Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. (ür CENTEN m 13 lew. 4H8 RESTAURANT IN HOC SIGNO YINCES No. 3134 ZATERDAG 4 JULI 1925 40ste JAARGANG Op den Uitkijk. H. SCHREURS W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers EERSTE BLAD, Na den Strijd. Zien we thans even terug: Naar den afgeloopen strijd. Neen, napleiten is de bedoeling niet wel duurt de strijd onophoudelijk voort, maar nu de stembus gesproken heeft, neemt hij weer zijne gewone karakter aan. En dat is maar goed ook. 'n Mensch hield dat niet üit, als hij tenminste nog een weinig gevoel heeft voor de publieke zaak. We maken eenige opmerkingen. Naar aanleiding van den strijd. En dan hebben we vanzelf de eerste 1 te pakken Bij elke verkiezing blijkt eer op nieuw, hoeveel menschen héél niets voelen voor de publieke zaak. Ze kan hun gestolen worden. Neen, ik zeg het niet goed. Zóó is ook weer nietze stellen er soms wèl belang in, maar alleen als ze meenen, of iemand maakt hen wijs, dat hun persoonlijke belangen in gevaar komen. En vergis u nu niet Die zijn er onder ons óók. Ze leven gansch niet mee, Of anders zoo 't is historisch als een man, die geen enkel antirevo lutionair blad in huis kreeg en slechts één, klein godsdienstig weekbladje, overigens de „Telegraaf" en wat daarbij hoort, en die verontwaardigd den huisbezoeker toevoegde „Mijnheer "ik ben niet onverschilligIk ben lid van de kiesvereeniging en al kom ik er nooit, ik betaal trouw mijn gulden contributie per jaar. En Wat gebeurt er dan De stembus komt in 't zicht. Onze man heeft werkelijk nergens van gehoord, dan wat hij zoo te hooi en te gras eens opvangt Nu komen de pamfletten. De stembuskranten. En onze leiders weten er van mee te praten, dan komt de noodkreet: Stuur toch wat lectuur tegen de rooden, tegen Staalman, tegen de Herv. of de Geref. Staatspartij. Zülk volkje heeft geen kennis. Dat is de heele zaak. Las zoo'n man maar geregeld één antirevolutionaire krant in de week, dan wist hij tenminste iets en staat niet dadelijks te waggelen. Een volgende opmerking. Meer dan ooit hebben zich ditmaal kerkelijke .onderscheidingen in de staat kundige worsteling afgeteekend. Maar toch anders dan vroeger. De tijd, dat men ons van Links be stookt met de „schavotten" en „brand stapels" van Rome, die is nu toch wel voorbij. Dat gaat ook niet meer. Rome heeft nu, zekernet zoo goed als wij, jaren invloed op het bestuur gehad en er is nergens een schavotje opgericht of een brandje gestookt. Uok de „witte das" raakt uit de mode. Van Links heeft men ons meermalen bestookt op een wijze, die niet door den beugel kan, maar erkend moet worden, dat men het kerkelijk element er tamelijk wel uitgelaten heeft. Er werden alwel leugens genoeg ver spreid. Neen, dit kwaad zat thans rechts. En dan bedoel ik hier met „rechts" niet de „Coalitie", maar allen, die on voorwaardelijk in 't staatsbestuur bui gen voor „God Almachtig, Schepper van hemel en aarde". Hoe ging het niet tegen Rome. Aan „Links" werd nauwelijks gedacht. Ondanks het voorbeeld, vlak naast de deur in België, dachten de „knabbel partijtjes" volstrekt niet aan 't gevaar, dat straks blijken kon, hoe zij mêe de socialisten hadden te paard gezet. Rome was hun „het" groote gevaar. En als maar eerst de Coalitie tegen den grond lag, dan was de Roomsche Staatspartij haar macht kwijt, dachten deze verblinde menschen. Naast Rome ging het tegen de gere formeerden, in welke kerk ook, die vast wilden houden, op goed accoord, aan een samenwerking, die dan toch het meest beloofde voor de instandhouding van de christelijke grondslagen van ons volksleven. Artikel 36 werd vertoond, Dat geen mensch naar geest en letter uitvoeren zal, doch waarmee men dan toch de antirevolutionaire partij, meent een hak te kunnen zetten. Het kerkelijk element kwam ook naar voren in de sprekers: ds. Kersten, 't Zandt en Barth. Wij kennen óók den predikant politicus, denk maar aan iemand als ds. Van Lummel. Maar aan die zijde is 't alles predikant, wat zich op 't spreekgestoelte vertoonde. Of dat op den duur vrede geeft? Daar zijn er nü al onder de öud- gereformeerden, die meenen dat ds. Kersten te veel politicus en te weinig prediker is. Onder de Chr. Geref. is verdeeldheid over 't feit, dat bij voor keur hun kerkgebouwen voor éénzijdige propaganda werden gebruikt en „De Wekker" deed wijs, zijn kolommen voor politieke zaken eenvoudig te sluiten. 't Een met het ander Die elkander het naast moesten staan in den strijd tegen 't moderne onge loof, n.l. de gereformeerden van allerlei kerk, die staan èn in eigen kring èn tegenover alkaar méér verdeeld dan ooit. Eén lichtpunt ten slotte De hartelijke samenwerking, die er was tusschen vele gereformeerden in de Ned. Herv. Kerk („Bondsmannen") en die uit de Geref. kerken. Geen wanklank werd gehoord. We trekken op voor één doel. En trekken schier overal één lijn. Dat willen we aan 't slot met oot- moedigen dank aan God, niet onver meld laten. Reclame-Mededeelingen. Waar kunt gij in Rotter dam het beste eten? IN Rotterdam. Alom bekend voor de beste keuken. Matige prijzen. Dagelijks versche Zeeuwsche Mosselen. Moderne inrichting. Aanbevelend, Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSD1JK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten wortta berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. i Nadruk verboden» «En wat dénken jullie 'r nu van 't Was avond, bij half elf. De «huisbezoekers voor de verkiezingen*, te X waren van hun laatste bezoek terugge> keerd in 't centraalkantoor en bleven nog éven zitten, 'n kop thee drinken en 'n pijp rooken. Hun hoofd liep letterlijk óver. Je hoorde en je beleefde wat op zoo'n avond «Salomo's wijsheid« zou je moeten hebben», zegt er een, «om te antwoorden op alles, wat je wordt voorgelegd. Gelukkig dat we goed wat lectuur bij ons hebben wie niet bepaald vijandig is, die wil dat nog wel aannemen en lezen«. «Maar wat dénken jullie er van »Van den uitslag, wil je zeggen De mannenbroeders keken es naar de zol» dering, haalden harder aan hun pijp en dach> ten na. »Elke voorspelling is uitgesloten*, zei er een. De meesten stemden daarmee in. Er zijn ditmaal zooveel factoren in 't spel, die je vooraf niet berekenen kunt, dat het dwaas is, naar den uitslag te gissen. Pochen en bluffen is altijd kwaad. Men gaat dan licht met z'n spot naar bed en wat alles afdoetonze God heeft een af» keer van wie hooggevoelende is, van een per» soon, zoowel als van een partij. Pessimist zijn mag óók nietl 't Zou ondankbaar zijn jegens ons antire, volutionaire volk, dat al is 't dan niet met de schetterende trompet, toch op de meetings komt en uitgaat voor lectuurverspreiding en huisbezoek en, al zijn er uitzonderingen, en al ontkomt ook onze partij niet aan de alge» meene malaise, dat dan toch in actie is, zoogoed als elke andere partij en niet bij de pakken neerzitten gaat. «Weet je wat de lastigste lui zijn vroeg er een. «Nou, wie dan laat hooren I* «Dat zijn de lui, die wèl van de kleur zijn, en die je grootendeels ook wel krijgt, maar die zelden of nooit een van onzekran» ten lezen 1 Je kunt niet gelóóven, hoe weinig die op de hoogte zijn en hoe die zich van alles op de mouw laten spelden 1 't Is ge» woon een mirakel 1 Die geregeld een van onze bladen lezen, die weten er tenminste wat vandie hebben in elk geval afgeleerd, om maar dadelijk elk hapje te slikken dat hun door de tegenstanders op de tong ge» schoven wordt*. Allen knikken, dat 't zoo is. Inderdaad, wonderlijke staaltjes hoort men daarvan. Zoo was er bij een der onzen emand ge» komen, die heel wat op de antirevolutionairen af te geven had. Goed bekeken, vroom met den mond, maar je moest niet vragen naar de düad. Hij had daar 'n staaltje van vernomen Ergens in een der steden van Holland was een antirevolutionair wethonder en die had »ingevoerd«, dat men er 's Zondags net zoo goed z'n borrelje kon gaan drinken in de kroeg als door de week. Man en paard was niet genoemd. Nu kén ik die beide, doordat ik er ergens over las. Vooreerst heeft die zegsman niet goed ge» lezen, want van dat »invoeren« stond niets hij vroeg hoe ik het daarmee rijmen kon, dat Colijn overal zelf heen gaat om over de ver» kiezingen te sprekendat moest hij aan an» deren overlaten Nou, ik zat er even meezulke vragen vallen je zoo onverhoeds op het lijf De anderen zagen hem afwachtend aan. »Ik kreeg eigenlijk de spraak terug, toen de man er zoo dadelijk overheen gooide En de Schrift zegt ook «Laat een ander u prijzen en niet uw eigen mond 1« Zie, toen werd ik even bóós »Man zei ik je kent de geschiedenis niet 1« En toen heb ik 't hem es verteld. Dat Colijn vrijwillig een van de prachtigste betrekkingen hier op aarde heeft opgegeven, om hier in Nederland de leider te worden van de A. R. partij. Daar verdien je geen duit mee. Als je Kamerlid bent heb je f 5000 minus 10 °/o, dus f 4500, dus daar hoefde een man als Colijn 't niet om te doen. Heeft hij zich ooit naar voren gedrongen Nooit I Ook niet, toen mr. de Geer't bijltje er bij neerlegdehij heeft met geen woord, met geen gebaar zich op den voorgrond ge» steld. En alleen toen de Koningin en de Re» geering hem riepen en vroegen, toen heeft hij niet gedacht aan eigen gemak, hij zag een weg om te komen uit het financieele moeras hij zou er wel bij velen de «kwade pier« door worden, gelijk het te dezen dage is 1 maar hij vroeg naar zijn plicht; hij zag in dit alles de leiding Gods. Nu is dan het lek gestopt. En nu komen de «maaaaar's* Colijn had zus moeten doen en zoohij is er wel gekomen, maaaaar Nu kan Colijn dit laten waaien. Ik bedoel, wat hemzelf betreft. Van de I.eidsche Lustrumfeesten i Het indalen der reünisten, waaronder o.a. Burgemeester de Gyselaar, Mr. Aug. Philips en de oud'gezant in Amerika. dat maakte hij er vanik wil aannemen te goeder trouw, om beter de snoodheid van den antirevolutionair te laten uitkomen. Bedoeld is hier de stad Delft. Die heeft o.m een antirevolutionairen wet» houder, maar de onzen vormen er in den Raad, gelijk op zoovele plaatsen, een niet zoo groote minderheid. De Christelijk Historischen dito. Nu was aan de orde de sluiting der ver» gunningen op Zondag en wie zijn menschen en hun politieke neuzen kende, wist heel goed, dat een voorstel om de stad den gan» schen Zondag droog te leggen, zinken zou als een baksteen. Wat deed toen onze wethouder? Hij stelde gedeeltelijke Zondagssluiting voor hij wist: die had kans en werkelijk, dat mocht gelukken. Het was dus een flinke verbetering. Al bracht ze dan maar het «halve ei«. Maar neen 1 dat wordt nu verdraaid en de politieke knabbelaar zegt'n Mooie wethouder van julliedie zegt, ga den halven Zondag maar gerust je gang, als je de andere helft maar «netjes* blijft. Was «heele* drooglegging voorgesteld Er zou nieis van gekomen zijn Maar dan had men »getuigd« alsof dit nü ook niet gebeuren kon, terwijl thins tenminste de. halve schoof werd binnengehaald, waar dan slechts stoppels zouden worden ge» gaard. «Ik ben bij één geweest En de man, die totnogtoe gezwegen had, schiet in den lach, als hij aan de ontmoeting denkt «Het was een oude, eigenwijze broeder. Die hield mij het spreekwoord onder den neus: Goede wijn behoeft geen krans 1 En De toekomst en het oordeel der historie kan hij rustiger afwachten dan menig staats» man dezer eeuw! Vlekkeloos was zijn werk, zoomin als dat van éénig mensch, maar geen geschiedschrijver of hij zal getuigen: Colijn heeft een groot werk verricht I Hij kon denken Laat ze Maar hij staat aan 't hoofd eener partij, en omdat men die partij nekken wil, door haar leider af te tuigen Daarom treedt minister Colijn op! Waarlijk niet voor zichzelf 1 Maar al wederom voor zijn partij. En de andere partijen mochten jaloersch zijn en willen dat ze ook zoo iemand had» den aan te wijzen, die zóóveel voor zijn partij over had als Minister Colijn voor de Anti» revolutionairen doet. Dat een minister spreken gaat, is bij ons vreemd. Doch daarom niet ongeoorloofd. Overal elders geschiedt het, in Duitsch» land, Frankrijk, België, overal en de heer Colijn, die lang in Engeland vertoefde, heeft waarschijnlijk hierin het Engelsche voorbeeld gevolgd. Nieuw is het, bij ons, maar met de idee van een parlementair kabinet allerminst in strijd. En als er één is, wars van zelfverheffing, dan is het zeker de heer Colijn over wiens eenvoud in zijn optreden slechts één roep gaateen man die er gaarne voor uitkomt, dat het God van den hemel is, die 't hem deed gelukken. «Hoe dénken jullie d'r nou over?« «Weldat 't tijd is om naar huis te gaan «Flauw'k bedoelzóüden we 't halen «Wij, de anti's, en dan de vijftig «Gekheid Zouden we onze zestien houden «Je vergeet dat we in '22 twee méér kre» gen, dan we verdienden. Als die er afgaan, is dit nog geen verlies! «Jawel, maar dan?« Nu neemt een oude broeder het woord. Lange jaren bestuurslid der kiesvereeniging. Hij is 't met den vrager niet eens. Het is onder ons, zegt hij, geen gewoonte om vooraf te gaan wroeten in den uitslag. Dat is in strijd met de eere Gods de broeders zouden wel begrijpen, dat hij nie» mand kwetsen wilde, maar ze moesten een ouden man hierin verdragen. De uitslag ligt in Gods hand. Wij hebben eenvoudig getrouw te zijn. Ik heb vervolgt de oude zoowel de tijd beleefd, dat wij in de Kamer tot acht geslonken waren, als de tijd dat we er zaten met z'n vijfentwintig. In 't eerste geval was 't te weinig. In het tweede veel te veel. En wat is mijn ervaring geweest Die vijf» entwintig hebben ons in meer dan één op» zicht kwaad gedaanwe werden wat traag we vóélden ons wat te veelwe meenden dat we heel wa't grooter en sterker waren, dan 't geval was, En bij de volgende gelegenheid kregen we deerlijk klop 1 Maar dit weet ik wel Hóé 't op één Juli ook uitvalt, wij zullen ons weer méér moeten wenden tot het volk. Jullie weten: ik zit in de propaganda»com< missie voor den kieskring, welnuje slaat de handen van verbazing in elkaar als je daa soms de rapporten hoort. B.v. wat de menschen lezen. Huis aan huis soms, waar a.r. kiezers wo» nen en waar behalve een kleine Kerkbode absoluut geen enkel christelijk blad in huis komt, zéker niet een antirevolutionaire krant. Menschen, die je in je gezicht zeggen, dat zij vinden de krant moet neutraal zijn en elk wat geven] Niet altijd alles christelijk willen hebbenEn als je dan hoort, hoe er zelfs ouderlingen en diakenen zijn, die nooit een A. R. krant inziendat de dominee er bij huisbezoek nooit aan dénkt om de men» schen te waarschuwen ik spreek, broeders uit de praktijk, al is die gelukkig niet alge» mééndan hoef je toch waarlijk niet ver» baasd te staan, als er bij een verkiezing zoo» veel waggelmutsen zijn Wij moeten weer naar 't volk wel te rusten, broeders I UITKIJK. 40 cent per regel.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1