i i
li
EIGE1EINIER POOIGQED
ROQDE STAR POOTGSED
een HIT met TUIG en HAR
SP/?ÖHEff
I
WRKLEY5
Tarwe en Aardappelen
0® Central© Pïmïtm®
Maagpijn
I
I
MODEM DRUKWERK
18. lOElOlfEl HEI
DE BOEKHANDEL
alle leermiddelen uoor H. B. s. pp andere Scholen
Bil
KELIM VIS, Machinefabriek, sommeisdijk
ILLETON
J
AUGURKEN
Verkooping
WIJ
LEVEREN
U
JAN MURKEN
QRAHA'S ZALF (A)
li
IJS.
P. MERKES,
WIJ
lil—
Dienstbode
ai:
MIJNHARDT's
ROTTERDAM
Gouden Horloges
en Kettingen.
i
van de firma W. BOEKHOVEN Zn.
DRIJFRIEMEN
SMEEROLIËN
RIEMSCHIJVEN
BINDERTOUW
- Verzorging der Baby -
EE
Teg<
tt
1 I r';
Verloofd
JOH UAH OOSTEIIBRUGGE,
flink keukenmeisje
tweede werkmeisje
TEMMERMAN
J. u. mADEll, Molendijk 26, Oude Tonge
verdwijnen
bij Alle Drogisten
Eureka Crème Poeder
F. HERDICHT - B0TERSL00T 38 - TELEF. 2472
Hallo Pappie, hrem$iUonze
Wrighy's mee, niet
vergelen hoor/"
ALTIJD VERSCH DOOR DE f
PRACTISCHE VERPAKKING J
"/Va eiken maaltijd"*
op Vrijdag 24 Juli 1925,
's avonds 7 uur (z. t.) in het
Hótel SPEE te SOMMELSOIJK,
ten verzoeke van de Erven van
wijlen den Heer M. J. VAN DRIEL.
Notaris VAN BUUREN.
7<£XM GQEREE ess ÖVERFLAKKEL 88
maagtabletten
No. 3
GOUD- en
ZILVERHANDEL
73 Kipstraat 73
ïMi,
id
TEGEN BILLIJKE EN
STABIELE PRIJZEN
VOOR HANDELS- EN
RECLAME-DOELEIN
DEN - VRAAGT PRIJS
t
DRUKKERIJ - SOMMELSDIJK
TELEFOON
202
t
1
KERSTBOEK 1924,
LIEFDE door ANNA KATTERFELD,
JAN KORDAAT door L. PENNING.
G. F. CALLENBACH te Nijkerk.
houdt zich beleefd aanbevolen voor de levering van
Vlugge afwerking
Nette bediening
UIT VOORRAAD LEVERBAAR:
ZUIVER DRAAI- EN SMEEDWERK
(fijn geparfumeerd)
is voortaan JE Zalf voor Huidverpleging
(Ruwe huid, schrale lippen, uitslag, kloven,
wonden, enz.) Tevens onmisbaar bij de
Bij alle apothekers en drogisten verkrijgb. a 30 ets. p. doos.
Let os net uieitig gedeponeerd merk graha ulaardiiigeii
ARMOEDE
afzonde
Alle
De „ro
En da
weer me
de A.-R
Rechterz
Dat zi.
Ze pra
samen
Kabinet
zit
nu ook
zetten, v
is en ho
En da
Altijd,
A Dan k
praten.
En w
kon mee
moties a
Dat zt
Maar
er zoo t
Want
't Is
thans hi
vierd en
schandel
Antire
Rechts
„demöcr|
De Kj
Maar
't Gas
.weet d?
'zelfstanc
Kroon n
futselen.
Daar
bus"
Goed,
In de
Dacir
Waar
'heeft; d
En di
spelen I
Als
met die
houdt,
van tijd
't Ga<
In twt
in Frank
De
wel tot
al erg 1
de kiez
Kamer f
Er sta
«De If
minister
Let
En
w
di
En d
allen tij<
't Eei
blijven
Zij vr
En da
Dan
Spree
over.
Dat rr
En ah
'.{at jn
HI
1II
'J{
1
11 lis r
b;j
:j li
11 i
LOUISA J. BRINKMAN
26373 en
W. F. BURÉ
N. Doelenstraat 15
Amsterdam,
Reguliersgracht 32.
Heden behaagde het denHeere,
uit ons midden weg te nemen,
onze zeer geliefde man, vader,
behuwdvader, broeder, zwager en
oom, 26366
HENDRIK KLEINOD,
in den ouderdom van bijna 73 jaar.
Uit aller naam,
Wed. H. KLEINOD—Noorman
Dirksland, 18 Juli 1925.
Heden overleed, zacht en kalm,
onze lieve oom, behuwds en
oud oom, 26367
in den ouderdom van 88 jaar en
8 maanden.
Namens de familie,
L. VAN DER VELDE Lz.
Dirksland, 17 Juli 1925.
Heden ontsliep tot onze diepe
droefheid onze innig geliefde
dochter, zuster en behuwdzuster
JANNETJE VERDUIN,
in den ouderdom van 38 jaar en
11 maanden. 26372
Uit aller naam,
JACOB VERDUIN
KLAARTJE VERDUIN»Warnet
kinderen en kleinkinderen
Ouddorp, 17 Juli 1925.
Voor de vele bewijzen van
deelneming, ons betoond bij
het lijden en overlijden van onze diers
bare Echtgenoote, Moeder en Zuster
JANNETJE VERDUIN
betuigen wij hiermede onzen hartelijken
dank en inzonderheid aan den Heer en
Mevrouw Dr. GREUP voor de zorgs
volle verpleging tijdens haar lijden be»
toond. 26371
Uit aller naam,
Jb. SANDIFORT.
Ouddorp, Juli 1925.
GEVRAAGD tegen 1 of 15 Aug. een
en een
beiden met goede getuigen, P.G., loon
f 35 en f 30 p. m. 26365
Rusthuis Koningin Mariapl. 7, Den Haag
BIEDT ZICH AAN
Dertiger, goed vakman, ongehuwd,
goede getuigschriften. Aanvragen liefst
met waarschijnlijke tijdsbepaling hoe
lang werk. Br. No. 26369 Bureau van
dit blad.
aangeboden, groen te rooien, van prima
gezond gewas, (voorgekiemd) a 8 ct.
per K.G. Tevens nog
alles van zwaren grond. 26370
C. DE BONTE DIRKSLAND
Wegens aanschaffing van AUTO
TE KOOPi
met COLLINGS PATENT.AS. it
Alles in besten staat. Te bevragen bij
VOOR DEN INMAAK
bij vooruitbestelliDg verkrijgbaar, franco
thuis. J. BOETS, Achthuizen
26368
TERSTOND GE VRAAGD een
niet beneden de 15 jaar.
Brieven onder no. 26355 bureau van
dit blad.
Kantoor Voorstraat 5, Middelharnis
Vraag thans ten kantore der Nutsspaar»
bank inlichtingen tot verkrijging van
een spaarbusje voor uwe kinderen. Buss
jes worden gratis in bruikleen afgestaan.
Bevorder den spaarzin uwer kinderen
door hen de gelegenheid te geven hunne
spaarpenningen in een spaarbusje der
Nutsspaarbank te deponeeren.
VAN
dooCT^I
Sprutol Ja
kan ongekookt gebruikt worden,
onovertrefbaar in smaak en Kwa»
liteit. Prijs per Kilopak f 1,50
goed voor 5 Liter
verder alle soorten
Roomijsbenoodigdheden.
Steekt een paar
pakjes in Uw zak
als gij vanavond
naar huis gaat.
Tracteert de
kleintjes nu eens
op deze lek
kere Kauw-
bonbons. Zij
zijn er dol op
en bovendien
bevorderen
zij de gezondheid.
Gebruikt zelf Wrigley's na het roo-
ken, of wanneer het werk niet wil
vlotten.
Deze KLEINE bon
bon is een GROOTE
wonderdoener.
h38
MkSdeiMrate (Laoteweg) 'm tófea
wesïdaz v»at SKÉaa
m taegasfeeSgk. BwgewrawiclM! gxsê
és (Qaiwaaa Milithtii
maagzuur, oprisping,
gebrek aan eetlust
Gebruik
Per koker 75 ct.
Bij Apothekers
en Drogisten.
GrMtsta SpedaHtstt
20328
|S
0
ALS DEEL III VAN DEN 28en JAARGANG DER
CHRISTELIJKE BIBLIOTHEEK VERSCHEEN:
door DIEDRICH SPECKMAN
De prijs waarvoor dit werk afzonderlijk verkocht wordt is
f 2,50 Ingenaaid, f 3,25 gebonden.
Fier en forsch teekent de schrijver den hoofdpersoon van zijn
verhaal, een rasechten boerenjongen. Telkens schiet men in den
lach over zijn dikwijl komische ervaringen.
ZIJ DIE ZICH THANS OP DE CHR. BIBLIOTHEEK
ABONNEEREN, ONTVANGEN, BEHALVE DIT WERK,
DE REEDS VESCHENEN DEELEN
royaal uitgevoerd prachtwerk in kwarto formaat,
en later bij verschijning
De abonnementsprijs voor een geheelen jaargang is slechts
f 5,— voor ingenaaide en f 8,25 voor fraai gebonden boeken,
franco per post f 0,75 hooger.
MEN KAN ZICH TE ALLEN TIJDE ABONNEEREN, OOK
DOOR TUSSCHENKOMST VAN DEN BOEKHANDEL.
De catalogus wordt op aanvrage omgaand gezonden door den Uitgever
li en Engelsch
in de Malen ti
4-6-8-10-12 c.M.
voor Tractors, Motoren
Dorschmachines enz. it
van 20 70 c.M.
10)
Schets door L. K.
(Slot.)
»Hij heeft z'n verdiende loon«, zeiden de
verarmde tuinders; en de visschers op het
hoekje spraken er over in wijzend handgebaar
naar de plaats waar eens «Huize Voldoening®
had gelegen, hoe al zijn kwaad op z'n eigen
hoofd terugkwam.
Met bitteren spot werden uit lang vervlogen
dagen de oude verhalen cpgehaald en nog
eens werd gedacht aan den roem van het
geslacht van van Greverdam, nü was alles af»
geloopen en de laatste heugenis zou spoedig
zijn vergaan van wat de adelijke familie voor
den bloei van Essendijk en Zeezicht eenmaal
deed.
Hoog steigerde ouë Barts stem uit de saam»
scholende visschersgroepjes als er over den
brand gesproken werd. »En ik zeg maar«
zoo begon hij z'n praatje »dat de Jonkheer
toch geen gewoon mensch is je zult het
zien, hij komt er vast weer bovenop.® En weer
werd er verteld hoe Gijs Stanninga het met
eigen oogen gezien had dat de Jonkheer in
't holste van den nacht er met z'n honden
op uittrok, terwijl de bloedvlekken in het
bleeke maanlicht blonken op den rammelen»
den ketting. Voor een oogenblik leefde het
oude bijgeloof weer op en verscheidene vis»
schers die van Zeezicht naar Essendijk moes»
ten vermeden den gang langs de afgebrande
hoeveen men hoorde weer in de kroegjes
en op de kade van spoken en vreemde ge»
luiden, dagen aaneen, tot ook dit in de drukte
van het alledaagsch gebeuren overging naar
de vergetelheid.
ZESDE HOOFDSTUK.
Door ruwe herfststormen ingeleid brak de
winter aan. De bedrijvigheid der werkers ver»
minderde en in de polders en tuinen was
alles verlatendonker droefde de herfstlucht
boven het kale land en geen koeherdersdeuntje
klonk helder meer op in de velden slechts
de meeuwen, door de stormen landwaarts ge»
lokt, krijschten met krassende stem hun aan»
houdend »kriw, kriw kriw
Geen huppelende koeien gingen meer langs
den polderweg, zooals anders opgejaagd door
vroolijk hondengeblaf, want in den vlammen»
gloed hadden ze allen den dood gevonden.
Johan was van z'n taak ontheven en zou dit
blijven ook in den winter die aanbrak.
Andermaal nam de armoede haar intrek in
het hutje van Harm Evertse en het zorgen»
leven versomberde er de gedachten van z'n
vrouw. Bang was ze van het leven, bang voor
het naderende leed van mateloos getob en
gezwoeg om het weinige dat ze noodig hadden.
En ware het niet dat ze in dit alles niet de
ware levenstroost behouden had ze zou be»
zweken zijn onder den drukkenden last van
haar leed.
Met den brand der hoeve was^e laatste
hoop op levensverruiming verdwenen en alle
kans op werk vergaan De enkele guldens,
die voor moeder Geerte van zooveel belang
zouden zijn kwamen nu niet. Niemand was
er verder gezind om steun te bieden, want
overal heerschte er armoede en al grooter
dreigde het gebrek aan werk en brood.
Toch hoopten ze rog in al hun angst voor
den winter. Hun vertrouwen op den Heere
was nimmer nog beschaamd. Wie weet zou
ook thans de uitkomst niet verre zijn. En de
zekerheid van 's Heeren trouw verminderde
hun vrees.
Zóó gingen ze den winter in 1 En toen de
koude kwam en de sneeuw, en zij geen hout
hadden om het vuur aan te houden en geen
brood om den honger te stillen, toen riepen
ze in vertwijfeling aan 's menschen hulp tot
God, maar 't was alsof de hemel gesloten
bleef en niemand ontfermde zich over hen
in hun bittere, bittere ellende.
Met de oogen door tranen besluierd snikte
moeder Geerte haar verdriet uit. Ze zat voor
het venster van het koude vertrekje, en weer
lag den ouden bijbel geopend, juist op de
plaats van den eenennegentigsten psalmze
had er een vouw bij gelegd om gemakkelijk
deze plaats te kunnen vinden, telkens nog
las ze het wat sinds den Novemberstorm van
't vorige jaar haar lievelingspsalm was gewor»
den. En nu smart haar neerdrukte vond ze
andermaals troost in de woorden»Die in
de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten
die zal vernachten in de schaduw des AI»
machtigen I® Toen kwam er een stillen jubel
in haai hart en door heur tranen heen zou
ze wel hebben willen zingen van 's Heeren
ontferming die ze ook over haar en de haren
wakende wist. En toch die weemoed en dat
doffe bonzen diep in haar binnenste, tóch
dat afmartelende "gebrek om haar heen 't was
haar te sterken 't overrompelde het ver»
trouwen en overstemde de korte jubeltoon.
En al doffer klopten haar slapen en heviger
werd de smart 1 't Was alsof het duifje, in
het rieten korfje meevoelde in het groot ver»
driet, want teer klagelijk kirde het smeekende
geluidjes uit en droef trilde het stemmetje in
gerekte klachtjes.
's Avonds strompelde moeder Geerte naar
het bedsteedje om er niet meer van op te
staan. De zorgen hadden haar afgemat en
haar geest verdoft. De ellende zou een einde
gaan nemen. Slechts enkele weken nog en de
man met de zeis maaide het door den w nd
geschudde graan van den stengel af en de
hemelsche landman bracht het in Zijn schuur.
Moeder Geerte was uit den druk bevrijd.
Over de witte wegen waarop de sneeuw als
een zachte vlokken vacht was komen neer»
zweven, ging een kleine stoet van mannen
in 't zwart gekleed den gang naar het kerkhofje.
Dicht bij een linde lag het opene graf. Mod»
derige aardkluiten bezoedelden het reine
sneeuwkleed, waarin de stappen der mannen
wegdoften op het maatgeluid der kerkklok»
tonen, 't Was het stoffelijk overschot van
moeder Geerte dat aan den schoot der aarde
werd toevertrouwd.
't Was de trouwe gade en de liefhebbende
moeder die hier werd begraven
Stille smart doortrilde de ziel van Harm
Evertse toen de kluiten op de kist vielen en
tranen blonken in de oogen van Johan die
z'n moeder zoo had liefgehad, die voor haar
werken wou, maar niet kon 1
In de wintersche rust van dén Januaridag
klonken de wegstervende klanken van het
troostwoord, door den ouden leeraar gespro»
ken. Het was een blijde toon in het droeve
leven van Harm Evertse, want het was »Za»
lig zijn de dooden die in den Heere sterven
Vele jaren later kwam er een vreemdeling
in het visschersplaatsje Zeezicht.
Zoo leek het tenminste voor de menschen
die vol belangstelling den deftigen heer na»
keken op z'n gang naar het keidammetje. Hij
bleef daai staan en tuurde de zee op tot waar
de uitzeilende scheepjes als stipjes tegen de
lucht afstaken.
Wie echter eenigszins met z'n gedachten
in het verleden leefde herkende in hem Johan
Evertse, de zoon van den pas omgekomen
visscher.
Het dorp was er vol van geweest. Door
een stortvloed was Harm van het dek afge»
slagen. Nog maar pas voer hij weer op een
eigen schuit. Hoe hij die had kunnen koopen
wisten niet allenalleen de ingewijden zou»
den vertellen dat hij het geld van z'n zoon ont»
vangen had, uit den vreemde waarheen Johan
kort na den dood van z'n moeder was ver»
trokken. Maar nu was hij afgelost van z'n
post, een ander had het schip in de haven
gebracht.
Johan had van het ongeval gehoord en
kort daarna was hij naar z'n geboorteplaats
gereisd om de laatste zaken van z'n overleden
vader te regelen en 'n oogenblik in z'n jeugd»
leven terug te denken.
Hij had veel gezworven in de jaren sinds
z'n vertrek. Eerst was hij terecht gekomen bij
'n gezelschap dat werk maakte met inwendige
zending, en daar hij van der jeugd aan in de
vreeze des Heeren was opgevoed en veel ge»
voelde voor de uitbreiding van de zaak Gods,
sloot hij zich bij die mannen en vrouwen aan,
om opgeleid te worden voor evangelist.
Geen gemakkelijk leven wachtte hem, maar
steeds meer werd hij overtuigd van de nood»
zakelijkheid der evangelieprediking. En toen
hij den twee»en»twintig»jarigen leeftijd had
bereikt nam hij het dienstwerk van zijn Koning
ter hand en ging Hij de afgedoolde schapen
opzoeken in alle streken van het land waar
er naar zijn predikende stem geluisterd werd.
Midden in z'n arbeid in een groote stad
bereikte hem de tijding van het verdrinken
van z'n vader. Nog maar kort geleden had
hij z'n opgespaarde geld overgestuurd zoodat
Harm Evertse in staat was een kleine schuit
te koopen en weer de zee op kon. En nu
reeds had de dood hem uit dit leven weg»
genomen.
Nog eens ging hij naar de kust om te staren
over het deinende watervlak der zee. Tallooze
herinneringen doemden voor hem op en z'n
geest maakte nog eens door, wat er in z'n
veelbewogen jeugd had plaats gehad Hij zag
zich weer toeven op de «Geertruida® en later
na de schipbreuk zich als koeherder in de
weide dwalen. En dat alles was reeds zoo lang
geleden 1 Soms kon hij zich verbeelden alsof
het pas gebeurd was, alsof het gisteren was
dat hij aan het geopende graf zijner moeder
stond en de woorden hoorde van den ouden
leeraar. Maar neen 1 dat alles was voorbij
en het leven riep hem straks weer weg uit de
landelijke stille omgeving van z'n geboorte»
dorpje.
's Zondags werd het hem vergund in het
kieine kerkje aan de Olmenlaan een stichtelijk
woord te spreken tot de gemeente die in kleinen
getale aanwezig was. Slechts weinigen wisten
dat den zoon van den verongelukten schipper
op den kansel stond.
Eén was er die het zéker wist 1 Dat was de
Jonkheer 1
Als een oud man was hij naar het kerkje
gestrompeld om naar Johan, zijn vroegeren
koeherder te luisteren Het leven had hem
stil gemaakt en door rampspoed had hij ge»
leerd z'n betrouwen van het aardsche goed
af te zetten. God had hem aangegrepen in
hevige zielsworstelingen en was hem te sterk
geworden. Als een gebondene had hij zich
overgegeven en vrede gevonden bij den Al»
lerhoogste Hij woonde nu op een klein boer»
derijtje even buiten Essendijk dat een oude
knecht voor hem bestuurde. Alles wat hij on»
rechtmatig van de tuinders had vervreemd had
hij teruggegeven, en al was zijn vroegere groot»
heid verdwenen hij was gelukkig met de laat»
ste dagen die God hem nog te leven gaf.
Onafgewend waren zijn oogen op den jonge»
man gericht, die sprak over den tekst«Zalig
zijn de armen van geest, want hunner is het
koninkrijk der hemelen.«
En toen de spreker schetste hoe allen aard»
schen rijkdom niets is bij de schatten die we
als burgers van het hemelsche koninkrijk uit
Gods handen ontvangen, toen werd het den
Jonkheer alsof hij op arendsvleugelen aan dit
leven onttrokken werd en blikken mocht in
de heerlijkheid van het volmaakte. Toen riep
hij het uit in zalige alleenspraak van z'n ziel
met God »o Heere, slechts uw rijkdom geeft
eeuwig gewin, de onze is minder dan niets,
en alleen als onze geest in armoede tot U
vlucht schenkt Gij ons Uw hemelsche erfenis. I«
Door de kleine vensters van de kleurige
boogramen viel avondzonnelicht.
Het was alsof een hemelschen gloed in
zaligen glans over het gelaat van de menschen
heenlichtte en in de stille rust van den avond
de Majesteit van God beslag legde op aller hart.
En bijna niemand wist dat het eenvoudige
woord van den jongeman, maar waaruit die»
pen ernst klonk, gesproken werd door Johan
Evertse.
Maar één wist het zéker en dat was de
Jonkheer.
En toen de kerk uitging wachtte die ééne
den spreker op en samen gingen zij door de
eenzame velden naar het kleine boerderijtje.
«Nog één vraag wensch ik u te doen®,
sprak de grijsaard «Wilt gij mij vergeven
wat ik uw vader toevoegde op den dag toen
hij mij hulp kwam vragen «Wilt ge
me vergeven zooals God dat deed
Er trilde ontroering in z'n stem maar hij
ging voort: «Ik was de oorzaak van uws
moeders dood en de ellende waarin uw vader
verkeerde had ik kunnen wegnemen, maar ik
wilde niet
«Ach was hij nog in leven ik zou hem
vergeving vragen, maar gij zijt z'n zoon
vergeef me dan m'n zelfzuchtig streven naar
rijkdom en grootheid vergeef me Everts®.
«Gelijk God u deed, gelijk mijn vader ge»
daan zou hebben, zou ik daar weigeren
sprak Johan, zichtbaar bewogen door 's Jonk»
heers smeekende stem.
«God heeft mij klein gemaakt, mij m'n goed
ontnomen, maar in dien weg heb ik gevonden
den grootsten rijkdom, het burgerschap van
het hemelsche koninkrijk 1®
De Jonkheer zweeg en ook Johan werd stil.
Samen wandelden ze voort door de een»
zame velden tot ze kwamen aan het kleine
boerderijtje. Den anderen dag nam Johan
afscheid van den Jonkheer en ging hij z'n
dienstwerk weer hervatten in de stad die van
menschen deunde en waar de klacht van het
verdoolde schaap opklonk uit het woelige
leven in zonde en ellende, 'n klacht die ge»
hoord werd door 's Heeren dienstknechten
die uitgingen om in navolging van hun Hei»
land te zoeken wat verloren was en de armen
van geest te prediken hun rijkdom in God F
En op de havenkade schoolden de visschers
bijeen en fluisterend spraken zij er van dat
de zoon van Harm Evertse in 't kerkje ge»
preekt had zonder dat zij het wisten.
»'k Had er anders vast heengegaan om hem
eens te zienzei menigeen.
Nog heerschte er armoede in de woningen
van de visschers en nog moesten zij tobben
en zwoegen voor het onderhoud van hun
gezinnen, maar ouë Bart was er niet meer om
te vertellen dat het de schuld was van den
Jonkheer. En menigeen had met den Jonk»
heer geleerd als een arme van geest voor God
te buigen en dan van Hem te ontvangen den
grootsten rijkdom, die geen mot en geen roest,
geen schipbreuk en brand kunnen verderven
waaraan de stormen geen afbreuk doen maar
die bewaard wordt in den hemel.
EINDE.
Deze Coui
ABONNEA
BUITENLj
Dat li
Want,
ringsdaa
zich in
Vindt d
ze ook
Om
gen: O]
kan de
steken,
die de