Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES JEUK No. 3128 ZATERDAG 13 JUNIT925 40ste JAARGANG EERSTE BLAD. Links-Rechts. Op den Uitkijk. Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Wij pleiten voor ons A R. program. Trekken op voor de A.R. partij. Dat doen wij niet, om daarmee te getuigen, dat onze partij geen politieke gebreken en tekortkomingen zou heb ben, verre vandaar. Doch omdat we van meening zijn, dat de christelijke beginselen in een gemengden Staat als de onze, het best door de A.R. worden vertolkt. Wij achten ons niet beter dan eenige andere partij. En ook allerminst volmaakt. Maar wij meenen, dat onze partij en ons program aan den eenen kant vol doet aan 't geen van een christelijke partij mag worden gevraagd en aan den anderen kant de vrijheid handhaaft, waarop de zoo „gemengde bevolking" van een land als het onze récht heeft. Wat we met dat „recht" bedoelen? Eén voorbeeld make dit duidelijk. Tegen het Olympiade-millioen heeft heel onze partij als één man overeind gestaan. Vooreerst achtten wij deze be weging op zichzelf reeds niet van dien aard, dat daarvoor Staatssteun moest worden ingeroepen en ten anderen meenden we, dat die lange jacht op Staats-subsidies eer moest worden in gekort dan uitgebreid. Enfin, dat millioen vfél. Het Comité, gesteund dorr de groote pers, nam de zaak zelf ter hand en nu bleek, dat ook zónder Staatshulp de zaak wel zeilen kon en dat er ook op de „vrije en vrijwillige markt" nogwel geld te krijgen was voor dit doel. Dus die spelen komen nu hier. Al kan er vóór 1928 nog heel wat gebeuren. De Staat blijft er geheel buiten. En nu komt b.v. ds. Kersten met den eischDe Overheid moet deze in den grond heidensche spelen eenvoudig verbieden. Nu laten we de Zondagskwestie er buitend&t is een vraag apart. Maar die daargelaten, dan is ook hier de A.R. vóór de vrijheid en onderschrijft zij zeker den eisch van ds. Kersten niet. Waarheen zou dit toch leiden Wij zijn tegen de Olympische spelen. Wij zijn tegen neutraal onderwijs. Wij zijn tegen de moderne prediking. Wij zijn tegen schouwburg en bios coop. Wij zijn zet de lijst maar voort Tegen dit alles strijden we, getuigen we, komen we óp met Gods Woord in de handdoch wdar zouden we in ons „gemengd land" heen, als we den eisch stelden, dat de Overheid dit alles maar eenvoudig verbieden zal De Overheid mag niet, maar ze kan ook nietmet den sterken arm dwingen tot een leven overeenkomstig Gods hei lige Wet. Daartoe is iets anders noodig: Dat de Overheid niet in haar macht heeftdaarvoor is noodig de krachtige werking van Gods Heiligen Geest. Wat wij van de Overheid vragen is, dat zij ons Christelijk volksleven in elk opzicht volle vrijheid van beweging, van opwaken, van uitgroeien geve, opdat het de taak vervullen kan, waar toe God het roept te midden van zoo veel afval, in het midden des volks. Dèt is t verschil tusschen Links en Rechts. De voorbeelden zijn voor 't grijpen. Nu waarlijk al wéér, gaan er stern- wen op Links, om tóch maar weer van 't neutrale onderwijs het bevoorrechte, het normale te maken en de christelijke school terug te dringen naar de tweede plaats. Voor den opbloei van ons christelijk volksleven is noodig, dat de Overheid handhave het huwelijk, 't huwelijks leven en de huwelijksinzettingen van Gods Woord, Links wil men daar altijd weer aan tornen en dat huwelijk regelen naar eigen kijk op den echt. Anderen laten wij vrij, in wat richting zij hun kinderen opvoeden, maar wij vragen voor ónze kinderen, voor ónze rijpende jeugd, ja voor ons gansche christenvolk een strenge handhaving der publieke eerbaarheid, opdat zij niet op het terrein der Overheid worden geschokt en behoed en verleid door allerlei prikkel, die de zonde in hen ontwaken doet. In de koloniën vragen we geen uit- roeiïng van het heidendom, maar de vrije loop van het Evangelie, dat door de Overheid met eerbied bejegend en in zijn „hulpdiensten" als hospitaal en school krachtig worde gesteund. Nu kan men heel goedkoop de stout ste eischen stellen. De Overheid moet dit verbieden. Zij moet dat strafbaar stellen. In 't kort komt het hierop neer: De Overheid moet haar dwingende macht gebruiken, om alle menschen, zoodra ze een voet buitenshuis zetten en binnenshuis overal waar ze van buiten af kunnen worden gezien, zóó te doen leven als een christenmensch, wiens naam ook waarheid is, in 't openbaar leeft. Maar nogeens, dat is goedkoop. Men kan daarmee als extra-getrouw voor 't volk staan, wel wetende dat men zelf nooit ofte nimmer zal geroe pen worden, om het in toepassing te brengen. Want dan zou men 't niet kunnen. En 't is ook glad van den weg af. De Overheid is nu eenmaal geen kerkeraad en heeft ook niet te doen wat des kerkeraads is. Zij verzekere den vrijen loop van het Evangelie in kerk, school, maatschappij, koioniën enz. en toone in alles dat zij dien hoog acht en tot het uiterste nandhaven wil, omdat gerechtigheid een volk verhoogt. En zij verbiede en banne van het publiek terrein met kracht alles, wat ons en onze kinderen tegen onzen wil de zonde opdringen en onder den neus duwen zou. Maar zij kan niet en 't is ook haar taak niet, het geheeie volk te dwingen een oprecht Christelijk leven te leiden. Dat werkt alleen de Geest van God. Reclame-iViededeelingen Bet goedkoopste, Het grootste, Het meest gesorteeerd Hoeden- en Peftenmagazijn Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Hoe vroom 't soms ook schijne De Eerste Candidaat. No. 1 op de candidatenlijst der Anti«revo» lutionaire partij is de heer H. Colijn, de lei» der. Op het oogenblik ook nog dienaar der Kroon in het kabinet«Ruys. Leider der A.R. partij en minister van finan» ciën. Een dubbele taak. waarvan het gewicht drukt op zijn zwakken schouder. Doch die hij gemeend heeft op zich te moeten nemen. Niemand kon hem hiertoe verplichten. Daarbij kwam nog dat hij, wat zijn particulier leven aangaat, werk genoeg had. Doch er komen in het leven van een Chris» ten, vooral wanneer hij meer talenten van God verkreeg dan een ander, oogenblikken voor van »een heilig moeten«. En die oogen» blikken braken voor den heer Colijn aan, toen dr. Kuyper ons ging ontvallen en toen dr. de Geei ui' de regeering tcad. Toen de A R. partij gedoemd scheen het voortaan zonder centrale leiding te moeten stellen, en later toen het bleek dat het met de Rijkssgeldmiddelen er hoogst ongunstig voor stond. Twee oogenblikken, waarop hij voelde, dat er moest ingegrepen worden. En toen heeft de heer Colijn, eerst een eervolle, na jaren» lange vlijt verkregen winstgevende betrekking, prijs gegeven, om de onbezoldigde betrekking van leider onzer partij op zich te nemen. En daarna de betrekkelijke rust van het ambteloos burgerschap laten varen om zich te werpen in de beslommeringen van het ministerschap en zich op den hals te halen ontstemming in het eigen kamp en smaad in dat van den te» genstander. Hij wist, dat hij zichzelf, en ook zijn partij, daarmee plaatste in den hoek, waar de zwaarste slagen vallen. Hij wist, dat hij een ondank» baretaak op zich nam. Doch hij heeft haar onverschrokken aanvaard j en, wat niemand, ondanks herhaalde uitnoodiging, bleek te kun» nen, aanvankelijk tot stand gebrachthet her» stel van het budgetair evenwicht en de gaaf» heid van den gulden als standaardmunt. Onverschrokkendit woord herhalen wij. Immers toen hij nu eenige maanden geleden, in zijn rede in het Bilthovensche bosch de opmerking maakte dat ten gevolge daarvan bij de aanstaande verkiezingen het steenen zou regenen, heeft de redactie van »Het Volk» dit aangezien voor een uiting van vrees. Zie, zoo schreef zij, hij vergaat van angst, omdat het zwaard der wrake van de democratie hem boven het hoofd hangt. Hoe zij zich vergistel Was de heer Colijn bang geweest, dan zou hij op 't critieke ongenblik met Troelstra naar bed zijn gegaan, of met Wijnkoop om een las, waar op sommige plaatsen tot den land» arbeider gezegd wordt«Feestdagen zijn na» tuurlijk géén verdiendagen, want dan wordt er immers ook niet gewerkt Ik dacht, we waren dat nu te boven Maar ik heb te goed gedacht. Om op Kerstmis terug te komen, als dan een paar Zondagen vóór feesttijd eens over een der »profetieën« gepreekt is, din begin» nen we zoo zachtjes aan ook weer te denken aan het heilsfeit, dat op dit féést wordt her» dacht. Van Pinksteren tot half December is 't de feestlooze tijd. In onze «rijpende jeugd«, waren wij, jonge» lui, in zeker opzicht wel blij, als de »feesten« voorbij waren. Ik zegin zeker opzicht. Want die extra»vrije»dagen, die zinden ons wel. Vooral, wanneer er dan een uitvoering of iets dergelijks was, waar gemengd jong volk kwam, in alle eer en deugd, daar niet van 1 maar dan was dit eens weer een lichtende plek in ons overigens wat eentonig bestaan van alle dag wéér werken en wéér leeren ik praat nu maar net, zooals wij 't op dién leeftijd voelden. Dus die vrije dagen wilden we wel. En vooral ook de dito»avonden. En meer dan een gelukkig christelijk huwe» lijk heeft op zoo'n «tweeden feestdag«, als men 't goed na ging pluizen zijn allereerste begin gevonden. Zoo b.v. dat van neen, géén naam 1 'n Pseudo»vóórnaam slecht: Jochem. Jochem was bepaald 'n beste »jongen«. Hij liep trouwens al tegen de dertig. Een vrome jongen ookeen, waar ieder respect voor had, maar hij was wat bleu, daar waren oorzaken voor, 't was zielkundig verklaarbaar Foto van de nieuwgebouwde kruiser de »java« op de reede van Nieuwendiep. glaasje water gevraagd hebben, en er feestelijk voor bedankt hebben zich met 's Lands be» rooide geldmiddelen te gaan bemoeien. Maar hij zag dat zulks moest, dat het ware belang van land en volk hem riep. En toen heeft hij aangepakt, waar het moest, en hard aangepakt omdat het moest. Bekend is het Duitsche rijmpje Greif niemals in ein Wespennest, doch wenn du 's thust so halte fest. Hetwelk vertaald luidt Grijp nimmer in een wespennest, Doch als ge 't doet, houd dan vast. En dit heeft ook de heer Colijn bedacht. Hij hebbe er den dank voor van al zijn geest» verwantenhij behoorde ze ook te hebben van alle oprechte vaderlanders, onverschillig van welke kleur. (»De Zeeuw«). Nadruk verbodea» De «feesten» zijn nu weer voorbij. Met Pinksteren is 't voor een groot half jaar gedian. Eerst als we in December zijn, beginnen we aan het Kerstfeest te denken en, helaas I vaak allereerst in dézen zin, dat we vragen of uittellen welke dagen het dit jaar Kerstmis is. Want dit is ons niet altijd gelijk. 't Liefst hebben de meeste menschen de Kerstdagen midden in de week, want dat geeft de voordeeligste vacantie's Als men ten» minste een betrekking heeft, waarin men de feest» en vacantiedagen dóórbetaald krijgt, en niet, zooals ik 't dezer dagen nog uit Zeeland doch erg lastig. Vooral tegenover het vrouwelijk geslacht was hij verlegen en deed hij vrij links. Ieder kende hem en wist dit. En de meiskens hadden er dan weieens schik in, om 'Jochem in de verlegenheid te brengen en dat maakte de zaak nog erger, zoodat Jochem min of meer meisjesschuw werd en ze ontweek, zooveel hij kon. En tóch, hij was voor z'n werk 'n flinke kerel, had 'n eigen huisje met wat grond, doch dreigde daarin kluizenaar te worden, die door 'n buurvrouw zich zoowat «heel en schoon« houden liet, in plaats, dat hij een degelijk christelijk huisvader werd. Maar op 't dorp kon Jochem niet terecht. De meisjes hadden de gek met hem, de een zou voor de andere niet met Jochem gezien willen zijn en hijzelf liep ze uit den weg zoo hard hij kon. Toen hebben feestdagen uitkomst gebracht, 'n Oom had sterk aangedrongen: Jochem zou es komen. En Jochem ging, nieuw pak Adn, Daar ginds voelde hij zich vrij van den druk en de beklemming, die zijn verlegenheid met de jaren zwaarder had gemaakt. Hij praatte en sprak góéd. Werd niet met 'd spottend lachje bekeken. Kreeg er die paar dagen kennis aan 'n strui» sche, flinke maagd van vijfentwintig, die Jochem dadelijk mócht en met wie hij 'n half jaar later getrouwd was. 't Is een best, degelijk, christelijk gezin I Nó heeft Jochem al grijze haren. Maar »men« zegt, dat er op zijn dorp wél 'n paar bedaagde meiskens zitten, die in haar leven weieens spijt gehad hebben, dat ze met dien blooden jonkman zóó hebben gegekt. Doch, reeds al te lang bij Jochem ver» toefdm'n oude gebrek als ik over iemand of iets aan 't praten raak. 'k Had het over óns, «rijpende jeugd«. En om 't nu nét te zeggen, zoo 't waseen der voordeelen van den feestloozen tijd acht» ten wij, dat je dan 's Zondags vooruit niet wist of raden kon, waar dominee over pree» ken zou. Dat wist je drie maanden lang wèl. Eerst kwamen de lijdensstoffen, dan Paschen daarna de «verschijningen», dan Hemelvaart, den Zondag daarop een tekst over «hemels» gezindheid», -en dan drie preeken over 't Pinksterfeest, 's morgens het feit, 's avonds de profetie en des Maandags de toepassing op des Christus leven. j Wij wisten dat als jongelui precies. Tot dominee, die 't droog»leuk zeggen kon, op zekeren éérsten Pinksterdag in zijn «voor» afspraak« zeide, dat hij dit keer de orde wat omkeeren zou, wijl er zoovelen waren, die de gewoonte hadden, den twééden feestdag reeds des morgens de openlucht of den bree» deren familiekring te zoeken. Dat heeft toen, heb ik later gehoord, nog even 'n warme kerkeraadsvergadering gegeven, want met Paaschmaandag waren er twee di= akenen geweest, die hun plaats hadden ledig gelaten en die hadden zich nu verbeeld, dat er bij dominees woorden oogen op hén waren gericht. «Dan waren ze aan 't goede adres«, zei dominee. 40 cent per regel. W aarom die onnoodige kwellingen verdragen van huiduitslag, enz. Krabt niet, Akker's Kloosterbalsem zal den jeuk doen bedaren, ver zachting en genezing brengen. VOOR ELK Z'IN KDU9 Kipstraat 85»87 Rotterdam w ZIE DE 5 ETALAGES Voor hoeden No. 85. Voor Petten Nó. 87 Aanbevelend HENiGER Ji°» Maar de diakenen verdedigden zich ook weer flink, zij waren in loondienst, zeiden ze en hadden nóóit vacantie, dat had je in mijn jongen tijd nog véél: vacantie, als je op straat stond en geen werk had! en als ze nu eens 'n daagje de kennis met de familie wil» den aanhouden, dan móésten ze daar wel een tweeden feestdag voor gebruiken, temeer wijl dit toch maar een menschelijke instelling was. Dominee had het niet scherp getrokken. Wat heel verstandig van hem was. Maar toen hij kort daarna een lezing hield in 't toen nog jonge »Patrimonium«, was één zijner opmerkingen, dat we ook déze verbe» tering voor den werkman moesten zien te krijgen, dat hij enkele dagen des jaars vacantie kreeg, om zijn vrienden en familieleden te kunnen bezoeken. Tot ons «rijpende jeugd« terug 1 Pinkster voorbij, dan was er geen raden aan, waar dominee over preeken zou. Van «vervolg»preeken« hield hij niet veel. «Dat kon hij zoo niet«, zei hij eerlijk weg. «Dan verval ik te veel in herhalingen en ik vóél, dat ik niet frisch blijf en 'k zie aan 't gezicht van de hoorders, dat ze de Zondagen tellen, wanneer ik de »sto£fen« zal afgewerkt hebben, 'k Heb het-een paar keeren gepro» beerd, maar die gave is mij niet geschonken, hoewel ik gaarne toegeef, dat het voor de gemeente voordeelig kan zijn, als ze eens enkele gewichtige hoofdstukken uit de Schrift achter alkaar behandeld kreeg». 't Was toen even stil geweest in den kerke» raad. «Och, dominee zei toen een bejaard ouder» ling, »u geeft elke week vervolgstoffen, al hebt u er zelf geen erg in I» «Hoe bedoel je dat. broeder «Als u maar voortgaat elke week wéér en méér te doen uitkomen de heerlijkheid van Koning Jezus en wat de tijke Zaligmaker zijn wil voor een arm zondaar, dan is dat de schoonste vervolgstof, die te bedenken kunt«. De anderen hadden gevonden, dat dit een gepast woord was geweest op de juiste plaats en den volgenden Zondag preekte dominee over den bekenden tekst«Dit is een getrouw woord en aller aanneming waardig en wat daar verder volgt, met zulk een kracht en gloed, dat twee »hoorders« de in de kerk waren dien morgen, opgetogen in de pastorie gingen koffiedrinken, om er vlij wat ont» nuchterd vandaan te komenze hadden wel

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1