[C
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
Bronchitis
iroop
9
zaterdag 21 maart 1925
40ste jaargang
1ELSDIJK
ionen
ïógist
JK II
Antirevolutionair
Orgaan
t
IN HOG SIGNO VINCES
No. 3104
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
RECHTZAKEN
I
*iem.
ISLAND
|ht roosen.
tOLLEN
:onder papier
n de Firm"
tnelsdijk
JAT
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
De Sovjet en de Boer.
De Sovjet, dat weet elk nu wel.
Zoo noemt men bij afkorting de tegen
woordige, communistische, Russische
regeering.
En de Boer,
Dat is dan de Russische boer.
Dien moet ik eerst even teekenen.
In beschaving, ja in de gewone
schoolkennis heeft die boer het nog niet
ver gebracht.
Natuurlijk is er onderscheid.
En de tegenwoordige regeering doet
wel een en ander, om tenminste de
jeugd verder te brengen, maar dan in
baar scholen, zoodat die jeugd met
het communisme wordt gedrinkt, van
jongsaf.
Zooals men weet, is het zelfs op
zware straf verboden tot het jonge
mensch beneden de 18 jaren te spreken
van God en goddelijke zaken.
Wat echter de boeren van thans nog
betreft
Onstellend groot is b.v. het aantal,
dat absoluut niet lezen en schrijven kan,
het loopt in de tientallen procenten.
En wat de welvaart betreft,
Men make zich daarvan vooral geen
groote illussiën. Nog geen honderd jaar
zijn de Russische plattelanders vrij,
doch ook daarna bleven de heeren op
de groote landgoederen zeer grooten
invloed uitoefenen en van een vrijen,
eigenerfden boerenstand, of ook van een
i pachtsland was weinig te zien.
't Waren meest „arbeiders".
Al noemde men ze dan ook „boeren".
Totdat dan de Revolutie kwam.
Van Revolutie begrepen de boeren
niet veel.
Maar dit idee zat al gauw vast in
hun analfabetische hersens Nu is al 't
iland voor ons.
De landheeren vluchtten of werden
gedood en elk nam zijn deel, op som
mige plaatsen werd men 't bij minne
lijke schikking onderling eens, elders
gaf het soms tot bioedige gevechten
aanleiding van dorp tegen dorp en man
tegen man.
Vaak gold het recht van den sterkste.
Of van de uitgebreidste familie.
En 't lijkt er niet op, dat daar op
het platteland de boel „eerlijk gedeeld"
is! De grootste ongelijkheid heerscht.
Daar zijn gekomen, wat men d&ar
noemt „rijke boeren" of koelahs, maar
bij ons zouden we hen niet veel hooger
dan als schooiers taxeeren. En daar
zijn ook tal van „arme boeren", die
bij ons nog te ellendig zouden heeten
om den naam van „proletariër" te mogen
dragen.
En hoe ging 't met den landbouw
Kort gezegd, allertreurigst.
De Russische hongersnooden liggen
nog versch in 't geheugenEn van
dézen winter heeft men buitenaf weinig
gehoord maar wij vreezen zeer.
Wat was er de oorzaak van
Ja, ook rampen der natuur.
Maar er waren andere oorzaken.
Denkt ge dat die pas eigenaars ge
worden boeren een bedrijf konden
leiden.
Nooit gewoon geweest!
Niet een op de duizend, die 't kon.
Daar kwam bij, dat de meesten het
vertikten, om zelfs voor flink loon, in
geld of natura, bij een ander te gaan
werken, zóóveel was er van de „Re
volutie" nu wel in hun dikke hoofden
gedrongen, dat ze allen gelijk waren
ze wilden elk zélf z'n eigen land en
daarmee uit.
Gevolg was, dat een groot deel van
land braak lag.
De Russische boer heeft niet veel
behoeften en als hij zooveel land bear
beidde, dat hij door den zomer en den
winter komen kon, was 't hem al mooi.
De prachtige landbouwgereedschap
pen voor den grootbouw op de bezit
tingen gebruikt, verroestten in de schuur
of werden voor oud gesloopt.
Er kwam een nieuwe factor bij.
De eerste maanden had de Sovjet-
regeering de handen vol, om zich in
de centra wat in 't zadel te zetten.
Eerst daarna keek ze om naar 't plat
teland.
Doch daar had zich in dien tusschen-
tijd de „Revolutie" al op bovengeschet
ste boeren-mariier voltrokken.
De Sovjet-menschen stonden paf.
Wat dachten die boeren wel
Zij zouden 't hun weieens in honderd,
in duizend redevoeringen aan't verstand
brengen, dat ze heelemaal mis waren
Van den regen in den drop
„Mannen, dat is misZoo hóuden
we privaat bezit van den bodem en
dat moet juist niet. Wij zijn nu commu
nisten. Wij zijn allen saam de eigenaars
van alles, ziet ge
De boeren keken vreemd op.
Dat moest hun worden uitgelegd.
„Ja, het land, de werktuigen, de bees
ten, de arbeid, alles moet worden ge
socialiseerd.
Er komt ook plaatselijk 'n sovjet.
Die regelt alles, volgens regels
uit Moskou
De boeren begrepen er tenslotte dit
van, dat zij over wat ze al beschouwd
hadden als hun eigen land, niets zouden
te zeggen hebben, en in de mannen
uit Moskou heel wat hardere heeren
zouden hebben, dan ze ooitin de vroe
gere gronddezitters hadden gehad.
En 't werd een stille, taaie strijd,
zooals boeren dien voeren kunnen en
van de socialisatie op 't platteland komt
nog niet veel.
En nu heeft Rykow, de groote volks
commissaris het volgens eigen getuige
nis op een groote bijeenkomst te Mos
kou, nog eees anders geprobeerd.
Met het „Verdeel en Heersch
Socialisatie laat hij voorloopig rusten.
Maar tot de „arme boeren" zegt hij
„De Sovjets komen juist voor die prole
tariërs op dat zijn onze vrienden
waarom moeten die „koelahs" zoo véél
land hebben en jullie niets
Maar op het platteland is het wan
trouwen groot.
En Rykow kreeg déze allerlastigste
opmerking
„Gij zegt, dat de proletariërs uw
vrienden zijn. Maar als gij ons nu helpt
en wij krijgen ook ons deel, dan wor
den wij ook „koelahs" en dan haat gij
ons, net zoo goed als gij thans de
anderen haat,neen, neen dat
komt nooit goed
En zoo ziet men, dat nu reeds na
zooveel jaren het communisme daar op
't platteland nog allerminst 't geluk en
den vrede heeft gebracht.
Reclame-Mededeelingen
Land- en Tuinbouw.
fl
li
^■oenbemesting.
S.AD voor dien
[•engst.
Bij inleve.
ring van 25
Vogeltjes
1 KNOT
CADEAU
't zichzelf moei»
hoop voor heur
weten mocht
niet liéver
>p en vrees, want
Klop zoo niet
at meer in haar
de oogen, als hij
angen achter den
;enaardig gebaar,
nt, het weelderig
item door de zaal
die hij zegt.
het publiek,
dat niet wachten
:m.
1, iets naar voren
d en geen klank»
schijnt 't, heeft
iet op.
lik onverschillig.
end»eenvoudige
ven kunt
:e's hart.
eeft diep in haar
sog, waarmee ze
ziet, een blik,
erminst, maar die
kent, alles zegt.
ts zien.
aar aanstaart,
weinig om, maar
ik dadelijk neer,
moedig oog van
die haar gadege»
ich geen illusie
pen boek en de
is in heur hart
ordt vervolgd.)
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDI JK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel,
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Als er met die „koelahs" moet afge
rekend worden, knapt men 't daar lie
ver zélf op.
Nadruk verbodea.
Een noodkreed van een predikant,
De smartkreet van den man, die zijn werk
liefheeft om des Heeren wil, in wiens wijn»
gaard hij arbeiden mag en die daar staat voor
een verschijnsel, zóó ontmoedigend, dat hij
er niet van zwijgen kan en zijn hart uitstorten
móét.
'k Las er van in een der1 jongste nrs. van
»De Heraut».
'n Predikant m een onzer garnizoensplaatsen
schrijft aan Dr. De Moor, die 't «Gerefor»
meerde erf« behandelt in dit kerkelijk week*
blad, dat er zoo bitter weinig is aan te vangen
met de »schapen«, die enkel maanden lang,
uit het geheele land, daar ter plaatse worden
gekazerneerd.
Er zijn haast geen schapen bij.
't Zijn schier alle stootige, afkeerige bokken.
De predikant doet zijn uiterste best.
Hij gaat de jongelui zelf opzoeken.
Vraagt ze ter kerk, ter catechisatie.
Wekt op tot het bezoeken der jongelings»
vereenigingkortom tracht ze te lokken, dat
ze komen zullen onder de beademing des
Woords en meeleven met den kring der geloo»
vigen
De gunstige uitzonderingen daargelaten, kan
hij net zoo goed tegen de steenen prediken
men laat hem praten men komt éénmaal of
géénmaalde jongelieden, klaagt de predikant,
willen blijkbaar die enkele maanden eens
»vrij« zijn en hun eigen gang gaan en
zich niet laten binden aan kerk of geloofs»
gemeenschap, niet op de vingers gekeken
worden, ze willen tenminste kunnen wandelen
naar 't goeddunken huns harten.
En Dr. De Moor, die de klacht opneemt
Hij weet weinig méér troost te geven, dan
dezen, zeer schralenCollegage zijt de
eenige niet; wij weten er allen, voorzoover
we met onze militairen in aanraking komen,
van mee te spreken.
Let er nu wel' op
Dit geld speciaal de jongelui van gerefor»
meerde huize, want de klacht kwam voor in
een kerkelijk-geroformeerd blad.
Stellig zal zij niet zonder ontroering wor»
den gehoord.
En dat we er hier de aandacht op vestigen
is dan ook, om eens ernstig de vraag aan de
orde te stellen, of er en wat er in 't algemeen
wellicht we stellen 'n vraagontbreken
mag aan de christelijke opvoeding onzer jonge
menschen.
Doch eerst iets over die klacht zelf.
Zij geld natuurlijk niet allen.
Uit de verslagen onzer Miliairen Tehuizen
weten we, dat er overal een kern is, soms 'n
flinke kern, die ook in 't soldatenleven voor
den Heiland uitkomen durft, al is 't óók
weer waar, dat niet is uit te maken welk per»
centage daarvan behoort tot de kerkelijke
gemeenschap van den klagenden predikant.
Hoe droef diens klacht ook zij, men moet
niet dadelijk 't érgste van zulke jongelieden
denken, hóé erg het zij.
Stel dan allereerst de vraag Wie zijn wij
zélf? Hoe doen wij
Ik bedoel»wij, ouderen«»wij, belijdende
leden der Kerk».
Wij komen niet meer voor 't eerst »voor
ons nommer« in dienstwe zijn die levens*
jaren te boven.
Maar ik bedoel de toch overeenkomstige
vraag
Als wij eens, voor korter of langer tijd
uit ons milieu, uit ons beschermend saam»
leven met allemaal geestverwanten, uit men»
schenoog wég zijn, weten wij dan altijd de
verzoeking des Boozen te wederstaan, om nu
eens een weinig »vrij« te zijn
Neen, neen ik verontschuldig daarmee geen
enkelen »jongere«
Ook weet ik, dat menigeen onzer met een
vrije conciëntie en open oog op die vraag
antwoorden kan: »Door Gods genade, ja, ik
Maar ook weet ik, dat er anderen zijn.
En dan moet men ook daar weer niet da»
delijk het érgste van denken, zoo min als bij
onze jongelui al is 't ook op dit hellend
vlak wel gebeurd, dat een kind van God
door een Davidsval in 't riool der zonde
nederplontste.
Wat ik in 't algemeen bedoel is meer dit.
Gebeurd het die »ouderen« nooit, dat ze
voor korter of langer tijd wèg van hun
stee het nu niet zóó nauw nemen, en doen,
waar ze thuis niet aan dénken zullen
Zondagsmorgens uit 't hotel naar de kerk.
maar Zondagsmiddags na de lunch ze hóü»
den zoo van muziek 1 naar 't Contcertge»
bouw, waar Mengelberg dirigeert
Of es 'n avond, nu jain alle eer en
deugd, uit, met 'n soupertje aan 't eind en
al mèngt men zich niet in 't lichtzinnig avond*
leven der groote stad, tóch het van nabij es
bezién en er den geur van opsnuiven
Nü de gelegenheid es waarnemen en es 'n
vroolijk stuk in den schouwburg gaan zien
daar bedérft men immers niet van
Of es één avond zich »van alle zorgen vrij«
lachen, in de Variété
Is er niemand onder de ouderen, die 't
hoofd met schaamte buigen moet
Of, wil men 't wat dichterbij
Waar men op z'n dorpsken matig en in»
getogen in geen herberg kómen zal, als
men sin stad« is, zaken of geen zaken,
natuurlijk in z'n stamkroeg afstappen en daar
in 'n algemeen gewriemel zich es lekker te
goed te doen, zoodat men maar nét mét fat»
soen thuiskomen kan
Ik wil gelooven, dat men zich den volgen»
den morgen diep schaamt, maar zal men
zeggen, dat het géén »oudere« overkomt
En, nu begrijpt men mij toch wel
Ik spin niet één enkelen draad, waaruit een
schortekleed zou vervaardigd kunnen worden
om de zondigheid van zulke jongeren, als
waarover de predikant klaagt, te bedekken.
Eerlijk gezegt, ik schrok er van.
'k Wist niet, dat het zoo erg was, al hoorde
ik weieens dingen, die me bedroefden. En als
er jongeren móchten zijn, die misschien dit
mijn stuk lezen, en zich niet onschuldig weten
aan dit of aan soortgelijk gedrag, mocht dan
een liefderijke waarschuwing ze nog tot na»
denken stemmen.
Tweeërlei is mogelijk
^Vooreerst, ge vindt het o, zoo behagelijk,
om op vrije wegen te wandelen ge dwaalt
steeds verder afvoor de uwen en voor uw
omgeving tracht ge nog een zekeren tijd den
schijn te bewaren maar als regel houdt
ge dat niet vol al zijn er hypocrieten, tot den
dag huns doods toe regel is, dat dezulken
op een gegeven oogenblik het mom en het
lastige juk afwerpen en zich toonen gelijk ze
reeds lang innerlijk zijn.
Wat zijt ge dan verre weggedwaald I
Ge hebt van der jeugd af de waarheid ge»
kendge zijt er mee gevoedge hebt om
zoo te zeggen dag»aan»dag het genadebrood
van Christus voor uw oogen zien liggen, ge»
lijk de priester de toonbrooden in den tempel
zag, maar gij hebt tegen beter weten in, dit
alles versmaad.
Gij verkiest uw eigen gang te gaan.
Misschien wel met de heimelijke gedachte,
dat ge immers te eiken oogenblik als gij dat
wilt, het roer nog wenden kunt en de veilige
haVen kunt binnenloopen. Misschien wel,
40 cent per regel.
Als Uw in den aanvang onbetee-
kenende verkoudheid is verergerd
tot bronchitis, talm dan niet langer,
neem de beproefde Akker's Abdij
siroop die de prikkelende hoest-
aanvallen zal temperen, de slijm
zal oplossen en Uw ontstoken
slijmvliezen volkomen genezen.
AKKER's
verzacht zuivert geneest.
Alom verkrijgbaar in kokers van 230 gram
ƒ1.50 550 gram ƒ2.75 en 1000 gram ƒ4.50
MOND. ADVIES fl l.«
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Alle Belastingzaken door oud ambtenaar
aan ons bureau verbonden.
Kantoor van 8—10 uur. Geen Bijkantoren
want arglistig is het hart meer dan eenig ding
met de verborgen gedachte als ge góéde ken*
nis van de Waarheid hebt gehad, dat ge im*
mers kind»des»Verbonds zijt en altijd recht
houdt, om als 't u tijd van kééren dunkt, de
beloften des Evangelies u toe te eigenen
Want ge weet niet, wat een mensch tegen
God durft bestaan.
Ik zeg uGod laat zich niet bespotten.
Maar er is ook een oordeel der verharding
Er is een tweede mogelijkheid.
Ge vindt tóch op den eigen gekozen weg
geen vrede. Verboden vruchten blijken een
oogenblik zoet voor 't gehemelte, maar doen
straks de ingewanden samenkrimpen.
Ge schikt u weer tot deugd.
Met name, als ge weer in uw beschermende
omgeving terug zijt.
Misschien zelfs gaat het verder.
Gij wordt tenslotte zondaar voor God en
de tollenaarsbede wordt realiteit in uw ziel
Ge zijt als een brandhout uit het vuur ge»
rukt Maar ook dan, zeg ik u, zult gij,
in Christus volkómen heilig, toch voor uzelf
den reuk van dat vuur tot uw dood toe
telkens in uw neusgaten weer voelen opkomen.
Bewaar dan, o jongelingin Gods kracht,
erin uw jeugd.
Nu schreef Dr. De Moor aan 't eind van
zijn opmerkingen, dat hij deze droeve zaken
met name den ouders op 't harte bond.
Daar heeft hij gelijk in, zij zijn er 't aller»
naast toe.
Maar men lette nu eens niet te eenzijdig
op de ouders en 't gezin en vestige in dit
verband ook zijn aandacht op al degenen,
die met onze opgroeiende jongelingschap in
aanraking komen, dus op predikanten, ouder*
lingen, onderwijzers, ja zelfs op ouderen en
leidende figuren in jongelingsvereenigingen
enz. enz.
Krijgen onze jongelui, zal ik maar zeggen,
in elk opzicht wat ze noodig hebben.
Zie, ik heb in m'n leven drieërlei beschou»
wing onder de kinderen der menschen leeren
kennen.
Vooreerst is daar de onmachts»beschouwing.
»Die onbekeerde jongens Wie kan daar
nu eenig goed van wachten Als God ze
niet bewaart wij kunnen er niets aan doen
zoo vervallen ze in 't grofste, ergste en vuilste
kwaad en voorts moeten we afwachten tot
God hen arresteert, dan komt vanzelf de
groote verandering
Die beschouwing zal onder ons niet veel
aanhangers meer vinden daarom noemen wij
ze slechts, maar gaan ze verder stilzwijgend
voorbij.
'n Tweede beschouwing beschrijf ik met
een voorbeeld.
'k Was lang geleden in kennis met een
vroom, ethisch predikant, eeh christen in woord
en wandel. Hoe en waarom ik nu af en toe
bij hem kwam, doet er niet toe, maar op
zekeren morgen vond ik hem, stralend van
vreugde.
»'t Is om mijn jongen legde hij me uit.
»Hij werd vandaag 17 jaar en van morgen
vroeg is hij bij me gekomen, om te zeggen
dat hij nu voor altijd de goede keuze had
gedaan en zijn leven lang den Heer dienen
wil
Dat was een methodistische beschouwing.
Op die »goede keuze« had de vader in ge»
bed en toespraak altijd en altijd weer aange»
drongen Ik kan getuigen dat de zoon
is geweest een sieraad aan de academie dat
hij is een ernstig, vroom predikant, die ijvert
voor den Heer, maar dat hij 'n heel eind
met de Schriftcritiek meegaat en daardoor vrees
ik, menigeen den vasten grond onder de
voeten aan 't wankelen brengt.
En dan is daar ten derde de gereformeerde
beschouwing.
Die elk onzer lezers, vertrouw ik, wel kent,
en met mij houdt niet voor de éénige, in
alle opzichten juiste, maar voor die welke 't
dichtst zich houdt aan de opvattingen der
Schrift.
Maar nu déze schuchtere vraag
Kunnen we niet van de beide andere op»
vattingen iets leeren
Van de onmachts»lieden leeren 't accent
toch vooral te houden aan de zijde Gods,
dat zal ons gebed versterken, vermenigvul»
digen, verinnigen voor ons kroostwij weten
dat ze met Doop en Chr. Onderwijs en Cate»
chisatie enz. op zichzelf nog geen streep ge»
vorderd zijn
En van die anderen, de verlevendiging van
het persoonlijk element en den menschelijken
factor, zoodat we onze jongeren voordurend
het aanzeggen, dat het van het loopen in een
bepaald gareel, langs gebaande paden op zich=
zelf alweer niet afhangt, maar alléén van de
onberouwelijke keuze, die nooit te vroeg kan
worden gedaan? UITKIJK.
Wat elke ma; ad te doen geeft.
(2e helft Maart)
Nadruk verboden.
Zaai nu zomerrogge. Beter dan de oude
landrassen is Von Lochow's Petkiiser Zomer
roggemen zaait ze vroeg, hoeveelheid zaai
zaad 120 tot 130 K.G. per H.A. Verwissel
om de twee of 3 jaar van zaaizaadnog
beterkoop ieder jaar wat origineel of enter
Petkiiser, dan kunt ge steeds uw eigen enter
of twenter zaairogge op uw akkers uitzaaien
Soms geeft de enter Petküser nog beter oogst
dan het origineele zaad, dat veel duurder is.
Ook Maartgerst de naam zegt het al
kunt ge in deze maand uitzaaien. Hiertoe is
uitnemend geschikt Mansholt's gerst II. Groote
schade wordt aan den gerstoogst vaak toege»
bracht door de sfrepen*ziekte. Behandeling
net kopervitriool is hiervoor aan te bevelen,
het z g. »vifrio/en«voor 1 H.L. zaad lost
men 2 Hectogram 2 ons) kopervitriool op
in plm. 2'/2 L. heet water, laat dit afkoelen
en vermengt de oplossing door herhaald om*
scheppen met het zaaizaad Voor 100 K.G.
wordt genomen 2x/2 ons (half pond) in 3 L.
water. Bij het zaaien van haver moet, meer
nog dan tot dusver geschiedt, gelet worden
op twee voorschriften le vroegtijdig zaaien
2e op rijen zaaien. De vroeg gezaaide haver
blijft verschoond van de vreterij der larven
van de fritvlieg, die zeer schadelijk is en zijn
eitjes legt einde April of begin Mei aan het
pas ontkiemde gewas. In achterlijke streken
zaait men eerst na half April, soms zelfs nog
in Mei. Als het voorjaar gunstig is, wordt
daarentegen in andere streken reeds gezaaid
in de 2e helft van Febr. Omtrent het midden
dezer maand wordt in de zeekleistreken ge»
zaaid, of wel wat vroeger of later, naargelang
de winter zich gedraagt. Meer en meer is men