Antirevolutionair
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
No.
WOENSDAG 6 MEI 1925
40ste JAARGANG
Uit de Pers.
Reclame-Mededeelinrgen.
RECHTZAKEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Adveftentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
V Herinnering.
Overspannen Zenuwen
J-
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent hij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8,50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Wel Vijfentwintig Ambtenaren
leder onzer kent het Westland.
Al is 't maar van hooren»zeggende streek
der tuinderij.
En de glorie van 't Westland is de Loos»
duinsche groentenveiling, waar in een mini»
mum van tijd de groenten worden verkocht,
opgeladen, verzonden en de leverancier z'n
geld heeft en naar huis kan gaan, om nog een
dag in zijn bedrijf werkzaam te zijn.
Men staat er van versteld.
De nieuwste instrumenten zijn aangeschaft
alles sluit als een buswie 't noott gezien
heeft, duizelt er van.
De vorige week waren bij ons een groot
gezelschap Duitschers, tuinders en tuinleeraren,
van Embden tot Leipzig toe, om de Neder»
landers de kunst eens af te kijken.
Nu, dat doet men zoo gauw niet.
Maar ziehier hun getuigenis
«»Dat de koopman terstond na de veiling
op het kantoor van den betaalmeester zijn
afrekening krijgt waar al het gekochte juist
op is aangegeven en berekend, dat leek hen
allen groszartig en een der Leipziger heeren
meende dat zij daar wel 25 ambtenaren voor
zouden noodig hebben en dan willen ze
weten wie dat alles zoo mooi in elkaar gezet
heeft dat de gansche zaak zoo vlug mar»
cheert en dat binnen een paar uur na afloop
van de veiling de goederen reeds gesorteerd,
verpakt en in de spoorwagens geladen, op
weg zijn naar de grenzen*.
Let hier op de middenmoot.
Die Loosduinsche veiling wordt door par»
ticulieren beheerd de mannen van 't vak zelf
hebben er 't meeste zeggenschap in.
Blijkbaar gaat 't er vlug en wordt geen man
meer gebruikt dan strikt noodig is. Hoor den
LeipzigerDaar zouden ze bij ons wel 25
ambtenaren voor noodig hebbenja 1 en
vraag dan, hoe lang het bij die vijfentwintig
blééf.
Ook in dit opzicht konden de heeren van
tns leeren.
Naar Breeroo's Spreuk.
»'t Kan verkeeren«, zei Breeroo al.
Stel, dat iemand indertijd aan Kuyper had
voorspeld: Binnen tien jaar zal er indeKro»
niek van de »Stemmen voor Waarheid en
Vrede* een zegenwensch voor uw opvolger
staan, de «oude baas* zou even onplezierig
opgekeken hebben als in zijn jongen -tijd
Lobman tegenover hém deed, toen hij zijn
bekende voorspelling in 1848 deed op Het Loo.
En toch, het is maar zoo.
Dr. Bronsveld, voor kort, stierf.
Zijn «Kroniek* werd voortgezet door Dr.
De Vrijer uit Amsterdam. En die schrijft in het
jongste no. van 't bekende tijdschrift o.m.:
«De verkiezingen voor de Tweede Kamer
zijn bepaald op 1 Juli. Ondanks dien na»
derenden datum gaat de heer Colijn voort
met krachtige hand het meestgevoelrge de»
partement te leiden. Wanneer wij op de
financieele rampen in Frankrijk letten, moet
de stoere gang van den Nederlandschen
minister van financiën onzen eerbied ont»
vangen. Ik heb zijne rede van den vierden
Maart in de Eerste Kamer nog eens door»
gelezen en acht dat klare rustige taal van
een man, die het roer goed vast houdt en
het ook na den eersten Juli in handen moge
houden.*
Neen, zóó iets hadden noch Kuyper, noch
Bronsveld mogelijk geacht. Intusschen kunnen
wij er ons van harte over verblijden.
't Wordt niet voor 't éérst herinnerd, doch
driemaal is scheepsrecht!
Mr. Boon sprak te Arnhem voor den «Vrij»
heidsbond" en had het ook over «Ontwape»
ning* en dus ook over prof. Van Embden,
die daar de groot»profeet van is.
Van hem nu herinnert Mr. Boom
«Prof. Van Embden zei in 1923 in 'n rede
Volmaakte weerloosheid is bijna een uitnoo»
dtgingKom binnenen thkns is het
ineens geworden een uitnoodigingBlijf
buiten
Profesor, die zit.
En die haalt ge er niet uit.
Een mensch is veranderlijk, doch er zijn
omwentelingen, waar een gewoon mensch van
duizelen gaat.
Wij houden 't met«Kom binnen
Het -oVodje Papier
Men herinnert het' zich
Zoo noemde de Duitsche rijkskanselier in
1914 het plechtige verdrag, waarbij ook
Duitschland eenmaal had beloofd, de onzijdig»
heid van België te zullen eerbiedigen.
Duitschland stoorde zich er niet aan.
Het rukte- België binnen.
Thans, nu ten laatste ook bruggraaf Grey,
die destijds in Engeland minister van Buiten»
landsche Zaken was, zijn «Herinneringen* te
boek stelde, thins blijkt pas recht, hoe
Duitschland dat woord destijds fegen zichzelf
gesproken heeft!
Met dat woord,
Of liever met de daad, die er aan voorafging
Heeft het Engeland in den oorlog gehaald 1
Het blijkt uit Grey's stukken, dat er in Enge»
land een-sterke strooming was, die buiten den
oorlog blijven wilde. Zóó zelfs, dat hetkabi»
net reeds daarom alleen geen enkele belofte
aan Frankrijk of Rusland durfde of wilde geven
hoe er van die zijde ook op aangedrongen
werd.
De »liberale« partij was in Engeland in 1914
aan 't bewind, Waarin destijds nog sterk de
geest van Gladstone nawerkte.
Die partij was feitelijk vóór vrede.
Maar gloeide ook tegen onrecht.
En toen nu de Pruis als sprinkhanen in
menigte België binnenstroomde, toen was ook
met één slag 't pleit beslist, Engeland nam
het tegen dat onrecht op.
Natuurlijk is hiermee niet gezegd, dat Enge»
land anders tot den einde toe -zich buiten den
strijd zou gehouden hebben, maat in de eerste
periode ware zijn houding anders geweest,
en misschien die van Italië ook.
«Gerechtigheid verhoogt een volk*
V De »Kracht« van Depul at en-dag.
Onze- a.r.. pers is best te spreken over de
Tivoli»vergadering.
Zij blijkt uitnemend geslaagd.
Zoo geeft ook de «Rotteen geestdriftige
beschrijving, waarin tenslotte ook de vraag
gesteld wordt»Wat is nu de eigenlijke «fcrachi*
van zulk een Deputatendag*
En dan zegt het blad terecht:
Zij bestaat in een zekere mystieke wijding,
die wordt beleefd en doorvoeld, maar welke
kwalijk kan worden omschreven.
De jubelende strijdpsalmen die werden
opgezonden, de ontroerende zegenbede over
Colijn en Idenburg uitgesproken, de geest»
drift waarmee trouw aan de leiding wordt
bezegeld, de tintelende vreugde waarmee
-de strijd wordt aanvaard zij spreken van
eene unio mystica, een hoogere eenheid,
waarover 't geloof met eene roeping van
Godswege het strijdperk in-te gaan zijn
gouden glans werpt.
Van wondere - waardij is de Tivoli«dag,
die achter ons ligt.
Hij gewaagt van:eene harmonieuse een»
heid, die mannen en vrouwen uit de meest
-onderscheiden levenskringen in hechte saam»
binding denzelfden geestelijken strijd doet
strijden.
Hij bezielt -en verheft, omdat alle klacht
en-tegenslag ten spijt, als het groote mo»
i ment komt waarin over Nederlands lot zal
worden beslist, alle- antirevolutionairen vast
aaneengeschaard, aan het antirevolutionaire
vaandel trouw zweren.
Hij stemt tot ootmoedige dankbaarheid,
omdat nog niet is uitgestorven de oude
geest van hen, die biddend en strijdend
hopen op de vervulling -der -bede: «Uw
Naam worde geheiligd, Uw. Koninkrijk
kome. Uw wil ^geschiede gelijk in den he»
mel alzoo ook op-de aarde*.
Zoo wis het in Kuypers dagen.
Zoo is 't nog.in dézen tijd.
Moge het steeds zóó blijven
En laat dan nu wat van die kracht, die
geestdrift uit» .en afstralen in de verste hoe»
ken des-lands,-opdat het straks bij de stem»
bus blijke, hoe er nog -steeds een talrijk volk
js, dat de »oude' paden* niet verliet.
VERDERFELIJKE VERSCHIJNSELEN
IN HET MODERNE LEVEN.
Het woord door den Minister van Financiën,
den heer Colijn in de Deputenvergadering
der AntisRev. Partij in de vorige week, ge»
sproken, was in de eerste plaats gericht tot
zijn engeren kring van geestverwanten, doch
dit neemt niet weg dat Partijleider en Over»
heidspersoon hoewel onderscheiden toch niet
van elkander gescheiden zijn in dit geval en
daarom-mag her woord, door deh heer Colijn
gesproken, beschouwd worden ook gesproken
te zijn tot ons volk in zijn geheel. En inder»
daad heeft het ernstige woord van dezen Mi»
nister iets tot ons gansche volk te zeggen. Op
een paar zeer ernstige en diepe wonden in
ons moderne leven, heeft de heer Colijn ge»
wezen. Het bleek dat deze Minister al is hij
belast met het beheer over 's rijks schatkist
toch verder ziet dan het materialistische leven.
Hij peilt de diepten des geestelijken levens
en bewijst de roerselen van den modernen
geest te onderscheiden en de oorzaken der
nieuwere verschijnselen terdege te kennen.
Op twee voorname factoren in het moderne
leven zich openbarend heeft Zijne Exc. de
aandacht gevestigdOp de ontwrichting van
het gezinsleven en op de ontkenning van het
eigenlijke karakter der Overheid de ziekelijke
verschijnselen van een moderne levensopvat»
ting en van een valsche democratie, beiden
voortvloeiend uit de negatie van het Gods»
bestaan. Men loochent de zedenwet het Gezag
en deze moderne strooming zijn het groote
gevaar voor onze samenleving.
Met grooten ernst heeft de Minister Colijn
deze verontrustende sympttonen aangewezen.
De sexueele afwijkingen, het neo»malthu»
sianisme de ontadeling der vrouw door de
ongehuwde moeder op één lijn te willen stel»
len met de gehuwde, de prediking van het
vrije huwelijk zijn de verschijnselen van onze
verziekte samenleving die het merg van ons
geslacht aangetast hebben en die, als geen
hoogere macht het verhoedt de langzame zelf»
moord van onze Westersche beschaving be«
teekenen.
Evenzoo staat het met de ontkenning van
het Gezag.
Men weigert het heerschende karakter der
Overheid en der over ons geplaatste personen
te erkennen. Hoogstens spreekt men van een
dienende macht die wij zelf de wet opleggen.
Vanzelf moet uit dit door en door valsche
begrip ziekelijke denkbeelden van de taak der
Overheid voortvloeien. Dat overheid er is om
het Recht te wreken en te handhaven weigert
men te aanvaarden. Van de straf welke moet
volgen op de misdaad, mag geen sprake zijn.
Moord, diefstal, oproer, overspel zijn geen
strafwaardige feiten ze zijn verschijnselen van
een zieke ziel, ze zijn sociale opvattingen. En
daarom geen straf, doch herstel, bescherming,
genezing! Geen overheid, maar administratie.
En uit hetni maitre volgt noodwendig
hetni Dieu Waar geen meester erkent wordt,
kan zeker van geen God sprake zijn
Hierin ligt, volgens den heer Colijn de wortel
van deze ziekelijke verschijnselen onzer mo»
derne maatschappij, de Godsontkenning. Wie
de godsgedachtc uit zijn leven uitbant raakt
los van de zedewet, los van het overheidsbe»
grip, los van het verantwoordelijkheidsgevoel.
En zulk een mensch is verloren. Maar ook
zulk een maatschappij is verloren.
Inderdaad mag dit ernstig woord van dezen
Dienaar der Kroon gericht zijn tot ons gan»
sche volk.
Het is opmerkelijk welk een uitzonderings»
positie ons land bekleedt.
Geen enkel staatsman van welk land ook
zal het durven besteden zoo positief, zoo
principieel zijn volk te wijzen op de diepste
oorzaken van ons zedelijk en geestelijk verval.
Ternauwernood gewaagt men nog van een
Godsbestaan, in ieder geval laat men zijn
practische politiek in geene deelen door liet
richtsnoer van Gods Woord leiden.
Slechts ten onzent, durft men nog in het
Staatsbeleid rekening te houden met den ge»
openbaarden wil van God en durft men den
wassenden stroom van het ongodistisch, .no»
derne leven te trotseeren.
Deze uitzonderingspositie heeft iets tot ons
volk te zeggen.
Moge ons volk het verstaan op dat het hem
toevertrouwde pand niet ontrukt, en het licht
van zijn kandelaar geweerd worde.
Het «Utrechtsch Prov. Weekbl.« driestart:
Het groote gevaar.
Een rilling van ontzetting en afgrijzen ging
door de beschaafde wereld bij het vernemen
van den bomaanslag uit Sofia.
Uit de in beslag genomen stukken is duide»
lijk gebleken, dat deze misdaad, waardoor
honderden menschen het leven verloren, eigen»
lijk het werk was van de Russische Bolsjewisten
en door de Roode Internationale was voorbe»
reid.
Die massa»moord in de hoofdstad van Bul»
garije herinnert de wereld aan het groote ge»
vaar, dat van revolutionaire zijde steeds dreigt.
Om het gevaar in zijn wezen te doorgron»
den, moet ook gelet worden op de daden der
sociaaldemocraten en de stemmen uit dien
kring opklinkend.
Op hetzelfde oógenblik dat te Sofia de Kathe»
draal met donderend geraas in elkaar stortte
door de hand van een communist, zaten de
West»Europeesche sociaaldemocraten in Lon»
den te beraadslagen over het tot stand bren»
gen van het eenheidsfront met de Russische
vakbeweging.
Socialisten en communisten zoeken de onder»
linge verschillen op te ruimen om inhunbe»
geerte naar de macht van één ijzersterken
vuist te kunnen ballen tegen de heerschende
orde. De druk om de socialistische vakvereeni»
ging in samenwerking te brengen met de com»
munisten, teneinde met vereende krachten
tegen de bestaande maatschappij storm te loo»
pen, neemt met den dag toe.
Ook in ons eigen land wordtin die richting
gekoerst.
Op de laatste vergadering van het socialis
tisch Internationaal verbond van Vakvereeni»
gingen kwam van Nederland het voorstel om
samenwerking met Moscou te zoeken.
Het bekende roode Eerste Kamer»lid Sten»
huis verdedigde dit besluit in «Het Volk*.
Natuurlijk gaat hij met de geweldpolitiek
der Russen niet geheel mee
Maar toch kan samenwerking met hen nut»
tig zijn, omdat de West»Europeesche arbeiders»
beweging «het gevaar loopt te verstarren in
de methoden van de politieke democrate.«
Het is te wenschen, dat de oogen van ons
volk wijd open gaan voor het groote gevaar
dat hier dreigt.
40 cent per regel.
vragen een Kalmeerend en Zenuwsterkend
Middel. Mijnhardt's Zenuwtabletten be»
antwoorden volkomen aan dit doel.
Prijs 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
MOND. ADVIES fl 1.»
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Alle Belastingzaken door oud ambtenaar
aan ons bureau verbonden.
Kantoor van 8J 0 uur. Geen Bijkantoren
Een bezoeker van de Deputatenvergadering,
verzocht opname van onder«volgend stuksken
het Utr. Prov. Weekblad
Herinneringen aan de
Deputatenvergadering.
Het was geweldig.
In dit woord wordt ten volle openbaar de
grootschheid en de grootheid van de Depu»
tatenvergadering.
De menigte, die samenkwam uit alle oor»
den des lands de hartelijkheid, waarmede
men elkander ontving de vriendschap, die
overal wéér werd ontdekt was voor het warm»
kloppend antirevolutionaire hart heerlijk.
Hoe zalig is het volk, dat naar Uw klan»
ken hoort de strijdzang, die door de eeu»
wen heen gebleven is het jubellied van het
Christenvolk, werd niet nagelaten. En daarop
volgde de massale klank, de dreuning van
hetGij toch, Gij zijt bun roem, de kracht
van hunne kracht.
De rede van den Partijleider, die ernstig en
met klem dingen in de vergadering wist neer
te leggen, die in dezen feilen en geslagen tijd
gezegd dienen te worden, trok zeer de aan»
dacht. Neen, meer dan dat, zij ontroerde en
wekte als vanzelf de begeerte, dat vooral de
A. R. Partij haar pad zou trachten zuiver te
houden van allerlei verkeerdheden, die drei»
gen in te sluipen.
Want het is de overtuiging van hem, die
de Deputatenrede uitsprak, «dat de zuigkracht
van onjuiste begrippen, van verkeerde begin»
selen, ook in onzen kring niet geheel zonder
invloed bleef.«
Wie is er, die dien invloed zou durven be»
twisten. Wie der honderden en honderden
bezoekers heeft het niet gevoeld op dat mo»
ment, dat de man, die deze woorden uitsprak
de nooden droeg van gansch een volk en op
zich wegen voelde de verantwoordelijkheid
om dat volk het pad zuiver te doen houden.
Vooral ook voor de komende campagne
klemt dat woord. Dat we de wapens ook
zuiver houden en smetteloos blank in den
strijd, die komende is, in den strijd die zwaar»
der zal zijn dan menig andere daarvoor ge»
voerd.
Grootsch was het ook toen den heer Colijn
werd toegezongen de zegenbede uit Psalm
134, toen de heer Idenburg benoemd was tot
eeresvoorzitter en zijn ontroerend afscheids»
woord sprak. Zou het de laatste keer zijn
Wij herinneren ons nog de samenkomst
waarin de heer Idenburg in Amsterdam kwam
pleiten voor het millioen. Hoe trilde in zijn
woord de liefde voor het beginsel, liefde
voor het volk, dat dit beginsel wilde uitdra»
gen in de wereld.
Grootsch was het ook toen de menigte
spontaan aanhief Psalm 121 4, waarmede
zij dezen beminde onder de broederen gaan
liet. Gaan liet, niet voor goed, want hij blijft
leven in ons hart, zijn nagedachtenis zal niet
verdwijnen, ook al neemt hij niet meer deel
aan het actieve politieke leven.
De leiding van Mr. De Wilde was correct
en verleende cachet aan de vergadering.
Eenige punten zijn het slechts, die hier bij
mij opkomen. Moge ik besluiten met nog een
citaat uit de Deputatenrede»Het gat is ge»
stopt en voorzoover het van ons afhangt
blijft het gestopt.«
Het is de moeite waard daarvoor te wer»
ken bij de verkiezingen.
Het is geweldig.
Omdat het niet door eigen kracht geschie»
den kan en zal, doch slechts onder biddend
opzien tot den Heere.
Broeders, houdt de wapens rein.
Want dat is koninklijk.
Op zijn nommer gezet.
't Is van algemeene bekendheid, dat de heer
Ds. Kersten en de St. Ger. Partij daarin vooral
hun kracht zoeken, dat ze zich tegenover de
A.»R. partij in den spiegel der beginselen laten
zien en dan in allerlei toonaard uitroepen
Ziet gij niet, dat wij zooveel scherper belijnd
zijn dan zij
Dit ware nu nog te plaatsen.
Maar dat zij daarbij gebruik maken van
onjuiste voorstellingen, van zwijgen en zeggen
net naar 't hun te pas komt en zoo een schee»
ven, vaak onjuisten indruk vestigen, dat is
leelijk.
Het weekblad «De Waarheidsvriend* neemt
in zijn jongste no. ds. Kersten eens onder
handen en voelt hem eens flink aan den tand
't Blad behandeld deze vijf punten
De Dageraadskwestie Het Zondagsvraag»
stukDe Olympische SpelenHet Vrouwen»
kiesrecht en het Gezantschap bij den Paus.
Beslist jammer, dat onze ruimte niet toelaat,
het geheele stuk over te nemen, maar bier
wordt waarlijk met een politicus»dominee af
gerekend.
Als proeve nemen we hier op, wat de schrij»
ver in 't midden brengt over «Ds. Kersten en
het Vrouwenkiesrecht*
Een vierde onderwerp, dat «De Banier«
in bespreking brengt loopt over het vrou
wenkiesrecht.
Ook daarin hebben zoo luidt het be»
zwaar de Antirevolutionairen niet naar
Gods Woord gehandeld.
Maar kent Ds. Kersten dan niet den vol»
hardenden strijd die door de A.»R. partij in
de Tweede Kamer gevoerd is tegen het
Vrouwenkiesrecht? En weet hij niet wat
Artikel XI van het Program van Beginselen
der A.»R. Partij inhoudt Staat daar niet
«Krachtens beginsel wraakt zij (d.i. de
A.»R. Partij) een staatkundig vrouwen»
kiesrecht«
Ditmaal was het niet het A.R. princiep,
dat ds. Kersten gebruiken kon, maar kwam
in zijn kraam te pas hoe deze of die Antire»
volutionair over het vrouwenkiesrecht denkt.
Een uitspraak van dr. Bavinck moest hem
hier helpen.
Waarom niet open en rond geschreven
zóó en zóó denkt de A.»R. partij over het
vrouwenkiesrecht, doch er zijn ook Anti»
revolutionaren, die een afwijkende meening
zijn toegedaan?
Ds. Kersten is meer politicus dan geschied»
schrijver.
Maar wat deed nu het Kamerlid Kersten
Hij schrijft in «De Banier«
Die de eeuwige beginselen van Gods
Woord belijdt op staatkundig terrein dien»
de met vuur en vlam tegen het vrouwen»
kiesrecht te strijden.
Nog onlangs, twee maanden geleden, op
26 Februari 1925, heeft ds. Kersten volle
gelegenheid gehad met vuur en vlam tegen
het Vrouwenkiesrecht te strijdenhet was
bij de behandeling van het wetsontwerp tot
Herziening van het Reglement op het beleid
der Regeering van Ned.»Indië. Artikel 20b
van dit Reglement hield in
Lid van den Volksraad kunnen alleen
zijn ingezetenen van Nederl.»Indië, die
enz.
Blijkens den inhoud van dit artikel zouden
dus ook vrouwelijke ingezetenen lid van den
Volkraad kunnen zijn.
En wat gebeurde nu?
Het A.»R. Kamerlid dr. Scheurer stelde
een amendement voor (dus weer een ver»
nieuwde poging van verzet tegen 't Vrou»
wenkiesrecht) luidende
Lid van den Volksraad kunnen alleen
zijn mannelijke ingezetenen van Nederl.»
Indië, die enz.
terwijl ds. Kersten, die de presentielijst van
de Kamer geteekend had, naar huis was.
Waarom krijgt nu de A.»R. afgevaardigde
dr. Scheurer van ds. Kersten geen lof, dat
hij met vuur en vlam tegen het Vrouwen»
kiesrecht streed en de leider der Staatkundig
Gereformeerden geen blaam, dat hij op het
kritieke moment mankeerde?
Het eenige antwoord, dat op deze vraag
te geven is, is, dat zoo iets niet kon, omdat
dan daarmede ret separatisch optreden van
ds. Kersten en zijne vrienden in de politiek
zou zijn veroordeeld.