|oor iienjforóag Scheren PUROL Drie Bladen. mmcmmywm Zaterdag 10 Oct. 1925. Na. 3162. TWEEDE BLAD. „Wij gelooven in li Buitenland. fteclame-Mededaalinjjen Plaatselijk Nieuws» Dit nummer bestaat uit Hebreen 10 t 23. .Laat ons de onwankelbare be» lijdenis der hoop vasthouden want die het beloofd heeft, is getrouw®. I Onder belijdenis hebben wij hier te verstaan de waarheid van het evan gelie, ons geopenbaard in de Heilige Schrift. Haar inhoud is, dat God ver zoend is, dat er bij Hem genade is, dat er vergeving van zonden is om Christus' wil, dat allen die gelooven in den Zoon van God erfgenamen des eeuwigen levens zijn. In 't bijzonder wordt in ons tekst woord gewezen op de verwachting, die deze belijdenis opwekt. Ze is een belijdenis der hoop. Ze doet ons ho pen, zij spreekt ons van heil, dat wij verwachten kunnen, van zaligheid, welke de Heere Zijn volk bereid heeft. Het evangelie is een evangelie der hoop. Dat wordt lang niet altijd ver staan. Sommigen zijn met vreeze ver vuld, als zij aan God denken of van Hem hooren. Siddering grijpt hen aan, als zij bedenken, dat Hij een heilig God is, die het kwade straft, en het geweten nen beschuldigt. Zij hebben slechts oog voor Zijn maj'Steit en hei ligheid, en worden verschrikt door den /Ja|Jonder Zijner wet. Door een algemeene «-overtuiging van zonde leven zij in vreeze. In de waarheid zelf is niets, dat hen aantrekt of bemoedigt, net 1 efelijke en Zalige van het evangelie kennen zij niet. Het is hun geen evan gelie der hoop. Er zijn ook kinderen Gods, die meer in vreeze, dan in blijmoedig geloofs vertrouwen leven. Zij hebben een ge drukt leven. Weinig smaken zij van de zaligheid der hoop. Zij gaan ge bukt onder het gevoel van het recht Gods, en hebben weinig oog voor Zijn genade. Zij zien meer op hun zonden dan op Christus. Wij moeten goed verstaan, wat het karakter der christelijke beginselen is, dat ze is een belijdenis der hoop. Niet dat ze een onzekere hoop wekt en zonder deugdelijKen grond iets doet C,verwachten, dat wij gaarne willen, «rhaar ze geeft de zekere verwachting van een eeuwig koninkrijk, het vaste uitzicht op een toekomstig heil. Zij verzekert aan degenen, die God vree zen, dat er voor hen een erfenis in de hemelen bewaard is, een heerlijkheid, waarbij al het lijden dezes tegenwoor- digen tijds niet te waardeeren is, een schat, die door geen mot of roest ver durven wordt. Zij houdt den pelgrim het land der ruste voor en bemoedigt den strijder met het vooruitzicht op de kroon der overwinning. Aan zulk een hoap hebben wij be hoefte in dit zorgvolle leven en in het sterven. Hopen doet ieder mensch en de hoop doet leven. Maar een mensch, die op de dingen der aarde zijn hoop ste t, wordt telkens teleurgesteld. Van zulk een hoop gaat geen blijvende kracht uit. Ze biedt geen troost en sterkte. Het evangelie daarentegen biedt een levende hoop, die ons alle be zwaren doet overwinnen. Dat die belijdenis, waarop ons tekst woord doelt, geen ijdele hoop voor spiegelt, wordt uitgedrukt in de nadere bepaling, dat zij is een onwankelbare btlijdenis. Men kau op haar aan. Zij is onbedriegelijk, zij doet geen ijdele beloften. Al wordt ze bestieden, zij kan niet omver gestooten worden. Zij is een belijdenis van Christus als een volkomen Zaligmaker. En Zijn werk is vast, 't kan niet ongedaan gemaakt noch van kracht beroofd worden, want Hij heeft een volmaakt offer gebracht. Het heilgoed is door hem verworven, en 't kan door niemand ons ontnomen worden. Wat het evangelie belooft, is het Woord Gods, en God kan niet liegen. Hij is de God der waarheid, die Zijn verbond niet onthei igen zal, en hetgeen uit Zijn lippen gegaan is, zal riij niet veranderen. Daarom rust de hoop van Gods kinderen op zulk een vasten grond. Het heil dat zij ver wachten, is hun door God bereid, het is door Christus tot stand gebracht. Daarom zal niemand hen kunnen ruk ken uit Zijn hand. En wat zegt nu onze tekst aangaande 't geen wij te doen hebben Dit dat wij de onwankelbare belijdenis der hoop moeten vasthouden, d.w.z.daar bij moeten blijven, er aan vasshouden, hoeveel er ook t gen opkomt, ons er op moeten verlaten. Waarlijk, dat omvat niet weinig Hoe veel woidt daartos vereischt. Daar wordt meer® in gezegd, dan dat wij slechts rechtzinnig in de leer moeten zijn, slechts vormelijk de ons verkon- Het ging in"opmarsch naar Troelstra's huis. De verslaggever van Het Volk schreef er van«Uit het donker komt een wonder, 't is het volk dat opmarcheetd Eerst de besturen der S D.A P. en N VV dan de jeugdorganisatie «zij zingen hun lied van het licht dat uit der dagen duister is opgekomenDan de studentenorganisaties. «Zij zwaaien hun vaandel en zingen hun oude, Io vivat® Vervolgens de Rotterdammers, Dor» dr< chtenaren, Amsterdammers, Haarlemmers en Noord»Hollanders. Het .is een branding van muziek en zang en blijde kreten, die aan Troelstra's voeten bruischt en kolkt en stuwt Hoeveel zijn nu reeds voorbijgetrokken vra» gen wij Vliegen. «Meer dan 20 000 reeds®, antwoordt de partijvoorzitter, die al even geboeid als Troelstra en de zijnen den stoet aanschouwt »Wij gelooven in L7.« En de parlcmentsredacteur heeft alle recht boven zijn artikil met vette letters te laten drukken: .Dat ver trouwen is niet beschaamd .Wij gelooven in U sociaal-democratie Dat moet de kracht dezer internationale beweging zijn. De sociaal-democratie is een geloof. Zij gelooft in zich zelve. Zeer juist waren de woorden, welke de heer Troelsta tot zijn schare sprak: Te Den Haag heeft zich een ergerlijk geval van vervuiling van een zieke vrouw en eenige kinderen voorgedaan, die verblijf hielden in een woonschuit, liggende in de Laakhaven, gü Door de Gem. Geneesk Dienst werd een onderzoek ingesteld en werd de vrouw mede genom *n naar het Ziekenhuis. digde waarheid moeten aannemen, 't Omvat meer dan vasthouden aan de leer, die onze ouders beleden heb- hen, en staan op zuiverheid van be lijdenis. Die belijdenis moet met den mond beleden, maar ook met het hart geloofd en in het leven betracht wor den. Eerst met het hart geloofd. Wij moeten innerlijk de kracht er van ken nen. Velen brengen 't niet verder dan een belijden met de lippen, een roepen van: Heere! Heere!" Maar daaraan hebben zij niets voor hun verwachting. Daarom is er ook geen vasthouden van die belijdenis ais iets kostbaars en dierbaars, as een schat, die in waardij alles te boven gaat. Hebben wij hoop Gelijk wij zeiden er is geen mensch zonder hoop. Maar is onze hoop een levende hoop, zoo dat ze ons niet ledig laat? Gaat er kracht van uit op ons denken, spreken en handelen Als wij orue belijdenis loslaten, waar zullen wij dan troost en huip vinden in de benauwdheid, wat zal dan den donkeren nacht, die ons soms omringt, verlichten, wat zal dan ons steunen op het vaak zoo doornig levenspad en in het dal der schaduwe des doods Daarom, laat ons de onwankelbare be lijdenis der hoop vasthouden. Hoeveel reden er voor ons is, aan deze ver maning gehoor te geven, willen wij een volgende maal overdenken. v (Wordt vervolgd). Voor eenige weken heeft de S D.A P. in ons land te 's=Gravenhage een «demonstratief congres® geopend. De bedoeling was een protest-actie op touw te zetten tegen het opgetreden Ministerie» Colijn. Tevens is deze gelegenheid aangezrepen om de afgetreden partijleider, den heer Troel» stra op geestdriftige wijze te huldigen. Het was voor de S.D.AP. een grootsch festijn, een hoogtij. De opper»officieren dezer partij, als wij deze milita'r-klinkende benaming een oogenblik gebruiken mogen, hebben het woord gevoerd en zij hebt en de beteekenis der Sociaal-demo- cratie, de beteekenis van den scheidenden leider en de beteekenis van dit demonstratief congres in het licht trachten te stellen Onder de verschillende sprekers was ook Albarda, de voorzitter der sociaaldemocratische Kamerf fractie en onder de vele geestdriftige, beziea lende woorden van hem was ook dit woord gericht tot de socialistische arbeidersklasse «Gij, die met uw krachten van geest en lichaam den volkeren verschaft, wat zij be» hoeven om te leven, gij, met Uw hoofd en hart, begeerig naar het weten, gij, iie broe» derschap zult brengen in de wereld, in U gelooven wij In het hoofdorgaan der S D.A P schrijft de pa bmentsredacteur over deze rede van den heer Albarda «zij getuigt van het geloof, dat bergen verzet. Zij wendt zich tot de werkers in den mijn en den akker, op het schip en op de locomotief, op het kantoor en op de fabriek, in de haven en in de werkplaats en zij zegt tot al dezen en hun kameraden.Wij gelooven in U In dit woord: Wij gelooven in U, moet de kracht liggen der sociaal-democratie En dit zelfde woord maakte dit demonstratief congres der S D A P voor deze tot een succes. Zaterdagsavonds zijn deze drommen in lange rijen getrokken door onze Residentie. «De arbeidersklasse door het socialisme aangeraakt was onderhevig aan een geeste» lijke armoede Het oude geloof had zij ver» loren. Daarvoor in de plaats gekomen was een ongeloof zonder vroomheid. Men was als een zwerver in de woestijn,wnder stuur, zonder besef, een gemakkelijke ptooi voor ieder, die dom of geweter.lo >s genoeg was om eigen onverstand als richtsnoer voor de massa te geven®. «Het oude geloof had die schare verloren«. O, het is ju st, zeer treffend juist, en de Kerk van Christus onderzoekte zich nauw in hoeverre zij er schuld aan heeft dat die dui» zenden het geloof niet behielden. En nu hebben zij een nieuw geloof. Een geloof in de sociaal-democratie, een geloof in zich zelve. Dat geloof moet nu hun kracht zijn 1 In dat geloof staande moeten zij vertrouwen het verloren Paradijs terug te vinden. En dat geloof is hun kracht. Bij tienduizenden treden zij aan onder het Vaandel van het socialisme En zij breiden zich uit, want hun geloof is hun kracht. Maar toch Dit geloof is tevens hun zwakheid. Want het staat hun in den weg om ooit het verloren Paradijs te vinden. Ja, dat geloof waardoor zij staan is tevens het geloof waardoor zij vallen. Dit congres herinnert ons aan een ander socialistisch congres vier jaar geleden gehou- den in Zwitserland Het was een vergadering waar zeer radicale arbeiders bijeenzaten en spraken, riepen, soms schreewden over maatschappij verandering en wereld omzetting en lotsverbetering. «Daar h- ft een der makkers het gedoken hoofd omhoog en zegt: .Wij hebben Gods genade noodigt. Dat knettert en knapt in de samenkomst I Wie is dat die dat zegt Men herkent hem hij is pas uit maanden» lange gevangenisschap ontslagen. Nu is het raadsel opgelostEén schampert, dat de gevangenis-dominee hem er onder heeft gekregen Maar hij zelf zegt, dat de verklaring dieper ligt en wat ernstiger is En al die vu'ling doemde dat zieleleven tot een bestaan van dorre doodschheid. Toen had deze man het oude eeloof terug gevonden en leerde verstaan wij hebben Gods genade noodigx. Sociaal-Democratie I Uw geloof in uzelve is uw zwakheid. Het Volk*. heeft de Liberale Mej van Dorp eens de klacht voor de voeten geslingerd, dat zij de menschelijke ziel verwaarloosd Maar die ontzettende klacht geldt ook UI Sociaal-democratie 1 Gij gelooft in uzelve en daarom verwaar» loost gij Uw ziel. Het geloof in uzelve is onbestaanbaar met het geloof in den Almachtigen God, Schepper van Hemel en aarde. Trouwens dit erkennen Uw apostelen. Engels, de groote medewerker van Marx zei«In de socialistische maatschappij stetft de godsdienst zijn natuurlijken dood®. Bebel, de groote Duitsche Socialist schreef «Op het terrein, dat men tegenwoordig het godsdienstige noemt stre- ft het hedendaagsch socialisme naar het atheïsme® d i Godlooche» ning. Van Viviani de pas gestorven Fransche Socia» list is het ontzettende woord »Wij hebben de lichten des Hemels 'gedoofd, nu moet het voor de arbeiders op aarde wat licht gemaakt worden®. En zoo denken de Nederlandsche socialis» tische grootmeesters er eveneens o er Adama van Scheltema schreef«Godsdienst en Sociaal-democratie zijn onvereenigbaar«, terwijl de heer Troelstra zelve eenmaal in zijn orgaan schreef: «Wij geven gaarne toe, dat de soci distische wijsbegeerte niet vereenigbaar is met een of ander theologisch stelsel«. Gij gelooft in geen God, slechts in uzel "e Miar dit is dan ook Uw zwakheid Uw vloek Want de ledige ziel blijft roepen 1 Hier denken wij wat eenige jaren terug een socialistisch partijgenoot schreef in Het Volk: «Ik geloof niet, .dat de socialistische idealen ons een steun en een troost zijn in de moeilijkste oogenblikken van het leven Laat ieder er zich eens indenken in die oogen» blikken, als zij voor hem gekomen zullen zijn, z'n vrouw sterft, z'n kind raakt op den vtr» keerden weg, hij zelf, sommige daden van zijn leven overdenkend, huivert terug van zijn eigen persoonlijkheid zouden dan maatschappelijke toekomstbeelden, hoe trouw bij er ook in gelooft, de smart in hem lenigen Ziehier de vloek van het geloof in het socia» lisme als het eenige naar het geluk. O, wat arm is de mensch, de maatschappij, de wereld, die op de vraagwat in zijn leven en sterven zijn eenige troost is, slechts tot antwoord heeft«het geloof in socialisme« Wat haten U een kort-n werkdag, een gul den meer loon wanneer gij staat aan het steifbed van uw kleinen lieveliag Waar is dan uw troost? Wanneer daar diep in uw ziel de worm van bitter zelfverwijt knaagt, omdat gij uw leven verwoest hebt, wat baat dan uw geloof in een stoff lijken heilstaat? Als gij straks ligt voor de poorten der eeuwigheid, wa« zult gij dan doen met Uw geloof in het socialisme Uw ziel is verwaarloosd En Uw socialisme laat U in de steek. Wat het U gebracht mocht hebben aan stoffelijk goed, en dat is weinig, want het socialisme neemt wel maar geeft niet, ontvalt U en Uw ziel is leeg I O, socialisme wat zijt gij wreed 1 Duizenden, men spreekt van vijfentwintig duizend, brachten Troelstra hulde omdat hij hen het geloof in het socialisme schonk Naast die vijf en twintig duizend zijn er nog tienduizenden in ons landje die de heer Albarda ook bedoelde, toen hij sprak In U gelooven wij Zij allen huldigen Troelstra. Sterk nu in hun geloof Geestdriftig en bezield door dat geloof. Want zij gelooven in zich zelve. En in de eindelijke zegenpraal der sociaal» democratie. Maar hun geloof mist den vasten grond. Hun plechtanker ligt in drijfzand geslagen. Siraks komen de stormen, buldert de orkaan. Hun levensscheepje slaat los en te pletter op de rotsen des doods. Want er is geen anker der hope, noch een vasten grond En in die bange wateren des doods moeten zij het wtêr doep zonder geloof En wie niet gelooft in Hem die de poorten des doods en der Hel overwon die zal ver» doemd worden Zie ze gaan die tienduizenden, zij huldigen Troelstra, hem geldt hun lof en hem is hun wierook gewijd. Waarom «Wij gelooven in U 1« antwoordt men. Hij gaf hun geloof in de sociaal-democratie. Eens, din aan de andere zijde des grafs zul len die tienduizend nog eens verschijnen. En hun leider zal ze zien, maar dan zal hetgeen juichkreet van lof en hulde zijn, maar de ont zettende klacht zal snijden «Gij, gij hebt ons het geloof ontnomen De Geneesk. Dienst bezig met het wegbaleD van vuile kleeren enz. In de gevangenisceldaar was het doodstil- Geen kletterende leuzen, geen vergadering» geschreeuw, geen gejoel van strijdverzen Geen jagend werk en geen ratelende machine. Niets dan alleen stilte zware stilte. En toen zijn ziel; zijn lang vergeten ziel. Zij was zoo onthutsend leeg; in jaren was zij niet verzorgd Wel loon-actie en toekomst» eisch en drukte. Geen zielverzorging. In de stilte werd haar schreien nu hoorbaar En zij was vol, boordevolniet enkel leeg Maar dan vol van alles, wat klassenstrijd» leer en proletariër-moraal daar in geworpen had: afgunst, haat, zelfzucht, machthonger en niets van de machtige teere geestes-goederen toewijding, naastenliefde, gemeenschapzin. Duitschland heeft den 29sten Sept de uit» noodiging der geallieerden ontvangen om deel te nemen aan de conferentie inzike het waar» borgverdrag in 't belang der veiligheid van Frankrijk. De Duitsche Regeering heeft geantwoord, dat zij instemt met den wensch der geallieerde Regeeringen, aan de conferentie hoopt deel te nemen en stelt ook zij voor de conferentie te houden te Locarno, een stadje in Zwitserland. Voortijds heeft de Duitsche Regeering al eens laten verluiden, dat zij aan de conferentie deel zal nemen, wanneer de geallieerden zul» len laten varen, wat in het verdrag van Ver» sailles is opgenomen en noodgedwongen door Duitschland bij de onderteekening van de verdragen mede is ondedteckend, n 1 dat Duitschland alleen de schuld heeft van 't ontstaan van den grooten oorlog, en ten tweede mee zal confereeren, wanneer de ont» ruiming van de Keulsche zone zal plaats htb» ben. Daarop is geantwoord, dat wat de verant» woorlijkheid voor den oorlog betreft, deze niet wordt gesteld in het voorgestelde verdrag en dat de geallieerde Regeeringen zich niet kunnen indenken, waarom de Duitsche Re» geering het geschikt geacht heeft dit op het oogenblik op te werpen. De Regeeringen zijn verplicht op te merken, dat de onderhandelingen over het waarborg» verdrag inzake de veiligheid het verdrag van Versailles niet kan wijzigen of haar oordeel over het verleden kan wijzigen, en wat betreft de ontruiming van de Keu'sche Zone antwoorden de geallieerde Regeeringen, d .t de datum dier ontruiming alleen afhangt van Ouitschland's verplichtingen inzake de ont» wapening en dat de Engelsche Regeering de uitvoering dezer verplichtingen zal verwel» komen daar deze het den geallieerden zal ver» oorloven onmtddelijk de Noordelijke Zone te ontruimen. Duitschland vindt echter eeue lastig struikel» blok op zijn weg, dat tracht hem van de westersche mogendheden af te houden. Dat struikelblok is Rusland De Sovjet-autoriteiten zullen niets onbeproefd laten om te voorkomen en te verhinderen dat Du tschland geraakt onder den invloed der Westersche mogend» heden en zijn toetreding tot den V-lket bond. De Russische volkscommissaris T-jitsjerin en andere So>jetsleidrs zijn geneigd een drie» voudig verbond tutschen Rusland, Duitsch» land en 1 tol aan te bieden I Rusland zou niet gaarne zien d if Duit chland naar de wester.Europeesche Siaten zou neigen, omdat die tegenover het Russisch communisme staan. 40 cent per regel. Door de huidverzachtende en hu'd» versterkende eigenschappen van Pu» rol kan men het stukgaan en na» schrijnen voorkomen als men vóór het inzeepen zich telkens inwrijft met een weinig 30-60-90 ct. Rusland zou liever zelf beslag leggen op Duitschland en dat land als een brug ge» bruiken tusschen Rusland en de westersche Staten van Europa. Zoo ziet men de groote beteekenis van de conferentie te Locarno. De te volgen wijze van doen z»l d >or de co .fcrentie zelf besproken en vastgesteld wor» den. Het werk der Londensche coi ferentie van juristen van de vorige maand zal onge» twijfeld als schema voor de opstelling van een verdrag dienen. De Russische volkscom» missaris Tsjitsjerin heeft voor 't begin der conferentie een zeer langdurig onderhoud gehad met zijn Duitschen collega, Stresemann, minister van Buitenlandsche zaken, en dit doet vragenzal de Rus nog invloed op Duitschland's houding te Locarno maken Wij moeten het afwachten, doch dit staat vast, dat de Duitschers niet blind zullen zijn voor de beteekenis en de gevolgen van een verwijdering van de westersche mogendheden en een nader toevallen aan Ru-land. Uit veel blijkt nu reeds dat de Duitschers toenadering tot h t westen willen maar zon» der daarom het oosten van zich te stooten. Althans nut in economisch opzicht. Dach zal men in Moskou met oordeelen dat dit een eten is van twee wallen. Tjitsjerin blijft tot Djnsdag in Berlijn Op dien dag zal hij ook een onderhout hebben met Presiden von Hindenburg, die dan in Berlein zal zijn teruggekeerd. Naar welke badplaats de Russische Staatsman zich zal begeven zal later bepaalt worden Ook naar Italië zal hij zich begeven daar hij wegens zijn hartkwaal een Zuidelijk klimaat wil op zoeken. De Spaansche wapenen hadden succes in Marokko. De Spaansche bladen zijn opge» togen over het groote succes. De verovering van Adjir en de verwoesting van Abd-el-krims hoofdkwartier vormen be» langrijke gebeuitemsscn, welker moreele uit» werking niet mag onderschat, hoewel AJjtr als versterkte plaats sl chrs van geringe be» teekenis was. De naam is evenwel vermaard. Ongetwijfeld is Abd-el-krim er bij de ont ruiming in geslaagd, al zijn oorlogsvoorraden in veiligheid te brengen, doch zelfs het bezit daarvan kan de uitwerking van den val van zijn voormalige hoofdkw rtier niet uitwisschen. Velen zijner aanhangers betreuren het thans, dat hun leider onlangs de gelegenheid tot het openen van vredes-ondcrhandelingen niet heeft aangegrepen. C-dlaux, de Fransche minister van Financiën, thans in Amerika, schiet goed op met zijn Amerikaansche collega in 't regelen der Frau» sche schulden aan Amerika. Den 11 den Oct zou wijlen president Paul Kiuger honderd jaar geworden zijn. SOMMELSDIJK. De schoenmaker J W. was om kolen geweest en liep met zijn vrachtje op zijn schouders rustig door de Krak, toen er een fietsrijder aankwam, die hem juist tus» schen zijn beenen reed. W kwam te vallen met zijn halfmudje kolen en de fi-tsrijder viel eveneens met zijn fiets. Beiden waren erg ge» schfokken van het ongeval, maar daarmee en met enkele ontvellingen liep dit hevig avond- tuur af. J B M. had het reservoir van zijn motor» fi ts met benzine gevuld Door onbekends oorzaak vloog een bus benzine in brand J. B. M had de tegenwoordigheid van geest om hem buiten de garage te werpen, waar de vlammen hoog opsloegen doch geen gevaar opleverden Ook de motorfiets had intusschen vlam gevat. Deze wist men spoedig in een zandhoop te rijden en alzoo de vlammen te blusschen Donderdagmiddag moest den landbouwer J. V. uit Dirksland bij den heer tJ alhier een boodschap doen. Zijn 9 jarig zoontje zou op de stoep van de woning wachten Toen de vader evenwel uit de woning naar bu'ten trad, kwam hij tot de onaargename ontdek king dat het ventje verdwenen was Nadat hij eenigen tijd vruchteloos had gezocht tele» f neerde hij naar Dirksland of hij misschien naar huis geloopen was. Ook daar was hij niet. Uit Dirksland kwamen spoedig een pïar personen om mee te helpen zoeken Het politiepersoneel uit Sommelsdijk en Middel»

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 3