IEL
Antirevolutionair
Orgaan
mill
voor de Zuidhollandsche ee Zeeuwsche Eilanden.
lE»
PUROL
IN HOC SIGNO VINCES
iïIKElEII
*aad
No. 3159
WOENSDAG 30 SEPTEMBER 1925
40STE JAARGANG
uwen
f A
Zu/arieuiaai
LEF. 4619
Rotterdam
Uit de Pers.
lerdam
Itaten-Generaal
liddelburg.
en 100.—
0£H HAAG
TERDAM
DEKEII CADEAU
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Adnii*iis tralie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
ER
ÏESTE
S. SIGAAR
NVRAAG
n stand
|AT
V Over de anderhalf mïllioen.
Reclame-Mededeelingen
liftwm
n Bedden,
een kijkje
pste adres
'EiSG
f 10,-
en hooger
en hooger
f 7.50
enz.
irdige Kwaliteiten
en open maken
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
m
10T2S
Vrije Universiteit.
Voor de tweede maal haalt onze Regeering
een der hoogleeraren van de «Vrije* weg,
door een benoeming aan een Rijksr»Universiteit.
Eerst prof. Buijtendijk naar Groningen.
Nu prof. Bouman, die 18 jaren lang een
onzer meest geziene en bekende hoogleeraren
was, naar Utrecht.
Men mag daar min. Rutgers geen verwijt
van maken.
Het is een zeer moeilijke positie
Hij mag dan nog zoo groot voorstander
zijn van hel Geref. Hooger Onderwijs, als
minister móét hij naar zijn beste weten voor
Rijksuniversiteit zorgen, daar gaat niets af.
Natuurlijk heeft hij geweten, dat hij bij prof.
Bouman goede kans had en nog eens, als
minister kunnen we ons voorstellen, voelde
hij zich aan eed en geweten verplicht, het
tenminste te beproeven.
Denkelijk gaat prof. Bouman heen.
- Voor de »Vrije« een groot verlies.
Met de »Rottzijn we 't van harte eens,
dat «voortvaren* onze leuze blijven moet.
Edoch met bedachtzaamheid.
We moeten ons nu ook eerstens eens goed
bezinnen.
En niet te veel kijken naar 1930, wanneer
we volgens de Wet er nóg een faculteit met
drie hoogleeraren bij moeten hebben I Als de
Regeering zélf door haar benoemingen ons
een faculteit met twee hoogleeraren ontneemt
dan zou 't wel de grootste onbillijkheid zijn,
als er onmacht in 't spel is, tóch vast te hou
den aan de strengen eisch der Wet.
Wij kunnen rustig onder óns vragen stellen
en beantwoorden.
Een vraag, niet voor 't publiek, maar voor
de stille meditatie van alle vrienden der »Vrije«
is hier of God door dezen tegenspoed ons
iets te zeggen heeft en wht
Daarnaast rijzen vragen voor 't publiek.
Vanwaar de bereidvaardigheid der hoogs
v'faren om naar een Rijksuniversiteit over
te gaan? Geven ze den moed op en waaróm,
om in samenwerking met al de hoogleeraren
in alle faculteiten te helpen optrekken een
gebouw van gereformeerde wetenschap
Of wordt zulk een samenwerking te
weinig gevonden en werden ze moedeloos en
meenden nu hun werk net zoo goed aan een
Rijksuniversiteit te kunnen voortzetten
En in wat richting moet nu verdere uits
breiding worden gezocht?
Bovenal, dat onder dit alles ons gebed
voor de Universiteit niet verflauwe en onze
gave niet vermindere.
De derde verantwoording van het Nationaal
Steuncomité kroop héél even over 't millioen.
De vierde bedraagt reeds f 1.525.794,77,
'n Flink eind over de anderhalf milloen.
En nóg is alles niet »binnen«.
Onderscheiden gemeenten, waar toch ook
wel voor de »Stormramp« zal zijn gecollecs
teerk, moeten nog verantwoord worden.
Men ziet hieruit, hoé goed het is, dat men
de sluizen wijd open heeft gezet voor de par»
ticuliere weldadigheid en alles wat een anderen
kant uit wilde, spoedig heeft doen zwijgen.
Wat later moet, komt dan.
Daaromver praten we nu nog niet.
Eerst moet die particuliere weldadigheid ten
volle doors en uitgewerkt zijn, wat zeer zeker
nog niet het geval is.
En dan kunnen we verder zien.
Komt denkelijk xhuis foe«.
Men herinnert zich mr. Zimmerman
Burgemeester van Rotterdam, totdat hij
vóór eenige jaren geleden door den Volkens
bond te Weenen onder een prachtigen ambtes
lijken titel benoemd werd tot 't geen wij een
»dwarskijker« zouden noemen.
Thans heeft hij zijn huis opgezegd.
Wat beduidt, dat hij Weenen verlaten gaat,
zijn werk is er voor 't grootste gedeelte
afgeloopen en wat er nog t? doen overblijft,
heeft de Volkenbond verklaard, daarvoor
hoeft hij niet te Weenen te blijven wonen.
't Zou dus niets te verwonderen zijn, als
hij naar Nederland terugkwam.
Een bemind persoon kan hij daarginds niet
zijn.
'k Zal niet zeggen, dat hij er een harde
meester is geweest, maar een straffe meester
wel en dat móést hij ookde Volkenbond
had aanzienlijke sommen beschikbaar gesteld
voor Oostenrijks herstel, maar nu was ook
de vaste voorwaarde, dat in 't staatsbewind
de uiterste zuinigheid moest worden betracht,
en Oostenrijk stond er zóó voor, dat
mr. Zimmerman daar nog wat anders optreden
moest dan Colijn hiér.
Wat hem weinig vrienden maakte.
Echter zoowel de Volkenbond zelf, als
Oostenrijk op de vergadering van dien Bond,
heeft hem grooten lof toegebracht, hij moge
zijn gebreken hebben wat stroef zijn van
aard en wat ouddiberaal hóóg in den omgang,
hij was het hier óók al wat, tóch om zijns
werks wil hebben we eerbied voor zijn per*
soon als een dergenen, die den naam onzer
natie hóóg hielden onder de volkeren.
Verbijsterend hoog
Eén millioen vierhonderd duizend
Om van te duizelen
Dat getal zegt u, hoeveel werkloozen er op
't oogenblik in Engeland iijn
Die toestand duurt al vele maanden,
't Héügt ons niet, dat het cijfer zakte bene»
den 't millioen.
En de toekomst is donker.
Niemand weet eigenlijk raad.
De eene regeering na de andere neemt het
vraagstuk in studie, maar tot een oplossing
komt het niet, ja 1 't is de vraag of in de han»
den van welke regeering dan ook de uitkomst
liggen kan, wel had de heer Stork op de
jaarvergadering der Vereeniging van Neder*
landsche Werkgevers 't recht, om van 'n zeer
ernstigen toestand te spreken een waarschu=
wing, ook voor ons
*s* Hoe komt 't zoo
Door en na den oorlog 1
Engeland is 't land van industrie.
't Moet het van zijn uitvoer aan goederen
hébben en van de steenkool dan.
En nu is het volgens den heer Stork, zóó
gegaan
De Oorlog heeft de wereld veramd.
Er is veel minder vraag dan voorheen.
Dat hebben in Engeland werkgevers en ar*
beiders niet begrepen er werden geen nieuwe
markten ^opgezocht, oude werden verwaarloosd
en de arbeiders hielden vast aan hun oude
arbeidsvoorwaarden al zou de industrie zelf
er bij ondergaan.
En zoo hebben andere landen, ook Neder»
land, markten veroverd van katoenen en meta»
len goederen enz., die vroeger Engeland be»
diende en die het thans zijn ontgaan.
Aldus de heer Stork, 't Moge 'n ietsje een»
zijdig zijn, er zit overvloedig leering in I
V Twee kurken.
Intusschen werden jaar en dag de werkloo»
zen door de Regeering onderhouden en kreeg
de Mijnbouw zijn subsidie, opdat er niet nóg
idem zóóveel werkeloozen bij zouden komen.
Reuze»bedragen zijn ermee gemoeid.
Hoe betaalt Engeland die
Vergeet de twee kurken niet
Vooreerst de sinds eeuwen opgehoopte rijk»
dommen in het land, waarop het lang teren
kan en ten tweede het rijke koloniaal bezit.
En zoo reilt en zeilt het voort
Echter tot groote geestelijke en zedelijke
schade van die één en vier tiende millioen,
voor wie niets»doen steeds meer hun dagelijk»
sche bezigheid wordt.
Het naamzuiverend schot.
«De Volkskrant* schrijft
«Telegraaf* en »Courant« hebben de repu*
tatie op te houden, dat zij, ieder in haar
kring, de verdefelijkste kranten van Nederland
zijn.
Ze doen het.
Het ontzettende drama, dat zich een tien»
tal jaren geleden te Amsterdam afspeelde,
waarbij de architect Muylwijk den makelaar
Busch om het leven bracht, en dat thans voor
de rechtbank zijn ontkooping vindt, geeft de
«Telegraaf* gelegenheid tot psychologische
beschouwingen.
Zij constateerd daarbij, dat de moordenaar
zijn kinderen de eenige weldaad onthield
»een naamzuiverend schot door zijn kop*.
Hier heeft men op de eerste plaats het
recept der ongeloovigen als een groote mis»
daad gepleegd en ontdekt isde misdadiger
maakt eenvoudig een eind aan z'n leven.
Wat is natuurlijker en logischer?
Men heeft van het leven niets meer te ver»
wachten, men krijgt levenslang of, wat op
hetzelfde neerkomt, twintig jaar.
Maak er dus, vóór de aardsche rechter u
de straf oplegt, zelf een eind aan.
Een eeuwiger echter bestaat voor »Telegraaf«
en «Courant* nietgelegenheid om tot inkeer
te komen en voor de misdaad hier boete te
doen, behoeft dehalve niet te worden gegeven
Dit is de eene kant van de zaak.
De andere is, dat voor de «Telegraaf* een
zelfmoord den misdadiger in zijn eer herstelt
en aan zijn kinderen een onbevlekten naam
teruggeefteen naamzuiverend schot.
Wat voor een moraal is dit
Als een moordenaar zijn slachtoffer van
kant maakt, is de naam van den misdadiger
en die van zijn kinderen geschandvlektdoch
heeft hij, zooals de moralisten van de «Tele»
graaf« dit noemen, den moed zich zelf te
rechten, dan is daarmee elke vlek van dien
naam verdwenen en kunnen zijn kinderen
weer met opgeheven hoofd te voorschijn
komenze zijn dan kinderen van een moor»
denaar èn zelfmoordenaar en derhalve vol»
komen gerehabiliteerd I
In welk een maatschappij leven wij toch,
dat zulke theorieën niet alleen straffeloos, maar
als hooge wijsheid kunnen worden verkondigt,
dat een moord door een zelf moord heet uit*
geboet I
Als men een politieverordening overtreedt,
komt men met den strafrechter in aanrakiDg,
doch wie barbaarsche en onchristelijke leer»
stellingen verkondigt, wie tot zelfmoord aan»
zet en aan den zelfmoord de macht toekent
een bezoedelden naam smetteloos te maken,
is een volksopvoeder.
Waarlijk, we leven in een verkeerde wereld
waar met de begrippen goed en kwaad op
zonderlinge wijze stuivertje wordt gewisseld
Den lóden September werd op het nieuwe
Marktterrein te Woerden een gedenkteeken
onthuld, ter herinnering aan het 40=jarig be»
staan van de Kaasmarkt. Een foto van het
monument.
DAGEN IN DE RECHTZAAL.
De moord aan den Overtoom.
De »Maasbode« schrijft:
Het onderzoek slaagt er tot nu toe niet in,
een. vaste lijn te vinden in dit gevaart' van
getuigenissende indruk kan niet worden
gebannen, dat ook de rechtbank zoekt en
tast naar aanknoopingspunten. Een nieuw ver»
hoor van Muylwijk levert eigenaardige bij»
zonderheden op omtrent de psychologie van
den misdadiger, doch brengt op geen enkel
punt eenige klaarheid.
Muylwijk is eigenlijk een merkwaardig
voortbrengsel van ontwikkeling zonder op»
voeding, van een verlangen om een rol te
spelen op hooger, althans ander maatschap»
pelijk plan dan het zijne, zonder dat in be»
schaving iets meer zijn eigendom is dan het
aangewaaide en toevallig langs den levensweg
gevondene. Dit type vermeit zich het liefst in
't hoogdravende, het onbegrepene, het gees»
telijk onverteerbare, wat hen in 't milieu,
waaruit zij afkomstig zijn, een o zoo armza»
ligen schijn geeft van hoogere wijsheid, een
nimbus, terwijl zij in het milieu, dat zij trach»
ten te bereiken, steeds als caricaturen en gros»
teske figuren omgaan. Wanneer Muylwijk ge»
wezen wordt op tegenspraak omtrent zijne
plannen met het gestolen geld vroeger en nu,
dan weidt hij uit over den strijd tusschen «hart
en ziel«, de «cylinders van het leven«
Wanneer hij echter tracht zichzelven te be»
oordeelen buiten dit mengelmoes van holle
woorden en verwardde begrippen, dan blijkt
Muylwijk oorspronkelijk een zuiver gezond
verstand te bezitten, dat hem getrouw helpt
ook bij het analycceren van eigen gevoelens.
Alleen is het hem bijzonder moeilijk om zich
van die gevoelens rekenschap te geven, en de
juiste termen te vinden om die gevoelens aan
anderen mede te deelen. Wanneer de Presi»
dent hem vraagt, waarom hij zoo'n haat heeft
tegen sommige menschen, die hem genoopt
hebben te bekennen, terwijl hij toch in zijn
dagboek die bekentenis een verlichting noemt,
dan dacht hij even na, en geeft een verkla»
ring, die natuurlijk in het verband der fei»
ten, gelijk hij die ziet aannemelijk is. Wan»
neer men hem alleen verraden had, aldus
beklaagd, dan zouden geen gevoelens van
haat bij mij zijn opgekomen, doch men heeft
mij verkocht. En dan keert hij zich tegen
de KortDe kort heeft den anoniemen brief
wel geschreven De Kort heeft mij geld af»
geperst, en ik ben altoos goed tegen hem ge»
weest. «Dat zit zoo zegt Muylwijk in zijne
eigenaardige terminologie «dat zit me op
te zwellen, dat menschen zoo liegen«. Wanneer
we nu zijne verklaring van al het gezwollene
en hoogdravende ontdoen, dan wordt zij be»
grijpelijk. Doch dan klemt de vraag des te
sterker: zit er nu iets reëels achter die mee»
ning van Muylwijk, verkocht te zijn, of is
dit alles een obsessie in zijn denken, of een
wilde jacht zijner inbeeldingen? Het
antwoord op die vraag kan alleen gevonden
worden in de verhouding tusschen Muylwijk
en De Kort.
Dat op die verhouding niet meer licht is
komen vallen, kan te wijten zijn aan de eigen»
aardige wijze, waarop het proces wordt ge>
voerd, waardoor te dikwijls onderdeelen wor»
den losgelaten en dan later weer opnieuw
worden onderzocht.
Wij wezen er reeds op, dat wij omtrent de
Afrikaansche reis van De Kort en de motie»
ven, die daartoe hebben geleid, te weinig we»
ten. Ook bestaat omtrent de financieele ver*
houding tusschen Muylwijk en De Kort wei»
nig klaarheidwanneer de Kort alleen aan»
drong op uitbetaling van het hem verschul»
digde, gaf hij dan geen kwitanties voor de
ontvangen bedragen en zijn de ontvangen
sommen door Muylwijk niet geboekt
Dit alles brengt ons dan weer tot de groote
moeilijkheid van het proces, tot de vraag
welk contact er wel tusschen al deze men»
schen bestond en van welken aard dat con»
tact was? Telkens weer, tracht de President
iets naders te weten omtrent de onderlinge
betrekkingen, zonder vooralsnog veel verder
te komen. Een der merkwaardigste uitlatingen
in dit verband is die van Muylwijk, die bij
het eerste verhoor door de politie in October
1915 zou hebben verklaard, dat hij dien avond
werd opgebeld, en gevraagd of Claassen bij
hem was? Doch Muylwijk ontkent dit alles
pertinenthij heeft niet gerept van een vra»
gen naar Claassen, maar van een vragen naar
Busch. Er is iets te zeggen voor de meening
van hen, die het meeste vertrouwen stellen
in de verklaringen, althans wat de »entourage«
van het misdrijf betreft, van October 1915.
Wij hebben echter niet zulk een hoogen dunk
van het toen gevoerde politioneel onderzoek,
dat wij dit zoo voetstoots durven aannemen.
In ieder gevalde verklaring van October
1915 wijst naar een contact met Claassenen
thans ontkennen beiden dit contact, zonder
dat een zweem van bewijs het bestaan van
eenig contact bevestigt Heel de geschiedenis
der telefoongesprekken op dien fatalen avond
is nog duister Wij weten, dat door vrienden
van de »combinatie« Muylwijk is opgebeld
om naar Busch te vragen, omdat hij dien
avond bij een der leden van de »combinatic«
werd verwacht. Doch hoe rijmt zich die af»
spraak dan met de belofte van Busch aan de
vrouw, met wie hij samenwoondebelofte,
dien avond nog bevestigd in het telefoonge»
sprek, dat slager Blitz aan »Jetje« moest over»
brengen? Dit alles rijmt niet, doch hokt
overal. Of de samenkomst van de leden der
»combinatie« op dien avond bestond niet
of de boodschap via slager Blitz aan »Jetje«
was van een ander, omdat Busch zich mis»
schien reeds in het land bevond, van waaruit
niet meer kan worden getelefoneerd
Het «vraagstuk der contacten« is daarom
zoo belangrijk, omdat meer en meer twijfel
rijst aan de mogelijkheid, dat Muylwijk erin
geslaagd zou kunnen zijn, om de begrafenis
van den verslagene alleen tot stand te bren»
gen. Doch het «vraagstuk der contacten* is
tevens zoo onzeker, dat in het bovenstaande
geen zweem van eenige verdenking of van
eenig vermoeden mag worden gezien tegen
een der betrokkenen, waar iedere aanwijzing,
tegen wie dan ook, volslagen ontbreekt en
het constateeren van het vermoedelijk of zelfs
waarschijnlijk bestaan van een medehelper van
Muylwijk tot niet anders lijden kan dan tot
een «plainte contre inconnu«,* een aanklacht
tegen X. Het vermoedelijk bestaan van Muyl»
wijk's helper berust vooral op verklaringen
van politie en politie*deskundigen, die de lijk»
kist vonden en 't eerst onderzochten. De kist
was met zulk een beleid in den kuil geplaatst,
met steenen als fundament en met puin ron»
dom, waarin de kist muurvast zat, alsof wel
tien menschen er mede waren bezig geweest,
aldus verklaart een rechercheur. Muylwijk
erkent nu het plaatsen van de steenen als
fundamenthij heeft een lat gebruikt als
»domhout« om de kist te lichten en een
andere lat om de stenen onder de kist te
schuiven. Het is een kunststuk waarvan
Muylwijk maar niets vertelde, voordat deze
verklaring kwam. Het verhaal omtrent het
plaatsen van de kist in den kuil is nog on»
gelooflijkermet één hand zou hij een der
hengels van de kist hebben vastgehouden en
met de andere een touw, om een raamspijl
geslagen, als katrol hebben gebruikt Wij
vermoeden zoo, dat de Rechtbank wel een
onderzoek «in loco« zal willen, om zulke «toe»
ren« eens van nabij te bezien.
Bij dit deel van zijn bekentenis, waarbij de
gedachte aan een helper zich opdringt is voor»
alsnog de volkomen geloofswaardigheid van
Muylwijk in twijfel te trekken. Doch deze dag
bracht ook hulp aan de verdediging, want door
40 cent per regel.
Handenarbeid geeft vaak ruwe, be»
schadigde en leelijk uitziende werk»
handen. Deze worden echter weer
spoedig gaaf en zacht door
30*60*90 ct.
de verklaringen der deskundigen is het ver»
haal van Busch' dood, gelijk de beklaagde ons
dat gaf, lang niet zoo onmogelijk meer, als
eerst werd gedacht. Omtrent het meest be»
twiste punt, het niet vervoeren van Busch,
vooral, is de verdediging na de verklaringen
der medici ongetwijfeld veel sterker komen te
staan. Eén medicus acht 't mogelijk, dat alles
zich zoo heeft toegedragen, als Muylwijk deed
voorkomen. En de andere medische deskundige
acht 't zelfs aannemelijk, dat Busch dood is
gebleven bij het aangrijpen, gelijk Muylwijk
ons dat deed zien, en wel door het in den
greep afsnijden van den halsader. Busch kan
dan zelfs enkele woorden hebben geuit in
dit geval «Laat los, Muylwijk* en daarna
bewusteloos geworden zijn om dood neer te
vallen. Ook het »bruisen«, door Muylwijk
waargenomen, het ontspannen van lucht met
eenig vocht uit de longen is in dien toestand
mogelijk. En het opkomen van een vaabgele
kleur ook door Muylwijk waargenomen
pleit voor een spoedig bewustzijnverliesbij
worging wordt het slachtoffer blauw
De verdediger maakte met een glunderen
lach zijne aanteekeningen, want de middag
was aan hem vergoeding voor onheusche
bejegeningen door den president, waar debat
tusschen die beiden wel eens gaat gelijken op
wat een Amsterdammer «kiften* noemt, wat
ons niet in overeenstemming lijkt met de
majesteit van het Recht. De verdediger had
echter nog een verrassing een brief van een
medicus uit de Residentie, die Muylwijk nu
reeds onschuldig verklaart. En wel om een
herinnering uit zijne jeugd: hij zat eens op
een stoel in een apotheek te A., toen een
vriend binnenkwam en hem vriendschappelijk
een slag in den nek lag. Daarna herinnert hij
zich niets, totdat hij weer staarde in het angstige
gelaat van den vriend, die reeds vreesde een
vriend het leven te hebben ontnomen
Ook de mogelijkhe'd van zulk ten geval werd
van medische zijde erkend, en het herstel hier
toegeschreven ^an de doeltreffende zorgen
«Dat wilde ik maar weten«, mompelde mr.
Levy, haastig schrijvende. Intusschen herinner»
de de Officier van Justitie er aan, dat Muyl»
wijk was blijven schudden, toen het slachtoffer
reeds geroepen had «Laat los, Muylwijk«
En zoo lieten beschuldiging en verdediging
ons reeds iets van de wapenen zien, waarmede
zij elkander zullen bekampen.
Wist gij
Dat er jaarlijks in Holland 100.000 (hon»
derdduizend) bedrijfsongevallen ter kennis der
Rijksverzekeringsbank worden gebiacht?
Dat daarvan driehonderd ongevallen een
doodelijke afloop hebben
Dat «Veiligheidscommissies*, bestaande uit
vertegenwoordigers van bedrijfsleiding en per»
soneel, in Engelsche en Amerikaansche fabrie»
ken het aantal ongevallen soms tot meer dan
de helft deden dalen
Dat het Veiligheidsmuseum te Amsterdam
kosteloos alle inlichtingen geeft op veiligheids»
gebied
En acht gij het dan niet Uw plicht als werk»
gever ook zulk een Veiligheidscommissie in
Uw werkplaats in te stellen?
-