Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
ffoor ètu Jfouèög
IN HOC SIGNO VINCES
Is-
No. 3150
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1925
40ste JAARGANG
Drie Bladen.
TWEEDE BLAD.
Uit
Pers,
Officieel Gedeelte.
[hteiw
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Dit nummer bestaat uit
tTot wien anders zullen wij vluchten
n tot Qod? Van wien anders zullen
wij hulp verwachten dan van Hem
Dit is wel de grootste zonde, dat wij
met voorbijzien van God, onze hope
op het schepsel stellen. Én hoe dik
wijls maken wij ons aan deze zonde
schuldig, en dat waarlijk niet alleen
de wereldling, maar ook Gods kind.
En toch, wat is dwazer dan dat Heb
ben wij niet vaak de meest overtui
gende bewijzen van 's menschen on
macht gehad Menig vader zou zoo
gaarne zijn kranke kind willen helpen,
maar staat onmachtig tegenover het
leed van zijn lieveling. Wie werd nooit
teleurgesteld door de ontrouw van
vrienden Zij, naar wie wij uitzagen
in den nood, lieten ons in den steek.
Neen, op prinsen zelfs kunnen wij niet
bouwen. Al het schepsel moet wegval-
De Heere verbrijzelt de afgoden,
IR: wij hebben opgericht en na zoo
vele teleurstellingen telkens weer op
richten. En zoo moet 't zijn, opdat wij
naar Hem uitzien en leeren hoe langer
hoe meer 't van Hem alleen te ver
wachten.
Daarom, is uw hari ontroerd, wordt
ge gekneld door bange zorgen, is de
toekomst donker, ga tot God. Zie uit
naar Hem, van wien uw hulp komen
moet. Verwacht 't niet van uw beleid,
stel al uw hoop niet op een mensch,
maar leg als een kind al uw nooden
en zorgen aan Gods Vaderhart en bid
Hem, dat Hij u Zijn heil mag doen zien.
Maar, en ook dit moet door ons ter
harte genomen worden, als wij uitzien
naar den Heere, moet 't geschieden in
't vaste vertrouwen, dat Hij ons Zijn
hulp niet onthouden zal. Het moet niet
ten uitzien op 't onzekere zijn. Wij
moeten gelooven, dat God verhooren
zal, zij 't al op een andere wijze en
op een anderen tijd dan wij verwacht
ten. Bidden zonder geloof is geen recht
biddendie twijfelt, meene niet, dat
hij iets van den Heere ontvangen zal.
Dat vaste vertrouwen spreekt de
kerk uit, als zij betuigt„ik zal wach
ten op den God mijns heils". In dat
«wachten" ligt opgesloten het geloof,
dat God komen zal. De Kerk betuigt
daarmede, dat zij 's Heeren komst ver
beidt, Hem afwacht, wacht totdat 't
2ijn tijd is. Van haar God belijdt zij:
Hij is de God mijns heils, de oorsprong
van mijn heil. Heeft Hij dat heil in de
voorgaande jaren zoo dikwijls en op
zoo velerlei wijze betoond, zij ver
trouwt, dat Hij ook in dej toekomst
haar Zijn hulp niet zal onthouden.
Nu hebben wij hierin de vromen
onder de Oude Bedeeling na te volgen.
Zij zijn ons ten voorbeeld gesteld wat
betreft onze tijdelijke en eeuwige be
langen. Ook bij ons moet 't zijn, wat
aangaat onzen arbeid, plannen en voor
nemens, in betrekking tot onze omstan
digheden en alles wat God ons in dit
leven oplegt: ik zal wachten op den
y°d mijns neils. Heeft Hij in de jaren
jhe achter ons liggen, ons zoo dikwijls
heil geschonken, zoo vaak zich betoond
ais een God, op wien niet te vergeefs
gebouwd wordt, ook in de nooden,
die volgende jaren met zich zullen
brengen, zal Hij ons niet begeven. In
natuur en in genade is en blijft Hij de
God des heils van allen, die Hem ver
wachten.
Maar dan hebben wij hier ook ge
duld te oefenen en lijdzaamheid te
betrachten. Wachten onderstelt, dat God
vertoeft te komen. Het geloof wordt
wel eens op een langen en zwaren
proef gesteld. Onze tijd is in den regel
niet Gods tijd. Wij moeten soms, gelijk
Abraham, lang wachten, voordat Gods
belofte in vervulling gaat. Maar wat
God beloofd heeft wordt zeker vervuld
niets is zoo vast en zeker als Zijn woord.
Ligt, gelijk wij opmerkten, in het
„wachten" vertrouwen opgesloten, er
wordt ook door te kennen gegeven,
dat wij stil moeten zijn. Met het wach
ten op God is in strijd alle onrustig
dringen om in de toekomst te zien,
terwijl 't nog Gods tijd niet is, onge
duldig te worden, waar de Heere ver
toeft te komen. Wij moeten ons lot in
Gods hand overgeven, vertrouwen op
Hem, ook al zien wij geen weg, waar
in ons hulp kan toekomen. Niet on
rustig zijn in ons lot, angstig en be
kommerd over vele dingen, als vreezen
wij, dat de Heere niet of te laat zal
komen, maar stil afwachten, verzekerd,
en voor ons zorgt. Zoo hebben wij
dan te arbeiden in de wetenschap, dat
alle arbeid zonder Gods zegen niet
gedijen zal, maar ook, dat Hij de hand
des vlijtigen zegenen wil.
dat, wat ook geschieden mag, Zijn
hulp zal blijken.
Daarmede willen wij niet zeggen,
dat wij lijdelijk moeten wachten, met
de handen in den schoot gaan zitten,
sprekendevan den Heere moet ons
heil komen en daarom zal onze arbeid
toch niets baten. Zulk een taal is god
deloos. Dat zou wezenGod verzoe
ken. In dien weg zullen wij Gods heil
niet ondervinden. IntegendeelGod
eischt van ons, dat wij doen, wat onze
hand vindt te doen, dat wij arbeiden
met alle krachten, met allen ijver aan
vatten, waartoe wij geroepen worden.
Wij hebben ons te houden aan Gods
geopenbaarden wil, en die is, dat wij
den weg der middelen moeten bewan
delen. De Heere heeft gezegd, dat, die
niet werkt, ook niet eten zal, en dat
hij, die zijn huisgenooten niet verzorgt,
erger is dan een ongeloovige. Maar,
waar de middelen niet zijn aangewend,
hebben wij 't verder in Gods hand te
geven en te wachten op Zijn zegen,
vertrouwende op Zijn beloften. Hoe
onteeren wij Hem, indien wij steeds
tobben over allerlei bezwaren en ons
bekommeren over de toekomst en zuch
ten en klagen, alsof er geen God meer
in den hemel is, die aan ons denkt
;lsel pas was iue
dezingen, ze niet
:n, n 1. de evens
eischt een paat
ollege. Zij heb»
:n naar de evens
laar de klemtoon
>eleid. Vergis ik
:n tijd is geweest,
en werkprogram
ïeer ik zeg, dat,
kwam van een
ag moest worden
:mocraat in het
'ethouders plaats
er evenredigheid
viel op het bes
;an mij dat best
adres van den
:gd dat het zoo
Is niet hetzelfde
hij heeft ge*
rken aan de vets
i de ordinantiën
fen in het leven,
en op den medes
in hem gewoon
ling echter maar
iet van plan, zijn
wil ik nog ops
met zijn stelling
als hij een tiental
i kunnen stellen,
J.vMag nooit
md worden, die
-egt geen ja en
t toch wel eens
:hter het oog te
pstel Gods, waar»
a zeer gemengde
nt. De stelling
harden.
:r het eigenlijke
■g. Verschillende
eenerzijds den
roordiging mede
ogeniteit afwijst
ichelijkheid, dat
;e plaats neemt,
n tegenspraak
itter. Principieel
ik dat de eisch
liging in de sas
tot hoofdzaak
ïoet zijn, althans
nde van de ges
ïoet waarborgen
.lurscollege, laat
1. het bestuurss
e van de sociaals
ook hoofdzaak
aandrongen op
igenwoordiging.
imaal de hoofd»
en men kan dan
ostig te schaden
pollege rekening
nderheid, des t
onmogelijk alle
r Laan te beants
dit zeggen, dat
hem niet heb
liet onderschrijf,
aij anders laten
Ik neem hem
iet geëischt kan
rukking precies
Laan stellingen
>raak prikkelen,
i de eerste Chriss
maatschappij is
het mij moeilijk
er Laan in overs
behoorlijke thes
en dan zal hij
onjuist is.
en Overflakkee
.ugustus 1925.
0 per 100 K.G.
>0 per 100 K.G.
16,40 p. 100 kg.
L70 per 100 K.G.
',40 per 100 K.G.
0 per 100 K.G.
tier 100 K.G.
aer 100 K.G.
i00 K.G.
K.G.
r 100 K.G.
jper 100 K.G.
per 100 pond.
per 100 pond.
p. 100 pond.
11,50 per 100 st.
f 11,40 p. lOOst.
50 per 100 stuks,
f 10,90 p. 100 st.
f7,80 p. 100 st.
,70 per 100 st.
er 100 stuks.
stuks,
per 100 stuks.
100 stuks.
00 bos.
100 bos.
ugustus 1925
gslokaal, Wars
n Veiling, wer»
ed
6.95 tot f 9.05
7.35 tot 7 90
tot -
tot
tot
tot -
tot
:HE VEILING
'erland.
t Handelsinfois
RAAF S, Co.'s
n over de afges
\ug. in Neder»
renten tegen 85
week van het
Aug. 1925 2725
over hetzelfde
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Teief. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordea berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
MICHA 7 i 7.
«Maar ik zal uitzien naar den
Heere, ik zal wachten op den
God mijns heilsmijn God zal
mij hooren.«
11
(Vervolg).
(Slot volgt).
Een vrucht van de ramp.
»De Zeeuw* schrijft
»Het moet voor de bewoners van Oost»
Nederland, inzonderheid van den Achterhoek
en de Peelstreek een zieldoorschokkend oogen»
blik geweest zijn, toen daar op eenmaal een
der elementen zoo schrikkelijk bewogen werd
een dichte duisternis over hen viel, en Gods
stem zoo buitengewoon weerklonk in Storm
en Donder.
Wat in die benauwing door de meesten
hunner is doorleefd, zal wel niemand der
buitenstanders zich kunrien indenken.
Alle nieuwsbladen, groote en kleine, hebben
zich gehaast van dit vreeselijke gebeuren
verslag te doen. Met ontzetting en medelijden
heeft men er van gelezen en nog eens gelezen.
En uit de diepe ontroering is spontaan, als
op eenzelfde oogeriblik, in het gansche land
van Sluis tot Delfzijl, en van Texel tot Maas»
tricht, de wedijver gerijpt om het onzegbare
leed te verzachten.
Hierin spreekt het door God, in het hart
zelfs van den diepst gevallene ingeplante
gevoel van solidariteit, waarvoor wij Hem
dankbaar zijn.
Dat woord van dank komt ook toe aan
van eergisteren kon men lezen«Iedereen
dacht dat de jongste dag gekomen was*.
Toen in 1918 over de heele wereld de Heere
door aardbevingen tot de menschen sprak,
bepaalden ook de dienaren des Woords in
ons land de menschen bij den ernst dezer
roepstemmen. En de Chr. pers »De Stan»
daard* voorop liet haar waarschuwing uit»
gaan om deze rampen, die heenwezen naar
het laatste der dagen, niet in koele onver»
schilligheid langs zich heen te doen gaan.
Doch helaas, de pers van Links, althans voor
een deel, wees de waarschuwing met een licht»
zinnig glimlachje terug. Aardbevingen waren
immers altijd voorgekomen.
En «Het Volk« spotte. Spotte ook met de
voorspelling van het helsche vuur. Noemde
niet de Oproerige Krabbelaar het Kamerlid
Kleerekooper de hel «een eeuwigdurende
crematie* I
Zal dit nu weer gebeuren
Zal men nu weer door lichtzinnige taal en
oppervlakkig geschrijf, gelijk bij de verkiezin»
gen van 1918 geschied is, de uit hun slaap
opgeschikte geestverwanten tot de zoete rust
terugvoeren Zal men nu weer moeten be»
leven, wat in 1914 gezien werd: de kerken
te klein voor de benauwde harten en daarna
toen de grootste bangigheid over was, een
terugzinken in de dommel van onverschillig
heid en een teruggrijpen naar het oude leven
van spel en weeldegenot
O, wij hopen zeer, dat de ramp van den
lOen Augustus, die allicht menigeen op de
knieën bracht, waaronder zelfs die het bidden
reeds lang verleerd, of misschien nog nooit
ernstig tot zijn God geroepen had, voor velen
het begin geweest is eener bekeering, bij welke
in plaats van het verloren aarsche bezit, de
onvergankelijke schat gevonden wordt, die in
de hemelen bewaard wordt, voor een iegelijk
Te Apeldoorn werd Woensdag de landbouwtentoonstelling van de Geldersch Overijselsche
Maatschappij van Landbouw geopend. Z K. H. Prins Hendrik bracht een bezoek.
onze groote dagbladpers die zich gehaast heeft
door woord en beeld den indruk deze ramp
te vereeuwigen.
Vooral de groote liberale pers komt lof
toe voor de getrouwe weergave van de ver»
schillende mededeelingen door de getroffenen
zelve aan hare verslaggevers verstrekt.
Door deze getrouwe weergeving toch heeft
zij met name aan ons Christelijk volksdeel
een verrassing bereid, waarvan men de be»
teekenis niet mag onderschatten.
Zij is deze. Zij heeft, misschien onbewust,
misschien bewust, maar dan toch zeker voor
een deel ondanks zichzelf de waarheid,
de waarachtigheid helpen vertolken van de
woorden door onzen Heiland en bevorens
door de Profeten, en na 's Heilands Hemel»
vaart door Zijne Apostelen in hunne Brieven
gesproken, dat er eenmaal een Jongste Dag
zal zijn, zoo geducht, dat hij met geen pen
is te beschrijven. Te vertollen ook de gedachte
die in 't diepste onderbewustzijn van ons
volk nog levende is, omtrent een Laatste
Oordeel, een schrikkelijk Eindgericht, dat gaan
zal over alle volken, en waarbij de groote
scheiding zal worden voltrokken deze zullen
gaan in de eeuwige pijn, maar de rechtvaar»
digen in het eeuwige leven.
Wie met aandacht de brieven en verslagen
in de linksche dagbladpers, van Volk tot Tele»
graaf, leest, dien moet het opvallen, hoe
schrikkelijke angst voor «het Einde« de men»
schen beving toen zij op dien noodlottigen
Maandagavond door den alles vernielenden
wervelwind werden verrast.
In de berichten en vraaggesprekken heet
hetwij dachten dat het einde daar was«. En
nog heeft men zich van dit denkbeeld niet
kunnen losmaken. Nog in «Het Vaderland*
die God in waarheid zoektdie God vreest
en voor Zijn Woord beeft.
Dat zij, die dezen schat reeds mogen be»
zitten, zich haasten om deze ongelukkigen
tegemoet te treden met een rijk gevulde hand
en bij hunne gaven het stille gebed voegen
dat aan deze zoo zwaar beproefde broeders
en zusters moge toekomende vreedzame vrucht
der gerechtigheid, waarvan de H. Apostel
spreekt (Hebr. 12 11):
«En alle kastijding, als die tegenwoordig is,
schijnt geen zaak van vreugde maar van droef»
heid te zijn doch daarna geeft zij van zich
eene vreedzame vrucht der gerechtigheid den»
genen, die door dezelfde geoefend zijn*.
De Maasbode (R »K.) geeft het socialistisch
dagblad «Voorwaarts* de volgende afstraffing
De vos, die de passie preekt.
In de »Voorwaarts« van gisteravond komt
een ingezonden stukje voor, waarmede de re»
dactie toch wel uitermate verlegen moet heb»
ben gezeten.
In dat ingezonden stukje staat, dat de laat»
ste weken door iedereen de Zaterdagavond»
artikelen in «Voorwaarts« besproken werden
over de Rotterdamsche roof holen.
En dan wordt er gezegd «de Redactie heeft
niet geschroomd om aan dezen kanker der
samenleving publiciteit te geven«.
Ons inziens heeft de Redactie van de
»Voorwaarts« zich van een pakkend stukje
reclame meester gemaakt.
Maar 't is haar niet voldoende geweest om
haar kolommen voor deze soort onthullingen
beschikbaar te stellenhiermede kon zij, met
wat zij naar haar oordeel zich tot plicht re»
kende, hebben volstaan.
Doch bedenkelijker wordt het geval, nu
dezelfde »Yoorwaarts« het noodig oordeelde
dezelfde artikelen in boekformaat in duizen»
den en duizenden exapplaren over de stad
te verspreiden.
Met trots en voldoening kondigt de redactie
aan, dat de vijfde druk van dit libelleije al
ter perse ligt.
Daarmede heeft de redactie datgene, wat
zij mogelijk als ethisch bedoeld opzette, ge»
heven of beter nog gezegd verlaagd tot
de sfeer van schandaal» en prikkellectuur.
Het gevolg is nu dat men dit zeer beden»
kelijke boekje, sensationeel en vaak zeer prik»
kelend geïllustreerd, in de handen ziet van
velerlei knapen en bakvischjes.
Door het onbeperkt en in het openbaar in
zulk een grooten getale en tegen zulk een
luttelen prijs verkrijgbaar te stellen heeft de
redactie niet alleen haar doel voorbijgescho»
ten, maar komt ook haar streven in een ge»
heel ander licht, dat niet anders dan ten
sterkste veroordeeld kan worden.
Te meer te verwonderen is daarbij nog, dat
een Officier van Justitie daaraan zijn mede»
werking heeft verleend.
Eerder had deze autoriteit aanleiding moe»
ten vinden om het libelletje* in beslag te ne«
men nu dit blijkbaar voornamelijk in handen
wordt gespeeld van hen, die den kinderschoe»
nen nog niet zijn ontwassen en die er nu
met heimelijk genoegen in zitten te bladeren.
Maar nog bedenkelijker wordt de gestie
van de «Voorwaarts» als wij nu het boven
gesignaleerde ingezonden stuk verder lezen.
De inzender n.l. vestigt de aandacht van
de «Voorwaarts* op nog een andere zaak,
die «ook een wonde is, die radicaal wegge»
sneden dient te worden*.
«Dit zijn*, schrijft hij, «de steeds toene»
mende handelaren in gummiwaren en voor»
behoedmiddelen. In alle deelen der stad kan
men die winkels of bovenhuizen aantreffen,
en in alle bladen kondigen zij met groote
annonces aan, dat zij als menschenredder op»
treden, dus het goedkoopste met hun gummi»
waren en voorbehoedmiddelen zijn. Maar dat
voorbehoedmiddel is inderdaad een middel
om het publiek te lokkeu om er een reeds
bestaand leven mee te dooden.
«Als een hyena loeren zij op hun prooi en
wee de arbeidersvrouw die binnenkort haar
gezin zal zien vermeerderen en uit angst dat
het zooveelste kind haar zorg zal doen toe»
nemen, in de handen van zoo'n hyena valt
die komt er moreel en financieel geruïneerd
vandaan, want niet alleen de middelen, die
men voorgeeft te verstrekken helpen niet,
maar men is zijn geld ook k«vijt«.
En dan eindigt de inzender met zeer naïeve»
lijk een beroep te doen op de Redactie van
de »Voorwaarts« om «ook haar licht op deze
verpestende duisternis te laten vallen*
Wij zeiden alreeds, dat de redactie van de
»Voorwaarts« wel verlegen heeft moeten zi U
ten met dit ingezonden stuk, want hiermeo'e
komt heel haar zoogenaamd nobele gestie om
de kankers der samenleving uit te snijden i n
een hachelijk licht.
De gesignaleerde advertenties toch komen
nagenoeg in geen enkel blad meer voor.
De actie van den bekenden Ds. Pincoffs
heeft hier waarlijk vruchten gedragen.
Behalve alleen in de sociaaldemocratische
bladen, met name de «Voorwaarts* en «Hef
Volk«, waar men ze dag aan dag met het
dozijn tegelijk kan vinden.
In hetzelfde nummer van de «Voorwaarts*
waarin het ingezonden stuk werd opgenomen,
kan men nog een dergelijke annonce lezen
en in «Het Volk* van dienzelfden datum
biedt zich nog een Rotterdamsche juffrouw
op een «bovenhuis* voor hetzelfde doel aan.
De inzender zet de redactie van de «Voor»
waarts* dus wel voor een vreemdsoortige taak.
't Is niet anders dan «medice cura tiepsum 1*
Geneesheer genees u zelf.
De plotselinge zedelijkheidsbevlieging van
»Voorwaarts« komt hiermede wel in een zon»
derling licht.
Pecunia non olet 1
Geld riekt niet
En de beruchte annonces en de massa»
verkoop van het schandaleuze libelletje bren»
gen geld in de kas, waar elk ander zich toch
voor zou schamen.
De Burgemeester en Wethouders van SOM»
MELSDIJK, doen te weten, dat door den
Raad dier gemeente in zijne vergadering van
15 Mei 1925, zijn vastgesteld de volgende
verordeningen
Verordening tot heffing van »markt>
geld* in de gemeente Sommelsdijk.
Artikel 1.
Er wordt eene belasting geheven onder den
naam van marktgeld.
Als marktgeld is op de voor» en najaars»
en wekelijksche veemarkt het volgende ver»
schuldigd
voor elk paard, veulen, hit of ezel f 0,20
voor elk rund of kalf0,20
«1