Merdam Antirevolutionair Orgaan voor de Ziiidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. OS Meisjes PUROL IN HOC SIGNO YINCES No. 3171 WOENSDAG 11 NOVEMBER 1925 40STE JAARGANG üeclame-i^ededeelingeii. I Dekens In on Hen, Beu/ast luertreHken EN e k e n d e adres voor :n. :e soorten HUIS tTels'I OSSEN, W. BOEKHOVEN ZONEN ISe stukken voor de Reductie bestemd, Advertentiën en verdere Admltiis tratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers De Bijzondere en de Openbare School. V De gelijkstelling. ILancl- en Tuinbouw. Uit de Landbouwwereld. ixondere 'gen in i als gestreept kleuren. 75, f6,90, f 9.90. ■ersoons. 50, f i 1.90 n hooger. terne dessins .90, 18.80 >0 en hooger kleuren. .85, f8,90 >0, goed gc« ima watten. II.! anaff1.98 5 en hooger 5 rdeh ruilen. 13, Herkingen TEERING in ÏODELLEN \PONNEN assortement kwaliteiten ,EN 17273 en vierkante elen. en onbekleed s Papierman« verkrijgbaar ielharnis. tft Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent-bij vooruitbetaling. BUITENLAND by vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaat; Adveftentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Geen nieuw geluid. Het geluid dat de heer De Vries, de spreker voor Volksonderwijs te Middelharnis, deed hooren was niet nieuw. Volgens het verslag, dat wij van zijn rede lazen moet hij ongeveer het volgende gezegd hebben Spreker herinnert dat in 1920 voor het eerst de Oudercommissies zijn geformeerd. Officieel wel te weten. Want Klaas de Vries, een andere de Vries dan spreker, had reeds in Twente het initiatief tot een dergelijke richting genomen met het doel om door het formeeren van ouderavonden ouders en onderwijzers tot elkander te brengen. Dat is hem uitstekend gelukt en is het dan offi» cieel erkend en een dergelijke inrichting in» gesteld. Helaas is dit soms niet zoo geboterd als men wel gehoopt had. Want er zijn rare gebeurtenissen geschied. Door de gelijkstel» i»X ^n8 van Chr. en Neutraal onderwijs wilden de eerste een evengroote subsidie hebben voor hun scholen als de tweede categorie, De eerste had meest spiksplinternieuwe in» richtingen, zooals spreker aankondigt, pas uit het magazijn. De tweede had de oude inrichtingen. Eu daar deze eerste categorie dientengevolge geld overhield maakte zij propaganda voor het Chr. Onderwijs, door prachtige ouderavondjes te organiseeren, feitelijk van het «algemeen geld®. De cijfers van Arnhem getuigen deze rage. Daar bleek de uitgaven van het Chr. Onderwijs aan avondjes etc. de kapitale som te zijn van f 11,000. Rare posten kwamen daarop voor, onder anderen, 't is belachelijk f62,20 voor haarknippen. Wat dit te maken heeft met onderwijs of avondjes is onbekend. Een andere manier van propagandeeren voor Chr. Onderwijs is meer dan bekend. Huisbazen die huizen hadden, waar alleen de huurders in mochten blijven die hun kin» deren naar de Chr. School stuurden, enz. of werkloozen, die alleen tegen hetzelfde recept werk konden verkrijgen, dat zijn feiten, die er toe meegewerkt hebben dat thans meer leerlingen op Chr. Scholen zijn dan op de openbare. Spreker vroeg zijn gehoor om pal te staan voor het openbaar onderwijs Het openbaar onderwijs wil geen haat iusschen kinderen, wil geen scheiding met prikkeldraad zooals hier op Flakkee is voorgekomen. Het open» baar onderwijs zit nu in de knel, omdat de Chr. tegenstanders door het verzamelen van handteekeningen, onder wie, ook dat is al overbekend van vele menschen die niet weten waarvoor zij teekenen, zich niet ontzien om het bijbelwoord te schenden: Gij zult geen valsche getuigenis afleggen. De grondgedachte van de Openbare school is het brengen van eenheid, net opvolgen van den gulden regelBemin uw naasten, gelijk Uzelven. Geen haat, doch naasten liefde. (Applaus). «Door de gelijkstelling van Chr. en Neu» traal onderwijs wilden de eerste een even groote subsidie hebben voor hun scholen als de tweede catagorie®. Ons dunkt dat dit nogal natuurlijk is 1 Wij- kunnen ons geen gelijkstelling denken waarbij het bijz. onderwijs minder subsidie zou ontvangen dan het openbare. Het precies op dezellde wijze subsidieeren van net bijzonder onderwijs als het openbare maakt juist de gelijkstelling uit. En dat het bijzonder onderwijs daardoor wellicht iets" meer overhield dan het open» bare kan wel waar zijn. In den tijd van ver» drukking hadden onze scholen geleerd zuinig te [zijn. En de drukking der melk brengt boter voort. Het is evenwel onjuist, dat de bijzondere scholen van het geld dat zij soms overhielden propaganda maakten voor het Chr. onderwijs. De fout van den heer De Vries schuilt in zijn generaliseeren. Wij weten niet of de excessen die hij noemt, juist zijn. Doch al nemen wij aan dat het al gebeurde, dan mag hieruit nog niet ge» concludeerd worden, dat dit algemeen was. De heer de Vries schendt hier het Bijbel» woord«Gij zult geen valsche getuigenis af» leggen.® «Er zijn rare dingen gebeurd Met wat feitelijk «algemeen geld® was, zou» den «rare dingen gebeurd zijn.® Dat is waarl Er zijn met algemeen geld rare dingen ge beurd. Luister maar eens. Wij citeeren uit de historie 1 «Te Doornspijk werd op 17 Januari 1866 de Christelijke school geopend met 157 leer» lingen. Op de Openbare School bleven 9 kin» deren over. Te Warnsveld werd mede de Open» bare school bijna ontvolkt, Toch werden ook zulke gemeenten verplicht tot. instandhouding van de daar althans over» bodige openbare school 1 Te Wons werd op 17 November 1869 de openbare school geopend zonder leerlingen 1 Te Schraard werd het openbare onderwijs bezocht door twee kinderen uitWitmar» sum. De ouders dier kinderen werden daar» voor beloond 1 Den 29en Januari 1881 en den 27en No» vember 1884 werden beide scholen opgeheven, na sedert haar stichting ruim f 40.000 te heb» ben gekost. Te Schettens had men een gemeenteschool met vier leerlingen uit Bolsward en Witmarsum. Te Lollum had de Staatsschool één leerling uit Arum I Enz., enz., enz. Dit lijstje is lang, heel lang te maken. De Vrijzinnigheid mist zedelijk alle recht om ooit één vinger naar de Bijzondere school uit te steken al zou deze het «algemeen geld« verspillen. De voorstanders van de openbare school (en wij hebben hier het volste rechtte generaliseeren hebben de openbare kassen geplunderd ten behoeve van het vrijzinnig openbaar onderwijs- Duizenden bij duizenden guldens zijn ver» knoeid aan openbare scholen, die ledig bleven. En het mooiste was dat die tonnen gouds mede opgebracht werden door hen die hun eigen bijzonder onderwijs bekostigden. Er zijn rare dingen gebeurd 1 Maar al die rare dingen hielpen niet. Ons volk wilde geen Openbare School 1 Het Openbaar Onderwijs zit in de knel. De heer de Vries zeide«het Openbaar onderwijs zit nu in de knei«. Als oorzaak wijst hij hiervoor aan de obscure praktijken der voorstanders van het Bijzonder onderwijs, bij hun propaganda, het verzamelen van handteekeningen, enz. Alsof het Bijzonder onderwijs pas na de pacificatie tot bloei gekomen was 1 Ook voor de L. O. Wet 1920, moest men de kleine schooltjes bij het Openbaar onder» Wijs zoeken. In 1915 b.v. was het aantal kleine scholen procentsgewijze bij het Openbaar onderwijs bijna 4 maal zoo groot als bij het Bijzonder onderwijs. En in 1920 waren er volgens de officieele statistiek in Nederland ongeveer 6000 scholen, waaronder 400 met minder dan 41 leerlingen. Van deze 400 minia» tuur scholen waren er 313 Openbare. Toen kon het Bijzonder onderwijs toch nog niet zóóveel kwaad met zijn «overvloed® van geld gedaan hebben? Trouwens de stijging van het aantal Bij» zondere scholen is na 1920 niet zoo extra groot geworden. In 1914 telde de Bijzondere scholen reeds 40 pCt. van het totaal leerlin» gen, terwijl deze scholen in 1924 51,5 pCt. van het geheel der leerlingen bevatten. Neen dat het «Openbaar onderwijs in de knel® zit vindt zijn oorzaak niet in de propa» ganda van de voorstanders der Bijzondere scholen. De vijanden der Openbare school zijn in die school zelve te zoeken. Dit wordt allengs in de kringen der Open» bare school ook ingezien. Wij denken hier aan een brochure, geschre» ven door een onderwijzer, onder den titel Afbraak der Openbare Schoolt, waarin de schrijver een ernstig woord richt aan de onder» wijzers, ouders, oudercommissics, vrijzinnige predikanten en leiders van arbeiders. Waardoor is de Openbare school in dezen ellendigen toestand gekomen? vraagt hij. En het antwoord is De Openbare onderwijzers, vooral zij die geestelijk gevormd worden door den Bond van Ned. Onderwijzers thans geheel meege» trokken in den stroom der socialistische arbei» dersbeweging, heffen wel schoone leuzen aan, als heilige liefde voor het arme schoolkind enz., maar aan de rechte toewijding gaat het juist ontbreken. En als toewijding ontbreekt, helpen geen bepalingen en geen wetten en schoolvergaderingen. Men moge het zich bui» ten de school druk maken voor schoolvoeding en schoolkleeding, voor schoolreisjes naar buiten enz., hoofdzaak is en moet zijn de toewijding bij het onderwijs zelf. En wat blijft daarvan over bij den jeugdigen onderwijzer, in de school der Revolutie op» gevoed De schrijver zegt er dit van Het Evangelie van de ontevredenheid hooren ze verkondigen aan alle kantin gesprekken met collega's in de vakbladen, op vergaderin» gen, ze hooren bulderende redevoeringen, ze hooren gefluit en gesis en applaus, ze hooren honderden moties aannemen. «De vergadering, gehoord hebbende dit, afkeurende dat, spreekt als haar meening uit, dat het is tegen het be» lang van het onderwijs, dus tegen het belang van het kindHet jargon van het vakver» eenigingsleven hebben ze dra te pakken. Ty» rannie in de school autoriteiten die nergens verstand van hebben opvoeden tot mensche» lijk en nog eens menschelijkheid het kind, het kind bovenal Oranjeliefde is voor de achterlijken en wie zingt nog vaderlandsche liederen de menschheid is het vaderland het kapitalisme is de vijand en de vakvereeni» ging wordt gedragen door de groote idee van den nieuwen tijd Hier wordt een der groote oorzaken van «het in de knel zitten der Openbare scholen« door een vriend der Openb. school zelve bloot» gelegd. Het Handelsblad wijst ook op het leeg loopen der Openbare school en zegt er o m. dit van «Het Openbaar onderwijs is verpolitiekt; vele schoolhoofden behooren tot de S D.A P terwijl ook vele leden van het schooltoezicht lid van de partij zijn.« Inderdaad de Openbare school is haar eigen vijand 1 Wederom lazen we in de bladen een ern» stige waarschuwing, dat men zich toch wèl bezinnen moest, voor men zich begon toe te leggen op de studie voor een middelbare acte Geschiedenis, Aardrijkskunde of Taal en Letter» kunde. Er wéren al leeraren genoegméér dan ge» noeg. De vraag was zéér gering. En ze zou allicht, als wie thans begint te studeeren, examen kan doen, tot nul zjjn her» leid. Temeer, wijl in den regel zij die een acade» mischen graad hebben, nog vóórgaan bij be» noeming. Maar van de zijde der universiteiten wordt eveneens gewaarschuwd, dat er te veel jongelui komen studeerenelk jaar méér, dat loopt straks uit op een «geleerd proletariaat®, dat hongert naar werk, en 't niet vindteen ge vaar voor de maatschappij. Maar wat zal dan de jongeling, die stu» deeren kan en wèl wil Uit de kringen der artsen, der ingenieurs, van den handel en het bankwezen, van de lagere school, uit al die kringen heet het Voll Er is des volks te véél bij onsl Dat men waarschuwt is goed. Maar 't heeft ook zijn droeve zijde. Wat blijft er tenslotte voor keus over? En ook, als men met ons van meening is, dat een jongen, ook van ambtenaren, leer» aren enz. volstrekt niet behoeft te studééren voor zijn aanstaande broodwinningdat de vereelte hand even goed een eereteeken kan zijn voor den man als het denkend hoofd, Ook als men dién kant uit wil Welke loopbaan kiest men dan wèl, in» dien het jongemensch er aanleg voor heeft? Wie geeft hier aanwijzing Het is maar niet genoeg, om honderd»en» een waarschuwingsborden op te richten, doch er moeten ook wegen zijn, waarop men, zij 't dan met groote inspanning wèl vooruit kan komen. Wie die aanwijst, doet ons volk een grooten dienst. Daar moest meer op worden gelet. Als ik er niet zoo weinig van verwachtte, zou ik zeggen: daar moesten een of meer Staatscommissies voor worden ingesteld. Nu spreek ik nog maar van de jongens. Het is haast om wanhopig te worden, als daar een volwassen man voor ons staat Vader 1 nu hebt ge me dit en dat laten leeren en wordenmaar hóé moet ik daar nu mee aan De Vrede van Europa. Locarno, hóópt men, bracht vrede. Wij hopen het ook, maar dan staan we nog pas aan het begin, men bedenke dit wel. Want, zal er werkelijk vrede zijn in Europa, dan moet er méér gebeuren, dan dat men belooft, voortaan elkanders grenzen te zullen eerbiedigen, men kan ook oorlog voeren, zonder dat er één doode valt, ja zonder dat er bloed vloeit. Daar is b.v. de Tarieven»oorlog. Pas nog heeft Duitschland een aanmerkelijk hoog tarief ingevoerd voor tal van waren en daarmee den muur om zich aanzienlijk ver hoogd. Nederland, als men weet, doet thans zijn uiterste best, om dien muur voor tuin» bouwproducten en andere van onze uitvoer artikelen weer wat verlaagd te krijgen. Maar, met name voor groote landen, is nu de verleiding weer groot, om óók Tariefsver» hooging in te voeren, teneinde alsdan een soort ruilspel met Duitschland te kunnen be ginnen en langs dién weg voordeelen voor eigen waren te bedingen. 't Eenige middel, om ook op dit terrein tot een afdoenden vrede te geraken, zou zijn algemeene afschaffing der Tarieven of, als dèt al onmogelijk is, wijl sommige bedrijven zich al te zeer bij de Bescherming hebben aangepast, dan toch een aanmerkelijke verla ging. «Men® zegt, dat tusschen Briand en Stre» seman te Locarno ook over dezen Vrede, in persoonlijk gesprek ernstig van gedachten ge» wisseld is. Mocht het daartoe eens komen 1 De antirevolutionair voelt van huis uit toch voor Vrijhandel het meest. Nadruk verboden. De beteekenis der Coöperatie. De oud»Minister Dr. Posthuma heeft in de jongste algem. vergadering van den Noord» Hollandschen Zuivelbond gesproken over de beteekenis der Coöperaties. Niet alleen over den omvang, welke de Coöperatie in den loop der jaren heeft gekregen, over haar groei en bloei, maar vooral ook over de zedelijke be teekenis er van. Hierover wordt zeer verschil» lend geoordeeld. Eenerzijds wordt gezegd, dat de Coöperatie een geest van saamhoorigheid aankweekt, den mensch leert voor zijn naaste te leven, ja leert den naaste lief te hebben als zichzelf. Anderzijds is betoogd, dat de Coöperatie is uitgedacht door hen, die eerst en vooral om zich zelf denken, dat zij de zelfzucht aanwakkert, geen rekening houdt met de belangen van anderen, in dit geval de belangen van die klasse van nijvere burgers (noem ze «Middenstanders®), wier belangen door den gestadigen groei der Coöperatie ernstig in het gedrang komen. Het is maar van welke zijde men de zaak bezietCoöpe» ratie beteekentsamenwerking, van welken naam onze Zuid»NederIandsche broeders zich ook tot heden bedienen. Deze naam stelt voor ieder buiten twijfel, dat niet anders bedoeld wordt dan elkander te helpen, elkander te steunendat wij wrenschen op te bouwen. Dr. Romeijn noemde in een artikel, dat hij in 1919 schreef in de »Economisch«Statistische Berichten«, de Coöperatie een kind van den nood, geboren uit de behoefte der economisch» zwakkeren. Als de nood aan den man komt, als men het alleen niet meer af kan, als de kracht van den eenling te kort schiet, als men dreigt onder te gaan in den moeilijken strijd, wordt de coöperatie geboren. Dit was zoo met den oudsten vorm van de coöperatie de ver» bruikscoöperatie. De geschiedenis is bekend arme wevers in Rochdale, in een tijd van werkloosheid, die tot een tijd van groote ont bering werd, hebben zich vereenigd, en de eerstbekende en geslaagde coöperaties in het leven geroepen. De eerste coöperator in Euro pa, de Engelsche econoom Robert Owen, fabrikant, die, getroffen door de ellendige toestanden in de Engelsche industrie, op mid» delen zon om het lot zijner arbeiders te ver» beteren, heeft gevochten voor zijn idealen. Hij stichtte in Engeland, in Ierland en in Amerika talrijke gemeenschappen«commu» nities®, dorpen van eenheid en coöperatie, «landbouw- zoowel als fabrieksdorpen®. Ze liepen alle op mislukking uit, zoodat hij in 1858 doodarm en verlaten stierf. Meer succes hadden vermelde arme wevers, die in 1844 een vereeniging stichtten, aanvankelijk slechts 28 leden tellende, met een kapitaal van 28 X 1 pond sterling. Zij beoogden het lot der arbei ders te verbeteren door middel van den coöpe ratieven inkoop van huishoudelijke benoo» digdheden. Twintig jaar later had de vereeni» ging 16 winkels met een jaarlijkschen omzet van 4 millioen gulden.'De verbruikscoöperatie heeft zich in den loop der jaren krachtig ont wikkeld inzonderheid in Engeland, maar evenzeer op het vasteland van Europa en in Amerika. Ook in Nederland heeft deze coöpe ratie in den loop der jaren aan beteekenis gewonnen. Op 1 Januari j 1. waren niet minder dan 536 verbruikscoöperaties bij het Handels» register ingschreven. Voorts waren ingeschreven 1553 inkoop», verkoop- en productie-coöpera» ties, waarvan er niet minder dan 1182 uit den landbouw zijn. Van de 860 ingeschreven crediet» coöperaties treffen we er 763 uit den landbouw 40 cent per regel. Er is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behouden van een fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan 30-60 90 ct. aan. Als dan werkelijk de coöperatie uit nood op landbouwgebied wel bijzonder groot zijn geweest. Dat dit inderdaad het geval was, betoogde Dr. Posthuma in het tweede deel zijner rede, waarin we hem niet verder zullen volgen. De Wel der kaasfabrleken enTubeculose. 't Vorige jaar werd door den Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Drenthe een Com» missie benoemd om in studie te nemende verwerking der afvalproducten eener zuivel» fabriek. Deze commissie heeft onlangs over dit onderwerp een uitvoerig rapport uitge» bracht, dat waard is gelezen te worden. Over den inhoud er van spreken we thans echter niet. Wel is er een enkel onderdeel, dat onze aandacht trekt. Er wordt op gewezen, dat de wei, zooals die door de meeste kaasfabrieken in Friesland nog wordt teruggegeven, afkomstig is van niet gepasteuriseerde kaasmelk, en groot gevaar oplevert voor de verspreiding der tu berculose (t.b.c.) onder het jongvee en varkens. Dat gevaar zegt het rapport is niet denk» beeldig, doch bestaat in werkelijkheid. Bij den «Gezondheidsdienst voor het vee« in Friesland, welke Dienst daar reeds 5 jaren bestaat, is dit duidelijk gebleken, en het groote getal aan t b.c. lijdende graskalveren, die ieder jaar uit die provincie over de Drentsche grenzen komt, bewijst dat eveneens 't Is echter mogelijk gebleken kaas te maken uit melk waarvan 80 —90 van de 100 L., dus 90 pCt., gepasteuriseerd is, en waarbij de 20 tot 10 L. nief gepasteuri seerde melk genomen wordt van bedrijven, waar f b.c.-vrij vee wordt gehouden. Waar men deze werkwijze wil volgen, zal de vereeniging de fabriek te zorgen hebben voor het t.b.c. vrijmaken en houden van het vee op de daarvoor aan te wijzen stallen. Wordt dit aan enkele veehouders zelf overgelaten, dan zal uit den aard der zaak een hooger prijs voor zulke t.b c.»vrije melk betaald moeten worden, of een bijzonder premiestelsel kunnen worden ingevoerd. Zelfs zijn er verschillende bedrijven onder naburige kaasfabrieken, welke kaas ma ken uit volledig gepasteuriseerde kaasmelk, zonder toevoeging van rauwe melk. Wei, af» komstig van zoodanige melk levert geen be smettingsgevaar met het oog op de t.b.c. op, en is evenmin gevaarlijk als de nu hoog ge pasteuriseerde ondermelk der boterfabriek. Evenwel, men wete dat de wei afkomstig van gepasteuriseerde kaasmelk minder voedings waarde heeft, doordien de waardevolle albu» mine daaruit, vooral bij hooge en niet te korte verhitting, voor het grootste deel verdwenen is. De opbrengst aan kaas uit gepasteuriseerde melk moge iets hooger zijn, de kwaliteit van het product wordt iets minder, en die twee wegen mogelijk tegen elkaar op. De pasteuri» satie der kaasmelk en het besmettingsgevaar van ongepasteuriseerde wei, treden naar de meening der voornoemde Commissie zóó zeer op den voorgrond, dat zij met den meest mogelijken nadruk de besturen der fabrieken wijst op de noodzakelijkheid, deze vraag goed onder de oogen te zien, alvorens een of ander besluit te nemen. Ernstig toch zouden de gevolgen voor den veehouder zijn, indien na verloop eens mocht blijken, dat men mogelijk iets meer geld van fabriek zou hebben ontvangen door kaasma» kerij, doch de tuberculose op de stallen was toegenomen. Dan zou den Drentschen veehouder meer duurzame schade zijn toegebracht, dan het tijde lijke voordeel der kaasmakerij.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1