voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Antirevolutionair Orgaan IN HOC SIGNO VINCES WOENSDAG 28 OCTOBER 1925 40STE JAARGANG Gemeenteraad. ieclame-üfiededeelingeii. No. 3167 Alle stukken vd&r de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adminis tr at ie, franco toe te aeenden aan de Uitgevers Hoe men de kiezers voorlicht. Doet Uw Schoenen Goed Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AF70NDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÉN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. V Benzine uit steenkool. De klad is in den steenkoolhandel. Sommige soorten houden nógwel aardig prijs, maar voor andere is het aanbod grooter dan de vraag, met alle noodlottige gevolgen, die eraan verbonden zijn. 't Ziet er voor 't »zwarte goud® donker uit. [jj, Temeer wijl de olie, waarmee reeds 'n groot procent der zeeschepen gestookt wordt, de steenkool groote concurrentie aandoet. Maar i u lezen we «De Evening Stand, meldt, dat de bekende Duitsche scheikundige prof. Bube op het oogenblik in Engeland een onderzoek instelt naar de mogelijkheid om uit Engelsche steenkolen benzine te halen en dat zijn onderzoekingen zoowel in Engeland als in Duitschland met groote belangstelling wor» den gevolgd. Inmiddels heeft de Engelsche deskundige kolonel Etherton, die een studie» reis door Europa heeft gemaakt, verklaard, dat er op dit gebied onverwachte mogelijk» heden bestaan. Volgens hem zijn eenige Engelsche kolensoorten en o a. ook de Oostenrijksche kolen ongeschikt voor het winnen van benzine, doch de meeste Engel» sche kolensoorten zullen z.i. groote hoeveel» hedin benzine opleveren®. Er is nog maar naar te gissen Maar 't zou in den strijd tusschen steenkool cn olie weer een aanmerkelijke kéér kunnen brengen. V Ben kostelijk woord. 't Is reeds de vorige week geweest. De Nederl. vereeniging voor Middernacht» zending, die reeds zoovele jaren den strijd voert tegen ontrcht en zedeloosheid, hield jaarvergadering, waarbij daartoe uitgenoo» digd ook tegenwoordig was minister Colijn. Aan 't verslag van zijn toespraak ontleenen we: De minister wees tr vervolgens op, hoe z i. in deze tijden het volksleven bedreigd wordt door ontheiliging van het huwelijks» leven. Vervolgens zette de minister uiteen dat men met alle kracht moet ingaan tegen de begrippen, die men thans ingang tracht te doen vinden. Hij wijst o.a. o[D den strijd tegen het Nieuw.Malthusitnisme, wat hij een zeer ernstig gevaar noemde voor het volksleven en de bedreiging van de rein» heid van het huiselijk leven, die leiden moet tot verwoesting van het gezinsleven, ont» binding van het maatschappelijke leven en zooals de historie heeft geleerd tot verval van staten. Na de oorlogsjaren en dejaren van de hoogconjunctuur is de zucht naar weelde en luxe zoo gevaarlijk geworden, dat allen moeten worden opgeroepen om front te maken tegen deze decadentie»ver» schijnselen. De vereeniging heeft op dit punt een taak te vervullen. Ook de overheid zal mede» werken om gevaarlijke denkbeelden te kee» ren en de verandering van den volksgeest te bevorderen. Ten slotte verklaarde de minister dat de arbeid van de Nederland» sche Middernachtzendingvereeniging voor de overheid een krachtige bondgenooit is. Zij heeft daarom de belangstelling van de regeering. De minister eindigde met de mede» deeling, dat de regeering de vereeniging Gods zegen toewenschte. Er is een tijd geweest, dat wie publiekelijk de ontucht bestreed aan middernachtzending deed enz., zelfs in onze litteratuur »cultureel« werd bespot, welk een verandering th&ns, nu ministers der Kroon op déze wijze blijk geven van hun belangstelling. V Zondagsrust. Aan veler Zondagsrust hapert nog heel wat. Dat blijkt b.v. wel uit een stuksken, als 't geen hier volgt, 't welk bij een der Amster» damsche dagbladen ingezonden werd. Het luidt als volgt: Hebben de [meesten onzer stadgenooten een 8 of 10=urigen arbeidsdag en bovendien nog een vrijen Zaterdagmiddag en Zondag, niet alzoo de sigarenwinkeliers, die voor het meerendeel depothouders, en dus geen eigen baas zijn. Hun werkdag begint 's morgens ongeveer 7 uur, te 's avonds 8 uur kunnen zij dan de zaak sluiten, om daarna de werk» zaamheden te doen, waar overdag geen ge» tegenheid voor is. Zaterdag wordt het mid» dernacht, voor de winkelier zijn dagtaak als geëindigd kan beschouwen. Zondagsmor» gens moet hij om 8 uur alweer achter de toonbank staan, tot 's avonds 8 uur. De menschen, die hier klagen zijn dus, als men begrijpen zal «zetbaasjes®, uit welke categorie blijkbaar een groot deel der sigaren» winkeliers bestaat. Hun eigen baas zijn zij niet. Nu zegt men welLaten zij zich vereenigen en zóó de Zondagssluiting bij hun patroons aanhangig maken, doch wie iets van 't leven kent, die vóélt hoe hiast onmogelijk dit is. Ze zijn zoo afhankelijk In elk opzicht sociaabzwak. Hier is o i. wel degelijk voor de Overheid een roeping. Winkel is almee publiek terrein. En sigaren bederven niet. Als 't publiek er maar eenmaal aan gewend is, om 's Zaterdagsavonds zijn sigaren enz. voor den Zondag te koopen, dan zou er toch letterlijk geen enkele reden te bedenken zijn waarom ook déze mtnschen niet hun rust zouden hebben op des Heeren Dag. Wij spreken hier van rust. Voor ons is natuurlijk de ontheiliging van dien Dag de hoofdzaakde rust van het schepsel, komt als zegenrijk gevolg pas in de tweede plaats. Maar om die »rust« bekomme» ren zich ook vele anderen dan wij daarom staat ze in 't praktische leven op den voor» grond. Wat te begrijpen is. Vijftien man wilden er heen I 't Was in Amsterdam, waar de Federatie van Personeel in Overheidsdienst B. en W. heeft gepolst of zij wel aan een vijftiental ambte» naren en werklieden in dienst der gemeente, verlof wilden geven om een paar maanden lang een studiereis te maken naar Rusland. B. en W. antwoordden Nee I Denkelijk zijn zij van meening, dat Rusland nu juist niet 't meest geschikte land is, om te leeren hoe men in een bourgeois»staat als ge» meentewerkman of «beambte, 't best zijn plicht vervult. Wat volkomen begrijpelijk is 1 Nu zullen de heêren zich wenden tot den Raad. We geven op 'n briefje, dat 't hun toch niets baat 1 Waar »Links« baas is. B.v. in Tsjecho.-Slowakije 1 Daar wordt een nieuwe Wet klaargemaakt regelende de verhouding tusschen Kerk en Staat. Dienaangaande wordt o.m. gemeld »Alle bijdragen van Staatswege voor ker» kelijke doeleinden houden op. Het geheele onderwijs wordt onder Staatstoezicht ge» plaatst en het godsdienstonderwijs wordt uit de rij der verplichte leervakken geschrapt, daarvoor treedt in de plaats de ethiek, en een allgemeine Bürgerlehre«. De oprichting en instandhouding van confessioneele scho» len wordt niet meer toegestaan en de be» staande confessioneele scholen worden op» geheven«. Breng dat in gedachte eens over op ons land. Wat zou 't er heel anders uitzien dan thans 1 En nu zeggen we niet, als Links hier eens weer de meerderheid kreeg; dat deze dingen ook dadelijk hier toepassing zouden vinden. Links zou wel wijzer zijn. Maar aan de nagels kent men de kat, dat is de les, ook weer uit bovenstaand bericht. Wij schreven in Juni j 1. o.m. «Groen was te groot historiskenner en te overtuigd «calvinist®, om niet het standpunt in te nemen, dat ook het nationaal bestaan van den Nederlandschen Staat en zijn con» stitutior.eelen vorm niet maar onder Gods ftoelatingo-doch naar Gods bestek ons zijn toegekomen. Hij aanvaardde deswegen dien staat om in de gegeven omstandigheden uit de ordinantiën Gods de principiën van Staats» beleid op te bouwen, die waarborg zouden geven, dat God de Almachtige ook in dezen Staat Zijn" eere zou ontvangen en de Over» heid van dien Staat «als Gods dienaresse® zou regeeren. Zoo en niet anders kan alléén Groen's uitspraak worden verstaan «Deze godsdienstloosheid hebben wij in 1862 aanvaard. Als een noodzakelijk kwaad. Uit vrees voor erger« j Hieruit trekt een schrijver in De Banier, het orgaan van de S.G P., deze allerdwaaste conclusie «Als straks, lezers, de revolutie hier te lande zou triompheeren, dan voegen we ons in dat gareel met de redeneering van den heer d. O. dat deze niet maar alleen onder Gods foe- lating, maar onder Zijn «bestek® ons is toe» gekomen, en voelen we ons wonderwel op, ons gemak. En als ge lust heeft, «op een ander principiëel standpunt over te stappen«, ge kunt bij het Kuyperhuis recepten krijgen«. Aleer zich ook hieromtrent weer legenden vormen ook de afgevaardigde der H.G S. in de He Kamer zag den heer Heemskerk reeds op den weg der Fransche revolutie wandelen zullen we er even den vinger bij leggen. Een revolutie kan inderdaad een middel zijn, waardoor het Gode behaagt de souve» reiniteit over een volk over te dragen. Of is dat niet naar Antirevolutionaire opvatting het geval geweest bij den staatsgreep van Crom» well en zijn Roundheads in Engeland in 1649, bij «the glorious revolution® van Willem III in 1688 en bij de omwenteling in ons eigen land in 1813 Maar de schrijver de De Banier schijnt ons in de schoen te willen schuiven, dat we ook de Fransche Revolutie van 1789 en het ge» weid der Commune van 1870 als een over» dracht van de souvereiniteit naar Goddelijk bestek zouden aanvaarden. Of een November«revolutie van Mr. Troel» stra, indien ze aanvankelijk slaagde. Deze conclusie is allerongerijmdst. Waarom Omdat zulk een omwenteling het gezag «bij de gratie Gods« ontkent, de «verwoes» tende gronddwaling van de Volkssouvereini» teit« aanvaard en «wij van de Commune en soortgelijke toestanden oordeelen, dat dit niet de uitoefening van souverein gezag, maar een krank en doodelijk ijlen van zijn ingedrongen spotbeeld was« (Dr. A. Kuyper, Ons Program, par. 24). R. A. d. O. NOG IETS OVER PAUL KRUGER. [In «De Wachter« schrijft ds. O. Boersma van Koudum »Brieven« aan vriend Alexander. Ds. B. is indertijd, 'n kwart eeuw geleden, als onderwijzer in Pretoria geweest, toen Kruger daar Staats» president was. Hij geeft nu eenige herinnerin» gen, die men zoo elders niet te lezen krijgten die meer op den christen en op het lid der Kerk, dan op den staatsman betrekking hebben. Wij laten ze hier gaarne volgen «Oom Paul®, zooals hij ook als President bleef heeten, was een echt en oprecht Chris» ten van de daad. Dit getuigde zijn huiselijk leven. De Bijbel had in zijn woning niet een eere-.plaats slechts, maar was voor hem het troostboek in de zor» gen en moeite, óók van het hoogste ambt door hem bekleed, en tevens de levensgids voor zijn persoonlijk, huiselijk en staatkun» dig leven. Naar oude gewoonte der Boeren begaf hij zich des avonds vroeg ter ruste, indien geen bijzondere moeilijke vraagstukken van zijn ambt hem tot nachtelijk gebed voerden. Vroeg in den morgen opgestaan, hield de President met zijn gezin eerst de huiselijke godsdienst» oefening. Al de huisgenooten, ook logeer» gasten die ongaarne zóó vroeg opstonden of misschien liever geen deel namen, werden verplicht zich aan deze huisorde te onder» werpen. Wie ooit zulk een godsdienstoefening, vroeger onder de boeren algemeen, heeft bij» gewoond, zal zich meermalen verbaasd heb» ben over de vrijmoedigheid en eenvoud'ge juistheid, waarmee een gedeelte der Schrift werd besproken. Zulk een begin van den dag gaf vaak wijding en sterkte voor de dagtaak. Vooral President Kruger was thuis in zijn Bijbel. Dit bleek zoo telkens in zijn kerkelijk leven. Hij was beslist Gereformeerd Christen. Tegenover zijn woning stond de .nieuwge» bouwde kerk die haar schoonheid en inrich» ting voor een groot deel aan de milde gelde» lijke bijdragen van Kruger te danken had. Als met »Nachtmaal« rondom die kerk het plein zich vulde met wagens en tenten, dan zag men den President, als broeders onder de broederen, deze tenten ingaan. Daar en ook vóór of iü zijn huis werden allerlei din» gen, doch vooral geestelijke onderwerpen en en het leven van den strijd des geloofs be» sproken. «Oom Paul® was de vraagbaak van velen, niet het minst ook omtrent moeilijke Schriftgedeelten of teksten, waarover de boe» ren elkander en hun onderwijzer toch gaarne ondervroegen Meermalen bleek dan hoe goed Kruger het Woord Gods kende en verstond, al was men het met enkele uitleggingen soms niet eens Paul Kruger was echter allerminst een be» krompen man. Hij had iets van Willem den Zwijger, die ook zijn tijd ver vooruit was. Een paar voorbeelden. In de nieuwe kerk was ook een tlink orgel aangebracht, door een bekwaam Hollandsch musicus bespeeld. Daar een orgel in die dagen bij vele Ge» reformeerden nog als contrabrande in de kerk werd beschouwd, was eenige voorzichtigheid in gebruik wel gewenscht. Begeleiding van den zang. zonder voor» of naspel, was bij Avondmaalsdiensten eerst alles wat het orgel deed, opdat het overige niet de dan talrijk opgekomen buitenmenschen mocht ergeren. Op andere Zondagen werd het orgel ge» woon bespeeld als bij ons. Toen op zekeren Zondag een zijner gasten, blijkbaar verstoord, dat onder het uitgaan der Kerk het orgel zich nog liet hooren, aan «Oom Paul« vroeg «Hoe kom schreeuw die ding nou nog ant» woordde deze niet dadelijk. Bij wat heftig her» halen der vraag, zei hij zeer lakonisch «Ja neef, jij verstaan toch daar is nog lug in dit ding. Als die er nie uitkom nie, dan bars hij«. De neef was blijkbaar met dit humoristisch antwoord voldaan. Zoo weinig Kruger tegen het orgel in de kerk had, zoo sterk voorstander was hij van de oprichting eener jonge«mannen«vereeniging. Onze predikant achtte deze zeer gewenscht, opdat er een prikkel tot onderzoek der Schrift zou blijven, na meestal op jeugdigen leeftijd doen van belijdenis en in het huwelijk tre» den. Hij vroeg mij, de vergaderingen bij Avondmaalsdiensten te willen leiden. Er waren echter twee of drie voorvergade» ringen bij »nachtmaal« noodig, waarbij de kerk overvol was, eer we tot de oprichting van zulk een vereeniging konden komen. Dit was niet het minst te danken aan de krach» tige verdediging van den President, die tel» kens tegenwoordig was. Daar onze eerste bijeenkomsten door bijna heel de gemeente werden bijgewoond, was voorzichtigheid van optreden raadzaam, daar meerderen tegen deze «nieuwigheid® waren. Er werden vooraf enkele hoofdstukken uit de historische boeken der Schrift opgegeven. Hierover konden vragen worden gedaan. Op de tweede vergadering liep het ons al tegen. Iemand vroeg of Kaïn wel kon doen, wat de Hecre hem waarschuwend voorhield in «Is er niet, indien gij weldoet verhooging Daar niemand h erop iets antwoordde, gaf de Voorzitter de gewone verklaring. Dadelijk was een broeder, en nog wel een ouderling, op de been. Hij vond dit antwoord «mo» dern«. De mensch kon niets Er waren vele moderne «Hollanders®. Dat kwam nu van die «nieuwigheden®. Toen vroeg Kruger het woord. Hij doorzag dadelijk de bedoeling Maar vroeg slechts aan dien broeder«Als ik jou op een stuk land breng en jou een ploeg geef en zeg dat jij moet ploegen, hoe maak jij dan De broeder zei, zoo niet te kunnen ploegen Maar, zoo hernam de Pesident, als ik jou dan naar die wagenhuis breng, waar jij ket» ting en jukken en een zweep vindt, hoe dan Dan kon de broeder wel ploegen. Welnu, zoo bedoel die Voorzitter ook. Als de Heere ons bekwaam maak, dan kan ons en kon Kaïn ook wel doen Dit heeft niks te maak met Hollander of modern of nieuwig» heid nie, sprak Kruger wat heftiger. Ons be» doel die jonge mensche naar die Woord te lei. Sedert verliepen onze Jonge«Mannen=verga» deringen, door de gemeente omringd, rustig en verkregen waardeering. Ook dit dankten wij grootendeels aan Paul Kruger. Gaarne zou ik u nog meer hierover schrij» ven Alex, maar ik overschreed reeds de mij toegestane ruimte. Misschien vind ik later ge» legenheid. Krugers eenvoudige godsvrucht heeft „hem tot een groot man en een zegen voor zijn volk gemaakt. Hij behoorde ook tot «de niet wijsgeerig aangelegden«, doch boog voor Gods Woord. VERGADERING van den gemeenteraad van DEN BOMMEL op Vrijdag 23 October des nam. half drie uur. De voorzitter, burgemeester Brinkman opent de vergadering met gebed, waarna de notulen worden voorgelezen en onveranderd goedge» keurd. De kas van den gemeenteontvanger is nage» zien en in orde bevonden. In kas was f 8848,10. Ged. St. berichten eenige goedkeuringen over genomen raadsbesluiten. Ged. St. maken bezwaar tegen den termijn van aflossing der geldleening ad f3500,—voor bestrating van den OostBerm Indien de be» strafing met klinkers geschiedt wat hier 't ge» val is moet de aflossing inplaats van in 25 jaar in 20 jaar geschieden. Conform deze aanwijzing van Ged. St. wordt het raadsbesluit veranderd. De Maatij van ge» meentecrediet te Amsterdam, met wie deze leening was aangegaan gaat met deze wijziging accoord. Het gemeentebestuur van Oude Tonge zond de rekening 1924 en de begrooting 1926 van het vleeschkeuringsbedrijf. De rekening sluit met een goed slot van f 659,545. Het aandeel van Den Bommel hierin is f 67,215. De begrooting sluit in ontvangsten en uitgaven met 3771,90. De keurloonen van Den Bommel zijn geraamd op 60 varkens 4 f 3,— en overige keurlóonen f 15,— totaal 195,- Dé VOORZITTER deelt mede dat deze raming veel te laag is, In 1924 heeft Den Bommel wel f 500,— en in 1925 ook f 500 aan keurloon geïnd. Over deze te lage raming zal met het ge» meentebestuur van Oude Tonge gecorrespon» deerd worden. Wethouder v. d. MAST meent dat Oude Tonge uit zichzelf wel voor een betere raming had kunnen zorgen. De VOORZITTER merkt op, dat deze raming nog gebaseerd is op den vroegeren toestand, toen er in deze gemeente nog geen slager was. De raad hecht aan een en ander zijn goed» keuring. De commissie belast met het nazien der ge» meentebegrooting, bestaande uit de H H. Segers v. Gent en Ceulemans, brengt rapport uit, zegt alles in orde bevonden te hebben en adviseert tot goedkeuring. Aldus wordt zonder verdere discussie met algm. st. besloten. De begrooting sluit in den gewonen dienst in ontvangsten en uitgaven met f 63744,025 en den kapitaaldienst uitgaven f 2001,—ontvang» sten f 2117,57 batig slot f 116,57. Eveneens wordt de begrooting van het burgel armbestuur vastgesteld in ontvangsten en uit» gaven met f 6512,55. In gesloten zitting wordt even beraadslaagd 40 cent per regel. over de sollicitanten voor de betrekking van schoolschoonhouder en klokkeluider. Na heropening der openbare vergadering wordt tot stemming overgegaan en in eerst genoemde betrekking benoemd v. Zanten met 4 stemmen tegen 1 stem op J. Melissant en 2 stemmen blanco. Tot klokkeluider wordt benoemd J. Melis» sant met 5 stemmen en 2 stemmen blanco. Besloten wordt de geldleening der gasfabriek ad f 26000,— te converteeren. De rente kan van 6% in 5% worden teruggebracht. De lee» ning kan worden gesloten bij de Nat. levens» verzekeringmij te Rotterdam tegen koers 993/t In de rondvraag betoogt de heer CEULÉ» MANS de wenschelijkheid reeds nu den ron» den Berm te Achthuizen met koolasch te ver» harden. Over enkele weken zou het te laat kunnen zijn. De VOORZITTER is het hiermede eens en wijst op de groote voordeelen van het rijden op één spoor. In de gemeenterekening heeft deze bezuinigingsmaatregel nu reeds invloed gehad. Verschillende gemeentebesturen op het eiland en zelfs uit Zeeland hebben spr. om de betreffende verordening van het één spoor rijden gevraagd, waaruit blijkt dat het ook op andere plaatsen ingang vindt. Iemand tot oor» deelen bevoegd had spr. gezegd dat de wegen te Den Bommel thans tot de besten van het eiland behooren. Dan sluiting. Een held Vrijmoedig noem ik 'm een héldprof. Lefroy, Thans gestorven op zijn «veld»van»eer.« Hij was schrik niet 1 gifgas«specialist. Deed zijn leven lang niets anders dan stu» deeren in. gifgassen en 't was'al zijn zinnen en streven om stééds doodelijker gas saam te stellen. En dan toch een held? Ja, want hij waagde er zijn eigen leven aan. Maar laat ik er dadelijk bijvoegen, dat hij zich nóóit heeft schuldig gemaakt aan de gif» gasssamenstelling voor het Leger, integen» deelzijn specialiteit was juist, om gassen te vervaardigen die den mènsch onaangetast lie» ten, maar die voor een bepaalde diersoort doodelijk zouden zijn. Op die wijze heeft hij b.v. tijdens den Oorlog in Mesopotamië dat land van een luizen» en vliegenplaag verlost. En toen niet lang geleden een korenworm in Australië, den ganschen oogst dreigde te vernielen, die voor uitvoer in de pakhuizen gereed lag, wist hij die worm te dooden en den oogst te redden. Thens zocht hij een gas, dat de gewone huisvlieg, die zulk een vreeselijke zomerplaag kan zijn, uitroeien kon. Maar 't blijft altijd gevaarlijk. Hij ademde giftige dampen in. Werd nog levend gevonden, maar omdat niemand de samenstelling van die dampen kende, kon 'er niets tegen worden gedaan, en prof. Lefroy, dien ik een held noemen durf, kwam jammerlijk om.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1