Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. No. 3101 WOENSDAG 11 MAART 1925 40STE JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES RECHTZAKEN sctieBPsramp bUHoeii van Holland W. BOEKHOVEN ZONEN Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers V Dóód! Land- en Tuinbouw. Reclame-Mededeelingen. Overwerkte zenuwen Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 Cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS SOMMELSDJJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. -aMet toestemming We moeten waken tegen legenden. Lang nog zal, 't kan moeilijk anders, het in zoo groote onvoorzichtigheid geborene al te bekende «art. 40« bezoldigingsbesluit in pijnlijke herinnering blijven. Daarom dienen we dienaangaande ook pijnlijk juist te zijn. Het Chr. Schoolbl. (Baarn) schrijft »Er is wel eens een belofte gebroken, die gegeven was met de toestemming van de Staten=Generaal. Men denke maar aanart.40« Dit nu is o.i. niet juist. Alléén een Wet heeft de »toestemming« noodig van de StatensGeneraal. Een Kon. Besluit wordt éénzijdig uitgevaardigd door de Regeering. Natuurlijk stelt de minister die het contrasigneert zich verantwoordelijk bij de Staten»Generaal. En we ontkennen natuurlijk niet, dat die er zich achteraf bij hebben neer» (i'^'elegd, wil men er zich mee vereenigd hebben. Zóó is de gang van zaken geweest. Zijn «toestemming» geeft men alleen vóór iets gebeurt, daar ze anders natuurlijk een wassen neus zou zijn. Gaaf nu. Den Haag wil »zomertijd«. Ik bedoel nu de stad, juister gezegd, »het vlek* Den Haag en niet, overdrachtelijk »de Regeering». «Men» zegt dit tenminste Als de wet voortaan de Zon weer gewoon doordraaien laat, gelijk in de dagen van ouds, dan wil Den Haag tóch voor haar stedelijk leven de klok een uur vooruit zetten den ganschen zomer door. Ik zégVrijheid, blijheid. 't Zou zijn een kostelijke zaak. Want waar komt het op neer? Het leven, spoor, telegraaf, post, krant, b iiz,, enz., gaat dan gewonen tijd, mêêr de Hagenaars staan gedurende den zomer eenvoudig een uur vroeger op, net wat wij «provincialen» altijd zeggen dat zoo gezond zou zijn. 't Zou heusch nog zoo kwaad niet wezen. Belastingeverschuiving. Zooals we in onze nieuws»rubrieken destijds hebben medegedeeld beoogt min. Colijn ook een verschuiving van lasten. Hij wenscht eenerzijds vermindering. N.l. van de Inkomstenbelasting, de Verde» digingsbclasting Iï en de Successiebelasting. Anderzijds zint hij op vermeerdering. Want 't evenwicht mag niet gestoord. Hij vindt die door een Weeldebelasting. In bizonderheden treden we niet. Doch men lette op de hoofdgedachte. En dan is die om twee redenen sympathiek. In de eerste plaats omdat juist die belastingen op die plaatsen wat worden verzacht, waar die 't méést schrijnen. En in de tweede plaats, omdat in zeer veel gevallen hij die geen weelde»belasting betalen kan of wil, 't in zijn eigen macht heeft, om zich daaraan te ont» trekken, door niet te koopen of te koopen tegen lager prijs. Houdt die hoofdgedachte vast. En laat u niet voeren op den weg van al» lerlei aparte voorbeelden, als van 'n reep cho» colade of één bakje «troost», het is nog geen Wet en met zulke kleine voorbeelden wil men u dan overtuigen, dat het aan Fi« nanciën een idiote boel geworden is Wacht u voor den hond Nu het tijd isspreek 1 Wat wèl op onzen weg ligt Vooral van allerlei vereenigingen Dat zij zich eerst stellen op den grondslag van het wetsvoorstel, n.l. WEELDEsbelasting en dat ze dan datgene, waarvan onomstoote» lijk te bewijzen is, dat het absoluut geen weefde is, met redenen omkleed onder de aandacht van den minister brengen. En eveneens, wat wèl «weelde» is, doch niet wordt belast. Er is met den minister te praten, dat heeft hij bij de Tariefwet getoond. Welnu, dan spréke men, mits op den grondslag der wetsvoorstellen zelf. Dansen naar 't pijpen van den Staat. Ja, dat ontbreekt ons nog I En dan is 't vaderland gered. En 't volk moreel veilig gesteld. De «Nederlandsche Vereeniging tot bevor» dering der danskunst« zendt ons een stuk, waarin ten krachtigste wordt bepleit, dat de Staat zich wetgevend en regelend met de dan» serij bemoeien zal. Nu danst men er maar op los. Neemt en geeft les naar welgevallen. De edele danskunst wordt verkracht En daarom moeten we o.m. krijgen een serieus Staatsdans»examen, waardoor men den titel van dansleeraar verkrijgen kan, zooals men arts wordt na het artsexamen. Die dansleeraars moeten dan worden be» schermd tegen alle beunhazerij. Vanzelf krijgt men dan een staats»danspro» gram, met Staats»dansregelen. Dan moet er voorts scherp toezicht zijn op de danslokalen, de dansmuziek, alles moet met passer en li» niaal door den Staat afgemeten en geregeld worden en een aantal Staats»inspecteurs, dat spreekt vanzelf, een goed geregelde dans»in» spectie moet voor de richtige uitvoering der Staats»danswetten zorg dragen. 't Slot van 't stuk luidt «Summa summarumStaatsbemoeiing op 't gebied der moderne salondanskunst is een uitgesproken volksbelang». Bravo, bravissimo, bravo I V Baken in Zee. Australië was ons toch voor. Wij beginnen er een handje van te krijgen om den Staat en de Stad van Alles te maken, tot meelmakelaar en melkhandelaar toe, maar een Staats»handelsvloot, zooals ze die in Australië hebben, neendie kennen wij niet. Doch de heele vloot wordt verkocht. Omdat ze een reuzenstrop is. In één jaar leverde de Vloot een verlies op van 500.000 pond of pl.m. zes millioen gulden en dan werd de waardevermindering van 't geld nog niet eens in rekening gebracht. Dat nu houdt geen Staat vól. Dies wordt nu de Vloot verkocht. Welke de oorzaken zijn, dat't zoo bedroefd slecht ging? Wel, vooreerst waren de schepen niet met genoegzame kennis van zaken gebouwd en ingericht. Maar vooral worden deze twee genoemd Veel te hooge exploitatie»kosten Engedurige arbeidsconflicten. Of met andere woordenDe Staat voer duur, héél wat duurder dan particuliere maat» schappijen en er was over de arbeidsvoorwaar» den gedurig herrie met 't zeevolk. Precies de gevaren, die overal te allen tijde te duchten zijn, als de Overheid maatschappe» lijk werk tot zich trekt. Er zit daar dus, kunnen we zeggen, in Australië niet alleen een schip, maar een heele Vloot op strand, laat het ons zijn een reuzebaken in zee Hoe honderd keer is nu door de overzijde al niet de «antithese» dood verklaard I De »Rott.« courant neemt er''n loopje mee. Herinnert o.a. aap het reeds tal van jaren geleden door »Het Volkk» gedichte grafju» belliedeken Als door Den Haag een lijkstoet rijdt, Met Heemskerk aan den kop, Met Talma, die de paarden leidt, Met heel »Rechts« achterop. Als Kuyper snottert van verdriet, En priester missen lezen. Dan gaat daar d' antithese, Piet Dan gaat daar d' antithese. En over die zelfde «antithese» wordt nog thans, na zooveel jaren in de Linksche pers honderd»uit»gepra£t. Veel meer dan wij dit doen. Wij constateeren eenvoudig het feit, 't welk wie oogen heeft, zien kan, n.l. dat zij bestaat en gaan voorts rustig onzen weg. Zij staan zich de keel heesch te schreeuwen «Menschen, ze bestaat immers niet« en maken er veel meer praats over dan wij. Zeker kunnen de menschen het doen. V Oud en Goed Woord. Afschaffing der Staatsloterij. Ach! dat «onschuldige twintigje« dan toch 1 Die hedendaagsche (sst I stil in 't óórfari» zeeuwschecalvinisten gunnen 'n mensch net niets! Ziehier wat de hoogleeraar Gunning, die niet tot de calvinisten, eigenlijk tot geen enkele »richting« wilde gerekend worden, indertijd over die Staatsloterij schreef «Het spelen om geld is niet een gewoon zich plaatsen onder het toeval maar onder de macht van den Boozede bate voor de schatkist is gering en 't gevaar voor ziel en toekomst der deelnemers groot.« 't Is ds. Knap, in «Oude Paden«, die 't in herinnering brengt. V De Bureaucratische spin. "Wie zou dat daar nu zoeken Bij den uitgever Samson, Alpen a/d Rijn, is een werkje verschenen «Korte opstellen over gemeenterecht en gemeentebeleid. Daaronder komt óók voor een gedicht onder bovenstaanden titel, waarvan we hier het volgende overnemen Een reuzenspinne weeft er Haar webbe in Den Haag, In duizend draden zweeft er Haar spinsel naar omlaag. Het dekt veel oude wijsheid, Veel twisten ook, helaas Maar dorre grijze vaalheid Bedekt het kleurig waas. Het waas van bruisend leven, Geloof in eigen kracht, Nog overig gebleven Van glorieuser pracht. Uit heerlijker jaren, Toen burger, boer en knecht De fiere dragers waren Van 't eigen stedenrecht. Dat dreigend doffe duister Beteekent vrijheids nood Wie breekt, wie scheurt die kluister, Wie trapt die spinne dood De heer C. van der Voort van Zijp. Onzerzijds zij nog een kort woord gewijd aan 't geval van den heer V. d. Voort v. Zijp. Ons past eerst 'n woord van dank. De stap die hij deed verbaast ons, smart ons, scheidt hem van ons, maar dat doet ons niet vergeten, dat hij vele jaren lang als een trouw antirevolutionair op zijn post heeft gestaan, in de Kamer en waar 't moest ook in het land. Aan die verdienste doen we niet te kort. Brengen hem ook thans nog daarvoor on» zen warmen dank, En dénken er zelfs niet over, of dat alles tóén wel geweest zou zijn ware overtuiging des harten, wij gelooven dat hij sprak en optrad gelijk hij was. Echter, men bedenke dit wel. Dat de heer V. d. Voort van Zijp wij hebben zijn politiek optreden vooral in die eerste tijden, toen hij nog predikant te Vuren en Dalem was, van nabij kunnen gadeslaan zich destijds aansloot bij de A.»R. Partij had drieërlei oorzaakhet onrecht op onderwijs» gebied, de komende sociale wetgeving en het voorbeeld van ds. A. S. Talma. En inzake 't onderwijs en inzake de sociale kwestie, voelde de jonge predikant zich 't best thuis bij de A.»R. partij en Talma was hem een voorbeeld dat een hervormd predikant in die partij allerminst voor »half« werd aan» gezien. Maar de heer V. d. Voort van Zijp, tenzij we ons zéér vergissen, hoewel trouw anti»re» volutionair, is nooit calvinist geweest. Zoo was zijn geestesligging niet. Als predikant was hij beslist orthodox, maar «gereformeerd», in confessioneelen zin dan, was hij niet. De diepste grondovertuiging van ons anti» revolutionaire leven deelde hij met ons niet. Daarom kon dezer dagen de »Ned.« zeggen, dat hij in zeer vele dingen dicht bij de Chr. Historischen stond. En daaraan schoven wij voor ons 't al toe, dat indertijd in 't Rapport der Staatscommissie inzake het Onderwijs de stem van Lohman zóó overwegend is geweest. En düardoor, meenen we, viel het de Synthese» sirene gemakkelijker hèm te brengen onder de bekoring van haar zang, dan dat het haar met een principieel calvinist zou zijn gelukt. Wat elke maand te doen geeft. (Ie helft Maart) Nadruk verboden. In Maart komt een algemeene herleving in de natuur. Trouwens, die herleving is dit voorjaar al vroegeigenlijk is dezen winter de natuur niet geheel in ruste geweest; zij »werkte« steeds, zooals de boer zei. Geregeld door was er groei waar te nemen. Menigeen heeft b.v. nog lang van zijn spruitkool ge» geten en eet er nog van, terwijl ze toch, toen de herfst er reeds volop was, nog maar weinig te plukken gaf. Er komt van nu af weer volop werk. In deze maand gaat men denken aan het poten van vroege aardappelsaan het zaaien van klaver, zoowel voor groenvoer als voor hooiwinning en groenbemesting aan 't zaaien van haver, van zomerrogge en Maart» sche Gerst. Maar wat op den eenen grond reeds kan, moet op den anderen grond wor» den nagelaten. Voor akkers en tuinen, die nog verzadigd zijn van water, geldt de spreuk Haast U langzaamDaar is vroeg bewerken van den grond nadeelig en geeft vroeg zaaien slechts teleurstelling. 40 cent per regel. hebben in de eerste plaats een kalmeerend en versterkend middel noodig. Mijnhardt's Zenuwtabletten geven kalmte en nemen onrust, gejaagdheid en overspanning weg. Koker 75 ct. Bij apoth. en drogisten. MOND. ADVIES a 1.. Alle zaken behandelt het Bureau voor Rechtskundige Hulp Haagscheveer 5 (bij Hofplein) Telefoon 11862 Rotterdam Alle Belastingzaken door oud ambtenaar aan ons bureau verbonden. Kantoor van 8—10 uur. Geen Bijkantoren De een spit, de ander bouwt (ploegt) zijn akker. Goed spitten is uitsteken, maar dat «goed» gebeurt lang niet altoosdaar man» keert heel dikwijls wat aan. Geregeld moet een flinke voor gemaakt worden niet maar eventjes de schop erin. Lucht en licht en water moeten diep in den bodem kunnen doordringen. Goed spitten is ook een kunst, die lang niet iedereen verstaat. De spitter moet den grond gelijk houden, of wanneer ze ongelijk, oneffen is, gelijk makenis hij gereed dan moet de tuin of akker zichtbaar hooger zijn, gerezen zijn. Bij het spitten in 't najaar nemen we vrij groote steken, de grond komt dan in brokken te liggen, waar» op de vorst zijn invloed kan uitoefenende grond vriest door en verkruimelt. Maar in voorjaar maakt men klienere steken en ver» brokkelt de kluiten. Na den open winter, die we gehad hebben, is de grond moeilijk te bewerken. Heeft men onkruid»vrij land, waarop dus geen ruigte staat en gebruikt men korten mest, dan gaat het spitten vlot en is het gemakkelijk de aarde om te wippen en telkens een steek om te leggen. Maar dit gaat moeilijk, als het land ruw begroeid is en lange mest is uitgestrooid. Dan zal het goed zijn de aarde eerst af te schuimen, deze in de voorgaande voor te werpen en dan nog een steek te spitten deze steek komt dan natuurlijk boven de eerst afgeschuimde aarde. Dit afschuinen gebeurt veelal met een z.g. »plakhak«. Op deze wijze komen onkruiden mest er goed onder. Wij noemden in den aanhef het aardappelspoten hieraan gaat dan vooraf het sorteeren van 't pootgoed. Men verwijdert eerst de knollen met zeer dunne scheuten, waarvan toch geen flinke plant is te verwachten. Dan sorteert men de rest in 2 of 3 verschil» lende grootende grootste komen vlug en krachtig, de kleine knollen later op. Dit is in 't begin duidelijk waar te nemenlater, half Juli, minder: nog later, Utegen het rijp worden, weer meer. Sorteering naar grootte is derhalve voor een gelijke opkomst, 'groei en afsterven gewenscht. Groote poters snijdt men wel in stukkendit dient zóó te gebeuren, dat men nauwkeurig op de oogen snijdtde beide helften laat men aan het naveleind met een klein stukje aan elkaar zittende gemaakte snijvlakken drogen alsdan geleidelijk op. Deze methode voldoet beter dan geheel doorsnijden laat men dan de knollen drogen, dan treedt licht schimmel en rotting op. Niet geheel doorgesneden knollen kan men bij voorzich» tige behandeling goed bewaren, 't zij op een hoop of in zakken evenwel niet opgestappel. Het snijden geschiedt 3 a 4 weken voor het poten. In den tuin Was in Febr. het leggen van doppers nog wisselvallig, nu ga men gerust zijn gang. Maak gleufjes met den schoffel 3 a 4 c.M. diep en leg daarin de erwten op 2 a 3 c M. afstand capucijners kunen wat verder van elkaar. De eerste tuinboonen worden veelal uitgeplantdit kan dan nu geschiedenop rijen 2 voet van elkaar, en op de rij 1 voet. Men snijdt de reeds gevormde wortels wat af korte ze iets in. Zet vooral de boonen niet te dicht bij elkaarMen krijgt dan lange, spichtige, maar zwakke stengels, die niet veel vruchten kunnen dragen, Plant nu bloem kool uit den bak, waarin ze den winter hebben doorgebracht, in den kouden grond anderhalf voet van elkaar. Na het planten goed aangie» ten Koopt ge planten, neem dan laag blijven» de, laag van voet, de z.g. kortbeendeze zijn ook onder 't glas de beste. Het luchten der bakken is in deze maand van veel belang en gewicht. Bloemkool en wortelen mag men flink luchten snij» en spergieboonen mogen 't iets warmer hebben, komkommers en meloe» nen moeten zeer voorzichtig worden gelucht, waarom men van achteren en op zij een mat of iets dergelijks plaatst. Ook de bloemenbak» ken dient men nu af en toe, maar vooral niet te veel, te luchten. Denk erom, uw perzikboo men, met goede rietenmatten of op andere wijze, tegen de nachtvorsten te beschutten en overdag door rijzen tegen de scherpe zon. Het Stoomschip «Soerakartaa gestrand De Sleepboot «Schelde» ter hulpbieding uitgevaren» slaat om Acht leden van de bemanning der »Schelde« verdronken Tengevolge van den Noord westerstorm is Zondagavond omstreeks zeven uur de 7000 ton groote vrachtboot »Soerakarta« van den Rott. Lloyd op de Noorderpier te Hoek van Holland gestrand. Bij dwarszee is het schip met zijn kop op den Noorderdam geworpen ter hoogte, waar in 1907 de bekende ramp met de »Berlin« plaats vond. De stoomreddingsboot «President van Heel» vertrok daarna ter assistentie uit en kreeg verbinding met het gestrande schip doch de kapitein hiervan oordeelde het niet noodig, dat de bemanning het schip zou verlaten. Teneinde de boot iets verder op den dam te laten komen, werd dadelijk begonnen met een poging, om door middel van een sterke zeesleepboot de »Soerakarta« weer los te slee» pen. Daartoe vertrok te 8 uur uit de haven van Hoek van Holland de zeesleepboot »Schelde« van Smit's Internationalen Sleep» dienst. Men slaagde erin een tros uit te brengen en met de Soerakarta te verbinden. Toen echter de »Schelde« met kracht opstoomde, brak de tros en werd deze om de schroef van de «Schelde« geslingerd. Meteen schoot de sleep» boot in de branding, waar de bóót stuurloos werd opgenomen en tegen het wrak geslingerd van de voor eenigen tijd op de Zuiderpier gestrande «Stuart Star«. Door de gaten van het voorschip liep de «Schelde» vol water en kantelde het schuin tegen de Zuiderpier aan. De uit 15 man bestaande bemanning trachtte in allerijl het want van de twee masten te beklimmen en daar een schuilplaats te zoeken voor de zware zeeën, welke de branding over het half weggezonken schip heensloeg. Van den hoogen kant van het schip pro» beerde men bij tusschenj oozen langs alles, waar men zich vast kon grijpen, zoo de masten te bereiken. Bij deze poging werd de stoker van Beek, die bovenop de stuurhut was ge» klommen, en vandaar in het achterwant wilde komen door een golf gegrepen en weggeslagen. Op zijn hulpgeroep verliet de marconist B. J. C. Boxman zijn schuilplaats om te trachten door toewerpen van touwen van Beek te red» den. Het was echter ondoenlijk. Eenige oogen» blikken later verdween van Beek in de diepte. Door de kracht der woedende zee werd de stuurbrug losgeslageneen aantal had zich hier een schuilplaats gezocht. Men stond voor de keuze of straks met brug en al te worden weggeslagen of een levensgevaarlijke poging te doen, om over het dek de masten te be» reiken. Bij een dezer pogingen werd de ma» troos v. d. Haven uit Hoek van Holland, die zich naar het achterdek wilde begeven, over» boord geslagen. Kort daarop onderging het» zelfde lot de matroos v. d. Plas en de licht» matroos Scholten. Temidden van den hevigen storm zaten toen nog elf leden der bemanning in de masten van het schip, waar de wilde wind doorgierde en de handen en voeten der schipbreukelingen van koude verstijfden. Met doodsgevaar voor oogen, dat ze weldra van de koude bewusteloos zouden geraken bonden eenigen zich in 't want vast, om zoo te trach» ten in elk geval niet door den storm te wor» den weggeslagen. In deze vreeselijke oogen» blikken werd het lot dezer menschen nog gruwelijker, doordat een van hen plotseling krankzinnig werd. Het was de matroos P. Bal uit Scheveningen, die eenklaps op vroolijke

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1