Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden
IN HOC SIGNO YINCES
No. 3122
ZATERDAG 23 MEI 1925
40ste JAARGANG
EERSTE BiLAD.
Een Gevaar.
Op den Uitkijk.
Redame-iededeeiingen.
RECHTZAKEN
Alle stukken voor die Redactie bestemd, Ad verten ti ëm en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Hoe zal het na de stembus gaan
Dwaas om voorspellingen te doen
Indien ooit, dan is er ditmaal van
de uitkomst niets te zeggen; de ver
schillende partijen en partijtjes maken
wel hun programs en zetten die in de
krant
Maar koning-kiezer zwijgt
De vraag, of hij er iets van leest.
Hij zal straks stemmen.
En eenige aanwijzing van den uitslag
is er niet en aan een voorspelling wagen
wij ons evenmin.
Als „Links" een meerderheid krijgt
Welwij gelooven niet, dat er in dat
^eval ook een links kabinet komen zou,
daartoe zijn b.v. de verschillen tusschen
de S.D.A.P. en den Vrijheidsbond te
groot.
Maar wat men dan wèl krijgt;
Wat dan niet anders kèn
Een kabinet onder linkschen invloed.
Een kabinet, dat zonder de goedkeu
ring der Linkerzijde zich niet kan
staande houden en dat dus vanzelf wel
in linksche richting gedrongen wordt.
En d&ér waarschuwen we tegen.
Op die manier kan aan het Christelijk
beginsel in de Staatkunde nog wel
meer kwaad worden toegebracht, dan
wanneer een Linksche coalitie komt
met een eigen kabinet.
„Het Onderwijs vraagt de lezer.
Nu jadat óók eenigszins.
Doch dl te duidelijk zal een linksche
■meerderheid niet tegen de „Pacificatie"
durven ingaande schrik voor den
schoolstrijd zit er nog te veel in.
Gehéél gerust zijn we niet.
Wie oplet, wat er zooal in 't land
gebeurt, die weet wel, hoe er aan de
overzijde steeds meer actie komt, om
aan de Openbare School de aloude
eereplaats terug te geven.
Maar, er zijn andere punten.
En dan denken we in de eerste
plaats aan het huwelijk en aan al wat
daarmee samenhangt.
Aan ons Christelijk huwelijk.
Het .huwelijk naar Gods Woord.
Ge moet dit goed verstaan.
Wij willen niet beweren, dat allen
die tot de Linkerzijde behooren de
verregaand revolutionaire denkbeelden
aanhangen, die ge van sommigen wel
eens hebt gehoord.
Maar hierin zijn ze 't wel eens
Onze tegenwoordige huwelijkswet
geving is te nauw, te eng, te bekrompen.
Die moet worden verruimddat kan
zoo niet blijven.
En wat leert nu de historie
Dat in al dergelijke gevallen de
uitersten, zij die 't vérstgaan, de beste
kansen hebben.
Zij toch zijn konsekwent.
Blijven niet halverwege staan.
Zij trekken de lijn dóór.
En daarom is hun kracht en invloed
dan ook het grootst.
Hier toch werkt de Anti-these.
grondstelling tusschen Links en
"echts inzake het huwelijk is gansch
verschillend.
Rechts moge nóg zoo uiteengaan
Hierin is het een, dan het in het
huwelijk een goddelijke instelling ziet
en het ook als zoodanig handhaven wil.
De linkerzijde niet alzoo.
O, ja ook daar is groot verschil
De een ziet er een burger.ijke instel
ling in die door de Overheid moet
geregistreerd en door kerkelijke plech
tigheid moet worden gewijd, den
ander is het „vrije" huwelijk een ideaal.
Maar hierin zijn allen het eens
Het is een menschelijk contract.
En dus niet aan goddelijke wetten
gebonden, die onveranderlijk zijn, maar
aan menschelijke rechten, die veranderd
kunnen worden.
Dat is 't verschil tusschen Links en
Rechts.
En als Links nu een meerderheid
krijgt, dan kunt ge er op rekenen, dan
komt er dadelijk een sterke drang op,
om nü van de gelegenheid gebruik te
maken en onze gansche huwelijkswet
geving in hun geest te herzien.
En bij een regeering, die dan is in
hun geest en die onder hun invloed
staat, zal die drang niet tevergeefs zijn
Zie toch dit gevaar goed in!
Het is niet de vraag, of misschien
hier en daar in onze huwelijkswetgeving
zeker lek moet worden gestopt of een
enkele fout verbeterd.
Dat wil min. Heemskerk ook wel.
Maar hij ziet zelfs nü het gevaar.
„Als ik daarmee begin", zegt hij,
„haalt gij, heeren van Links, bij amen
dement, heel het huwelijksvraagstuk
overhoop".
En hij kent de Kamer 1
Wéét hoe onberekenbaar ze kan zijn.
Dan zóu het immers kunnen gebeuren,
dat er meer bedorven werd, dan goed
gemaakt.
En nu is de meerderheid nog rechts.
Laat ons dus voorzichtig zijn
Als ge htt gezin aantast, ontwricht
ge de geheele maatschappij. Dat kwaad
is niet te herstellen noch te overkomen.
In het nauw vereenigde, saamverbonden
gezin worden de grondslagen gelegd
voor een stevige, soliede, geordende
maatschappij.
Speel niet met dat gezin.
Maak den gezinsband niet los.
Beter nog dat hij eens wat knelt, dan
dat men zoo gemakkelijk die banden
en touwen van zich werpen kan, waar
de luim drijft of de muts staat.
En dat wordt toch het eind.
Wachten we ons dan voor het begin
MAN, VROUW en KIND
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordcii berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
»Eert zeer gemengd gezelschap«.
Wie zijn het zooal, die in ons vaderland
pleiten voor eenzijdige, nationale
ontwapening?
»Een zeer gemend gezelschap®.
't Woord is van den heer Idenburg.
En hij beschrijft dit «gemend volksken« al»
dus
«Men vindt er onder INCONSEQUEN*
TEN, die voorbereiding tot landsdefensie
afkeuren, maar die wapengeweld wel aanvaar*
den, als dit in dienst wordt gesteld van revo*
lutionaire machten.
Men vindt er onder INTERNATIONA*
LISTEN, die in het nationalisme den vijand
zien en heil verwachten van verslapping en
losmaking van nationale en historische ban*
den.
Men vindt er onderOPPERVLAKKIGEN,
die getroffen door de van zoo nabij be*
schouwde oorlogsranpen, meenen dat men
slechts de wapens heeft neer te leggen, om
voor goed dm oorlog te bannen en den
eeuwigen vrede in te luiden.
Men vindt onder hen KLEINMOEDI*
GEN, die zich wel op verdediging zouden
willen voorbereiden, indien wij slechts iets
konden bereiken, maar die voor ontwa*
pening pleiten, wijl wij als klein volk naar
zij meenen toch niets kunnen doen.
En behalve dezen nog tal van anderen
Zullen we nu dit «zeer gemengd g;zelschap«
volgen, dat wèl negatief weet te zeggen,
hoe 't niet moet, maar op de vraag, positief
hoe 't dan wêl moet. niets anders dan onuit*
voerbare fantastische plannen weet voort te
brengen, die dag aan dag opnieuw verbroken
worden
Maar, immers neen
Wij zullen in diepe afhankelijkheid van den
levenden en almachiigen God datgene doen
voot de Landsverdediging, wat Hij gesteld heeft
binnen 't bereik onzer hand.
Een vuile prop.
De «Volkscourante sloeg spijkers*op*kop.
Goed, dat er altijd menschen zijn, die zulke
dingen onthouden en napluizen 1
Toen nog maar pas de wetsvoordracht ver*
schenen was om een millioen te garandeeren
voor de »01ympiade«, gaf de S. D. A. P. een
brochure uit met den titel:
«De zonden van Ruys°Colijn«.
In die brochure werd letterlijk gezegd
«En dezelfde regeering, die voor sociale
en cultureele zorg geen geld had, stelde
wel voor één millioen gulden beschikbaar
te stellen voor de Olympische wedstrijden
die in 1928 te Amsterdam zullen worden
gehouden en vijf honderd duizend gulden
voor een ambtswoning voor den minister
van Buitenlandsche Zaken.
«Dat teekent haar mentaliteit ten opzichte
van de volksnooden«.
Nu eenige vragen*met*antwoord
Van welke partij o.m. heeft geen enkel lid
tégen het millioenfonds gestemd Van de
S. D. A. P. 1
Wie hebben in de Kamer wel 't meest harts*
tochtelijk vóór het »millioen« gesproken
Schaper en Kleerekoper van de S. D. A. P.!
En welke partij heeft haar ouden, kranken
leider nog es één keer in de Kamer gebracht,
speciaal om te stemmen voor het »millioen«
Alweer de S. D. A. P.
Als er maar een bal van gepropt kan wor*
den en gegooid naar 't hoofd van Ruys en
Colijn, dan is de vuilste dot poetskatoen de
heeren aan dien kant nóg goed
«Heeft niemand van jullie ooit gehoord van
of gelezen de Gelijkenis van de Talenten
Neen, niemand kende die.
»Dus jullie weten óók niet, wat het zeggen
wil, zijn talent in een zweetdoek begraven of
ook zijn talent op rente zetten, of ook met
zijn talent andere talenten gewinnen, jullie
hebben nooit de uitdrukking gehoordDie
heeft, dien zal gegeven worden
Neen, niets van dit alles hadden ze ooit
gehoord.
Ze peinsden met ernstige gezichten, ze moch*
ten mevrouw en haar onderwijs graag, maar
zelfs in hun naar de omtrek verschoten her*
inneringen konden ze toch die »talenten« niet
vinden.
Blijkbaar nimmer van gehoord.
Nu blijkt uit het verhaal, dat de leerares
er zelf van geeft in het »HbI.« niet dat zij
de Schrift erkent als de Openbaring Gods
zij betreurt alleen voor haar vak, voor de
Nederlandsche Letterkunde, het feit, dat de
jeugd, die ze daar op die neutrale H. B. S.
voor zich heeft, zoo totaal onbekend is met
de Heilige Schrift.
«Totaal onbekend«, is niet ie veel gezegd.
Van de «Tien Geboden« en het »Onze Vader«
heeft de klas nooit gehoord deze jongelui van
15 a 16 jaar, 't lijkt ons in onze kringen zoo
ongelooflijk vreemd, zijn er absoluut onbekend
meege kunt hen net zoo goed een vraag
stellen in de Koptische taal, dan dat ge on*
derzoek doet naar het Derde Gebod of naar
de Eerste Bede uit het «Onze Vader«.
Nogeens, de leerares blijft op haar eigen
terrein, maar zelfs zóó kunnen we niet nalaten
haar klacht, haar schier ongelooflijke klacht
H. M. de Koningin bracht een bezoek aan de Meelfabriek «Holland'' te Amsterdam, waar
H. M. ontvangen werd door den directeur der Meelfabriek, den heer Dombach.
Nadruk verbodca,
't Gebeurde in een derde klas H. B. S.
Hoe ik er aan kom, vertel ik straks, thans
eerst de opmerking, dat in zulk een klas zitten
de jongens en meisjes, die zich bevinden in
het merkwaardige levenstijdperk, dat men wel
«tusschen servet en tafellaken« noemt.
In de eerste klas zijn 't nog »kinders«.
Nu ja, met verbeelding voor zes
Maar zoodra ze iemand treffen die wéét
hoe hij met zulke braniërs omgaan moet, zijn
ze in een ommezien mak en klein.
In de vijfde zijn 't »heeren« en »dames«.
Laten ze zich in den sigarettenwinkel en in
de taartjessalon netjes mijnheer en juffrouw
noemen, hebben geheel uitgeschud wat des
kinds is, en kennen de gansche wereld op een
prik.
Maar de derde is tusschen «mal en dwaas®.
Daar zit den jongens de baard in de keel,
terwijl de meisjes weifelen of ze op een zuurtje
zullen knabbelen of stiekum zullen rooken
aan een sigaret.
Nu dan, het was in een derde klas.
En er werd »letterkunde« gegeven.
Door een dame, een mevrouw, die wanneer
ze even goed les geeft als ze in de krant er
van verteld, het zéér goed doet.
Een der knapen had een vers gelezen, waarin
o m. iets voorkwam over een dichter en zijn
«talenten« en de leerares deed nu onderzoek
of de klas dat laatste woord goed begreep.
Nu, ze snapten, dat het »gaven« zijn.
Datgene wat een dichter heeft en een ander
niet.
Jawel, maar nu de afkomst van het woord,
de oorspronkelijke beteekenis, wenschte de
leerares.
Neen, wist niemand iets van.
«Toe, denken jullie eens na! In den Bijbel
komt het woord talenten toch óók voor
Ze keken elkaar eens aan
In den Bijbel, dat was hun
terrein niet!
hier woordelijk te laten afdrukken
«Ik vraag me af, wat begrijpen zulke
menschen van hun eigen taal Wat zegt
een verloren zoon hun, of een verloren
schaap Hoe moeten zulke menschen Von*
del begrijpen, en waarom vinden ze den
»Gijsbrecht« mooi, als ze niet weten, en
volkomen begrijpen, wat eig'lijk de Kerst*
nacht is? Zei niet eenige weken geleden
een vijfde*klasser, volkomen te goeder trouw,
dat 't samenhing met het Duitsche Kerze
en dus de nacht was waarin de kaarsen
werden aangestoken En dat is niet één
jongen, of één klas, maar zoo zijn ze alle*
maal, al de liberaal opgevoede of »modern«
opgevoede jongens en meisjes van deze
openbare school. Wie de 4 evangelisten
waren, kunnen ze niet bijbrengen; dan ten
hoogste als schilderij of als 't beeldhouw*
werk van Sluter in 't Rijksmuseum. Want
kunst krijgen ze hier op school op even
degelijke als meeslepende wijze. Maar wat
zegt het hun Ze weten niet wat 't betee*
kentEen psalmist is een voorzangerde
bazuinen van Jericho «hebben iets te ma*
ken met de kruistochten«, de Apostelen
zijn de menschen die de Apostolische kerk
hebben gesticht (met de toevoeginghier
op de Nieuwmarkt)en als ik eenmaal aan
«Adam in Ballingschap® of »Lucifer« toe
ben, blijkt altijd, dat het scheppingsverhaal
door niet een, maar dan ook geenéén, wordt
gekend. Ze zijn dus niet eens, voor zich,
eens begonnen in den Bijbel
En dit is nu geen uitzondering.
't Was in breede kringen al lang zoo en 't
wordt er niet beter op.
In mijn jongelingsjaren had ik kennis aan
een openbaar onderwijzer, die voor z'n hoofd*
acte »zat«. Toentertijd was een »product«,
waarnaar nogal eens werd naar gevraagd, de
»Hagar« van Da Costa, voor Letterkunde.
En ik zie 'm nóg bij me komen «daar weet
ik geen raad mee 1 Wat al die vreemde joden*
namen beteekenen is mij 'n raadselAbraham,
Izak, Saraï en zooveel meer: kun jij
me niet helpen
Nu, ik héb hem met die jodennamen ge*
holpen.
Denzelfde had ik eens een Zondag bij me
en uit beleefdheid ging hij mee naar de kerk.
Er was geen «levendige bediening des
Woords«, als men toenmaals zei. De hoofd*
onderwijzer las een preek, »gewóón« vond
mijn gast en een broedersouderling, met
hoog, zwart vest, 't haar wat naar voren ge*
kamd, ging voor in 't gebed.
Na de kerk bleek me, dat hem dit 't meest
getroffen had.
Dat gebed had hem stil gemaakt.
Helaasniet vanwege den inhoud. Maar
«Waar haalt die eenvoudige man zulke
woorden en vooral ook zulke beelden van*
daan vroeg hij me verbaasd.
Nu was die ouderling een gemoedelijk, wel*
bespraakt man, die in den Bijbel thuis was,
als weinigenmen kan dus begrijpen, dat
zijn gebed vanzelf, neen! allerminst een uit*
stalling of aaneenrijging van teksten was, maar
een gewijd, beeldrijk, ja zelfs min of meer
Oostersch karakter droeg. Hij was zoo gewoon
in bijbeltaal voor zichzelf te danken en met
zijn God om te gaan, dat het ook in 't pu*
bliek gebed zeer wel te merken was en zijn
innige vroomheid deed elke gedachte aan
cliché*taal wijken.
't Had op mijn gast een diepen indruk ge*
maakt.
«Uit den Bijbel«, antwoordde ik op zijn
vraag.
Even zat hij na te denken.
«Ja, ik geloof toch dat 't een heel gemis
voor ons is geweest«, zei hij tenslotte, «dat
wij zoo geheel zonder Bijbel zijn opgevoed«.
Dat is de groote ramp, die het liberalisme
en het modernisme uit het midden der vorige
eeuw over ons hebben gebracht, dat ze een
belangrijk deel van ons volk totaal «ontbij»
beld« hebben.
Och, ik weet wel, bijbelkennis alleen
leidt niet tot zaligheid mochten we 't
vooral toch steeds met toepassing op onszelf
en «onze menscheu« in herinnering brengen
maar dat groote volksdeel, dat absoluut van
geen bijbel meer wéét, ach I het mist ook zoo
élk aanrakingspunt, om met hen eenige zaak
te bespreken, die boven het materiale leven
uitgaat.
Onwillekeurig, als we dit zoo overdenken,
rijst een zeer droeve vraag op in ons hart
en gaat daarmee een innige danktoon gepaard.
De vraag is dezeHóé brengen we den
bijbel weer onder de aandacht van dat deel
des volks, dat hem thans ganschelijk niet kent
Er ware een artikel alléén over te schrijven.
Ik zeg er thans slechts dit van Laat ons steu*
nen en waardeeren al wat in dit opzicht wordt
gedaan. zelfs al zóüden wij 't misschien
anders doen.
Onlangs werd mij een klacht gemeld.
't Betrof een juffrouw, die óf zelf als bijbel*
colportrice werkzaam was, öf voor bijbelver*
spreiding giften vroeg en die op enkele plaatsen
door onze menschen min heusch ontvangen was
in tegenstelling van andere dorpen in onze pro*
vincie, waar zij vriendelijk was voortgeholpen.
Nu weet ik, er wordt véél gevraagd.
Iemand kan moeten weigeren.
Doch daarom behoeft men nog niet on*
heusch te zijn. Natuurlijk moet de zaak «in
orde« zijn. Twijfelt men eenigszins, want er
is zwendel, zelfs op dit gebied dan kan men
iemand eerst naar predikant of kerkeraad ver*
wijzen. Maar ik ken haast geen noodzakelijker
40 cent per regel
Alle 3
hebben 's zomers last van het schrijnen der
huid. Dit kan gemakkelijk verholpen worden
door 's morgens en 's avonds de roode plek*
ken goed te wasschen en er daarna Klooster*
balsem op te doen. Akkers Kloosterbalsem
is een prachtmiddel bij ontvellingen, ontste*
kingen, uitslag, doorloopen, zonnebrand, door*
zitten en zadelpijn. Óveral verkrijgbaar in
groote 50 ets. potten.
MOND. ADVIES fl 1.,
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Alle Belastingzaken door oud ambtenaar
aan ons bureau verbonden.
Kantoor van 8—10 uur. Geen Bijkantoren