Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. Bij examens IN HOC SIGNO VINCES No. 3133 WOENSDAG 1 JULI 1925 40ste JAARGANG Wie met ons de Revolutie wil bestrijden, werft stem men voor den man, die in de eerste plaats van die zijde wordt aangetast, voor No. 1 van Lijst 27, de Antirevolutionaire lijst, en STEMT den Heer <*Zit niet stil, werft, doet het, doet het NU W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Hoe men de kiezers voorlicht. Reclame-Mededeelingen. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. H. COLLIN Onzen God bidden en wachten zetten. Gij kent de geschiedenis uit Nehemia. De spottaal van den verwaten Sanballat luidde «Wat doen deze amechtige joden Maar het volk Israël bouwde voort aan de muren van Jeruzalem. En toen Sanballat en Tobia en de Arabieren en de Ammonieten en de Asdodieten hoorden dat de verbetering aan de muren van Jeruzalem toenam, dat de scheuren begonnen gestopt te worden, maak» ten zij allen te samen een verbintenis, dat zij zouden komen om tegen Jeruzalem te strijden en een verbijstering daarin te maken. Dan vertelt Nehemia «Maar wij baden tot onzen God en zetten wacht tegen hen, dag en nacht hunnenthalve.« Meermalen is er een parallel getrokken tus» schen de historie van het volk Israël en onze landsch historie. Zouden we dat ook hier niet mogen doen In zijn diepste wezen gaat de stembusstrijd om het behoud van de Christelijke grondslagen, om het toestoppen van de scheuren in de muren van Jeruzalem. Zien wij dezen strijd in dit licht, dan mogen wij uit den strijd van Nehemia tegen Sanballat troost en bemoediging scheppen. Maar dan ligt ook den weg aangewezen. Tot onzen God bidden en wachten zetten. Deze twee moeten samen gaan. Tot God bidden 1 Moge de laatste uren vóór den gewichtigen dag een ure des gebeds zijn voor het Volk dat bidden geleerd heeft 1 Ze» ker, in de kerke des Heeren is in ons gansche land Zondag j.l. het gebed tot de genade» troon des Heeren opgestegen. Moge dit gebed worden gesteld als reukwerk voor Gods aan» gezicht en de opheffing der handen als het avondoffer 1 Maar vergeten wij de zake des lands ook niet in ons persoonlijk gebed 1 Dkn zetten we ook wachten. Bidden en werken, zóó hebben onze vaderen het ons geleerd. Oók aan het uitzetten van wachten mag niets ontbreken I Maar dan mogen we het ook aan den Heere overgeven. Met het bidden en uitzetten van wachten is Nehemia niet beschaamd uitgekomen. Dit moge ons troosten en bemoedigen. Denken wij aan het woord van onzen leider Colijn, nog pas in ons Verkiezingsblad tot ons Flakkeesche volk gericht: «En voorts bekommere ons de uitkomst niet. Als wij maar gedaan hebben wat we be» hooren te doen, mogen we rustig en vertrou» wend die uitkomst afwachten, omdat ze in het eind toch niet de vrucht van ons werken is, maar van den Zegen dien God wil schen» ken aan den arbeid van hen die op Hem hopen.<t Uit- en inlegkunde. Het blijkt dat er onder de hoorders van den heer den Ouden toen deze te Herkingen optrad, nog enkele zijn, die den juisten zin van het citaat van den heer Idenburg door den heer van Houdt in het debat gebracht, niet begrijpen. Zooals men zich herinnert kwam de heer v. Houdt met de volgende zinsnede uit een rede van den heer Idenburg in het debat: ■»Ik wil alleen in dit verband zeggen, dat ik geheel deel in zijn gevoelen (n.l. het gevoelen van den heer Slotemaker de Bruine) dat de vrije uiting van atheïsme, deïsme, en pantheïsme niet moet worden belet, dat ook ik waardeer de vrijheid van uiting van godsdienstige en wijs geerige denkbeelden die wij nu in Nederland hebben en dat ik aan dat hooge goed niet op eenigerlei wijze zou willen tornen De heer v. Houdt meende met dit» citaat te kunnen aantoonen, dat de heer Idenburg niet wil tegen houden het loopen met borden langs de straten, waarop staat geschreven »God is het kwaad Wie het A.»R. program v. beginselen kent, weet beter 1 De heer Idenburg stelde zich met deze uitlating op het A.»R. standpunt dat de vrijheid van Godsdienst en de vrije uiting van wijsgeerige begrippen wil handhaven en dus niet mee gaat met art. 36 der geloofsbelijdenis, dat afgoderij wil uitroeien. Maar dit wil abso» luut niet zeggen dat de heer Idenburg gods» lastering niet wil strafbaar stellen. Het eigenaardige in dit geval is dat de rede» voering van den heer Idenburg, waaruit de heer v. Houdt zijn citaat nam, er juist opge» richt was om het standpunt der Regeering te verdedigen, die een verordening der gemeenten Wijmbritseradeel en Wonseradeel tegen gods» IasteriDg en moedwillig hoonen van Gods Naam in het openbaar, wil handhaven tegen» over het standpunt van Ged. staten van Fries» land die deze verordening wilden vernietigen. Dus precies het tegendeel van wat de heer v. Houdt beweerde. Het is hier een kwestie van uit» en inlegkunde. Er wordt iets ingelegd wat er niet in hoort en waardoor men het tegenovergestelde krijgt van wat bedoeld wordt. Wij geven hieronder de rede van den heer Idenburg in haar geheel weer opdat onze Herkingsche broeders zich zelf kunnen overtui» gen. De heer IDENBURG: Mijnheer de Voorzitter 1 Tot mijn leedwezen heb ik aan de schriftelijke voorbereiding van deze besprekingen geen deel kunnen nemen. Het was ook niet mijn voornemen, mij in de mondelinge behandeling te mengen. De redevoering, welke wij zooeven hebben gehoord van ons geacht medelid den heer Slotemaker de Bruine, noopt mij echter, niet om hem te bestrijden, maar om een kort woord in verband met het door hem aangevoerde te spreken. Onvoorbereid als ik ben, wil ik niet ingaan op de groote principieele quaestie van de verhouding van godsdienst en Staat, noch op de verschillende min of meer wijsgeerige en theologische vragen, die in de schoone rede van professor de Bruine zijn behandeld en aan ons oordeel zijn onderworpen. Ik wil ter zijde laten met name wat door dezen geachten afgevaardigde gezegd is over de beslissing inzake het verzoek van »De Dageraad*, omdat dit punt, zoo» als hij zelf heeft opgemerkt, hier niet aan de orde is. Ik wil alleen in dit verband zeggen, dat ik geheel deel in zijn gevoe» len, dat de vrije uiting van atheïsme, deïsme en pantheïsme niet moet worden belet, dat ook ik waardeer de vrijheid van uiting van godsdienstige en wijsgeerige denkbeel» den die wij nu in Nederland hebben en dat ik aan dat hooge goed niet op eeniger» lei wijze zou willen tornen. Maar daarover gaat het hier niet. Het gaat om de vernietiging van een een ver» ordening der gemeenten Wijmbritseradeel en Wonseradeel tegen godslastering en tegen het moedwillig hoonen van Gods naam in het openbaar. Dat heeft met gewetensvrijheid en vrij» heid van gedachten op zichzelf niets te maken. Niemand wordt in zijn geweten verplicht om in openbaar God te lasteren of te hoonen. Nu komt het mij voor, dat bezwaarlijk ontkend zal kunnen worden, dat de Overheid op dit gebied een taak kan hebben de Overheid heeft wel dege» lijk een roeping t. o. v. de goede zeden, waarvan de grondslagen liggen in wat Dr. Kuyper genoemd heeft de zedelijke ge» meenschap van ons volk. En tot die goede zeden behoort onge twijfeld niet het lasteren van Gods naam, maar het eeren van Gods naam. Dat is een der Christelijke beginselen, waarvan sprake is in de programma's der Christ:» lijke partijen. Ik citeer hier uit het program» ma der Christelijk«historische partij, waarin uitdrukkelijk staat (art. 3), dat de Overheid is geroepen de Christelijk»historische grondslagen van het volksleven te beves» tigen en de Christelijke beginselen in het staatsleven te eerbiedigen. Een van die beginselen is wel degelijk het eeren van Gods naam en niet het lasteren van Gods naam. Nu volgt daaruit nog niet, dat de Over» heid daarom met de Strafwet hier moet ingrijpen maar wij hebben op het oogen» blik niet vóór ons een ontwerp»Strafwet tegen Godslastering of vloeken, maar een gansch andere quastie, en het komt mij voor, dat dit punt in de redevoering van prof. Slotemaker de Bruine niet geheel tot zijn recht is gekomen. Wij staan voor de vraag of de Minister had moeten bevorderen het vernietigen van die verordening van de gemeenten Wijmbritseradeel en Wonseradeel, welke vernietiging door Gedeputeerde Staten van Friesland was verzocht. Nu had de Minister deze verordening kunnen voordragen ter vernietiging, indien hij die in strijd had geacht met de wetten of het algemeen belang, zoo staat het in art. 253 der Gemeentewet. En nu wensch ik en dat is het ver» schil tusschen mij en professor Slotemaker de Bruine - uitdrukkelijk te verklaren, dat ik het toejuich, dat de Minister deze verordening, waarin die gemeenteraad bin» nen de grenzen van zijn bevoegdheid te dien opzichte bestaat toch eigenlijk tegenwoordig geen verschil van meening opkomt voor het eeren van Gods naam op het openbaar terrein, niet verklaard heeft in strijd te zijn met het algemeen belang van het Nederlandsche volk. Dit is het eenige wat ik thans wenschte op te merken. Wij herhalen hier dus wat de heer den Ouden tot den heer v. Houdt in Herkingen zeide Nu de heer v. Houdt precies weet hoe de heer Idenburg en met hem de A.«R. partij over de publieke godslastering denkt, moet hij geen enkele keer meer met zijn citaat komen om te willen aantoonen dat de heer Idenburg Godslastering niet wil strafbaar stellen. Doet hij dat toch, dan bezondigt hij zich aan het 9de gebod. Het driemanschap Kersten, Barth en Zandt gaat in deze dagen voor de verkiezingen het land door om propaganda te maken voor de Staatkundig Gereformeerde Partij. Onder de leus: tegen de Revolutie en tegen Rome! worden de aanwezigen, o zeker, ook wel ge» waarschuwd tegen de revolutiebeginselen. Maar het leeuwendeel der vergaderingen wordt ge» wijd aan de Anti«Revolutionaire Partij, de partij, die naar Ds. Kersten's woord hem zoo na is. Dat noemt Ds Kersten bouwen en geen breken. Hij wil bouwen aan een echt»christe» lijke staatkunde, maar staat onderwijl klaar voor hen, die de eeuwige beginselen van Gods Woord op staatkundig terrein willen belijden, te bestrijden en te En hoe bestrijdt Ds. Kersten de A.R.Partij Op min»edele wijze, helaas, we willen dat bewijzen uit hetgeen we uit z'n mond op» teekenden, toen hij sprak in Den Haag. Ds. Kersten beklaagt er zich over, dat de anti's hem tegenstreden en gehoond te wor» den. Met deze woorden geeft Ds. Kersten zich een martelaarspositie. Een martelaar wekt deernis en sympathie. En sympathie heeft Ds. Kersten noodig. We zouden willen vragenwelk A R. blad heeft Ds. Kersten met hoon en smaad over» laden Hij zal het niet kunnen noemen. De linksche pers heeft geen goed woord voor Ds. Kersten, maar ook niet voorde A R.Partü. Die deelt in hetzelfde lot, om des beginsels wil. Wat heeft onze leider al niet moeten hooren. Maar Ds. Kersten stelt het voor, alsof alleen hij al de zwaarte van smaad, hoon en laster moet dragen. Zoo b.v. toen hij het Olympisch millioen besprak. Dat de A.R.Partij niet minder ge» trouw zich daartegen keerde, is met geen woord vermeld. Dat ook Chr. Hist en Roomsch» Katholieken tegenstemden, werd niet gezegd. Dat zou immer «de rechter zijde* in een te gunstig daglicht stellen. Het scheelt er maar weinig aan, of Ds. Kersten stelt het zoo voor door mijn optreden is het Olympisch millioen niet verleend. En in zijn blad is de andere door het A R. volk niet gedeelde over» tuiging der huidige A.R ministers de welkome stok om de A R. partij te slaan. De coalitie is voor Ds. Kersten een der objecten van fanatieke bestrijding. Dit Christelijk kabinet heeft in de lange jaren van zijn bestaan niet specifieks christe» :h de oogen uit, lijks gedaan. Men wrijft zici als men zooiets hoort. Weet Ds. Kersten niets meer van 1918 het jaar der revolutie Toen de nauw aaneen» gesloten rechterzijde onder Gods goedgunstige bestiering ons land beveiligde voor de ellende der Revolutie en het gezag der overheid schraagde De schoolwet 1920 al was ze geen zuiver anti»revolutonair product bracht zelfs Ds. Kersten het »Rehoboth« de Heere heeft ruimte gemaakt op de lippen. En om niet meer te noemen had de financieele saneering onder leiding van minis» ter Colijn geen geestelijk»zedelijke beteeke» nis voor ons volk? En nu spreken wij niet eens over het grijs verleden, over de afschaffing der prostitutie» reglementeering, over de verbeterde Zondags» rust, over het vrijlaten der zending, enz. Zou dat alles ook bereikt zijn, als er geen coalitie was geweest? Ds. Kersten schijnt er blind voor te wezen, dat er partijen in ons vaderland zijn revolu» tionaire partijen die den dag zouden zegenen als het Ds. Kersten en andere anti»coalitie» mannen zou gelukken de coalitie te breken. Zij begrijpen beter dan Ds. Kersten c.s. dat dan de weg vrij ligt om de christelijke grond» slagen, waarop ons volksleven thans nog God zij dank rust, te ondermijnen en weg te graven. Als de coalitie er niet meer is, dan moet er een andere partijgroepeering komen, waarop een eventueel kabinet kan steunen. Wie zon» der meerderheid in 't parlement een regeering zou willen vormen, zou dat kabinet niet lang aan het bewind zien. Nu bestaat er de moge» lijkheid eener andere groepeeringeen rood» roomsch bloo. Wij zouden Ds. Kersten willen vragen, of dan ons protcstantsche volk in 't bijzonder, een stil en gerust leven zou lijden in alle 40 cent per regel. blijft men kalm en helder door gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. godzaligheid en eerbaarheid Art 36 onzer belijdenis roept ons op om daarvoor te bid» den. Maar bij het bidden voegt zich toch het werken En hoe kan men waarlijk dat bid den als men door zijn houding het optreden van een ongeloovig rigime over ons volk verhaast Ds. Kersten legt hier den vingerGij telt, zegt hij en dat is Uw fout. Uw Godsver» trouwen is weg. Nu is die afschrik voor het tellen der stem» men wel eenigszins vreemd voor een man, die in de vergadering uitroepthad ik maar eens 50 zetels te verdeelen Idie in de Banier Erecies uittelt hoeveel stemmen hij er bij moet ebben om een tweeden zetel te veroveren die bij de indiening van z'n amendement tegen de vaccinedwang telde en toen meende een meerderheid voor dat amendement te zullen vinden. De majoriteit de gruwel der A «R. partij heeft Ds. Kersten ook te pakken, al verwacht hij 't volgens z'n program alleen van de autoriteit. Echter afgedaald van dit allesbeteekent het vertrouwen op God en de Goddelijke voorzienigheid dit, dat ik willens eti wetens land en volk mag zegenen met een regeering, waarvan te vreezen is, dat ze zal komen met wetten, maatregelen, besluiten, die ons gere» formeerde volk met schrik vervullen Is dkt overeenkomstig de H. S. We weigeren te gelooven, dat Ds. Kersten dit zou onderschrijven. Een roodsroomsch be» wind geeft het buitenland leert het ons den socialisten een voorsprong. Zij zullen de leiding hebben en niet ontzien, wat wij eeren als ordenantiën des Heeren. Daar stuurt Ds. Kersten, zijns ondanks maar toch willens en wetens, het heen. Dat is zijn »bouwen« aan christelijke staatkunde. Een beroep op den Vader des Vaderlands baat niet. Die coaliseerde ook met Rome Wilde Oranje b.v. niet juist om de zaak te dienen aan Anjum een Roomsch Fransch vorst de souvereiniteit over de gewesten opdragen Dat was diezelfde Prins, die met den Potentaat der Potentaten een vast verbond had gemaakt. Hij was niet afkeerig van den weg der middelen en zoo past het den christen Ds. Kersten wacht zich er blijkbaar voor dit alles mee te deelenintegendeel. Oranje moet dienst doen om de huidige politiek der A.«R. te veroordeelen. Op die wijze licht men de kiezers in en voorl Behalve de pertinente onwaarheden, de hal ve waarheden. Waar is, dat minister de Visser zich eenmaal heeft laten vertegenwoordigen bij een lijk» verbranding. Terecht wraakte Ds. Kersten dit, en plaatste het op het zondenregister van dit kabinet. Maar waarom deelde hij niet mede, dat door het optreden van Dr. Schreurer, hieraan een einde is gemaakt? Maar dat zou de indruk van zijn woord verzwakken en dat is de bedoeling niet. De Regeering laat Zondagstreinen loopen, zegt Ds. Kersten. Het is echter niet de Re» geering, het is de Spoorwegmaatschappij. De Regeering heeft slechts toezicht op dienstre» geling. Het is echter inderdaad als een ernstige grief aan te rekenen. Maar waarom was Ds. Kersten afwezig, toen A.»R. den betrokken minister scherp aanvielen over deze dingen en liet hij de «verwaterde* anti's alleen staan Over de afschaffing van den vaccinedwang en de houding van Ds. Kersten daarbij aan» genomen, is reeds geschreven. Het bleek uit zijn spreken, dat zijn eer het amendement te hebben ingediend hem liever was dan het belang des volks. Afschaffing van den dwang kan hij alleen bereiken door steun van alle rechtsche partijen. Ds. Kersten weigert overleg en 't is geen wonder, dat men hem dan alleen laat staan. Over het Dageraad»debat sprekende, zeide Ds. Kersten wel, dat het 't princiep der A.«R. Partij was de ongeloofspropaganda rustig te laten voortgaan. Dit is onjuist. Zoodra het ongeloof zich omzet in een daad, moet dit naar A.R. overtuiging worden geweerd. Heeft Ds. Kersten dien man, die op een bord bet schandelijk opschrift ronddroeg God is het grootste kwaad, aangesproken en 'm zijn zonde voorgehoudenof de overheid daarmee direct in kennis gesteld? Dit eene geval moet echter uitgebuit wor» den, tegen de coafitieregeering. Ds. Kersten is niet tegen pensioen, wel tegen verzekering. Als hij tegen pensioen was, moest hij ook zijn tegen de pension» neering der predikanten, welke de Dordtsche kerkorde voorschrijft. Een predikant moet verzekerd zijn dat hij bij invaliditeit, geen gebrek lijdt. Uitstekend 1 Zelfs geboden door Gods Woord 1 Een kamerlid, ambtenaar, onderwijzer enz. mag van staatswege verzekerd zijn van verdiensten voor den ouden dag. Een arbeider niet, volgens Ds. Kersten. Wie het vatten kan, vatte het. Eindelijk Ds. Kersten's optreden tegenover de Chr. Gereformeerden. Hij verwijt de A.R. Partij «kerkelijke politiek«, maar 't laatste deel van z'n redevoering bedoelt niet anders dan de Chr. Gereformeerden te lokken tot zijn partij. Waarom moest anders de herinne» iing aan de brochure Heeft de Chr. Gerefor» meerde Kerk recht van bestaan worden op» gewekt, juist om stemming te maken tegen de A.R. partij, die voor een deel kerkelijk Gereformeerden telt Toen Mr. Dambrink weigerde zich aan Kersten's partij te verbinden, bleek Ds. Kers» ten naar z'n eigen woorden bij den duivel te biecht geweest. Hoe broederlijk, niet waar. Het zijn slechts enkele kantteekeningen, die we plaatsten bij passage's uit de rede van Ds. Kersten. Ze bewijzen hoe onwaardig door hem de A.R. partij wordt bestreden. Eisch van socialisme en democratie in de ontwapening, zeggen de socialisten ten onzent. Vandaar de verwoede propaganda voor dit denkbeeld. Meer dan eens is er op gewezen, hoe de Nederlandsche sociaal»democratie met dit ont» wapeningsstreven een uitzonderingspositie in» neemt. De socialisten in andere landen gaan zoover niet, getuige de Engelsche, Fransche en Zweedsche socialisten. Een voorbeeld van recenten datum levert België. Daar is een coalitie»regeering van Roomschen en Socialisten. In de pas afgelegde regeeringsverklaring komt deze passus voor inzake de defensie «De Regeering wil«, voorzoover het mo« gelijk is, «de militaire lasten inkrimpen en zij zal die verlichtingen van de militaire lasten «in studie nemen*, die plaats kunnen hebben «zonder de veiligheid van het land in gevaar te brengen«. Het militaire vraagstuk moet «in zijn geheel onderzocht« en de oplossing er van moet op de «meest zorgvuldige wijze voorbereid worden«. Die oplossing moet ge» baseerd op de uitbreiding van het vrijwilligers» stelsel, hetwelk alleen in staat is de kern van beroepsmilitairen en een stevig kader van officieren en ondersofficieren te verschaffen. Een aldus gevormd nieuw leger zal wat zijn intrinsieke waarde aangaat, beter zijn dan het leger van vóór den oorlog en zal ook beter beantwoorden aan de wenschen der bevol» king, die, al mogen zij bereid zijn haar leven te geven voor het vaderland in gevaar, in vredestijd haar militaire lasten toch wenscht verlicht te zien. In afwachting van die leger» hervorming zal de regeering niet verdergaan dan een voorstel tot afschaffing van de tijde» lijke bepaling der militiewet nopens de 13de en 14de maand van den diensttijd*. Zoo geheel niets van ontwapening, nietwaar. En wat die afschaffing der tijdelijke bepaling van de militiewet betreft, dat is ook al niets bijzonders. De verlenging van den diensttijd was in verband met de Ruhrbezetting inge» voerd. Die bezetting loopt ten einde, dus ook deze bepaling kan vervallen. Deze absoluut on»socialistische verklaring werd voorgelezen in den Senaat door Vandervelde, een der kopstukken van de Bel» gische sociaalsdemocratie. Daar in België schijnt men Troelstra's woord te begrijpen, dat ontwapening pure demago» gie is! Maar toch zullen de kiezers in Nederland op den internalen ontwapeningseisch der sociaal» democratie worden gewezen.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1