaven hoogst voorzichtig zijn En bovendien als 't wat mee valt, dan is éérst aan de beurt, om bestaénde lasten iets te verlichten, want die zijn nog steeds veel te hoog Ziedaar 't beleid van min. Colijn. Door het aangenomen amendemmt- Kersten is ook dit beleid op losse schroeven gezet. ren opbouw. Maar wat antwoordt de heer Kersten op de vraag wat nu De situatie wordt ten onzent evenals in België beheerscht door twee elementen. Rood en Roomsch. De eene partij beslaat één derde en de an» dere één vierde gedeelte van ons volk. Tusschen deze twee valt de keuze. Een derde keus is er niet. De heer Kersten heeft zich tegen Rome verklaart en kiest dus partij voor de Sociaal» democratie. Wanneer het inderdaad waar is, wat het hoofdorgaan der Roomsche Staatspartij schreef, dat de rechtsche samenwerking verbroken ligt, dan is nu het woord aan de S. D. A. P. Wat nog niet zeggen wil dat deze partij al direct den toestand beheerschen zal. Misschien loopt het nog eenigen tijd met een zaken»Kabinet. Maar dat is dan slechts een overgangs» toestand. De democratische elementen zqllen elkander vinden De N. R. Ct. schrijft dat nog de vorige week de heeren Aibarda en Marchant te ken» nen gegeven hebben «dat een Kabinet samen» gesteld uit democraten der rechter» en linker» zijde lees uit Katholieken, Socialisten en Vrijzinnigen Democraten zeer sterk zou Dank zij de blinde anti»papisterjj van Ker» sten c.s. Nadruk verbotte* Het was ettelijke jaren terug. Niet hier in deze landstreek en ik zal bo» vendien de bizonderheden wel zoo wijzigen, al blijft alles in hoofdzaak juist, dat ik er zeker van ben, niemand zal naam en plaats kunnen noemen, want daar is het niet om begonnen. De kerkelijke gemeente was niet groot. Eigenlijk maar net zoo, dat ze met moeite in 't onderhoud van een eigen leeraar kon voorzien en dat dit mogelijk was, elk jaar weer, zonder bij de classis aan te kloppen om steun, dat had zijn bizondere oorzaak. De gemeente bestond uit «kleine luyden«. Doch één man behoorde tot haar, die wat zijn voorouders betreft uit denzelfden «stand* was, doch wiens vader al flink vooruitgeboerd was, méér zelfs dan het publiek wist, terwijl hijzelf bepaald «groot* geworden was. Schert» send werd hij wel genoemd «de heer van 't dorp*. Deze man nu verstond zijn verplichting op kerkelijk terrein zonder daar veel ophef van te maken of over te praten, was zijn «kerke» lijke bijdrage* in overeenstemming met zijn inkomen en diiraan was 't te danken, dat men Dominee een traktement kon toeleggen waar andere gemeenten weieens van stonden te kijken. Laat ik hem verder noemen broeder X. Dominee laat ik zeggen Z stond al een jaar of tien in het dorpje dat ik bedoel. Hij woonde er in 't midden zijns volks. 'n «Eerste klas spreker« was hij niet, maar zijn groep was daar best mee content, »an« ders hadden ze hem toch hier al gauw weer weggehaald*, heette het. En hij had andere uitnemende gaven, terwijl tenslotte, als men wat aan hem gewoon was, de preek het ziele» voedsel gaf, op een wijze en in een vorm, dat het niet zoo gauw verwoei, maar beklij» ven kon. Dominee Z en broeder X konden best met elkaar. En de gemeente was ook daarmee tevreden, en er er werd niet gemopperd als de «dominee van 't dorp« en de «heer van 't dorp* eens een keer meer bij elkaar over de vloer kwa» men, dan bij anderen. Alles ging zoo rustig zijn gang. En bij de jaarlijksche kervisitatie, werd de gemeente meermalen geroemd, als eene, waar» op de classis met blijdschap en dankbaarheid kon nederzien. Maar de duivel is altijd wakker. En hij is listig in al zijn handel. Broeder X had, als elk, zijn gebreken. Ja, had ook zijn karakter=gebrek. In den regel was hij vriendelijk en hulp» vaardig en men klopte gerust bij hem aan, als 't gold een dienst te vragen. Maar als hij een enkelen keer iemand niet lijden mocht; of liever als iemand hem min» sympathiek was, dan kon hij soms ruw en onhebbeliik tegen hem optreden. Het was een lastige eigenschap. Hij kón er niet overheen komen. 't Was hem dan ook weieens gezegdhij wist het en ik wil gelooven, hij streed er ook wel tegen maar 't gaf toch een enkelen keer weieens botsing. Want het was zoo eigenaardig Dat kon hem gebeuren met iemand, die nu juist door 't gansche dorp en de geheele 40 cent per regel. Doos60 90cLBijApeth;«n drogisten /j® gemeente als een voorbeeld geprezen werd en wUns goede eigenschappen algemeen ge» roemd werden. Tegenspreken kón hij dat dan niet, Maar in zijn zijn hart koesterde hij dan de ongemotiveerde geda htedie man heeft ze ichter den elleboog; hij is zoo rustig, hij lijkt zoo goed, hij pakt zoo in, maar ik voel, dat het voor een groot deel huichelarij is; ik kan dat rechtschapen gezicht niet uitstaan. Nu bestain er zulke menschen wel. En gemeenlijk, in 't eind openbaren ze zich ook wel als hypocrieten en doen ze dat in dit leven niet, voor den Heere God in het oordeel kunnen zij zich niet verbergen. Maar wij kunnen alléén oordeelen, naar iemands woord en daad naar de persoonlijk» heid zooals zij zich openbaart. En als we naar ons gevoel te werk gaan, dan zijn we mis Er zijn menschen, die werkelijk fijne geestelijke voelhorens bezitten en dit mag hun wel een reden zijn, om ongemerkt des te scherper toe te zien, maar nooit mogen ze zeggnIk voel dit of dat en daarom is 't ook zoo. Ik kom op broeder X terug Dat »gevoel« werkte zeer sterk in de rich» ting van broeder Y, een algemeen geacht »koemelker«, die een plaatsje had, toebehoo» rend aan .den «heer van het dorp« en dat zijn vader al van X' vader huurde. Y wist, dat X 't niet op hem hadhij was rechtschapen en eerlijk, maar soepel was Y niet men kan 't nu begrijpen, op een keer kwam het tot een uitbarsting en, om een volksuitdrukking te gebruiken, toen dkt ei brak, stonk het zéér. Dat X aan Y de huur opzegde tegen den wettelijken tijd, mocht niet bepaald broederlijk en liefderijk zijn, maar 't was tenslotte geen zaak, waarmee de kerk officieel te maken had. Maar X had ook in den loop der dagen tot Y en over Y dingen gezegd, die beslist niet door den beugel konden en dat was erger. Zonder schuld in dezen was ook Y niet. Men weet het: de tong is een gevaarlijk lid des lichaams I Maar dit onderscheid was er dan toch, dat Y zich bereid verklaarde de eerste te zijn op den weg der verzoening en naar X wilde gaan, om de zzak uit den weg te ruimen. Toen X weigerde hem zelfs maar te ont» vangen, zeggende dat zijn oordeel over Y vist stond en dat geen samenspreking het aan 't wankelen brengen kon toen was X zeer zeker op 't verkeerde pad. En «de* moordenaar van menschenzielen stookte dit vuurtje aan. «Wat fluisterde hij hem in, «men noemt u de heer van 't dorp, maar 't schijnt wel, of de gelegenheid wordt gezócht, om u on»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1