15.- >47 IE Hf P m Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. E IN HOC SIGNO VINCES reen No. 3163 WOENSDAG 14 OCTOBER 1925 40STE JAARGANG Eteciame-SVSededeelangen. Doet Uw Sclioenen Goed 1 iet veeren ng. Leve- [agazijnen P'/2 38 f 0.45 arnis S en nz. g! er ijk W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukketi voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Adminis tralie, franco toe te eenden aan de Uitgevers sr. P2'/» 35 75 55 55 35 55 55 &5 f5 38 65 98 55 58 HUIS (DAM ge tot het Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bq vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÉN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. De Eed op de Grondwet. In De Banier der St. Geref. Partij wordt thans een aanvang gemaakt met de weerlegging der artikelen, welke ik in Junij 1 publiceerde en waarin het ging over de tegenstrijdigheid der antipapistisch stembuspropaganda en den eed, door den afgevaardigde der S.G.P. op de Grondwet afgelegd. De Banier beroept zich daarvoor op Groen van Prinsterer, wien deze door hem gezworen eed ook vaak voor de voeten werd geworpen en die deswegen schreef«Het is te hopen, dat er eenmaal een einde zal komen aan het be» leedigend verwijzen naar den eed op de Grond» wet Mijn opponent heeft hierbij ongetwijfeld den schijn vóór. Maar ook niet meer dan den schijn De gevallen zijn geheel ongelijk. Dit overtuigend aan te wijzen, zou een be» toog vergen veel breeder dan een couranten» artikeltje. Laat ik evenwel trachten, om wijd» loopige discussie te voorkomen, de kern kort aan te geven. Groen werd door de Liberalen op zijn eed (j'ezen, als zij hem trachtten te dwingen :ginselen te aanvaarden, die niet in de Grond wet stonden, alsof ze er wél in stonden. Eén voorbeeld Het liberalisme zijner dagen wilde wel beweren, dat de Grondwet het be» ginsel der »Volkssouvereiniteit« huldigde. Dat hebt Gij toch ook bezworen zeiden ze dan tegen Groen. En daarop antwoordt of liever vraagt hij (Verscheidenheden over Staatsregt en Politiek, blz. 124) «De Souvereiniteit van het Volk in de Grond» wet erkend mag ik weten inj welk artikel Hierom hoopte Groen, dat het uit zou zijn met dit beleedigend verwijzen naar de Grond» wet. Hij liet zich niet opdringen, dat de Grondwet in strijd met haar letter den geest van het liberalisme zou bevatten en hij dien zou bezworen hebben. Nu gaat het in ons geding precies over het tegenovergestelde. Wij vroegen den afgevaardigde der S.G.P. 't, hoe hij had kunnen bezweren, wat niet \u de Grondwet staat, maar waar wat er wél in staat. En we hebben aanstonds opgemerkt, dat onze bedoeling niet was met dezen eed elk voornemen van wettige wijziging af te snijden. Als het niet over principiëele punten gaat, is de stelling (van Dr. Kuyper)«Wij aanvaarden de Grondwet om die te herzien*, alleszins aannemelijk. Het geding gaat hier echter over zeer principiëele zaken, over din» gen van de eerste orde. De propagandisten der S.G.P. hebben van Artikel 36 der Geloofsbelijdenis in den ver» kiezingstijd, bepaaldelijk tegenover de A.R.P. hun shibboleth gemaakt. Zij hebbenderOver» heid den strinenten eisch gesteld»de hand te houden aan den heiligen kerkdienst te weren en uit te roeien alle afgoderij en valschen godsdienst.« Zij hebben dezen eisch gesteld, tegenover Rome en de Roomsche Kerk in Nederland, toet terugslag op het politieke erf tegenover de R.K. Staatspartij en de samenwerking der A.R en C.H. partijen met deze. Zij willen wel niet de Roomschen met het zwaard of den brandstapel vervolgd zien, maar ze moeten hoogstens geduld. Echter deelname aan de regeering des lands, samenwerking daartoe van anderen, althans van protestantsche christenen met hen, dat is toch eigenlijk ten eenen» male onduldbaar. Dit was het hoofdbeginsel in den politieken strijd van 1925 voor de S.G.P. Ook voor de H.G.S. Nu stelt de Grondwet nadrukkelijk, in de aangehaalde artikelen 168—172, de «volkomen vrijheid van godsdienst«, en de «gelijke be» scherming voor allen*, ook dus voor de R.K. en de R.K. Kerk vast niet alleenmaar zij legt zelfs der Overheid de verplichting op "de hand te houden* aan den eeredienst der R.K, Kerk, door in art. 172 de uitkeering der traktementen enz. uit de schatkist des Rijks aan de R.K. priesters te »verzekeren« en in het tweede lid te vergunnen, dat buiten elk verband met de vroegere inbeslagname der kerkelijke bezittingen nieuwe of ver» Hoogde traktementen aan pastoors en kape laans worden verleend. Dit alles is vierkant in strijd met art. 36 Geloofsbelijdenis, zooals dat artikel door de S.G. en H.G.S. aan de overheid als levens» regel wordt gesteld. Volkomen yrijheid van godsdienst voor de R.K. Kerk is daarmede in strijd. Gelijke bescherming der R.K. Kerk en der Ned. Herv. (Geref.) Kerk is daarmede in strijd. Salarieering van R.K. priesters uit de staats» kas is zeker niet minder daarmede in strijd. En omdat nu de S.G. Partij hiervan haar hoofdbeginsel heeft gemaakt haar éénig beginsel in de polemiek, zouden we haast zeggen daarom vroegen we Hoe heeft dan toch haar afgevaardigde een zóó zeer tegen» strijdig beginsel, onder aanroeping van Gods Naam. met eede kunnen bezweren Nu moet De Banier de discussie weer niet vertroebelen door zich te dekken achter Groen, wien men verweetGij bebt het bezworen I en die op deze «beleedigende beschuldiging* antwoorddeIk heb het niet bezworen, want "het staat niet in de Grondwet 1 De afgevaardigden der S.G. en H.G.S. heb» ben bezworen wat er zwart op wit wél staat. En aangenomen, dat ze het willen wijzigen we hebben sinds 1922 nog nimmer van eenig voornemen vernomen om een wijzigingsvoor» stel in te dienen. R. A. d. O. Verstandig Vorstenwoord. Koning Alfons van Spanje heeft een wiir woord gezegd. Hij had het over den strijd in Marokko. Europa zeide hij of liever velen in Europa, begrijpen Dog niet goed, wat hier op 't spel staat. En dan vervolgt hij «De gansche Islam houdt het oog op den strijd van Abd el Krim tegen Frankrijk en Spanje gericht.* Ook van dien kant moet de zaak, nu 't eenmaal zoover kwam, worden bezien. Kunnen Frankrijk en Spanje Abd el Krim niet tot onderwerping brengen, dan zal er een schok gaan, door de gansche Mohame» daansche wereld van Afrika en Azië, die dan tegen het christendom zich richten zal. Zoo hebben wij 't niet uitgevonden. Maar zoo is de gang van zaken. Wat is het »Volk«. Ook een vraag, zal men zeggen Neen, ik bedoel niet «Het Volk«, Het Dagblad der S D.A P dat weten we allemaal wel. Maar het volkde natie. Als de socialisten over het «Volk* spreken, worden daarmee bedoeld, wat zij »pro!etariërs« en de daarmee gelijkgcstelden noemen, de rest telt bij «het volk« niet mee. Doch ook van andere zijde kraakt men rare noten. Dezer dagen vergaderde «Volksonderwijs.* Mr. Harm Smeenge hield een openingsspeech in mineur. Klacht op klacht slaakte hij. 't Jaar '24 was «niet vreugdevol*. Daar is de algemeene bezuiniging train daar zijn de vele wachtgelders trian daar zijn de lokalen, die buiten dienst zijn gesteld train daarentegen is het aantal bizondere scholen, die nieuw geopend groote dikke traan Nu kunnen we die eerste tranen verstaan. Ook ons doen deze dingen leed. Al erkennen we, dat ze noodzakelijk waren en al zijn we van meening, dat het ook af» gezien van alle bezuiniging met deleerkrach» ten enz. wel wat royaal ging. Maar nu die laatste dikke traan. Hier spreekt n.l. «Volks«»onderwijs. Nu zeggen zelfs de officieele rapporten, dat het Bijzonder Onderwijs niet voor 't Openbaar behoeft onder te doen, het »volk« en het «kind»des»volks« krijgt dus geen min» der goed onderwijs waarom moet »Fo(ks« onderwijs« dan dikke tranen schreien 11 Ja, maar, zal het zeggen wij werken immers voor 't «Openbaar Onderwijs« Zeker, zeker, dat weten we. Maar dan kunt ge ook net eens zien, hoe valsch die naam is die ge draagtde vlag die ge voert.gij hebt u dien naam aange» matigd, net alsof gij en uw vrienden «het volk« uitmaaktet. En alsof wij niet meetelden Zoo is 't gewéést, mijne heeren Maar zoo is 't, door Gods goedheid, niet meer. V Wet en Zede. Frankrijk was ons ver vóór Sinds 1882 is daar leerplicht. En we herinneren ons nog wel, hoe in dien tijd, toen hier de leecplichtstrijd woedde, de voorstanders zeiden Ziet naar andere landen ziet ook naar Frankrijk "Waarop dan van ónzen kant weieens geantwoord werd dat zélfs Spanje leerplicht had 1 en het dus goed zou zijn, niet alleen te letten op de Wet, maar ook op de werkelijkheid. Ziehier 'n paar getallen uit het Frankrijk van thans. Er zijn op 't oogenblik, officieele cijfers, 300,000 Franschen tusschen 16 en 20 jaar volkomen analphabeet, d.w.z. dat ze geen a voor een b kennen. Bovendien zijn er tus» schen de 300,000 en 400,000, die de kunst van schrijven en lezen zeer onvoldoende ver» staan. Men kan gerust zeggendie nog wél een a kennen voor een b, maar veel meer ook niet. Nu wijst men in Frankrijk op den Oorlog, die 't Onderwijs daar geheel zou hebben ont» wricht. Maar neemt men in aanmerking, dat toch altijd een deel der mannen niet naar 't front ging én dat er in Frankrijk nog heel wat meer van onderwijzeressen wcrdt gebruik tijdperk onafzienbaarachteraf vraagt men zich af, waar is de tijd gebleven? Ondanks 't lange verleden staan de eerste gebeurtenissen uit dien tijd me nog levendig voor den geest: mijn aankomst in Flakkee die wel een beetje ontnuchterend op me werkte na jaren lang verblijf in Amsterdam, de ken» nismaking met de dagelij ksche besturen van Nieuwe Tonge en Herkingen en met de bevol» king, die me al aanstonds zeer vriendelijk ont» ving en haar diensten, waar noodig, aanbood, 'k Herinner me ook nog zeer levendig, dat ik desondanks den eersten tijd een gevoel van verlatenheid had op 't afgelegen eiland, ver van familie en studievrienden En ook was ik in gespannen afwachting, welke moeilijke en ernstige ziektegevallen ik wellicht al dadelijk onder behandeling zou krijgen, waarvoor ae verantwoordelijkheid dan geheel op mij zou rusten De jonge arts wordt bij zijn werk beoordeeld door het leekenpubliek en dit gebruikt als maatstaf bij zijn oordeel het succes der aange» wende behandeling. Ed hoewel dit geen juiste maatstaf is, om te beoordeelen, of een genees» kundige op de hoogte van zijn beroep is, begrijpelijk is het zeer goed, dat 't publiek deze aanwendt, want het heeft nu eenmaaal geen andere ten opzichte van een nieuwen dokter. Heeft de dokter in 't begin geluk met de behandeling van zijn zieken, dan is het ver» trouwen spoedig gewonnen, maar treft hij het in 't eerst slecht, dan is men eenigszins huive» rig, om zich aan zijn behandeling toe te ver» trouwer». En dit vertrouwen is juist van zoo» veel belang, ja in vele gevallen onmisbaar voor 't succes der aangewende middelen. Was de geneeskunde reeds zoover, dat wij iedere zieke spoedig of na verloop van tijd beter konden maken, dan was dat vertrouwen niet zoo noo» Met ingang van 1 October is aan de standplaats van de autobuslijn in het Leidscheboschje te Amsterdam, bij wijze van proef een kastje met volgnummers aangebracht. Gedurende de drukkere perioden van den dag is het in het belang van de goede orde noodig, dat het wachtende publiek zich van een volgnummer voorziet voor het wachten in een rij, tot men in de autobus kan stappen. Onze foto toonthet nemen van de volgnummer» kar tjes uit het kastje. gemaakt dan bij ons, dan kan de Oorlog toch niet alléén schuld hebben. De zede van 't volk doet 't meest. Wat er bij ons aan haperde was, dat de ouders de kinderen vaak vee! te vroeg thuis hielden doch niet, dat zij ze héél geen onder» wijs lieten geven analphabeten waren er, om zoo te zeggen, bij ons niet. Trouwens de trek naar onderwijs zat er bij ons volk altijd in. Reeds een buitenlandsche reisbeschrijving uit de zestiende eeuw verhaalt met verbazing, dat hier te lande, bijna zonder uitzondering, ook de gewone man lezen en schrijven kon, - wat destijds in vele landen een uitzondering was. Nu zal dat iets overdreven zijn. Juist vanwege de tegenstelling. Hoewel 't óók weer zóó is, dat geschied» schrijvers melden, dat hier de visscher en de kleine ambachtsman, in menigte de geschriften van Luther lazen. Zie, de Wet kan steunen. Maar de Zede moet de grondslag zijn. Vervolg Verslag van de huldiging van Dr. C. van Gelder te Herkingen. Hierna kreeg de jubilaris het woord tot het houden van een rede ter herdenking van 't geen in deze 25»jarige ambtsbetrekking was voorgevallen op geneeskundig gebied 25 jaren is 'n groot stuk van den tijd, waarin men zelfstandig een inspannend en verantwoor» delijk ambt bekleedt in't snel voor bij vlietend leven, snelvoorbijgaand voor ons gevoel voor» al, als men voortdurend in 't gareel gestaan heeft zonder veel tijd, om uit te rusten en nog minder gelegenheid, om zich door gebrek aan werkzaamheid te vervelen. Als ik op dezen afgelegden weg terugzie, heb ik dezelfde erva» ring als zoovelenvan te voren lijkt zoo'n dig. Maar dit is, helaas, nog lang niet zoo en 't is met den geneesheer in vele opzichten als met den landbouwer. Voor vele omstandigheden, die bevorderlijk zijn aan den groei der gewassen, kan hij zor» gen, als hij zijn vak goed verstaat en behartigt, zooals voldoende bemesting en behoorlijke afwatering van den grond verwijdering van onkruid bestrijding van verschillende planten» ziekten enz. Dit alles is bevordelijk voor den wasdom, maar geven kan hij dezen daarmee niet. Die komt van boven. 't Is zooals de dichter Staring in zijn mooi oogstlied zong Slaat uw oogen Naar den hoogen, Alles kwam vandaar 1 Zachte regen daalde Vriend'lijk zonlicht straalde, Mild op halm en aar. En zoo is het ook op bijna ieder gebied van menschelijke arbeid. De groote dichter Schiller sprak dit ook uit in zijn beroemd klokkenlied Van het voorhoofd heet Drupp'len moet het zweet, Zal het werk den meester loven Maar de zegen komt van boven. Zoo gaat het ook op het gebied der genee kunst. In vele gevallen kan hij onmiddelijk hulp of verbetering aanbrengen hetzij door operatie e.d. Maar in zeer veel andere gevallen moet hij, evenals de boer, na alles gedaan te hebben, wat in zijn macht ligt, afwachten, wat de uitkomst zal zijn een rijke oogst of een misgewasvolledig herstel of de dood van den zieke met allerlei overgangen daartusschen. En juist als de aangewende middelen geen spoedige omkeer kunnen brengen in 't beloop der ziekte, is het vertrouwen van den patiënt, dat zijn geneesheer 't beste gedaan heeft, wat er aan hem doen is, van onschatbare waarde. Het liep mij in 't begin al dadelijk meê. De behandeling van den eersten zwaar zieken longpatiëntde operatie van een patiënt met blindedarmonstekingde eerste belangrijke hulp aan kraamvrouwen verleend hadden allen 't gewenschte gevolg, zoodat het vertrouwen in den nieuwen dokter spoedig gewonnen was, en ik zeggen mag, dat ik dit heb mogen be» houden in mijn verderen levensloop als genees» kundige, waardoor de practijk in dit opzicht mij gemakkelijk gemaakt werd en mijn verhou» ding tot mijn patiënten zoowel als tot mijn collega's niets te wenschen overliet, tot welks laatste ook wel zal hebben bijgedragen mijn gedragslijn, om me nooit in een andersman praktijk te dringen, hoe dikwijls ik daartoe ook werd aangezocht. Als we dan nu het achter ons liggende tijd» vak nog eens overzien, dan valt het op, welke groote veranderingen op allerlei gebied hebben plaats gevonden. Bij zoo'n jubileum komt onder de vele over» denkingen een stemming op, eenigszins gelij» kend op de bekende Oudejaarsavond«stemming Het voorbij snellen en het vergankelijke van het leven komt ons weer duidelijk voor oogen ja nog duidelijker, omdat men in zoo'n lang tijdvak niet slechts enkele personen ziet komen 40 cent per regel. of gaan, maar geheele geslachten En onwille» keurig komen ons de woorden van 't oudejaars» avondgezang voor den geest Voorgeslachten kwijnden henen En wij bloeien op hun graf. Ras zal 't nakroost ons beweenen, 't Menschdom valt als bladeren af. Door den voortdurenden omgang met deze menschen, waren zij een deel van onze dage» lij ksche omgeving geworden en voelen wij hun heengaan als een verlies. Tegenover dit verlies staat gelukkig weer veel waarop we met dankbaarheid kunnen terugzien. Want er is ook veel ten goede veranderd in deze 25 jaren. "Wat is de algemeene welvaart niet toegenomen 1 Toen algemeen geldgebrek bij de boeren en armoede bij de arbeiders. Thans bij beiden over 't algemeen welvaart en zelfs zekere weelde op te merken. Naast de voeding is ook de huisvesting door bouwverordenin» gen op een hooger plan gebracht. Maar hier wordt de bedoeling dezer verordeningen weer gedeeltelijk teniet gemaakt door de bij rijk en arm zooveel voorkomende fout om de ruimste en best gelegen kamers tot pronkkamers te maken en zich als regel op te sluiten in een keuken of klein vertrek. Ook op meer zuiver geneeskundig terrein is belangrijke vooruitgang te boeken. De algemeene strefte (d.w.z. het aantal jaar» lijksche sterfgevallen per 1000 inwoners is ge» daaid tot (minder dan) de helft van die, welke 25 jaren geleden regel was; ja de laatste jaren is ze zelfs zoo laag, dat men zich dit theore» tisch haast niet had kunnen voorstellen, n.l. 9.7. De zuigelingensterfte (d.w.z. de sterfgeval» len van de kinderen onder't jaar) was vroeger heel hoog de laatste jaren is ze tot op een derde gedaald. Besmettelijke ziekten als dipthe» rie, roodvonk, mazelen, kinkhoest sleepten vroeger vele kinderen ten gravemaar de laatste 25 jaar is het aantal sterfgevallen er aan voortdurend verminderd. De groote epidemie van mazelen .en kinkhoest, die dezen zomer zoo buitengewoon veel kinderen in onze ge» meenten Nieuwe Tonge en Herkingen heeft aangetast, is zelfs zonder één enkel sterfgeval afgeloopen en ook een sterfgeval aan roodvonk en diphterie is hier een zeldzaam voorkomend feit geworden. De pokken, waardoor in vroe» ger tijd zoo talrijke menschen en vooral kin' deren, stierven, hebben voor ons land hun beteekenis in de sterfte»tabellen geheel verloren sinds de invoering der koepokinenting. In de jaren tusschen 1870 en 1880 heeft deze ziekte in onze gemeeenten Nieuwe Tonge en Herkin» gen verschrikkelijk gewoed en talrijke offers geeischt, niet het minst onder de tegenstanders dezer inenting. Wat de sterfte aan de long»tuberculose be» treft, zoo valt ook hier een verblijdend resul» taat te boeken in den strijd tegen deze alge» meen voorkomende ziekte, die onder alle stan» den en op alle leeftijden haar offers velt en daarom terecht een volksziekte genoemd kan worden. Weliswaar sterven ook thans nog jaarlijks plm. 7000 personen in ons land eraan een bedroevend groote schare dus, maar toch is de sterfte er aan nog slechts plm. een derde van die van 25 jaren geleden. Toen was deze J I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1