voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
Antirevolutionair
Orgaan
Mo. 3160
ZATERDAG 3 OCTOBER 1925
40ste JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
W. BOEKHO¥em ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentië» en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
„Knecht" en „Baas".
Nog eenmaal over deze sociale ver
houding.
En natuurlijk, wat we dan zeggen
over baas en knecht, dat geldt evenzeer
voor vrouw en dienstbode. En waar
andere woorden ingeburgerd zijn, als
b.v. patroon en bediende of gezel, daar
geldt het eveneens.
Want het raakt de verhouding.
Of er nog eens een tijd komen zal,
dat het énders wordt, weet niemand,
het is den Heere bekend, 't Is ten slotte
zoo, dat Zijn Kerk, en daar is het toch
aar om te doen, al het andere is schil,
Emhulsel, dat er eenmaal afgepeld en
weggeworpen wordt,
Het is zoo, dat voor die Kerk een
bepaalde maatschappij-vorm nietnoodig
is voor haar Koning, om haar tot de
heerlijkheid te leiden.
Doch dit ruste thans.
We houden ons voorloopig aan 't
geen bestaat en dan is er en blijft er
voorshands baas en knecht, meester en
gezel en al wat daarmee in verband
staat en ieder onzer zal toestemmen,
dat dit in elk geval niet in strijd is
met de Schrift.
En nu moet men dit vooreerst als
christen bezien in het licht der eeuwig
heid en lettende op de voorzienigheid
Gods.
Met het eerste bedoelen we dit
Het licht der eeuwigheid bestraalt
veel te weinig ons leven. Het is maar
al te vaak zoo dat we er 's Zondags
wel van willen hooren in de kerk
als we hooren maar er in de week
bij ons gewone werk zoo weinig aan
denken en er in ons geheele leven zoo
weinig rekening mee houden.
Ais we dat méér deden
In der waarheid deden
Er niet met allerlei praatjes overheen
werkten, dan zou de sociale verhouding
van knecht of baas niet zóó ons leven
beheerschen als ze nu vaak doet.
Wij willen niet overgeestelijk zijn.
Dkt zou zijn de man of de vrouw,
die 't deed voorkomen, alsof het hun
eigenlijk onverschillig was, in wat soci
ale positie de Heere hen hier op aarde
had gezet, wijl dit toch alles maar stof,
slijk en drek is.
Een eerste vraag is, wat ze er van
meenen.
En ten tweede behoort onverschillig
heid zeker niet tot een christelijk, god
vruchtig leven, 't mag ons nooit
„onverschillig" zijn, wat de Heere God
ons hier op aarde aandoet en wat plaats
Hij ons geeft,
Maar 't moet ons wel goed zijn.
En om ons dit nu te gemakkelijker
te maken, doet God over dit tijdelijk
leven opgaan het licht der eeuwigheid.
Zoodat, baas of knecht, als verreweg
de voornaamste vraag geldt:
„Hoe zal 't mij dan, ja dèn eens zijn
Niet dus hier op aarde, in 't sociale
leven, maar aan de overzijde des grafs,
als 't menschdom voor eeuwig in twee
deelen uiteengaat en vele knechten
door genade koningen en priesters zul
len zijn en„vele bazen uit het Koninkrijk
buitengesloten zullen worden, èn
omgekeerd
En dan hebben we de verhouding
^an baas en knecht ook te bezien in 't
licht van Gods voorzienigheid
Wie dat b.v. als „baas" goed inziet,
zal het laatste restje zelfverheffing uit
zuiveren. Er is ni'éts, maar dan ook
absoluut niets aan, of in hem, dat God
zijn leven zoo leidde, dat hij ..baas" is.
Het waarom is Gode bekend, maar hij,
als hij recht staat, zou niet weten, waar
om hij géén knecht en wel baas is.
En hij is het, zoolang 't God wil.
Geen oogenblik langer of korter.
Hij kan zóó baas-èf zijn.
Als hij dat goed beziet, Gods voor
zienigheid overdenkt en het licht der
eeuwigheid zoekt, dan zal hij zich geen
oogenblik op zijn baas-zijn verheffen.
Integendeel, 't zal hem kunnen drukken
Want het geldt ook hier, dat ook van
wie in socialen zin veel gegeven is,
van dien zal ook veel worden geëischt.
En dan ook dit-.
Gewogen voor de eeuwigheid, ligt
bij den Heere God 's menschen sociale
positie niet het allerminste 'gewicht in
de schaal.
Dat moet wie „baas" is, klein houden.
De man, wien hij hier op aarde als
„baas" zijn bevelen geeft, kan zeer wel
in de rangorde van Gods Koninkrijk
hem verre te boven gaan.
„K&n" zeggen we met nadruk.
Want ook het „knecht"-zijn doet aan
den staat in dat Koninkrijk niets toe
en niets af
Déér geldt alléén wat geestelijk is.
Broeder en zusters 1 wat worden al
deze dingen onder ons toch weinig
bedacht en betracht
Neen, we zullen er maar geen schil
derij van ophangen, hoe het in de on
derlinge verhoudingen vaak is, de
„baas", die tuk op „heerschen" is en
de „knecht", die zich eigenlijk door
„dienen" vernedert acht
Wat is dat weinig anti-revolutionair.
Weinig overeenkomstig de ordinan
tiën Gods.
Abraham had een „slaaf"Eliëzer.
Dat wès niet eens een „vrije knecht",
naar den aard van dien tijd, die wel
de slavernij, maar niet den vrijen loon
dienst kende.
Maar als ge nu in de Schrift den
hartelijken, vertrouwelijken omgang be
studeerd, die daar was tusschen „baas"
en „knecht", wat hebben wij dan vaak
reden om ons diep te verootmoedigen
Wij prediken geen uitwisschen of
omkeeren van bestaande, sociale ver
houdingen.
De baas zij baasde knecht blijve
knecht.
In 't eerste is niets verheerlijkends.
In het tweede niets vernederends.
En als God 't zóó leidt dat b.v. de
„baas" zijn zelfstandige betrekking op
geven moet en in meer ondergeschikte
positie ruim brood vindt, het vertoorne
hem niet, voor God blijft hij dezelfde
Of als de „knecht" zich don- Gods
zegen weet te werken tot „eigen baas",
die straks ook anderen als knecht onder
zich heeft, hij verheffe zich niet
Zijn staat voor God heeft niets te
maken met zijn sociale positie hierop
aarde.
R@cSanne-£VI@dedeefingefli
Hoeden- en Pettenmagazijn
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc, No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worde»s berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
n
De man die hangen moet.
Wordt dit soms min. Rutgers?
Die had van 't begin af aan de overzijde
al een min goede pers.
Van den heer Colijn is nu wel ongeveer
Al het kwaad gezegd, dat onder den hemel
te bedenken is, er moet wat nieuws komen.
Wordt nu Rutgers de «bonte hond«
De »kwaje pier« als 't volk zegt
't Heeft er wel den schijn van.
Hij kreeg al bij zijn benoeming de liefe»
lijkheid te hooren, dat hij in 't politieke leven
bekend stond als het antirevolutionaire kemp»
haantje.
Eerst had men toen Purmerend.
Waar hij de Zondagrust handhaafde.
En geen regeeringsgrond voor Zondags»
rumoer wilde beschikbaar stellen.
't Wordt hem ook als grief aangerekend,
dat hij een paar dagnormaallessen, die al op
de rol er voor stonden, niet tot kweekschool
verheffen wil.
En nu de benoeming van prof. Bouman 1
Men zóó zoo zeggen, dié.r hebben wij meer
bezwaar tegen dan de mannen van Links
Prof. Bouman is 'n eerste»rangs=geleerde
wordt door mannen van allerlei richting als
zoodanig erkend en Links moest het dus toe»
juichen, dat de Rijksuniversiteit met zulk een
kracht wordt verstrekt.
Maar »Het Volk« vindt wel iets.
Kan het ook zijn, vraagt het listig, dat de
«Vrije Universiteit® van een dure faculteit
de medische, voorzoover die dan nog bestond
moest worden afgeholpen
Dan is 't een leelijke partij»benoeming 1
Ziezoodie stok ligt weer klaar.
Nadruk vti bedca.
Troelstra is in Den Haag gehuldigd.
Het moet, volgens de beschrijving in de
Pers, en die zal wel juist zijn, dien Zaterdag»
middag in den Dierentuin en dien Zaterdag»
avond vóór zijn woning een grootsche be»
tooging zijn geweest.
En overal in 't land leefde men mee.
Gelijk dien avond vóór de Stembus al wat
antirevolutionair was en een »draadlooze«
bereiken kon, luisterde naar den heer Colijn,
zoo waren alom in den lande Troelstra's
geestverwanten op den vrijen Zaterdagmiddag
bijeengegroept, om door de lucht heen mee
te hooren, wat er in Den Haag werd gezegd.
Het is alleszins begrijpelijk
En hadden de socialisten zich op dien mid»
dag onverschillig getoond, ze zouden zichzelf
voor altoos hebben gecompromitteerd.
Nu laat ik voorts die huldiging rusten,
van 't leven, maar menig groot man en tal»
loos veele «gewone® mannen moeten eerlijk
erkennen «mijn levenswerk zou nooit geweest
zijn, wAt het werd, had ik mijn vrouw niet
tot steun naast mij, of naar bijbelsprake, als
hulpe tegenover mij gehad.
Bij een gelegenheid als deze mocht dus
ook mevrouw Troelstra niet vergeten worden.
Maar ziet, wat bleek nu
Dat er nóg een Mevrouw Troelstra was.
Vliegen toch deelde onder applaus der ver»
gadering mede, dat er ook een bloemstuk was
gestuurd aan mevrouw Troelstra, die te Ber»
gen woonde en die in het eerste deel van
Troelstra's leven voor hem geweest was, wat
nü mevrouw Toelstra de laatste helft is ge»
weest.
Met andere woorden, Troelstra is van zijn
eerste vrouw gescheiden en daarna met zijn
tweede vrouw gehuwd en hijzelf ging wel
het verst, toen hij in zijn rede als 't ware
beide vrouwen in zijn gedachte met de hand
vasthoudende, ze aan de vergadering voor»
stelde en snikkend van aandoening ze beide
gelijkelijk in de hulde, die men hem bracht,
deelen liet.
Van zijn standpunt begrijpelijk.
Nu zou ik daar geen woord over schrijven,
als niet Troelstra en de S. D. A. P dit zélf
in 't publiek hadden gebracht.
Eerst op de meetingtoen in de pers.
En dan trek ik er slechts deze ééne les uit
Hier kunt ge in een aanschouwelijk voorbeeld
zien, wat klove ook op 't gebied der huwe»
lijksszedeleer hier scheiding maakt.
Iets als hier gebeurde zou op een onzer
vergaderingen ondenkbaar zijn.
Door H.M. de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana werd een be»
zoek gebracht aart de H.M S Kruiser »Java«, die voor deze gele»
genheid gemeerd lag in het IJ te Amsterdam, ter hoogte van de
Holland»Amerika lijn. H M. de Koningin wordt door den Com»
mandant Kolonel L. J. Quant op het schip rondgeleid.
pi
door Vliegen zelf naar voren werd gebracht
in 't publiek werd gezet en door de vergadering
met applaus werd onderstreept en dat zoo
duidelijk laat zien wat een groot onderscheid
er is tusschen de christelijke zede en die, welke
in déze kringen wordt gehuldigd.
Troelstra was er met zijn familie.
Zijn kind of kinderen, ik ben in 't geheel
met zijn gezin niet bekend, zijn in de socia»
listische beweging nooit genoemd en op hen
werd ook niet gezinspeelder wordt alleen
gezegd, dat Troelstra binnengeleid werd «met
zijn gezin«.
Wel echter werd afzonderlijk mevrouw
Troelstra genoemd.
Haar werden bloemen aangeboden.
En de redenaar van den middag bracht ook
hAar dank voor al 't geen zij gedaan had,
om Troelsta te schragen bij zijn arbeid.
Me dunkt, dit was juist gevoeld.
De vrouw blijft wel op den achtergrond
Voor ons geldt het woord der Schrift, dat
de vrouw aan den man door het huwelijk
verbonden is, zoo langen tijd als hij leeft, en
omgekeerd natuurlijk geldt dit ook voor den
man. Komt er dus iets tusschen, dat reden
geeft, ja schier dwingt tot wettige scheidiDg,
dan voelen wij dit, wie er dan ook schuld
heeft, ja, al zou geen van tweeën schuld heb»
ben en men »minnelijk« uit eP.aar zijn gegaan
als een zware breuke van de verhouding die
God gelegd heeft en zullen daar zéker bij geen
enkele gelegenheid mee op 't podium komen,
als iets heel gewoons.
Het: «maar Ik zeg u«, waarmede Jezus
zich tegen de practijk van Mozes' scheidsbrief
keert, wordt hier gansch verlaten. Men trekke
de konsekwentie. Wat eenmaal geschiedde,
kan ook meermalen gebeuren. Bij een toe»
komstige hulde kunnen evengoed vier als fwee
vrouwen daarin deelen vóélt men niet,
hoe dit het christelijk bewustzijn stuit?
En nu weet ik wel, volgens de beginselen
en ideeën, die de mannen en vrouwen in den
Haagschen Dierentuin huldigen, is dit alles
geheel ad rem.
Des te meer reden om voorzichtig te zijn 1
Zulke ideeën, daarmee zullen ze ook willen
doordringen 's Lands wetgeving, zoodra hun
invloed daarop maar groot genoeg zal zijn.
Een mensch kan tot andere gedachten komen
en zoo is 't met mij gegaan, de lezer zal
begrijpen, dat ik ditmaal meer dan één onder»
werp «bij den kop« neem, die onderling in
geen enkel verband staan.
't Geldt het mulo»onderwijs.
Ik bén gewéést een voorstander van den
maatregel van dr. De Visser, om het Fransch
te weren van de Lagere School en daar dus
niet, als voorheen, in 't vijfde leerjaar mee te
beginnen.
Niet uit valsche, revolutionaire gelijkheids»
ideeën, neen 1 maar omdat ik van meening
wAs en eigenlijk nog bèn, dat men in die zes
leerjaren eigenlijk al zijn tijd noodig heeft,
willen de gewone vakken van het Lager On»
derwijs goed onderwezen worden, inzonder»
heid ook lezen en taal.
Ik oordeelde zoo Als men in de eerste klas
van H. B. S. en Mulo met één vreemde taal
begint 't kind is. dan ook een paar jaar
40 cent per regel.
VOOO ELK Z-'N KBUS
j, HUI yiuuiuiu,
Kïpsèraat 85s87 Rotterdam
ZIE DE 5 ETALAGES -^§}
Voor hoeden No. 85. Voor Petten No. 87
Aanbevelend «l> HENI6ER Jl*.
ouder dan wordt die achterstand met het
Fransch best ingehaald.
Maar ik ben er van teruggekomen.
Of 't overal zoo is, weet ik niet, maar er
zijn scholen, mulo»scho!en, en op de driejarige
H. B. S. zal 't in elk geval net zoo zijn, ver»
moed ik, waar men in de eerste klasse het
kind drie vreemde talen voorzet.
Nu zal dat wel noodig zijn.
N.l. voor het Mulo» of Eind=examen.
Maar ik vrees, dat er toch feitelijk maar
weinig, zeer begaafde kinderen zullen zijn,
die ai het nieuws, plus dan nog algebra, meet»
kunde, enz. kunnen verteren.
Ik vermoed, dat er dan in zoo'n eerste klas
heel wat afvallen, of aan 't eind gekomen
weer van voren af aan beginnen moeten, wat
ik altijd veel grooter nadeel acht, dan een
minder overladen leerplan, dat de gewoon
begaafden volgen kunnen.
'k weet het niet, 't is een mij vreemd terrein,
maar de vrees komt bij mij op, dat een steeds
zwaarder wordend eind»examen ons Mulo zal
maken tot datgene wat het in den beginne
toch niet wilde zijn.
In den beginne bedoelde men, met name
in onze kringen, de kinders van 12—15 jaar
een breedere opleiding te geven, zeer speciaal
zich schikkend en richtend naar het leven.
In dien gedachtengang was een examen
eigenlijk bijzaak, maar 't had zijn doel en nut
als afsluitpost en om wie dat begeerde 'n be
wijs te geven van met vrucht gevolgd mulo»
onderwijs. Maar langzamerhand wordt dat
examen het doel, waarvoor de school werkt
en om der concurrentie wil werken móétde
toegangspoort, dien weg gaat 't uitb.v. zelfs
voor het meisje, dat zich verder in de verple»
ging of in de huishouding bekwamen wil.
'k Vrees, dat daar weinig tegen te doen zal
zijn, en daarom zou ik, van twee kwaden 't
beste kiezend, dan nog maar liever zien, dat er
weer vroeger met Fransch begonnen werd.
s
Dat stemt toch wel ernstig
In zeer enkele dagen tijds werd in ons land
tegen drie personen, in twee verschillende zaken
door den Officier van Justitie«levenslange
gevangenisstraf® geëischt.
D. w. z. wegens moord met voorbedachten
rade, zonder eenige verontschuldigende om»
standigheden. Dat wil dus zeggen drie men»
schen tegen wie, indien ze nog bestond in ons
land, de doodstraf zou zijn geëischt.