Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Vacantie PUROL IN HOC SIGNO VINCES No. 3137 WOENSDAG 15 JULI 1925 40STE JAARGANG Uit de Pers. W. BOEKHOVEN A ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd» Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers V Het bed gespreid. Land- en Tuinbouw. Reclame-Mededeelingen. Ingezonden Stukken Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Bemoedigend. Het was »ergens« in 't vaderland. Géén namen, van persoon noch van woon» plaats, maar voor de waarheid sta ik in, die is voldoende vastgesteld. Daar »ergens« is 'n gymnasium. Op christelijken, ik méén zelfs gereformeer» den grondslag. En daarop gaan tal van jongelui. Onder meer een tweetal, die behooren tot de Hervormde Kerk en van de gereformeerde richting zijn. Deze richting doet tegenwoordig veel moeite, om het aantal goed onderlegde, gezond-gere» formeerde dominé's in de Hervormde Kerk te versterken. Daartoe hebben zij twee »fond» sen« opgericht, 't Leerstoel; en het Studie» fonds. Uit dat eerste geeft prof. Visscher col» leges in de geref. levens» en preekpraktijk te Utrecht, en dat laatste, het Studiefonds steunt gereformeerde jongelui, die naderhand als pre» Sm dikant in de Ned. Herv. Kerk wenschen op te treden. Meer dan één van deze jonge predikanten heeft zich reeds bij de jongste verkiezingen voor de A.R. partij niet onbetuigd gelaten. Want al krijgen ze van Prof. Visscher geen college in de politiek, men kan toch wel be» grijpen in wat richting door hem over het calvinisme gesproken wordt. Ik keer tot het tweetal terug. Jongelui dus van plm. 17 jaar. Die hebben het plan opgevat, om in hun vacantie er voor die beide fondsen eens op uit te trekken en overal, waar in de Her» vormde Kerk nog menschen gevonden wor den die de gereformeerde waarheid liefhebben, voor die fondsen te gaan collecteeren. Zoo iets deed mijn hart goedl Dat daar jongelui zijn, die in plaats van met 't oog op de komende vacantie bovenal te spieken over plezierreisjes, kampeeren, i tochtjes naar 't buitenland enz., eerst om zulk een zaak denken en daarvoor hun tijd en kracht willen geven. En nu wil ik natuurlijk niet zeggen, dat alle gymnasiasten uit 't heele land in hun vacantie aan 't collecteeren moeten gaan, maar ziet ge: dat er zoo zijn, die geheel uit eigen beweging zulk een besluit namen, dat ver» kwikt mij. Anderen bezoeken kampen, waar de chris» telijke beginselen besproken worden, of waar over de Zending wordt geconfereerd. En alle deze toonen te begrijpen, hoe de vacantie als tijd«van»ontspanning groote waarde heeft, maar hoe ook in vacantietijd de zaken van het Koninkrijk Gods, zonder ophef of aanstellerij of wat ook, door ons kunnen worden gezocht. Minister Colijn merkte 't op. In Den Haag, ter vergadering. Na de drukten van Juni, had hij de laatste hand geslagen aan de Begrooting van '26 en tot zijn groote voldoening kon hij zeggen «Die gegrooting SLUIT «Wie dus ook aan 't laadje komt en mijn plaats inneemt aldus de heer Colijn hij vindt zijn bed gespreid«. Dat is voor een staatsman de vervulling van zijn voornaamste wensch, dat hij onder Gods zegen zijn doel bereiken mocht. Toen de heer Colijn minister wérd Toen was 't even anders Hij kwam niet op een gespreid bed Het lag vol doorntakken en disteltwijgen en die kon hij er eerst met groote moeite uithalen onder de gestadige critiek van de betweters, die al maar riepen»Je moet het anders doen En toen 't bed zoowat klaar was foen kon hij 't land in, om overal de men» schen aan 't verstand te brengen, hoe noodig het geweest was om het vaderland van een jaarlijksch tekort van ver boven de 100 mil» lioen te verlossen. Die nii komt «vindt z'n bed gespreid». Of 't Colijn zelf zal zijn, of een ander? Men weetdaarover filosofeeren wij niet wachten we rustig af. Hierop zal echter onze partij met jaloersch» heid toezien Dat 't bed in orde blijft. V Bok als een Olifant. Nee, nü moet ge es hoorenl Zeker blad, dat ik straks noem, zal zijn le« zers een lesje geven in onze staatkundige ge» schiedenis der laatste jaren. Aldus »Laat ons met '22 maar eens beginnen. Wij zijn dan nog genadig, want wij rep» pen dan niet eens van de kabinetskrisis van '21 toen ook al het heel ministerie af» trad en het resultaat de vervanging van de Geer door Colijn was. Watblief? springt de lezer op. Wie schrijft er zülken onzin Dat schrijft «Het Volk«, meneer! En niet 'n berichtjesneuzer, neen 1 dat schrijft m'neer de hoofdredacteur in het hoofd= ariikel, met interlines gezet, dat het toch voor» al den lezer niet zal ontgaan. Die verkoopt daar déze kool. Elk onzer lezers weet dat Colijn pas in den nazomer van '23 in 't Kabinet kwam en tóén ook de Geer er pas uitging Neen, zegt »Het Volk»: 't was in '21. En 't was geen verschrijving ook! Lees het volgende maar Maar toen het kabinet»Ruys zich dien olifant in huis gehaald had, wat gebeurde er toen in '22, nadat de verkiezingen aan de rechtsche koalitie niet minder dan 59 zetels hadden toebedeeld? Was toen, met die sterke meerderheid, het kabinet soms in een ommezien bijeen Het lijkt er niet op. Twee maanden werd er over gezwoegd. Dus wéér dezelfde reuzenbok Alsof Colijn, die »olifant« in '22 al zat in 't Kabinet Verschrijven en verspreken is daar in dien rooden hoek aan de orde van den dag. Vs Eere, die dat schreef. Van de coalitie»pers heeft de A.»R. partij niet niet veel troost ondervonden. Wél de raadsel» achtige waarschuwingSteek de hand in uw boezem en onderzoek, wat deze nederlaag te zeggen heeft 1 Een nobele uitzondering maakt de r.»k, ^Gelderlander*, die te Nijmegen verschijnt en royaal erkent Wat de antirevolutionaire partij betreft, het blijft haar eer, dat zij den Minister, die voor het land heeft verricht wat hij in 's lands belang naar innige overtuiging noodzakelijk achtte en oprecht heeft geloofd daarmede gediend te hebben de belangen der geheele gemeenschap, ook van hen, die hij zoo pijnlijk moest treffen, het strekt deze partij tot eer, dat zij zich heeft beladen met den tegenstand, welke de maatregelen van dezen Minister van Financiën heeft ge» wektmaar de gevolgen hiervan moet zij nu dragen. Zij zal deze dragen met het bewustzijn, dat zij den eerbied voor zich» zelf heeft behouden, de achting harer mede» en tegenstanders bewaard, de prijs welke zij ervoor moest betalen, kon niet te hoog zijn. Zulke woorden doen ons volk goed. Vooral in dagen, nu zoovéél menschen van allerlei kleur er vooral op uit zijn om te laten uitkomen »Ik ben wel rechtsmaar geen Colijniaan»net als vroeger het »Groeniaan« of »Kuyperiaan« zijn nadrukkelijk werd ont» kend, »de manier waaróp« ziet ge daar had men nu eenmaal geen vrede mee. Oude Tonge/Melissant, 10 Juli 1925. Aan Zijne Excellentie den Minister van Binnenlandsche zaken en Landbouw te 's=Hage. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Het Dagelijksch Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond, gevestigd te Melissant, wier sta» tuten zijn goedgekeurd, bij Koninklijk besluit van 24 December 1924, No 24, dat in zijne vergadering van 9 Juli 1925, werd besloten, in verband met het eervol ontslag van den Heer Directeur Generaal van Landbouw en het bericht in de bladen, dat deze betrekking niet meer zoude worden vervuld, zich tot Uwe Excellentie te wenden met het eerbiedig verzoek, het daarheen te leiden dat deze be» trekking niet onvervuld moge blijven dat onze ervaring van een lange reeks van jaren, de zekerheid geeft, dat deze betrekking voor den landbouw en aanverwante takken, een onmisbare is dat de landbouw in de opheffing van het Departement van Landbouw reeds veel ver» loor, terwijl zij in het bezit eertijdsch van den Heer Lovink en later van den Heer van Hoek, onmisbare en hoogstdeskundige advi seurs heeft gehad, die inderdaad den Land» bouw onwaardeerbare diensten hebben be» wezen, terwijl het opheffen van deze betrek» king, zeer zeker, tot ernstige schade voor deze bedrijven zal leiden dat door de bezuiniging, welke in verband met 's lands geldmiddelen werd noodig ge» acht, de landbouw reeds zeer gevoelig is getroffen, waarvan sommige dingen, door het particulier initiatief, misschien met groote kos» ten kunnen worden ondervangen dat het onvervuld laten van deze betrek» king, echter de kroon zoude spannen, van de ernstige slagen, welke den Landbouw zijn toegebracht, en welke door het particulier initiatief, niet kunnen worden opgeheven dat de Landbouw weliswaar, vrij algemeen op een hoogen trap van ontwikkeling staat, doch dat, door het groote gebrek aan voor cultuur geschikte gronden, de koop en pacht» prijzen, dermate te zijn opgevoerd, dat behalve wetenschappelijke voorlichting ook een nauw contact met de Regeering onmisbaar is. In de vaste hoop dat ons verzoek in gun» stige overweging moge worden genomen ver» blijven wij met beleefde Hoogachting. Het Dagelijksch Bestuur van den Flakkeeschen Boerenbond De Voorzitter, P. v. SCHOUWEN. De Secretaris, A. W. KEIJZER. Uit de Landbouwwereld. Nadruk verboden. Boschbouw en Landbouw. Door den Boschraad is aan den Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw een uitvoe» rig schrijven gericht, dat de volle aandacht verdient ook van landbouwers. Het roept den steun in der Regeering voor het behoud van landgoederen en bosschen, die dreigen te ver» dwijnen. De Boschraad zou dit betreuren, als een nadeel voor klimaat, gezondheid en natuur schoon en wenscht de mooiste en drukst be» zochte plekjes in ons land te behouden voor rust en ontspanningsterreinen. Ter bereiking hiervan wordt voorgesteld le. eventueel aan» koopen of steunverleening door het Rijk 2e vermindering van belasting voor grondbezit van vermogensbelasting, en vooral van succes» siebelasting. Uit welke middelen het Rijk de fondsen voor aankoop en steunverleening zou moeten vinden, wordt ook in de nota aange» geven, n.l. in de gelden, welke kunnen wor» den verkregen door den verkoop van die do meinen, welke weinig rente opbrengen en voor natuurschoon of anderszins van geen belang zijn. Dit laatste de verkoop van domeinen is ook al eens voorgesteld door het Kamerlid Wintermans, die echter de opbrengst besteed wenschte te zien voor ontginning. Dat voorstel is toen door den Minister overwogen, doch tenslotte afgewezener waren, zooals de ge» bruikelijke term luidde, »geen termen«. Zou de Regeering nu misschien wel termen aanwe» zig achten, nu een andere bestemming der gelden wordt gevraagd? Het is te voorzien, dat alsdan ook van landbouwzijde de zaak wel zal worden belicht. Hier komen bochbouw en landbouw min of meer tegenover elkander te staan. Ze zijn beide van belang ontginning en bochcultuur, land en bosch. Zouden mis» schien beide bevorderd kunnen worden, »boo» menvrienden« en »boerenvrienden« beiden kunnen worden geholpen Ook voor den boer is boschbezit van belangdat weet de zandboer zeer goed, die hout noodig heeft om te stoken, zijn weiden af te zetten, om te timmeren, enz. Evenwel, men mag met de bocschcultuur niet te ver gaan, zooals vaak is geschied. Men mag daartoe geen gronden ge» bruiken, die goed zijn voor bouw» of weilan» dende behoefte hieraan is te groot. Het is niet te verantwoorden, dat grondeigenaren, die het met hun pachters niet best konden vinden, of ook om andere redenen, eenvoudig de geheele boerderij gingen beplanten. Hier komen bochcultuur en landbouw met elkaar iu botsing, zooals ook wel is voorgekomen bij bebosschingsplannen van gemeenten, in welke plannen soms gronden werden opgeno» men, welke voor ontginning zeer geschikt wa» ren. Die gronden waren dan door de boeren van de gemeente niet meer te koopen. Daar» tegen dient gewaakt. Er zijn nog vlakten ge» noeg in ons land, welke in aanmerking komen voor beplanting. Veel vroeger had men hiertoe moeten overgaan. Dit ligt op den weg der ge» meenten, die er in de toekomst wél bij zullen varen. Zooals men kan zien daar, waar men vroeger zich een offer voor de bebossching heeft getroost. De toestand is in zulke gemeente gunstiger, de belastingen zijn er lager dan elders, waar men door wanbestuur niets heeft gedaan. Goed werk is in deze verricht door het Staatsbochbedrijf, dat technische hulp en voorlichting verleent aan gemeenten en andere lichamen, terwijl de Staat rentelooze voorschot» ten verleent: 80 pCt. der bebosschingskosten tot een maximum van f 240 per Hectare. In die richting moet worden voortgegaan. Evenwel, zoo we zeidenzonder afbreuk te doen aan ontginning, aan den landbouw. Beider belangen dienen te worden behartigd. Verkeerde en goede geldbelegging. 't Is den laatsten tijd noodig geacht de boe» ren te waarschuwen tegen sommige wijze van geldbelegging. In verschillende lanbouwbladen kwamen zulke waarschuwingen voor. Mr. H. van Haastert waarschuwde bij herhaling tegen «bedriegerijen, oplichterijen en zwendelprak» tijken« tegen z g verzekeringsmaatschappijen spaarfondsen en »banken, wier leiders op geen enkel gebied meer een naam hebben te verlie» zen. Het bestuur van den R. K. Nederl. Bouw» en Tuindersbond heeft zich in deze nu ook laten hooren. Het wijst op het verkeerde om premie»obligaties, spaarbrieven enz. te nemen bij niet te goeder naam en faam bekende kan» toren of personen. Dit heeft veelal treurige gevolgen. Om dezulken te helpen, die reeds in relatie zijn getreden of zaken doen met verdachte personen of met een of andere instel» ling ook om anderen, die voornemens moch» ten zijn dat te doen, voor te lichten, heeft genoemd bestuur zich laten voorzien van rechtskundigen bijstand ten behoeve dier men» schen. Wij doen hiervan mededeeling, omdat we ook uit eigen ervaring weten hoeveel slacht» offers ook op het platteland worden gemaakt deels uit onkunde, deels uit winstbejag, omdat men zich met een matige rente niet tevrêe wil stellen. Terecht zegt ook voormeld Bestuur, dat de treurige ervaringen, welke de slachtof» fers opdoen bij zulke onsolidie personen en instellingen, zoo licht ook het vertrouwen schokken in andere deugelijke instellingen de menschen worden huiverig hun geld te beleggen. Het is ook| te betreuren, dat zooveel kapitaal onttrokken wordt aan de eigen mooie instelling der landbouwersde Raiffeisen» of Boerenleenbank. De twee centrales daarvan vindt men te Utrecht en te Einhoven, die beide onlangs hun 25»jarig bestaan onder de meest verblijdende omstandigheden hebben mogen herdenken en vrieren, waarbij 12 a 1300 locale spaar» en leenbanken zijn aange» sloten, die aan den eenen kant een veilige geldbelegging bieden tegen een matige maar billijke rente (3'/2 a 4 en aan de andere zijde met die fondsen in de eigen streek het eerst, doch verder ook, door middel van de Centrale, in andere deelen van het land, de boeren en andere plattelanders helpen aan goedkoop crediet. Het beginsel der coöperatie samenwerken met en voor elkaar, wordt bij de boerenleenbanken wel op zeer mooie wijze in toepassing gebrachtde zegen en welvaart door haar in de laatste 25 jaat ten plattelande onder boer en burger vespreid, is buitenge» woon groot. En de indruk, dien men krijgt van beheer en beleid bij de Centrales, uit de Statuten, de Jaarverslagen en het op de ver» gaderingen verhandelde, is wel deze, dat die op goede grondslagen en in bekwame handen berust. Gezorgd moet worden zoo vernemen we zoowel te Eindhoven als te Utrecht naast rentabiliteit voor soliditeit en liquiditiet. Ofschoon het door de banken verleende crediet ten goede komt aan het geheele platte» land direct en indirect, is het natuurlijk toch de bedoeling om allereerst den boer en de boerencoöperaties te helpen. Voorop staat het geld van den bóer is voor den boer. Meer en meer is dit dan ook in de laaste jaren het geval. In 1920 was nog slechts 3l/2 millioen gulden belegd bij land» en tuinbouwcoopera» ties; wij spreken hier van de banken, aange» sloten bij Utrecht. In 1923 was het totaal ge» stegen tot 11V2 millioen. Er is dus een groote vooruitgang. En deze cijfers wijzen op een gelukkige samenwerking tusschen boerenken» bank en genoemde vereenigingen. Van deze waren er in 1915 bij de Utrechtsche banken 720 aangesloten, in 19201292, thans (op 31 Dec. 1924) 1633. Tocb heeft in de laatste Jaar» vergadering der Centrale de Voorzitter, de heer Stroink te Steenwijkerwold, terecht gewezen op een euvel, dat dreigt in te sluipen, en dat een groot kwaad zou kunnen wsrden. Name» lijk, dat men ten opzichte dier vereenigingen wel eens te scheutig is dat ze wel eens langer in het krijt staan, dan geoorloofd is; dat bij loopende rekening vaak geen sprake meer is van crediet en debet, maar alleen, doorloopend van schuld. Dat mag niet, dit is in strijd met de bedoeling, welke indertijd voorzat. Toezicht, geregelde controle op die vereenigingen is ook noodig. B»r. Het Utrechtsch Dagblad (lib.) acht het nood» zakelijk, »zeer duidelijk verzet aan te teekenen tegen de beweging die er in onze geheele pers, van christelijkchistorisch af tot sociaal»demo» kratisch toe aan den gang is, om Koningin en volk af te brengen van de gedachte der continuïteit in de leiding van 's lands finan» ciën«. Het blad schrijft o.m. En ten slotte Het financieele vraagstuk is nog altijd het essentieele moment onzer landspolitiek. Voort» gang op den weg naar herstel onzer staats financiën is onverbiddelijke eisch. Indien wij niet met man en macht aan dien eisch vast» houden, dan zullen wij het zien aankomen, dat wij, na bijna aan het ontzettende gevaar der inflatie ontsnapt te zijn, door een sociaal dilettantieme, waarvan ook de rechtsche par» tijen allerminst vrij zijn, wederom aan de mogelijkheid van staatsbankroet worden prijs gegeven. Indien de liberalen een meerderheid hadden behaald in het parlement, dan ware van Gijn de aangewezen persoonlijkheid ge» weest om de reconstructieve taak van Colijn over te nemen, maar nu de nieuw»geboren politieke situatie een parlementaire kabinet der rechterzijde eischt, nu schrijft het lands» belang voor, dat het werk van Colijn ononder» broken wordt voortgezet en behooren de libe» ralen, willen zij, wat een der kernen is van hun beginsel, dat landsbelang dienen, de sterke figuur die wij zoo noodig hebben voor het duurzaam herstel onzer financiën niet aan te vallen, maar te steunen. De grenzen der politieke mogelijkheden laten zonder twijfel een opdracht tot kabinets» formatie aan den heer Colijn toe. De stembus heeft ondubbelzinnig de begeerte van ons volk naar bestendiging van een christelijk bewind aangetoond en het is deze groote lijn, niet de détails van de stembusuitslag, waarmee in de eerste plaats is rekening te houden. En waar financieel herstel zoo klaarblijkelijk de voornaamste taak zal moeten zijn der ko» mende regeering, zou het te betreuren zijn, 40 cent per regel. Ter verzachting en genezing van stuk» geloopen voeten, zadelpijn, schrijnen der huid en zonnebrand, is het nood» zakelijk op reis altijd voorzien te zijn van een Doos 30»60»90 ct. indien van die herstelgedachte werd afgeweken door een ander tot kabinetsformateur te be» noemen dan wie ter rechterzijde het beste tot voortzetting van de financieele reconstruc» tie in staat is, den heer Colijn. Ten aanzien van de nieuwe parlementaire werkzaamheid nu heeft de Vrijheidsbond een gioote mate van verantwoordelijkheid. Iedere politiek van financieel herstel zal een belangrijk contingent der rechterzijde tegen zich hebben. De Vrijheidsbond kan, door onvoorwaardelijk de reconstructiepolitiek van een nieuw optre» dend kabinet dat die reconstructie begeert, te steunen, een dienst aan het land bewijzen en tevens er blijk van geven dat hij in nauw» keurige overeenstemming leeft met zijn eigen beginsel. Elke actie van den Vrijheidsbond tegen een kabinetsformatie en later tegen een regeerings» politiek, die voor alles de straffe bezuiniging zal daorvoeren, die wij zoo noodig hebben, is spelen in de kaart van radicalisme en sociaal» demokratie, en vertoont een gemis van besef van politieken ernst. Wil de Vrijheidsbond de beteekenis zijner positie en verantwoorde» lijkheid beseffen, dan heeft hij Colijn te steu» nen, nu hij van Gijn niet krijgen kon. De Copie van Ingezonden stukken die niet ge plaatst zijn wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers Mijnheer de Redacteur 1 Vriendelijk verzoeken wij U ons nog een plaatsje af te staan in uw geëerd blad, ter beantwoording van het ingezonden stuk in uw blad van Zaterdag j.l„ onderteekend door den heer M. W. Struijk. Allereerst staat de heer Struijk verbaasd waarom in uw blad van Zaterdag 27 Junijl. niets geschreven werd over zijn debat met den heer den Ouden, maar wel later 1 Juli. Hij spreekt nog wel van inktwerpers. Wij zouden Struijk het volgende willen antwoorden Wanneer u uw hoogmoed beteu» geld hadt en niet die bewuste advertentie geplaatst hadt, zouden er geen «sluipmoorde» naars* zijn gekomen om met «inkt te werpen». Dus Mijnheer Struijk, daarvan is u de schuld! U schrijft nog van «onsamenhangende zins» bouw« en vermoedt, dat beide stukken van één man zijn. Mijnheer Struijkwanneer u op den landbouw niet meer kijk hadt dan op den zinsbouw, zou het er met uw brand» kast slecht uit zien. Dat het u onaangenaam stemt, dat enkele Antirevolutionairen, die den heer den Ouden hebben aangehoord, het niet kunnen dulden om door u beklad te worden en zoodoende u de pols voelen, kunnen wij zeer goed be» grijpen, daar dit de zuivere «Kersten»politiek« is Een ander de huid vol schelden maar geen tegenweer dulden. U schrijft verder nog, dat u geen enkele onjuistheid in uw debat terug behoefde te roepen. Maar Mijnheer Struijk, hoe hebben

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1