Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
m
m
1
IN HOC SIGNO VINCES
EZEN.
Hoestsiropen
No. 3156
ZATERDAG 19 SEPTEMBER^1925
40ste JAARGANG
lEL's
T»
I
EDUIF"
MTIKELBI
Kinderen
voor
lil
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor die Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden «aan de Uitgever®
[jgesteld op:
SRKEN
tzien door
Bijlhouwer
ui Utrecht
|n voor
EERSTE BLAD.
Onlangs kwamen de gereformeerde
diaconiën in jaarvergadering bijeen.
Daar werd o.m. herdacht het feit, dat
de de huidige Armenwet, die onder min.
Th. Heemskerks kabinet tot stand kwam,
121/, jaar heeft bestaan.
Neen, piet feestelijk herdacht!
Daar was zeker geen reden voor.
Maar een Diaconie en een Armenwet
hebben met elkaar veel te maken, om
dat beiden zich ten doel stellen de le
niging van den nood der armen.
«o^BDus als zulk een Armenwet I2V2
„d/l^k'jaar heeft bestaan, dan is er alle reden
voor de Diaconie, om eens even stil te
staan en te vragen: Hoe is in die 12 V2
jaar de praktijk geweest?
Ten voordeele der Diaconie?
Neen, we bedoelen geen geldelijk
voordeel
Maar is die Armenwet de taak der
Diaconie ten goede gekomen, ja of neen
Niemand, die ja zeggen zal.
Al waren in die wet-Heemskerk wel
enkele bedenkelijke zaken, over 't al
gemeen was er veel waarmee wij konden
instemmen, maar de praktijk van 't leven
en het almaar drijven en opdrijven on
zer politieke tegenstanders heeft ge
maakt, dat er van vele goede bedoe
lingen der Wet weinig terecht gekomen
is.
Dat bleek wel op die Conferentie.
tVan de gereformeerde diaconiën.
De bekwame veteraan, de heer H.
de Wilde, heeft dat daar kostelijk uit
eengezet.
wwnret®®
mm eiiüs
Rotterdam
5 EN
JES
Het beginsel, dat was best,
In de wet-Heemskerk neergelegd.
Trouwens van een goed antirevolu
tionair, gelijk hij, was 't ook niet anders
te wachten.
In art. 28 dier Wet wordt met zooveel
woorden gezegd, dat de particuliere en
kerkelijke armenzorg de voorrang heeft
en dat' daarna eerst optreedt de bur
gerlijke armenzorg.
Die van de Overheid dus.
Volgens de Wet behoort de Overheid
zich dus wat op den achtergrond te
houden. Maar niet zonder meer dadelijk
den arme te steunen. Eerst te onder
zoeken of er geen termen zijn voor par
ticuliere of kerkelijke armenzorg.
Zoo hoort het volgens de Wet.
Maar in praktijk, hoe gaat het
Niet altijd, maar toch vaak?
Die burgerlijke overheid is in den
regel die der gemeente en waar deze
in liberale en socialistische handen is,
daar moeten de machthebbers van de
kerk en de kerkelijke armenzorg in den
regel een bitter beetje hebben!
Integendeel, als ze de kerk een hak
kunnen zetten, dan laten ze 't niet.
Die kerk blijve binnen haar muren.
Trede niet naar buiten, om barmhar
tigheid te bewijzen
Dat zal Vader-Staat wel doen
Van 't geld alle zijner kinderen:
Zoo is vaak de toestand.
Wat merkwaardig was en is
Dat zoo tal van armen er de vooijkeur
aan geven door de Overheid liever dan
door de Diaconie geholpen te worden.
Wat mag daarvan de reden zijn?
Er zou een artikel op zichzelf over
te schrijven zijn, maar we moeten ons
thans beperken tot twee punten.
Ten eerste, dat met de inzinking der
Kerk, in de achtiende en negentiende
eeuw, óók gepaard ging een ontaarding
van 't werk der Barmhartigheid, dat
vaak tot een hartelijke „bedoeling"
werd, een spotbeeld van 't geen de ker
kelijke armenzorg behóórt te zijn, als
ze zich rechtstreeks in dienst weet van
onzen barmhartigen Hoogepriester.
Dat is de eerste reden.
En een tweede is deze:
De liberalen en de socialisten hebben
hun uiterste best gedaan, om de armen
in te prenten Armenzorg door de Over
heid, dat vernedert niet, want daar heb
je nu eenmaal, arm zijnde, recht op
je vraagt en krijgt watje toekomt. Maar
armenzorg van de Kerk of van een
particuliere vereeniging, dat vernedert,
want d&n houd je de hand op voor een
onverplichte gave.
En die redeneering is er nu eenmaal
bij velen in gegaan en ge krijgt ze er
moeilijk meer uit.
Söms zelfs bij ons eigen volk.
Men hoeft hier niet te vragen, wat
al of niet antirevolutionair is.
Een kind kan het zeggen.
Het is de onvergankelijke eer van
Groen van Prinsterer, dat reeds 75 jaar
geleden hij tegenover Thorbecke de
rechtsche beginselen verdedigde.
En wat zoo merkwaardig is?
Groens Schoolstrijd kent men,
Tenminste min of meer g
Maar zijn korte doch felle strijdtegen
Thorbecke's Armenwet kent men niet.
Terwijl hij juist hier, al was 't niet
bepaald een overwinning bevocht, dan
toch Thorbecke tegenhield en keerde
en in den Schoolstrijd niet anders dan
1856 uitgezonderd nederlagen
heeft gekend.
Daarvan móét ons volk meer weten.
We mogen de historie niet vergeten
Dat is 't verledennü 't heden.
Hoedanig moet ook voor 't heden en
voor de toekomst onze houding zijn,
moeten we krachtig voortgaan met
onze kerkelijke armenzorg:
Of moeten we 't opgeven en zeggen
we kunnen het op den duur tegen de
overmacht niet volhouden
Ook hieromtrent gaf de heer C e Wilde
een uitnemend advies, we komen
ook difar nog nader op teruger is
hier een beginsel in 't geding, voor ons
antirevolutionaire volksleven van groot
belang.
V Heer en-Honderd.
Op den Uitkijk.
II
■oti
m
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel,
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordfcïï berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
IOEKHOVEN
>RT
UJS van
afl.
pling van
dlYIELSDIJH
\>IGE MEESTER.
nitsgezeh «De
i herziene uitgave,
|hts 20 cents elk.
voor slechts 0,55.
blGE MEESTER.
te aflevering com»
I htend,
Diaconie en Armenzorg
O 5
M
)OR
ITLOODEN
Ibij ons hetgeen
le gegarandeerd
fULnUIS" 15.25
BY" f4.00
f 115- -
indere gelegenheden
van alle soorten
kwak»
en VcerenbeddïB,
goedkoopst «dcc*
22.—, 25.—, «a IbtoawU
aten vanaf f M>,—
Ktraaw'SSBs
'SIS -ts&c
idraad
Zes nieuwe Kamerleden zijn benoemd.
Zij komen in de plaats der zes ministers,
die hun benoeming tot Kamerlid op 1 Juli
niet hebben aangenomen.
Onder die zes is ook de heer H. A. Leen.
stra, van Hecrenveen, wat ons verheugt en
waaïmee we hem gaarna gelukwenschen.
Voorts onzerzijds de heer Chr. v. d. Heuvel
van Nieuw»Vennep.
De roomschen krijgen twee mannen van
weinige bekendheid er bij we hebben ten»
minste zelden van den heer Kampschoër hoo»
ren pratenhet is echter méér gezien, dat
een onbekende persoonlijkheid in korten tijd
sterk naar voren kwam.
De Chr. Historischen brengen in den heer
J. Langman nóg een predikant in de Kamer.
Zoo zijn de heeren»honderd volledig.
Mogen zij in 't komende tijdperk veel nut»
tigen arbeid verrichten tot heil van ons volk.
V Scheepvaart.
Dat de malaise nog lang niet geweken is,
blijkt wel uit 't geen geschreven wordt over
een der bronnen van ons nationaal inkomen
De Scheepvaart.
Een medewerker schrijft aan de N. R. C.
«Met den besten wil van de wereld is
het niet mogelijk van de vrachtenmarkt iets
goeds te zeggen. De toestand is slecht, bui»
tengewoon slecht, en wint nog aan som»
berheid door het feit, dat deze ongunstige
omstandigheden reeds geruimen tijd be»
staan, en niets er op wijst, dat zij in af»
zienbaren tijd voor betere zullen plaats
maken. De vrachtenmarkt is een barre
woestenij, een woestijn zonder oasen, zelfs
zonder fata morgana om den afgetobden
reiziger althans voor een oogenblik met
nieuwe hoop en energie te vervullen. Hoe
wij op deze wijze voort moeten gaan en
de vlam der hoop moeten levendig hou»
den, is een van de vele raadselen, waar
deze tijd ons voor plaatst, en die schijnbaar
ook niet op te lossen zijn, zoodat een hard»
nekkig als het ware mechanisch voortgaan
in de richting, waarin de omstandigheden
ons nu eenmaal dwingen te gaan, de eenige
wijze van handelen kan zijn, een doel,
welks beteekenis en aard ons voorshands
nog als een groot vraagteeken verschijnt*
Somberder kan 't haast niet.
De scheepvaart is dan ook wel een bedrijf,
waarin men de algemeene wereldverarming 't
meest en 't langst gevoelt.
Wibaut in 't Paleis.
Wat was dat een comedie 1
Toen Maandag H. M. de Koningin de hoofd»
stad bezocht was van 't Amsterdamsche ge»
meentebestuur wethouder Wibaut »Niet thuis
Of liever hij bleef juist wél thuis.
't Was of»ie de schrik gezien had aan een
tip van de veer op den hoed der Koningin,
de heer Wibaut, die door zijn volgelingen
weieens voor den koning van Amsterdam
wordt aangezien, was in geen velden of we»
gen te vinden.
's Avonds, ineens 1 daar was hij
Zoodra de Koningin maar weg was.
En hij zat mêe aan bij den feestmaaltijd in
't koninklijk paleis. En dat Prins Hendrik
daar de eereplaats had, hinderde niet. En dat
Dat het toen zoo was, werd grootendeels
door de toen»wél»dwepers veroorzaakt.
Wat toch was het geval
We hadden pas den Wereldoorlog achter
den rug.
En, heel begrijpelijk, ging toen aan alle
hoeken van den aarbodem de kreet op«dat
nimmer wéér 1« «Daaraan zijn we ontkomen,
maar die schrikkelijke beproevingen komen
nooit weer, noch over ons, noch over onze
kinderen
«Nooif meer oorlog I«
Hoe sympathiek nu ook die gedachte was,
de christen die bij zijn Bijbel leeft, voelde
dadelijk dat die wensch te ver gingdat het
een wensch was, die in déze bedeeling nooit
vervuld worden zal.
Er komt eenmaal «Nooit meer oorlog
Maar dan in de nieuwe bedeeling.
Als de zwaarden tot spaden en de spiesen
tot sikkelen geslagen zullen zijn.
Maar die dezen kreet aanhieven rekenden
op thans.
En nu zochten ze naar middelen.
Wij wisten alweer, dat dit een ijdel zoeken
moést worden en daarom deden we er niet
aan mee.
Het is de Heere, onze God, die de oorlogen
doet ophouden* Hij alléén. Neen, 'twas des»
tijds en 't is nog de hardnekkige meening
wij, mènschen zullen de oorlogen doen op»
houden 1
Alleen over de middelen verschilde men.
Millioenen zochten het in een herstel van
de Internationale, de arbeiders der geheele
wereld zouden een donderend halt 1 toeroepen
aan een iegelijk, die 't wagen mocht den vrede
te verstoren. jff
Maar zijzelf, de mannen der «Internationale*
zullen de eersten zijn, om te erkennen, dat
het doel nog lang niet is bereikt.
Tijdens het verblijf van de Kon. Familie in Friesland, in»
specteerde H.M. de Koningin te Leeuwarden de aldaar op»
gestelde troepen. Hierboven H M. in gesprek met een der
militaire autoriteiten.
daar 't Wilhelmus geblazen werd, waaraan
allen eer bewezen, dat kon geen kwaad
Hij zat er «fijn*, in meer dan één opzicht,
tusschen de ministers Colijn en Schokking in 1
De Koningin was er immers niet bij I
Waarlijk, het wordt tijd dat de socialisten
hun praktijk te dezen opzichte gaan herzien,
het is zoo toch al te gek.
Nadruk verbodaa,
De Volkenbond kwam weer bijeen.
Eerlijk erkend, ik voor mij heb van dien
Bond wel minder gedachten gehad, dan op 't
oogenblik.
Niet, dat ik er nu mee dwéép.
Maar nu we dien Bond een jaar of wat
hebben aan 't werk gezien, moet ik erkennen,
'k zal 't voorzichtig uitdrukken, dat hij naar
ik geloof meer nut doet, dan velen met mij
ons in '19, toen hij zoo ongeveer werd opge»
richt, hadden voorgesteld.
Vele anderen werden pacifisten.
De een in meerder, de ander in mindere
mate.
En men zoekt nu, èn door persoonlijke
dienstweigering, èn door het aanheffen der
leus van »Ontwapening« zijn doel te bereiken.
Maar afdoende baat wordt ook hier niet
gevonden.
En op ditzelfde oogenblik wordt er gevoch»
ten in Marokko en in Syrië, is 't mis in China
en gaat dreigend gerommel op boven Mosoel.
Nog anderen en waarlijk niet van de minsten,
hoopten op den Volkembond.
Daar kwamen de Staten bijeen.
Vertegenwoordigd door hun machthebbers.
Door middel van dien Volkenbond, ver»
wachtte men, zou 't alvast uitgesloten zijn,
dat men elkander als wilde dieren naar de
keel vloog en zou tenminste eerst alles beproefd
worden in vredelievenden geest, om tot over»
eenstemming te komen.
Straks zou men verder gaan.
Verplichte arbitrage* zou er komen.
En dan ware 't voorgoed gewonnen en zou
er Nooit meer oorlog 1« zijn.
Men weet, wat teleurstelling dit gaf.
Eén oogenblik, toen Herriot in Frankrijk
en Mac Donald in Engelannd het roer in han»
den jhadden, schéén er eenige kans te zijn,
maar van «verplicht scheidsgere«ht« of «ver»
plichte Bondsuitspraak* rept thans niemand
meer.
Trouwens, hoe weinig men hierop bouwen
kan, bewijst wel de historie met Mosoel.
Brengen we die even in herinnering.
Na den grooten oorlog bleven er hier en
daar op aarde heele stukken gronds over, die
aan de oorlogvoerenden met name aan Duits'ch»
land en Turkije ontnomen waren en die men
hun niet wilde teruggeven.
Er werden echter ook geen «koloniën* van
gemaakt.
Het »koloniaal« bezit had al ellende genoeg
over de wereld gebracht, werd er gezegd en
was menigmaal oorzaak tot oorlog geweest.
Wat deed men er dan mee
Men gaf die stukken aan de een of andere
mogendheid «in mandaat«.
Zoo kreeg Frankrijk datzelfde Syrië in man»
daat waar het nu zooveel plezier van beleeft
en Zuid»Afrika kreeg Duitsch Zuidwest in
mandaat't was nog in de dagen van Smuts
gen. Hertzog zou waarschijnlijkDank u be»
leefd i hebben gezegd.
En Engeland kreeg o.m. Mesopotamië.
Niet in bezitbegrijpen we dit wel.
Maar vijf jaar lang in mandaat.
Sf©cËame-£Vi©dl@c£e@gmgsBi.
40 cent per regel.
Mijnhardt's Borsthoningslrocp
MijnhardS'e Thljmslroop
Anga-siroop (ook bij Kinkhoest).
Bli Aoatheksrs an Drogisten
f 0.60
f 0.75
t IJS
En die vijf jaar raken nu om.
Wat is nu 't onderscheid tusschen mandaat
en koloniaal bezit
Met bezit heeft de Volkenbond niets te ma»
ken en Engeland zou b.v. niet dulden, dat
de Volkenbond zich met zijn zaken in Britsch»
Indië ging bemoeien.
Maar een mandaat krijgt men juist van den
Volkenbond.
En heeft een ander volk, of hebben de inge»
zetenen klachten over de wijze, waarop het
mandaat wordt vervuld, dan komen ze er mee
bij den Volkenbond en die oordeelt er dan
over.
Dat is dus een groot verschil.
Nu is dat Mosoel het Noordelijkste deel
van Mesopotamië.
Tenminste, zoo beweert Engeland.
Turkije, dat juist in deze vijf jaren er in
KleinsAzië weer bovenop gekomen is, beweert
dat Mosoel niet tot Mesopotamië behoort.
Waarom zoo heftig? vraagt ge.
Mosoel is een rijk petroleum»land
Dat zegt ia onzen tijd al genoeg, nji de
olie steeds meer de steenkool gaat verdringen.
Nu moet dus de Volkenbond beslissen Ten
eerste, of Mosoel al of niet tot Mesopotamië
behoort en ten tweede, of Engeland wederom
mandaat krijgen zal.
En nu heeft Engeland laten uitkomen, dat
bet zonder Mosoel weinig aardigheid aan Me»
sopotamië heeft en Turkije heeft niet gezégd,
de Turk blijft netjes maar genoeg laten voélen,
dat hij elke uitspraak van den Volkenbond,
die niet naar zijn zin is, gewoonweg aan zijn
laars lapt.
Hier hebt ge nu 't zwakke punt
Hoe moet de Volkenbond een beslissing,
die hij neemt kracht bijzetten
Zelf beschikt hij over geen enkele soldaat
Wel, zegt men, de leden van den Volkenbond
en met name de groote mogendheden, die
moeten als b.v. de -Turk verkeerd wil hem
tot réde brengen.
Zoudt ge denken, dat daar wat van kwam
Dat Engeland lust heeft om heel de Mohame»
daansche wereld tegen zich in 't harnas te
jagen Dat Frankrijk naast Marokko en Syrië
ook nog Mosoel tot het graf zijner zonen
maken wil.
Nogeens, daar hebt ge in een sprekend
voorbeeld het zwakke punt van den Volken»
bond en daarom is 't ook van zooveel belang,
dat we goed nagaan, hoe die zaak verderaf»
loopen zal.
Ik stond hier wat uitvoerig bij stil.
Om te laten zien, hoe weinig de mannen
van het «Nooit meer oorlog 1* met den Vol»
kenbond eigenlijk gewonnen hebben.
Nu keer ik tot mijn punt van uitgang terug.
'k Heb toch in die vijf jaar betere gedach»
ten over den Volkenbond gekregen en geloof,
dat bij op bescheiden wijze wel wezenlijk zijn
nut doet.
Dat ga ik nader uitleggen.
Ten eerste dan, de zittingen van den Vol»
kenbond zijn in den regel openbaarde pers
der geheele wereld is daar tegenwoordig
men hoort hier in 't publiek de volkeren der
aarde overleggen en hun meening zeggen 't
is als het ware een parlement der natiën.
Nu overschat ik de wereldsopinie niet.
Maar onderschatten doe ik ze ook niet.
Heeft, vooral thans na den oorlog, eenig
I
a