DEL
ingen
.Ml"
L
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
I
(ELEK
IN HOC SIGNO VINCES
Hooikoortsi
Abdijsiroop
IEN
iad
en
&Zn.
rv
No. 3150
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1925
40STE JAARGANG
Op den Uitkijk.
VAN
rdam
|vaste
ioed
■inter.
:RDAM
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
EERSTE BLAD.
Beginsel en Praktijk
Het was eenige jaren terug.
Een onzer a.-r. krantenschrijvers zat
in den trein met een geestverwant, die
het een heel eind in de wereld had
gebrachtdie ook in kerkelijke kringen
in aanzien was en in ons partijleven
meer dan één post van vertrouwen
had bekleed.
Hij had het over de beginselen.
Die waren goed en noodzakelijk,
maar men had er, vond hij, in den
tijd van Kuyper wel wat te veel aan
gedaan.
Thans was de praktijk aan 't woord.
Men kan niet altoos over de begin
selen blijven doorredeneeren
Die man bedóélde 't zeker goed.
Maar nu zijn we 't niet met hem eens.
Vooreerst is het historisch volkomen
onjuist, en goed bekeken een hatelijke
legende, als zou dr. Kuyper voor de
praktische zijde der vragen-van-den-dag
te weinig oog hebben gehad.
Op de bureaux in Amsterdam en in
't Kuyperhuis, Den Haag we weten
't niet stellig, maar vertrouwen het
zullen wel volledige Standaard-exem
plaren zijn.
Welnu, die kunnen 't getuigen.
En de ouderen onder ons weten 't
nog heel goed, dat geen belangrijke
Wet aan de orde kwam in de Staten-
Generaal, of Kuyper had er, soms in
een reeks van artikelen, zijn oordeel
gezegd.
vwEn wie een concreet voorbeeld
wenscht
De Ongevallen-Wet, een der voor
naamste sociale wetten, is niet in prak
tijk gebracht zooals hetkabinet-Pierson-
Borgesius 't zich had voorgesteld, maar
in menig opzicht naar Kuypers ideeën
gewijzigd, al kon hij natuurlijk lang
niet in alles zijn meening doorzetten,
dewijl hij in de minderheid was.
Maar dan is er nog iets.
Waarom wij 't met den ongenoemde
niet eens zijn, als hij bedektelijk te
kennen geeft, dat dr. Kuyper en de
zijnen wat meer praktisch hadden moe
ten. zijn.
Onze partij heeft tweeërlei roeping.
Ja, ook praktisch werk te doen.
En we zouden zoo zeggen, wat Co-
lijn in de laatste jaren heeft gepres
teerd is genoeg om onze partij voor
geruimen tijd „veilig te stellen" tegen
het verwijt, als zou ze niet meedoen
aan praktisch werk.
Maar ze heeft ook hooger roeping.
N.l. om een zoutend zout te zijn te
gen 't bederf der Revolutie, dat op
ongeloofelijke wijze voortvreet in 't
midden des volks. En om een stevige
dam op te werpen, als de golven der
Revolutie weer eens zóó mochten op
schuiven, dat er gevaar voor doorbraak
kwam.
En wat denkt ge nu
Hoe wordt die roeping het best ver
vuld?
Door veel praktisch werk te doen,
óf door de rechte beginselen, Gods
ordinantiën, zoo vast te griffen in 't
hart des volks, dat het instinctief voelt,
waar de rechte lijn loopt?
Wij meenen van het laatste.
En aèt heeft Kuyper gedaan.
Maar, zou men kunnen vragen:
Zou 't ook zóó zijn, dat in Kuypers
lijd de studie en de verbreiding der
beginselen vooral noodzakelijk was en
dat het nü meer de tijd der praktijk
geworden is
Die vraag zóó moet niet gesteld.
Men moet het eene doen en het
andere niet nalaten beginsel en prak
tijk moeten samengaan.
Doch aan het beginsel de voorrang.
't Is er verre vandaan, dat dr. Kuy
per de studie der beginselen zou heb
ben uitgeputhijzelf zou de eerste zijn
om met zulk een onwetenschappelijke
gedachte den spot te drijven
Hij heeft een begin gemaakt.
En, voortzettende het werk van Groen,
scherpe hoofdlijnen getrokken. En hij
heeft weieens geklaagd, dat hij bij een
en ander zoo weinig steun ondervond
bij de gestudeerden onzer eigen partij
Er bleef nog zooveel te doen over.
Wie daar een kijkje op wil hebben,
ga maar eens na, wat vraagstukken er
in „Antirevolutionaire Staatkunde", 't
bekende maandschrift, behandeld wor
den.
En wie weten wil, hoe noodzakelijk
de studie der beginselen is, om de
rechte praktijk te vinden, die moet in
datzelfde maandschrift de „Vragenbus"
maar eens nakijken, waar soms stukken
in verhandeld worden die op zichzelf
een brochure waard zouden zijn.
Wat nu die beginselen betreft
Wij willen allerminst beweren, dat
de a.R. partij op allerlei voorname
punten haar laatste woord reeds ge
sproken heeft en 't uiterste der waar
heid heeft gevonden.
Maar één ding doet ons zeer leed.
Dat aanverwante partijen en groe
pen, zoodra ze 't ergens op eenig punt,
wat de beginselen betreft, niet met ons
eens zijn, zoo spoedig gereed staan
met hun beschuldiging Afgeweken
Wij geven niet dadelijk toe, dat de
Overheid geroepen is de „ware Kerk"
ruim met geld, predikantsplaatsen en
allerlei voorrechten te steunen: Afge
weken
Wij meenen dat sociale verzekering
een van God verordend middel is om
de bangste gevolgen der zonde wat in
te perken Afgeweken
Wij zijn van oordeel, dat in een zoo
gemengd land als het onze, de toepas
sing der beginseren wel anders móét
zijn, dan onder een volk, waar staat
en kerk vrijwel een zijn Afgeweken
En dan wordt dit in allerlei toon
aard week aan week herhaald, steeds
bitterder en 't gevolg is dan soms dat
ook van ónze zijde harde woorden
worden gezegd,
En dat zoodoende zij, die als één
man moesten optrekken in oriderlingen
twist hün kracht verteert totdat
de Heere God zich zoozeer vertoornt,
dat Hij over ons het kwade brengt en
de macht in de hand des vijandslegt.
Reclame-fMededeelingen.
'1
Ki u
CULO
ilden,
kijkje
adres
f 10,-
:n hooger
n hooger
f 7.50
Kwaliteiten
en maken
N CADEAU
*ing van
sdiening
van
jewekt hun
cer Ds. van
e volgende
tie voor de
tdden onder
rij een biljet
it voor zijn
reeds eenige
im het biljet
raag wilden
te plaats Ds.
>evond zich
predikatie
int gewoon
vaarde wees
ht om zijn
voor de we»
ons geloof
d licht. De
vij Christus
te volgen.
«Gij fabri»
een Chris»
envrienden
rinkelier, is
dat gij een
kameraden
wel dat gij
rend schoo»
aar hoorde,
winkelier
t gereed en
het, goed
:r ijverigste
verkiezing
ige weken
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
D1ENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten woröta berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
|IL "I" III
Wensch der Koningin.
Het is zóó weer 31 Augustus.
En het is een sympathieke gedachte van
H.M. de Koningin die, zij door middel van
de Gouverneurs der Provinciën aan elk Ge»
meentebestuur in overweging gaf, om n.l.
Haar verjaardag ditmaal zooveel doenlijk zon»
der kosten te gedenken.
Met het uitgesproken doel
Den 31en speciaal te doen zijn een lief»
dadigheidsdag voor de getroffenen door den
stormramp.
Vinde die Koninklijke gedachte bijval I
De Koningin ééren kan tóch.
'n Uitgestoken vlag kost geen geld en 'n
kleurig Oranjelintje op de borst evenmin.
Maar laat er dan dien dag ook extra veel
gegeven worden voor hen die zoo zwaar wer»
den bezocht.
Hoe en in wat vorm, dat zal verschillend
zijn.
Langzamerhand zal nu wel overal een plaat»
selijk comité zijn opgericht, terwijl we ten
overvloede 't adres noemen van den penning»
meester van 't Nationale Steuncomité F. J. M.
van Ogtrop, Penningm., Heerengracht 212,
Amsterdam, postrekening nr. 49414.
Niet de Almachtige, maar »lFy«.
De heer Stenhuis durft het zeggen
Hij hield dezer dagen een rede, waarin hij
ook behandelde den eisch der arbeiders in de
metaabnij verheid, dat zij zullen mcê»beslissen,
of er gebruik zal worden gemaakt van over»
werkvergunningen ja of neen.
Bij die gelegenheid sprak hij, naar luid van
't verslag in de N. R. C. onder meer
»Het gaat er in de kwestie der overwerk»
vergunningen om, of de arbeider langer leven
zal of niet. Arbeidstijd is voor heel wat
arbeiders het tegendeel van levenstijd. Elk
uur langer werk wordt ons ontstolen aan
ons leven. De vraag, of wij zullen leven of
dood zijn, hebben wij en wij alleen te beant»
woorden«.
Lees dien laatsten zin eens over.
Wat vermeet zich de mensch niet, wiens
adem in zijn neusgaten is 1
Wij zullen beslissen, of 't uur van onzen
dood verschoven of vervroegd worden zal
wel een taal 1 De acht, zeker nu wel 10 mil»
liocn »gave« guldens die Stenhuis achter zich
heeft, hebben dezen mensch uitzinnig gemaakt.
Nadruk verboda*
Ditmaal wil ik eens speciaal handelen over
onze ambtenaren en onderwijzers, die bij de
jongste stembus niet antirevolutionair hebben
gestemd, alhoewel zij zich voorheen steeds
bij onze partij voegden.
Dezulken zijn er, dat staat vast.
Aangezien de stemming geheim is, kan men
dit alleen weten uit hun eigen mond, doch
Nu zullen we weinig napleiten over de re»
denen, waarom deze mannen ditmaal zoo ver»
toornd waren op Colijn en op de A.R. partij.
Er is al zooveel over geschreven men komt
er niet verder mee.
Twee opmerkingen slechts maken we.
Als deze broeders zich eens uit'ten, den
laatsten tijd, hoorden we toch niet veel spre»
over het bekende art 40.
Niet, dat ze thans de intrekking goedkeuren,
in 't minst niet.
Maar het kan hun niet ontgaan zijn, dat
in de pogramma's der verschillende partijen,
die aan den stembusstrijd deelnamen, over
artikel 40 in alle talen gezwegen werd en dat
nergens royaal weg als doel werd gesteld, dat
de ambtenaren en onderwijzers in hunfinan»
ciëelen staat van voorheen zouden worden
hersteld
Dit zoo zijnde, had het weinig zin, om
zich ter wille van art. 40 van de A.R. af te
keeren.
Tot herstel van »onrecht« behoefde men
het niet te doen.
En als men zich van een partij wil afkeeren,
omdat zij zich naar men 't zelf inziet, aan een
onrechtvaardige daad heeft schuldig gemaakt,
dan kan men achtereenvolgens tot alle staats»
partijen wel toetreden en ze weer verlaten.
Men moet het óók kunnen verdragen, dat
de eigen partij tenminste zooals men 't zelf
ziet een leelijke vlek heeft en er zich bij
kunnen neerleggen, öök wanneer men de vlek
niet weggewasschen krijgen kan.
Een andere grief werd méér gehoord
»1Vij zijn, om tot de noodige bezuiniging
te komen, door de Regeering tweemaal ge»
knauwd éérst in de vermindering onzer sala»
rissen, die ons alléén trof en ten tweede in
de indirecte belastingen, die verhoogd worden
of nieuw ingevoerd zijn en waarin allen deelen.
't Feit zelf geven we grif toe.
Over het recht der regeering willen we, als
gezegd, niet twisten.
In de Hoitus Botanicus te Amsterdam bloeit sedert Woensdagavond de bekende
«Victoria Regia», waarvan hierbij een foto.
daar zijn er dan ook, ik heb de brieven
voor oorgetuigen liggen en ze schreven 't
ook soms wel eerlijk in de krant die be»
slist «Colijn niet hebben gestemd« zooals 't
dan heet.
Naar onze meening zijn 't er weinigen.
Gróóter is 't getal van hen, die nog wel
op de a.r. lijst hebben gestemd, maar ditmaal
geen vinger voor de partij veroerden en geen
cent voor de actie over hadden.
Doch over hen heb ik 't nu niet.
Zij bleven dan toch toen puntje bij paaltje
kwam, de partij trouw.
Ik bedoel hen, die ik 't eerst noemde en
die er in de krant of tegenover anderen, met
opgave van redenen, voor uitkwamen, dat ze
ditmaal niet antirevolutionair hebben gestemd.
Wie geregeld leest, wat we schrijven, weet
zeer goed, dat wij hen nimmer hebben ge»
vleid of hebben gesoebat om hun stem moest
mèe door hün tegenwerking de Linkerzijde
aan het bewind komen, de verantwoordelijk»
heid zou mêe rusten op hén zóó hebben we
't hun altijd voor oogen gesteld.
We hadden gaarne hun stem gehad,
Doch uit beginsel, niet als gunst.
Thans echter wekken we evenzeer op, om
zulke mannen, ook al keurt men hun daad
af, daarover niet al te hard te vallen, doch
meer er op bedacht te zijn, door broederlijke
bespreking hen terug te brengen daar, waar
ze feitelijk toch behooren te zijn.
Een tijdelijke afwijking is herstelbaar.
Doch een definitieve scheiding is pijnlijk.
Zulke mannenbroeders komen daardoor in
een positie, waarin ze op den duur nooit vrede
hebben en wij zijn, wie werkelijk bij ons be»
hooren, inzake het beginsel, niet graag kwijt.
Daar komen we eerlijk voor uit.
Maar toch wordt dit vergeten
De jaarinkomsten van verreweg 't grootste
deel onzer burgers, boeren en arbeiders, zijn
sinds 1920, toen de ambtenaren enz. hun sa»
laris zagen vastgesteld met minstens evenvéél,
in vele gevallen met méér procenten gedaald
dan de salarissen de ambtenaren.
Nu kan men in theorie volhouden, dat die
salarissen met den algemeenen welvaartstoe»
stand niets te maken hebben, maar in de prac»
tijk heeft een bekend Amsterdamsch socialist
niet ten onrechte verklaard, dat het niet aan»
gaat, een arbeider die f 30 verdient, in de
belasting te laten medehelpen, om een ge»
meente»arbeider die ongeveer 't zelfde werk
verricht zijn loon van tegen de veertig te
helpen behouden.
En behalve de som»in«geld, die verdiend
wordt, moet de ambtenaar, óók na de jongste
verslechteringen toch erkennen, dat zijn voor»
uitzichten inzake pensioen enz. van dien aard
zijn, als ze maar zelden in 't particulier be»
drijf worden gevonden.
Doch over deze zijde der zaak genoeg,
'k wil thans een blik in de toekonist slaan.
En dan wil ik opmerken, dat op deze wijze
een gezond partijleven onmogelijk wordt.
Een ongezond verschijnsel in ons volksleven
was steeds de snipperzucht. Uit elkaar vliegen
we zóódan behoeft er niet veel te gebeuren 1
En dan gaan we staan, ieder op onze eigen
terp of dijkstuk, of erf en daar blijven we
staan ook. Want weer bij elkaar komen, dat is o
zoo moeilijk vaak.
En op die wijze breken we de kracht,
Reeds zijn met name de protestantsche groe»
f>en bezig, op geestelijke motieven en kerke»
ijke om niet zeggen kerkistische redenen
zichzelf van kracht te berooven, zoodat we
nu reeds naast A.R. en C.H., ook H. G. S.
en S. G. hebben gekregen.
Gaan nu ook aan meer materieele zijde aller»
lei splijtzwammen werken, zoodat al worden
dan geen nieuwe partijtjes gevormd, deze en
die en gene om allerlei redenen zich persoon»
lijk onttrekken, dan hoeft het straks geen
mensch te verwonderen, als straks de mannen
der Revolutie de macht in handen krijgen.
Misschien vinden sommigen dit heel niet
erg
De ervaring zou hun anders leeren.
Maar dan kón 't ook wel eens voor vele jaren
te laat zijn.
Als men redenen nemen wil, om zich afzij»
dig te houden van eenige partij, dan kan men
er zoovele vinden 1
We zijn menschen met elkaar
En er wordt aan alle kanten zooveel verkeerds
gedaan.
Neem nu b.v. onze eigen partij.
Stel eens, dat de arbeiders zich geraakt had»
den getoond over het feit, dat de Ziektewet»
Talma nu weer zeven jaar lang onuitgevoerd
liggen bleef, terwijl toch ook wij mee de ver»
antwoordelijkheid droegen hadden ze niet
in zekere mate gelijk gehad?
Stel eens, dat de werkgevers zich afzijdig
waren gaan houden omdat vooral in de eerste
jaren minister Aalberse's wetgeving en wetsprac»
40 cent per regel
[kunt gij bestrijden met AKKER's I
tijk hen knauwden in hun bedrijf, we zou»
den 't een noch het ander goedkeuren, maar
zou er absoluut geen oorzaak zijn geweest
Maar elk voelt toch ook, dat op deze wijze
want wat den een zedelijk vrij staat, dat
staat ook den ander vrij van partijleven,
van partijverband, van partijinvloed niets meer
overblijft.
We kunnen dan onze A.R. partij wel ten
doode opschrijven.
En moeten maar niet probeeren iets nieuws
te stichten, want dezelfde worm zou weer kna»
gen gaan.
Wie in partijverband leeft, en wie zijn plicht
als staatsburger behoorlijk vervullen wil, kan
geen einspanner zijn, die moet ook wat hem
een groote fout, ja onrecht schijnt, als zijn
protesten niet baatten, kunnen dragen ten»
zij de partij in haar geheele staatsbeleid van
haren grondslag mocht afgeschoven zijn.
En tenslotte, als men er niet overheen komen
kan
Dan trekke men zich tijdelijk terug.
Waarbij de nadruk op «tijdelijk» valt.
Het kan natuurlijk zijn, dat een partij op
een bepaald punt van staatsbeleid een beslis»
sing neemt of naar een beslissing drijft, waar»
aan men volgens zijn geweten niet meedoen
kan.
Dan kan terugtrekken begrijpelijk zijn.
Om duidelijk te laten uitkomen, dat we met
wat we zóó sterk afkeuren generlei gemeen»
schap willen hebben en dat we alle verantwoor»
delijkheid laten rusten op de partij zonder ons.
Maar viel dan eenmaal de beslissing,
Golft de staatkundige stroom weer langs
andere oevers, dan hebben we voorts ook te
bedenken, dat één enkele zaak niet op den
duur de doorslag geven mag en dat de partij
niet voor immer van onze steun mag worden
beroofd, waar zij immers, uitgezonderd dit
ééne punt, waarvan nu ieder weet, dat we er
niet persoonlijk mêe verantwoordelijk voor
willen zijn, voortvaart op de vroegere wijze.
Aan 't slot een geschiedkundige herinnering.
't Was in 't jaar 1894: dat bewogen jaar in
onze staatkundige geschiedenis, toen de Kies»
wet Tak strandde, nieuwe verkiezingen werden
uitgeschreven en ook onze partij op haar grond»
vesten werd geschud.
Mr. Lohman was de aanvoerder der oppositte
De Deputaten»vergadering werd te Utrecht
gehouden in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen de heeren Lohman en Mackay
bestreden de motie, die door het Centraal
Comité aan de vergadering was voorgelegd.
Toen stond in 't debat prof. Rutgers op.
De vader van den tegenwoordigen minister
van Onderwijs.
Hij nam zelden, hoogst zelden aan een
politiek debat deel, maar thans trachte hij zijn
ambtgenoot Lohman voorde partij te bewaren.
«Ik kan begrijpen zeide hij dat ons
beider ambtgenoot, hij doelde op dr. Kuyper,
Lohman en hemzelf, niet mee de verantwoor»
delijkheid voor de komende actie dragen kan.
Welnu, hij brenge een offer en trekke zich
tijdelijk, zeer tijdelijk uit het staatkundig leven
terug. Ieder zal dat billijken. Maar is dan een»
maal de beslissing gevallen in deze zaak, die
ons thans scheidt, dan wachten we hem ook
in onze gelederen op de oude plaats terug
Dat was de wijze raad van Rutgers.
Waar, helaas I niet naar gehandeld is
Dienzelfden raad leggen wij' neer voor de
ill
i
I