|oor iienjforóag
Scheren
PUROL
Drie Bladen.
mmcmmywm
Zaterdag 10 Oct. 1925.
Na. 3162.
TWEEDE BLAD.
„Wij gelooven in li
Buitenland.
fteclame-Mededaalinjjen
Plaatselijk Nieuws»
Dit nummer bestaat uit
Hebreen 10 t 23.
.Laat ons de onwankelbare be»
lijdenis der hoop vasthouden want
die het beloofd heeft, is getrouw®.
I
Onder belijdenis hebben wij hier te
verstaan de waarheid van het evan
gelie, ons geopenbaard in de Heilige
Schrift. Haar inhoud is, dat God ver
zoend is, dat er bij Hem genade is,
dat er vergeving van zonden is om
Christus' wil, dat allen die gelooven
in den Zoon van God erfgenamen des
eeuwigen levens zijn.
In 't bijzonder wordt in ons tekst
woord gewezen op de verwachting,
die deze belijdenis opwekt. Ze is een
belijdenis der hoop. Ze doet ons ho
pen, zij spreekt ons van heil, dat wij
verwachten kunnen, van zaligheid, welke
de Heere Zijn volk bereid heeft.
Het evangelie is een evangelie der
hoop. Dat wordt lang niet altijd ver
staan. Sommigen zijn met vreeze ver
vuld, als zij aan God denken of van
Hem hooren. Siddering grijpt hen aan,
als zij bedenken, dat Hij een heilig
God is, die het kwade straft, en het
geweten nen beschuldigt. Zij hebben
slechts oog voor Zijn maj'Steit en hei
ligheid, en worden verschrikt door den
/Ja|Jonder Zijner wet. Door een algemeene
«-overtuiging van zonde leven zij in
vreeze. In de waarheid zelf is niets,
dat hen aantrekt of bemoedigt, net
1 efelijke en Zalige van het evangelie
kennen zij niet. Het is hun geen evan
gelie der hoop.
Er zijn ook kinderen Gods, die meer
in vreeze, dan in blijmoedig geloofs
vertrouwen leven. Zij hebben een ge
drukt leven. Weinig smaken zij van
de zaligheid der hoop. Zij gaan ge
bukt onder het gevoel van het recht
Gods, en hebben weinig oog voor
Zijn genade. Zij zien meer op hun
zonden dan op Christus.
Wij moeten goed verstaan, wat het
karakter der christelijke beginselen is,
dat ze is een belijdenis der hoop. Niet
dat ze een onzekere hoop wekt en
zonder deugdelijKen grond iets doet
C,verwachten, dat wij gaarne willen,
«rhaar ze geeft de zekere verwachting
van een eeuwig koninkrijk, het vaste
uitzicht op een toekomstig heil. Zij
verzekert aan degenen, die God vree
zen, dat er voor hen een erfenis in de
hemelen bewaard is, een heerlijkheid,
waarbij al het lijden dezes tegenwoor-
digen tijds niet te waardeeren is, een
schat, die door geen mot of roest ver
durven wordt. Zij houdt den pelgrim
het land der ruste voor en bemoedigt
den strijder met het vooruitzicht op
de kroon der overwinning.
Aan zulk een hoap hebben wij be
hoefte in dit zorgvolle leven en in het
sterven. Hopen doet ieder mensch en
de hoop doet leven. Maar een mensch,
die op de dingen der aarde zijn hoop
ste t, wordt telkens teleurgesteld. Van
zulk een hoop gaat geen blijvende
kracht uit. Ze biedt geen troost en
sterkte. Het evangelie daarentegen biedt
een levende hoop, die ons alle be
zwaren doet overwinnen.
Dat die belijdenis, waarop ons tekst
woord doelt, geen ijdele hoop voor
spiegelt, wordt uitgedrukt in de nadere
bepaling, dat zij is een onwankelbare
btlijdenis. Men kau op haar aan. Zij
is onbedriegelijk, zij doet geen ijdele
beloften. Al wordt ze bestieden, zij
kan niet omver gestooten worden. Zij
is een belijdenis van Christus als een
volkomen Zaligmaker. En Zijn werk
is vast, 't kan niet ongedaan gemaakt
noch van kracht beroofd worden, want
Hij heeft een volmaakt offer gebracht.
Het heilgoed is door hem verworven,
en 't kan door niemand ons ontnomen
worden. Wat het evangelie belooft, is
het Woord Gods, en God kan niet
liegen. Hij is de God der waarheid,
die Zijn verbond niet onthei igen zal,
en hetgeen uit Zijn lippen gegaan is,
zal riij niet veranderen. Daarom rust
de hoop van Gods kinderen op zulk
een vasten grond. Het heil dat zij ver
wachten, is hun door God bereid, het
is door Christus tot stand gebracht.
Daarom zal niemand hen kunnen ruk
ken uit Zijn hand.
En wat zegt nu onze tekst aangaande
't geen wij te doen hebben Dit dat
wij de onwankelbare belijdenis der
hoop moeten vasthouden, d.w.z.daar
bij moeten blijven, er aan vasshouden,
hoeveel er ook t gen opkomt, ons er
op moeten verlaten.
Waarlijk, dat omvat niet weinig Hoe
veel woidt daartos vereischt. Daar
wordt meer® in gezegd, dan dat wij
slechts rechtzinnig in de leer moeten
zijn, slechts vormelijk de ons verkon-
Het ging in"opmarsch naar Troelstra's huis.
De verslaggever van Het Volk schreef er
van«Uit het donker komt een wonder, 't is
het volk dat opmarcheetd
Eerst de besturen der S D.A P. en N VV
dan de jeugdorganisatie «zij zingen hun lied
van het licht dat uit der dagen duister is
opgekomenDan de studentenorganisaties.
«Zij zwaaien hun vaandel en zingen hun oude,
Io vivat® Vervolgens de Rotterdammers, Dor»
dr< chtenaren, Amsterdammers, Haarlemmers
en Noord»Hollanders. Het .is een branding
van muziek en zang en blijde kreten, die aan
Troelstra's voeten bruischt en kolkt en stuwt
Hoeveel zijn nu reeds voorbijgetrokken vra»
gen wij Vliegen. «Meer dan 20 000 reeds®,
antwoordt de partijvoorzitter, die al even
geboeid als Troelstra en de zijnen den stoet
aanschouwt
»Wij gelooven in L7.«
En de parlcmentsredacteur heeft alle recht
boven zijn artikil met vette letters te laten
drukken: .Dat ver trouwen is niet beschaamd
.Wij gelooven in U sociaal-democratie Dat
moet de kracht dezer internationale beweging
zijn.
De sociaal-democratie is een geloof.
Zij gelooft in zich zelve.
Zeer juist waren de woorden, welke de
heer Troelsta tot zijn schare sprak:
Te Den Haag heeft zich een ergerlijk geval van vervuiling van een zieke vrouw en eenige
kinderen voorgedaan, die verblijf hielden in een woonschuit, liggende in de Laakhaven,
gü Door de Gem. Geneesk Dienst werd een onderzoek ingesteld en werd de vrouw
mede genom *n naar het Ziekenhuis.
digde waarheid moeten aannemen,
't Omvat meer dan vasthouden aan
de leer, die onze ouders beleden heb-
hen, en staan op zuiverheid van be
lijdenis. Die belijdenis moet met den
mond beleden, maar ook met het hart
geloofd en in het leven betracht wor
den. Eerst met het hart geloofd. Wij
moeten innerlijk de kracht er van ken
nen. Velen brengen 't niet verder dan
een belijden met de lippen, een roepen
van: Heere! Heere!" Maar daaraan
hebben zij niets voor hun verwachting.
Daarom is er ook geen vasthouden
van die belijdenis ais iets kostbaars
en dierbaars, as een schat, die in
waardij alles te boven gaat.
Hebben wij hoop Gelijk wij zeiden
er is geen mensch zonder hoop. Maar
is onze hoop een levende hoop, zoo
dat ze ons niet ledig laat? Gaat er
kracht van uit op ons denken, spreken
en handelen
Als wij orue belijdenis loslaten, waar
zullen wij dan troost en huip vinden
in de benauwdheid, wat zal dan den
donkeren nacht, die ons soms omringt,
verlichten, wat zal dan ons steunen
op het vaak zoo doornig levenspad en
in het dal der schaduwe des doods
Daarom, laat ons de onwankelbare be
lijdenis der hoop vasthouden. Hoeveel
reden er voor ons is, aan deze ver
maning gehoor te geven, willen wij
een volgende maal overdenken.
v
(Wordt vervolgd).
Voor eenige weken heeft de S D.A P. in
ons land te 's=Gravenhage een «demonstratief
congres® geopend.
De bedoeling was een protest-actie op touw
te zetten tegen het opgetreden Ministerie»
Colijn. Tevens is deze gelegenheid aangezrepen
om de afgetreden partijleider, den heer Troel»
stra op geestdriftige wijze te huldigen.
Het was voor de S.D.AP. een grootsch
festijn, een hoogtij.
De opper»officieren dezer partij, als wij deze
milita'r-klinkende benaming een oogenblik
gebruiken mogen, hebben het woord gevoerd
en zij hebt en de beteekenis der Sociaal-demo-
cratie, de beteekenis van den scheidenden
leider en de beteekenis van dit demonstratief
congres in het licht trachten te stellen Onder
de verschillende sprekers was ook Albarda,
de voorzitter der sociaaldemocratische Kamerf
fractie en onder de vele geestdriftige, beziea
lende woorden van hem was ook dit woord
gericht tot de socialistische arbeidersklasse
«Gij, die met uw krachten van geest en
lichaam den volkeren verschaft, wat zij be»
hoeven om te leven, gij, met Uw hoofd en
hart, begeerig naar het weten, gij, iie broe»
derschap zult brengen in de wereld, in U
gelooven wij
In het hoofdorgaan der S D.A P schrijft de
pa bmentsredacteur over deze rede van den
heer Albarda «zij getuigt van het geloof, dat
bergen verzet. Zij wendt zich tot de werkers
in den mijn en den akker, op het schip en
op de locomotief, op het kantoor en op de
fabriek, in de haven en in de werkplaats en
zij zegt tot al dezen en hun kameraden.Wij
gelooven in U
In dit woord: Wij gelooven in U, moet de
kracht liggen der sociaal-democratie En dit
zelfde woord maakte dit demonstratief congres
der S D A P voor deze tot een succes.
Zaterdagsavonds zijn deze drommen in lange
rijen getrokken door onze Residentie.
«De arbeidersklasse door het socialisme
aangeraakt was onderhevig aan een geeste»
lijke armoede Het oude geloof had zij ver»
loren. Daarvoor in de plaats gekomen was
een ongeloof zonder vroomheid. Men was
als een zwerver in de woestijn,wnder stuur,
zonder besef, een gemakkelijke ptooi voor
ieder, die dom of geweter.lo >s genoeg was
om eigen onverstand als richtsnoer voor de
massa te geven®.
«Het oude geloof had die schare verloren«.
O, het is ju st, zeer treffend juist, en de
Kerk van Christus onderzoekte zich nauw in
hoeverre zij er schuld aan heeft dat die dui»
zenden het geloof niet behielden.
En nu hebben zij een nieuw geloof.
Een geloof in de sociaal-democratie, een
geloof in zich zelve.
Dat geloof moet nu hun kracht zijn 1
In dat geloof staande moeten zij vertrouwen
het verloren Paradijs terug te vinden.
En dat geloof is hun kracht.
Bij tienduizenden treden zij aan onder het
Vaandel van het socialisme En zij breiden
zich uit, want hun geloof is hun kracht.
Maar toch
Dit geloof is tevens hun zwakheid.
Want het staat hun in den weg om ooit
het verloren Paradijs te vinden.
Ja, dat geloof waardoor zij staan is tevens
het geloof waardoor zij vallen.
Dit congres herinnert ons aan een ander
socialistisch congres vier jaar geleden gehou-
den in Zwitserland
Het was een vergadering waar zeer radicale
arbeiders bijeenzaten en spraken, riepen, soms
schreewden over maatschappij verandering en
wereld omzetting en lotsverbetering.
«Daar h- ft een der makkers het gedoken
hoofd omhoog en zegt: .Wij hebben Gods
genade noodigt.
Dat knettert en knapt in de samenkomst I
Wie is dat die dat zegt
Men herkent hem hij is pas uit maanden»
lange gevangenisschap ontslagen.
Nu is het raadsel opgelostEén schampert,
dat de gevangenis-dominee hem er onder
heeft gekregen
Maar hij zelf zegt, dat de verklaring dieper
ligt en wat ernstiger is
En al die vu'ling doemde dat zieleleven
tot een bestaan van dorre doodschheid.
Toen had deze man het oude eeloof terug
gevonden en leerde verstaan wij hebben Gods
genade noodigx.
Sociaal-Democratie I Uw geloof in uzelve
is uw zwakheid.
Het Volk*. heeft de Liberale Mej van Dorp
eens de klacht voor de voeten geslingerd, dat
zij de menschelijke ziel verwaarloosd
Maar die ontzettende klacht geldt ook UI
Sociaal-democratie 1
Gij gelooft in uzelve en daarom verwaar»
loost gij Uw ziel.
Het geloof in uzelve is onbestaanbaar met
het geloof in den Almachtigen God, Schepper
van Hemel en aarde.
Trouwens dit erkennen Uw apostelen.
Engels, de groote medewerker van Marx
zei«In de socialistische maatschappij stetft
de godsdienst zijn natuurlijken dood®.
Bebel, de groote Duitsche Socialist schreef
«Op het terrein, dat men tegenwoordig het
godsdienstige noemt stre- ft het hedendaagsch
socialisme naar het atheïsme® d i Godlooche»
ning.
Van Viviani de pas gestorven Fransche Socia»
list is het ontzettende woord »Wij hebben
de lichten des Hemels 'gedoofd, nu moet het
voor de arbeiders op aarde wat licht gemaakt
worden®.
En zoo denken de Nederlandsche socialis»
tische grootmeesters er eveneens o er
Adama van Scheltema schreef«Godsdienst
en Sociaal-democratie zijn onvereenigbaar«,
terwijl de heer Troelstra zelve eenmaal in zijn
orgaan schreef: «Wij geven gaarne toe, dat
de soci distische wijsbegeerte niet vereenigbaar
is met een of ander theologisch stelsel«.
Gij gelooft in geen God, slechts in uzel "e
Miar dit is dan ook Uw zwakheid Uw
vloek
Want de ledige ziel blijft roepen 1
Hier denken wij wat eenige jaren terug
een socialistisch partijgenoot schreef in Het
Volk: «Ik geloof niet, .dat de socialistische
idealen ons een steun en een troost zijn in
de moeilijkste oogenblikken van het leven
Laat ieder er zich eens indenken in die oogen»
blikken, als zij voor hem gekomen zullen zijn,
z'n vrouw sterft, z'n kind raakt op den vtr»
keerden weg, hij zelf, sommige daden van
zijn leven overdenkend, huivert terug van
zijn eigen persoonlijkheid zouden dan
maatschappelijke toekomstbeelden, hoe trouw
bij er ook in gelooft, de smart in hem lenigen
Ziehier de vloek van het geloof in het socia»
lisme als het eenige naar het geluk.
O, wat arm is de mensch, de maatschappij,
de wereld, die op de vraagwat in zijn leven
en sterven zijn eenige troost is, slechts tot
antwoord heeft«het geloof in socialisme«
Wat haten U een kort-n werkdag, een gul
den meer loon wanneer gij staat aan het
steifbed van uw kleinen lieveliag Waar is
dan uw troost?
Wanneer daar diep in uw ziel de worm
van bitter zelfverwijt knaagt, omdat gij uw
leven verwoest hebt, wat baat dan uw geloof
in een stoff lijken heilstaat?
Als gij straks ligt voor de poorten der
eeuwigheid, wa« zult gij dan doen met Uw
geloof in het socialisme
Uw ziel is verwaarloosd
En Uw socialisme laat U in de steek.
Wat het U gebracht mocht hebben aan
stoffelijk goed, en dat is weinig, want het
socialisme neemt wel maar geeft niet, ontvalt
U en Uw ziel is leeg I
O, socialisme wat zijt gij wreed 1
Duizenden, men spreekt van vijfentwintig
duizend, brachten Troelstra hulde omdat hij
hen het geloof in het socialisme schonk
Naast die vijf en twintig duizend zijn er
nog tienduizenden in ons landje die de heer
Albarda ook bedoelde, toen hij sprak In U
gelooven wij
Zij allen huldigen Troelstra.
Sterk nu in hun geloof
Geestdriftig en bezield door dat geloof.
Want zij gelooven in zich zelve.
En in de eindelijke zegenpraal der sociaal»
democratie.
Maar hun geloof mist den vasten grond.
Hun plechtanker ligt in drijfzand geslagen.
Siraks komen de stormen, buldert de orkaan.
Hun levensscheepje slaat los en te pletter
op de rotsen des doods.
Want er is geen anker der hope, noch een
vasten grond
En in die bange wateren des doods moeten
zij het wtêr doep zonder geloof
En wie niet gelooft in Hem die de poorten
des doods en der Hel overwon die zal ver»
doemd worden
Zie ze gaan die tienduizenden, zij huldigen
Troelstra, hem geldt hun lof en hem is hun
wierook gewijd.
Waarom
«Wij gelooven in U 1« antwoordt men.
Hij gaf hun geloof in de sociaal-democratie.
Eens, din aan de andere zijde des grafs zul
len die tienduizend nog eens verschijnen. En
hun leider zal ze zien, maar dan zal hetgeen
juichkreet van lof en hulde zijn, maar de ont
zettende klacht zal snijden
«Gij, gij hebt ons het geloof ontnomen
De Geneesk. Dienst bezig met het wegbaleD van vuile kleeren enz.
In de gevangenisceldaar was het doodstil-
Geen kletterende leuzen, geen vergadering»
geschreeuw, geen gejoel van strijdverzen Geen
jagend werk en geen ratelende machine. Niets
dan alleen stilte zware stilte.
En toen zijn ziel; zijn lang vergeten ziel.
Zij was zoo onthutsend leeg; in jaren was
zij niet verzorgd Wel loon-actie en toekomst»
eisch en drukte. Geen zielverzorging.
In de stilte werd haar schreien nu hoorbaar
En zij was vol, boordevolniet enkel
leeg
Maar dan vol van alles, wat klassenstrijd»
leer en proletariër-moraal daar in geworpen
had: afgunst, haat, zelfzucht, machthonger en
niets van de machtige teere geestes-goederen
toewijding, naastenliefde, gemeenschapzin.
Duitschland heeft den 29sten Sept de uit»
noodiging der geallieerden ontvangen om deel
te nemen aan de conferentie inzike het waar»
borgverdrag in 't belang der veiligheid van
Frankrijk.
De Duitsche Regeering heeft geantwoord,
dat zij instemt met den wensch der geallieerde
Regeeringen, aan de conferentie hoopt deel
te nemen en stelt ook zij voor de conferentie
te houden te Locarno, een stadje in Zwitserland.
Voortijds heeft de Duitsche Regeering al eens
laten verluiden, dat zij aan de conferentie
deel zal nemen, wanneer de geallieerden zul»
len laten varen, wat in het verdrag van Ver»
sailles is opgenomen en noodgedwongen door
Duitschland bij de onderteekening van de
verdragen mede is ondedteckend, n 1 dat
Duitschland alleen de schuld heeft van 't
ontstaan van den grooten oorlog, en ten
tweede mee zal confereeren, wanneer de ont»
ruiming van de Keulsche zone zal plaats htb»
ben.
Daarop is geantwoord, dat wat de verant»
woorlijkheid voor den oorlog betreft, deze
niet wordt gesteld in het voorgestelde verdrag
en dat de geallieerde Regeeringen zich niet
kunnen indenken, waarom de Duitsche Re»
geering het geschikt geacht heeft dit op het
oogenblik op te werpen.
De Regeeringen zijn verplicht op te merken,
dat de onderhandelingen over het waarborg»
verdrag inzake de veiligheid het verdrag van
Versailles niet kan wijzigen of haar oordeel
over het verleden kan wijzigen, en wat
betreft de ontruiming van de Keu'sche Zone
antwoorden de geallieerde Regeeringen, d .t
de datum dier ontruiming alleen afhangt van
Ouitschland's verplichtingen inzake de ont»
wapening en dat de Engelsche Regeering de
uitvoering dezer verplichtingen zal verwel»
komen daar deze het den geallieerden zal ver»
oorloven onmtddelijk de Noordelijke Zone
te ontruimen.
Duitschland vindt echter eeue lastig struikel»
blok op zijn weg, dat tracht hem van de
westersche mogendheden af te houden. Dat
struikelblok is Rusland De Sovjet-autoriteiten
zullen niets onbeproefd laten om te voorkomen
en te verhinderen dat Du tschland geraakt
onder den invloed der Westersche mogend»
heden en zijn toetreding tot den V-lket bond.
De Russische volkscommissaris T-jitsjerin en
andere So>jetsleidrs zijn geneigd een drie»
voudig verbond tutschen Rusland, Duitsch»
land en 1 tol aan te bieden I Rusland zou
niet gaarne zien d if Duit chland naar de
wester.Europeesche Siaten zou neigen, omdat
die tegenover het Russisch communisme staan.
40 cent per regel.
Door de huidverzachtende en hu'd»
versterkende eigenschappen van Pu»
rol kan men het stukgaan en na»
schrijnen voorkomen als men vóór
het inzeepen zich telkens inwrijft met
een weinig
30-60-90 ct.
Rusland zou liever zelf beslag leggen op
Duitschland en dat land als een brug ge»
bruiken tusschen Rusland en de westersche
Staten van Europa. Zoo ziet men de groote
beteekenis van de conferentie te Locarno.
De te volgen wijze van doen z»l d >or de
co .fcrentie zelf besproken en vastgesteld wor»
den. Het werk der Londensche coi ferentie
van juristen van de vorige maand zal onge»
twijfeld als schema voor de opstelling van
een verdrag dienen. De Russische volkscom»
missaris Tsjitsjerin heeft voor 't begin der
conferentie een zeer langdurig onderhoud
gehad met zijn Duitschen collega, Stresemann,
minister van Buitenlandsche zaken, en dit
doet vragenzal de Rus nog invloed op
Duitschland's houding te Locarno maken
Wij moeten het afwachten, doch dit staat
vast, dat de Duitschers niet blind zullen zijn
voor de beteekenis en de gevolgen van een
verwijdering van de westersche mogendheden
en een nader toevallen aan Ru-land.
Uit veel blijkt nu reeds dat de Duitschers
toenadering tot h t westen willen maar zon»
der daarom het oosten van zich te stooten.
Althans nut in economisch opzicht. Dach
zal men in Moskou met oordeelen dat dit
een eten is van twee wallen.
Tjitsjerin blijft tot Djnsdag in Berlijn Op
dien dag zal hij ook een onderhout hebben
met Presiden von Hindenburg, die dan in
Berlein zal zijn teruggekeerd. Naar welke
badplaats de Russische Staatsman zich zal
begeven zal later bepaalt worden Ook naar
Italië zal hij zich begeven daar hij wegens
zijn hartkwaal een Zuidelijk klimaat wil op
zoeken.
De Spaansche wapenen hadden succes in
Marokko. De Spaansche bladen zijn opge»
togen over het groote succes.
De verovering van Adjir en de verwoesting
van Abd-el-krims hoofdkwartier vormen be»
langrijke gebeuitemsscn, welker moreele uit»
werking niet mag onderschat, hoewel AJjtr
als versterkte plaats sl chrs van geringe be»
teekenis was. De naam is evenwel vermaard.
Ongetwijfeld is Abd-el-krim er bij de ont
ruiming in geslaagd, al zijn oorlogsvoorraden
in veiligheid te brengen, doch zelfs het bezit
daarvan kan de uitwerking van den val van
zijn voormalige hoofdkw rtier niet uitwisschen.
Velen zijner aanhangers betreuren het thans,
dat hun leider onlangs de gelegenheid tot het
openen van vredes-ondcrhandelingen niet heeft
aangegrepen.
C-dlaux, de Fransche minister van Financiën,
thans in Amerika, schiet goed op met zijn
Amerikaansche collega in 't regelen der Frau»
sche schulden aan Amerika.
Den 11 den Oct zou wijlen president Paul
Kiuger honderd jaar geworden zijn.
SOMMELSDIJK. De schoenmaker J W.
was om kolen geweest en liep met zijn vrachtje
op zijn schouders rustig door de Krak, toen
er een fietsrijder aankwam, die hem juist tus»
schen zijn beenen reed. W kwam te vallen
met zijn halfmudje kolen en de fi-tsrijder viel
eveneens met zijn fiets. Beiden waren erg ge»
schfokken van het ongeval, maar daarmee en
met enkele ontvellingen liep dit hevig avond-
tuur af.
J B M. had het reservoir van zijn motor»
fi ts met benzine gevuld Door onbekends
oorzaak vloog een bus benzine in brand J.
B. M had de tegenwoordigheid van geest om
hem buiten de garage te werpen, waar de
vlammen hoog opsloegen doch geen gevaar
opleverden Ook de motorfiets had intusschen
vlam gevat. Deze wist men spoedig in een
zandhoop te rijden en alzoo de vlammen te
blusschen
Donderdagmiddag moest den landbouwer
J. V. uit Dirksland bij den heer tJ alhier een
boodschap doen. Zijn 9 jarig zoontje zou op
de stoep van de woning wachten Toen de
vader evenwel uit de woning naar bu'ten
trad, kwam hij tot de onaargename ontdek
king dat het ventje verdwenen was Nadat
hij eenigen tijd vruchteloos had gezocht tele»
f neerde hij naar Dirksland of hij misschien
naar huis geloopen was. Ook daar was hij
niet. Uit Dirksland kwamen spoedig een pïar
personen om mee te helpen zoeken Het
politiepersoneel uit Sommelsdijk en Middel»