Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
Bij examens
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3133
WOENSDAG 1 JULI 1925
40ste JAARGANG
Wie met ons de Revolutie
wil bestrijden, werft stem
men voor den man, die in
de eerste plaats van die
zijde wordt aangetast, voor
No. 1 van Lijst 27, de
Antirevolutionaire lijst, en
STEMT den Heer
<*Zit niet stil, werft, doet
het, doet het NU
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Hoe men de kiezers
voorlicht.
Reclame-Mededeelingen.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
H. COLLIN
Onzen God bidden en wachten zetten.
Gij kent de geschiedenis uit Nehemia.
De spottaal van den verwaten Sanballat
luidde «Wat doen deze amechtige joden
Maar het volk Israël bouwde voort aan de
muren van Jeruzalem. En toen Sanballat en
Tobia en de Arabieren en de Ammonieten
en de Asdodieten hoorden dat de verbetering
aan de muren van Jeruzalem toenam, dat de
scheuren begonnen gestopt te worden, maak»
ten zij allen te samen een verbintenis, dat zij
zouden komen om tegen Jeruzalem te strijden
en een verbijstering daarin te maken.
Dan vertelt Nehemia «Maar wij baden tot
onzen God en zetten wacht tegen hen, dag
en nacht hunnenthalve.«
Meermalen is er een parallel getrokken tus»
schen de historie van het volk Israël en onze
landsch historie.
Zouden we dat ook hier niet mogen doen
In zijn diepste wezen gaat de stembusstrijd
om het behoud van de Christelijke grondslagen,
om het toestoppen van de scheuren in de
muren van Jeruzalem.
Zien wij dezen strijd in dit licht, dan mogen
wij uit den strijd van Nehemia tegen Sanballat
troost en bemoediging scheppen. Maar dan
ligt ook den weg aangewezen.
Tot onzen God bidden en wachten zetten.
Deze twee moeten samen gaan.
Tot God bidden 1 Moge de laatste uren vóór
den gewichtigen dag een ure des gebeds zijn
voor het Volk dat bidden geleerd heeft 1 Ze»
ker, in de kerke des Heeren is in ons gansche
land Zondag j.l. het gebed tot de genade»
troon des Heeren opgestegen. Moge dit gebed
worden gesteld als reukwerk voor Gods aan»
gezicht en de opheffing der handen als het
avondoffer 1 Maar vergeten wij de zake des
lands ook niet in ons persoonlijk gebed 1
Dkn zetten we ook wachten. Bidden en
werken, zóó hebben onze vaderen het ons
geleerd. Oók aan het uitzetten van wachten
mag niets ontbreken I
Maar dan mogen we het ook aan den Heere
overgeven.
Met het bidden en uitzetten van wachten
is Nehemia niet beschaamd uitgekomen.
Dit moge ons troosten en bemoedigen.
Denken wij aan het woord van onzen leider
Colijn, nog pas in ons Verkiezingsblad tot
ons Flakkeesche volk gericht:
«En voorts bekommere ons de uitkomst
niet. Als wij maar gedaan hebben wat we be»
hooren te doen, mogen we rustig en vertrou»
wend die uitkomst afwachten, omdat ze in
het eind toch niet de vrucht van ons werken
is, maar van den Zegen dien God wil schen»
ken aan den arbeid van hen die op Hem
hopen.<t
Uit- en inlegkunde.
Het blijkt dat er onder de hoorders van
den heer den Ouden toen deze te Herkingen
optrad, nog enkele zijn, die den juisten zin
van het citaat van den heer Idenburg door
den heer van Houdt in het debat gebracht, niet
begrijpen.
Zooals men zich herinnert kwam de heer
v. Houdt met de volgende zinsnede uit een
rede van den heer Idenburg in het debat:
■»Ik wil alleen in dit verband zeggen, dat ik
geheel deel in zijn gevoelen (n.l. het gevoelen
van den heer Slotemaker de Bruine) dat de
vrije uiting van atheïsme, deïsme, en pantheïsme
niet moet worden belet, dat ook ik waardeer
de vrijheid van uiting van godsdienstige en wijs
geerige denkbeelden die wij nu in Nederland
hebben en dat ik aan dat hooge goed niet op
eenigerlei wijze zou willen tornen
De heer v. Houdt meende met dit» citaat
te kunnen aantoonen, dat de heer Idenburg
niet wil tegen houden het loopen met borden
langs de straten, waarop staat geschreven »God
is het kwaad
Wie het A.»R. program v. beginselen kent,
weet beter 1 De heer Idenburg stelde zich met
deze uitlating op het A.»R. standpunt dat de
vrijheid van Godsdienst en de vrije uiting van
wijsgeerige begrippen wil handhaven en dus
niet mee gaat met art. 36 der geloofsbelijdenis,
dat afgoderij wil uitroeien. Maar dit wil abso»
luut niet zeggen dat de heer Idenburg gods»
lastering niet wil strafbaar stellen.
Het eigenaardige in dit geval is dat de rede»
voering van den heer Idenburg, waaruit de
heer v. Houdt zijn citaat nam, er juist opge»
richt was om het standpunt der Regeering te
verdedigen, die een verordening der gemeenten
Wijmbritseradeel en Wonseradeel tegen gods»
IasteriDg en moedwillig hoonen van Gods
Naam in het openbaar, wil handhaven tegen»
over het standpunt van Ged. staten van Fries»
land die deze verordening wilden vernietigen.
Dus precies het tegendeel van wat de heer
v. Houdt beweerde.
Het is hier een kwestie van uit» en inlegkunde.
Er wordt iets ingelegd wat er niet in hoort
en waardoor men het tegenovergestelde krijgt
van wat bedoeld wordt.
Wij geven hieronder de rede van den heer
Idenburg in haar geheel weer opdat onze
Herkingsche broeders zich zelf kunnen overtui»
gen.
De heer IDENBURG: Mijnheer de
Voorzitter 1 Tot mijn leedwezen heb ik
aan de schriftelijke voorbereiding van deze
besprekingen geen deel kunnen nemen.
Het was ook niet mijn voornemen, mij in
de mondelinge behandeling te mengen.
De redevoering, welke wij zooeven hebben
gehoord van ons geacht medelid den heer
Slotemaker de Bruine, noopt mij echter,
niet om hem te bestrijden, maar om een
kort woord in verband met het door hem
aangevoerde te spreken.
Onvoorbereid als ik ben, wil ik niet
ingaan op de groote principieele quaestie
van de verhouding van godsdienst en
Staat, noch op de verschillende min of
meer wijsgeerige en theologische vragen,
die in de schoone rede van professor de
Bruine zijn behandeld en aan ons oordeel
zijn onderworpen.
Ik wil ter zijde laten met name wat
door dezen geachten afgevaardigde gezegd
is over de beslissing inzake het verzoek
van »De Dageraad*, omdat dit punt, zoo»
als hij zelf heeft opgemerkt, hier niet aan
de orde is. Ik wil alleen in dit verband
zeggen, dat ik geheel deel in zijn gevoe»
len, dat de vrije uiting van atheïsme, deïsme
en pantheïsme niet moet worden belet,
dat ook ik waardeer de vrijheid van uiting
van godsdienstige en wijsgeerige denkbeel»
den die wij nu in Nederland hebben en
dat ik aan dat hooge goed niet op eeniger»
lei wijze zou willen tornen.
Maar daarover gaat het hier niet. Het
gaat om de vernietiging van een een ver»
ordening der gemeenten Wijmbritseradeel
en Wonseradeel tegen godslastering en
tegen het moedwillig hoonen van Gods
naam in het openbaar.
Dat heeft met gewetensvrijheid en vrij»
heid van gedachten op zichzelf niets te
maken. Niemand wordt in zijn geweten
verplicht om in openbaar God te lasteren
of te hoonen. Nu komt het mij voor, dat
bezwaarlijk ontkend zal kunnen worden,
dat de Overheid op dit gebied een taak
kan hebben de Overheid heeft wel dege»
lijk een roeping t. o. v. de goede zeden,
waarvan de grondslagen liggen in wat Dr.
Kuyper genoemd heeft de zedelijke ge»
meenschap van ons volk.
En tot die goede zeden behoort onge
twijfeld niet het lasteren van Gods naam,
maar het eeren van Gods naam. Dat is
een der Christelijke beginselen, waarvan
sprake is in de programma's der Christ:»
lijke partijen. Ik citeer hier uit het program»
ma der Christelijk«historische partij, waarin
uitdrukkelijk staat (art. 3), dat de Overheid
is geroepen de Christelijk»historische
grondslagen van het volksleven te beves»
tigen en de Christelijke beginselen in het
staatsleven te eerbiedigen. Een van die
beginselen is wel degelijk het eeren van
Gods naam en niet het lasteren van Gods
naam.
Nu volgt daaruit nog niet, dat de Over»
heid daarom met de Strafwet hier moet
ingrijpen maar wij hebben op het oogen»
blik niet vóór ons een ontwerp»Strafwet
tegen Godslastering of vloeken, maar een
gansch andere quastie, en het komt mij
voor, dat dit punt in de redevoering van
prof. Slotemaker de Bruine niet geheel
tot zijn recht is gekomen.
Wij staan voor de vraag of de Minister
had moeten bevorderen het vernietigen
van die verordening van de gemeenten
Wijmbritseradeel en Wonseradeel, welke
vernietiging door Gedeputeerde Staten
van Friesland was verzocht.
Nu had de Minister deze verordening
kunnen voordragen ter vernietiging, indien
hij die in strijd had geacht met de wetten
of het algemeen belang, zoo staat het in
art. 253 der Gemeentewet.
En nu wensch ik en dat is het ver»
schil tusschen mij en professor Slotemaker
de Bruine - uitdrukkelijk te verklaren,
dat ik het toejuich, dat de Minister deze
verordening, waarin die gemeenteraad bin»
nen de grenzen van zijn bevoegdheid
te dien opzichte bestaat toch eigenlijk
tegenwoordig geen verschil van meening
opkomt voor het eeren van Gods naam
op het openbaar terrein, niet verklaard
heeft in strijd te zijn met het algemeen
belang van het Nederlandsche volk.
Dit is het eenige wat ik thans wenschte
op te merken.
Wij herhalen hier dus wat de heer den
Ouden tot den heer v. Houdt in Herkingen
zeide Nu de heer v. Houdt precies weet hoe
de heer Idenburg en met hem de A.«R. partij
over de publieke godslastering denkt, moet hij
geen enkele keer meer met zijn citaat komen
om te willen aantoonen dat de heer Idenburg
Godslastering niet wil strafbaar stellen. Doet
hij dat toch, dan bezondigt hij zich aan het 9de
gebod.
Het driemanschap Kersten, Barth en Zandt
gaat in deze dagen voor de verkiezingen het
land door om propaganda te maken voor de
Staatkundig Gereformeerde Partij. Onder de
leus: tegen de Revolutie en tegen Rome!
worden de aanwezigen, o zeker, ook wel ge»
waarschuwd tegen de revolutiebeginselen. Maar
het leeuwendeel der vergaderingen wordt ge»
wijd aan de Anti«Revolutionaire Partij, de
partij, die naar Ds. Kersten's woord hem zoo
na is.
Dat noemt Ds Kersten bouwen en geen
breken. Hij wil bouwen aan een echt»christe»
lijke staatkunde, maar staat onderwijl klaar
voor hen, die de eeuwige beginselen van Gods
Woord op staatkundig terrein willen belijden,
te bestrijden en te
En hoe bestrijdt Ds. Kersten de A.R.Partij
Op min»edele wijze, helaas, we willen dat
bewijzen uit hetgeen we uit z'n mond op»
teekenden, toen hij sprak in Den Haag.
Ds. Kersten beklaagt er zich over, dat de
anti's hem tegenstreden en gehoond te wor»
den. Met deze woorden geeft Ds. Kersten
zich een martelaarspositie.
Een martelaar wekt deernis en sympathie.
En sympathie heeft Ds. Kersten noodig.
We zouden willen vragenwelk A R. blad
heeft Ds. Kersten met hoon en smaad over»
laden Hij zal het niet kunnen noemen. De
linksche pers heeft geen goed woord voor
Ds. Kersten, maar ook niet voorde A R.Partü.
Die deelt in hetzelfde lot, om des beginsels
wil. Wat heeft onze leider al niet moeten
hooren. Maar Ds. Kersten stelt het voor, alsof
alleen hij al de zwaarte van smaad, hoon en
laster moet dragen.
Zoo b.v. toen hij het Olympisch millioen
besprak. Dat de A.R.Partij niet minder ge»
trouw zich daartegen keerde, is met geen
woord vermeld. Dat ook Chr. Hist en Roomsch»
Katholieken tegenstemden, werd niet gezegd.
Dat zou immer «de rechter zijde* in een te
gunstig daglicht stellen. Het scheelt er maar
weinig aan, of Ds. Kersten stelt het zoo voor
door mijn optreden is het Olympisch millioen
niet verleend. En in zijn blad is de andere
door het A R. volk niet gedeelde over»
tuiging der huidige A.R ministers de welkome
stok om de A R. partij te slaan.
De coalitie is voor Ds. Kersten een der
objecten van fanatieke bestrijding.
Dit Christelijk kabinet heeft in de lange
jaren van zijn bestaan niet specifieks christe»
:h de
oogen uit,
lijks gedaan. Men wrijft zici
als men zooiets hoort.
Weet Ds. Kersten niets meer van 1918 het
jaar der revolutie Toen de nauw aaneen»
gesloten rechterzijde onder Gods goedgunstige
bestiering ons land beveiligde voor de ellende
der Revolutie en het gezag der overheid
schraagde
De schoolwet 1920 al was ze geen
zuiver anti»revolutonair product bracht
zelfs Ds. Kersten het »Rehoboth« de Heere
heeft ruimte gemaakt op de lippen.
En om niet meer te noemen had de
financieele saneering onder leiding van minis»
ter Colijn geen geestelijk»zedelijke beteeke»
nis voor ons volk?
En nu spreken wij niet eens over het grijs
verleden, over de afschaffing der prostitutie»
reglementeering, over de verbeterde Zondags»
rust, over het vrijlaten der zending, enz. Zou
dat alles ook bereikt zijn, als er geen coalitie
was geweest?
Ds. Kersten schijnt er blind voor te wezen,
dat er partijen in ons vaderland zijn revolu»
tionaire partijen die den dag zouden zegenen
als het Ds. Kersten en andere anti»coalitie»
mannen zou gelukken de coalitie te breken.
Zij begrijpen beter dan Ds. Kersten c.s. dat
dan de weg vrij ligt om de christelijke grond»
slagen, waarop ons volksleven thans nog
God zij dank rust, te ondermijnen en weg
te graven.
Als de coalitie er niet meer is, dan moet er
een andere partijgroepeering komen, waarop
een eventueel kabinet kan steunen. Wie zon»
der meerderheid in 't parlement een regeering
zou willen vormen, zou dat kabinet niet lang
aan het bewind zien. Nu bestaat er de moge»
lijkheid eener andere groepeeringeen rood»
roomsch bloo.
Wij zouden Ds. Kersten willen vragen, of
dan ons protcstantsche volk in 't bijzonder,
een stil en gerust leven zou lijden in alle
40 cent per regel.
blijft men kalm en helder door gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
godzaligheid en eerbaarheid Art 36 onzer
belijdenis roept ons op om daarvoor te bid»
den. Maar bij het bidden voegt zich toch het
werken En hoe kan men waarlijk dat bid
den als men door zijn houding het optreden
van een ongeloovig rigime over ons volk
verhaast
Ds. Kersten legt hier den vingerGij telt,
zegt hij en dat is Uw fout. Uw Godsver»
trouwen is weg.
Nu is die afschrik voor het tellen der stem»
men wel eenigszins vreemd voor een man,
die in de vergadering uitroepthad ik maar
eens 50 zetels te verdeelen Idie in de Banier
Erecies uittelt hoeveel stemmen hij er bij moet
ebben om een tweeden zetel te veroveren
die bij de indiening van z'n amendement tegen
de vaccinedwang telde en toen meende een
meerderheid voor dat amendement te zullen
vinden. De majoriteit de gruwel der A «R.
partij heeft Ds. Kersten ook te pakken, al
verwacht hij 't volgens z'n program alleen
van de autoriteit.
Echter afgedaald van dit allesbeteekent
het vertrouwen op God en de Goddelijke
voorzienigheid dit, dat ik willens eti wetens
land en volk mag zegenen met een regeering,
waarvan te vreezen is, dat ze zal komen met
wetten, maatregelen, besluiten, die ons gere»
formeerde volk met schrik vervullen Is dkt
overeenkomstig de H. S.
We weigeren te gelooven, dat Ds. Kersten
dit zou onderschrijven. Een roodsroomsch be»
wind geeft het buitenland leert het ons
den socialisten een voorsprong. Zij zullen de
leiding hebben en niet ontzien, wat wij eeren
als ordenantiën des Heeren.
Daar stuurt Ds. Kersten, zijns ondanks maar
toch willens en wetens, het heen. Dat is zijn
»bouwen« aan christelijke staatkunde.
Een beroep op den Vader des Vaderlands
baat niet. Die coaliseerde ook met Rome
Wilde Oranje b.v. niet juist om de zaak
te dienen aan Anjum een Roomsch Fransch
vorst de souvereiniteit over de gewesten
opdragen Dat was diezelfde Prins, die met
den Potentaat der Potentaten een vast verbond
had gemaakt. Hij was niet afkeerig van den
weg der middelen en zoo past het den christen
Ds. Kersten wacht zich er blijkbaar voor
dit alles mee te deelenintegendeel. Oranje
moet dienst doen om de huidige politiek der
A.«R. te veroordeelen. Op die wijze licht men
de kiezers in en voorl
Behalve de pertinente onwaarheden, de hal
ve waarheden.
Waar is, dat minister de Visser zich eenmaal
heeft laten vertegenwoordigen bij een lijk»
verbranding. Terecht wraakte Ds. Kersten dit,
en plaatste het op het zondenregister van dit
kabinet. Maar waarom deelde hij niet mede,
dat door het optreden van Dr. Schreurer,
hieraan een einde is gemaakt?
Maar dat zou de indruk van zijn woord
verzwakken en dat is de bedoeling niet.
De Regeering laat Zondagstreinen loopen,
zegt Ds. Kersten. Het is echter niet de Re»
geering, het is de Spoorwegmaatschappij. De
Regeering heeft slechts toezicht op dienstre»
geling. Het is echter inderdaad als een ernstige
grief aan te rekenen. Maar waarom was Ds.
Kersten afwezig, toen A.»R. den betrokken
minister scherp aanvielen over deze dingen
en liet hij de «verwaterde* anti's alleen staan
Over de afschaffing van den vaccinedwang
en de houding van Ds. Kersten daarbij aan»
genomen, is reeds geschreven. Het bleek uit
zijn spreken, dat zijn eer het amendement te
hebben ingediend hem liever was dan het
belang des volks. Afschaffing van den dwang
kan hij alleen bereiken door steun van alle
rechtsche partijen. Ds. Kersten weigert overleg
en 't is geen wonder, dat men hem dan alleen
laat staan.
Over het Dageraad»debat sprekende, zeide
Ds. Kersten wel, dat het 't princiep der A.«R.
Partij was de ongeloofspropaganda rustig te
laten voortgaan. Dit is onjuist. Zoodra het
ongeloof zich omzet in een daad, moet dit
naar A.R. overtuiging worden geweerd.
Heeft Ds. Kersten dien man, die op een
bord bet schandelijk opschrift ronddroeg
God is het grootste kwaad, aangesproken en
'm zijn zonde voorgehoudenof de overheid
daarmee direct in kennis gesteld?
Dit eene geval moet echter uitgebuit wor»
den, tegen de coafitieregeering.
Ds. Kersten is niet tegen pensioen, wel
tegen verzekering. Als hij tegen pensioen was,
moest hij ook zijn tegen de pension»
neering der predikanten, welke de Dordtsche
kerkorde voorschrijft.
Een predikant moet verzekerd zijn dat hij
bij invaliditeit, geen gebrek lijdt.
Uitstekend 1 Zelfs geboden door Gods
Woord 1
Een kamerlid, ambtenaar, onderwijzer enz.
mag van staatswege verzekerd zijn van
verdiensten voor den ouden dag.
Een arbeider niet, volgens Ds. Kersten.
Wie het vatten kan, vatte het.
Eindelijk Ds. Kersten's optreden tegenover
de Chr. Gereformeerden. Hij verwijt de A.R.
Partij «kerkelijke politiek«, maar 't laatste
deel van z'n redevoering bedoelt niet anders
dan de Chr. Gereformeerden te lokken tot
zijn partij. Waarom moest anders de herinne»
iing aan de brochure Heeft de Chr. Gerefor»
meerde Kerk recht van bestaan worden op»
gewekt, juist om stemming te maken tegen
de A.R. partij, die voor een deel kerkelijk
Gereformeerden telt
Toen Mr. Dambrink weigerde zich aan
Kersten's partij te verbinden, bleek Ds. Kers»
ten naar z'n eigen woorden bij den duivel
te biecht geweest.
Hoe broederlijk, niet waar.
Het zijn slechts enkele kantteekeningen, die
we plaatsten bij passage's uit de rede van Ds.
Kersten. Ze bewijzen hoe onwaardig door
hem de A.R. partij wordt bestreden.
Eisch van socialisme en democratie in de
ontwapening, zeggen de socialisten ten onzent.
Vandaar de verwoede propaganda voor dit
denkbeeld.
Meer dan eens is er op gewezen, hoe de
Nederlandsche sociaal»democratie met dit ont»
wapeningsstreven een uitzonderingspositie in»
neemt. De socialisten in andere landen gaan
zoover niet, getuige de Engelsche, Fransche
en Zweedsche socialisten.
Een voorbeeld van recenten datum levert
België. Daar is een coalitie»regeering van
Roomschen en Socialisten.
In de pas afgelegde regeeringsverklaring
komt deze passus voor inzake de defensie
«De Regeering wil«, voorzoover het mo«
gelijk is, «de militaire lasten inkrimpen en zij
zal die verlichtingen van de militaire lasten
«in studie nemen*, die plaats kunnen hebben
«zonder de veiligheid van het land in gevaar
te brengen«. Het militaire vraagstuk moet «in
zijn geheel onderzocht« en de oplossing er
van moet op de «meest zorgvuldige wijze
voorbereid worden«. Die oplossing moet ge»
baseerd op de uitbreiding van het vrijwilligers»
stelsel, hetwelk alleen in staat is de kern van
beroepsmilitairen en een stevig kader van
officieren en ondersofficieren te verschaffen.
Een aldus gevormd nieuw leger zal wat zijn
intrinsieke waarde aangaat, beter zijn dan het
leger van vóór den oorlog en zal ook beter
beantwoorden aan de wenschen der bevol»
king, die, al mogen zij bereid zijn haar leven
te geven voor het vaderland in gevaar, in
vredestijd haar militaire lasten toch wenscht
verlicht te zien. In afwachting van die leger»
hervorming zal de regeering niet verdergaan
dan een voorstel tot afschaffing van de tijde»
lijke bepaling der militiewet nopens de 13de
en 14de maand van den diensttijd*.
Zoo geheel niets van ontwapening, nietwaar.
En wat die afschaffing der tijdelijke bepaling
van de militiewet betreft, dat is ook al niets
bijzonders. De verlenging van den diensttijd
was in verband met de Ruhrbezetting inge»
voerd. Die bezetting loopt ten einde, dus ook
deze bepaling kan vervallen.
Deze absoluut on»socialistische verklaring
werd voorgelezen in den Senaat door
Vandervelde, een der kopstukken van de Bel»
gische sociaalsdemocratie.
Daar in België schijnt men Troelstra's woord
te begrijpen, dat ontwapening pure demago»
gie is!
Maar toch zullen de kiezers in Nederland op
den internalen ontwapeningseisch der sociaal»
democratie worden gewezen.