IG n 0. IBSÈ1 voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. CENTEN ii 13 IS. 4MB Antirevolutionair Orgaan RESTAURANT IN HOG SIGNO VINCES No. 3096 ZATERDAG 21 FEBRUARI 1925 39STE JAARGANG n mmw I EERSTE BLAD. Op den Uitkijk. RECHTZAKEN H. SCHREURS Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Statensectie Ridderkerk Voorheen en Thans Reclame-Mededeeiingen. Waar kunt gij in Rotter dam het beste eten? Rotterdam. Alom bekend voor de beste keuken. Matige prijzen. Dagelijks versche Zeeuwsche Mosselen. Moderne inrichting. Aanbevelend, Rondom de Olympiade. Til 6 fl. GREDIETEK tot Rotterdam kosten. |evraagd. gebrek aan A fedurige ver» 5 ,ieid en moe» 2 lofdpijn, ge» a J in de maag, Jen, kortom Cp Apothekers I NAMAAK. Co. A Den Haag. ue' verlichten en de [igen moeten lij, hoe jong en achter den Heere is in eigen kracht. aeentegeld 1 arbij, of men leesï |ieuw kerkgebouw amerwerk« gebouwen privilegie van één L nog pas hebben eel door eigen gif» Itweede kerk van esticht en n u lay aschedè voor een Jagen aan enkele i kregen. Itegeld. X bij de eens op r lichte van KA til 4 Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEVERS W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent'per regel. DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten wotCvz berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tpt DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Aig. Verg. te Rotterdam, Hofplein 16, 's mid. 1 uur op Maandag 23 Febr„1925. Agenda: De hoofdlijst met bijlijst van Kamer- candidaten. Belangrijke vergadering Namens 't Bestuur, Ds. C. W. J. VAN LUMMEL, Voorz. j. v. d. WAAL, Secret. Er is ook verkeerd conservatisme. Zie, bij den Heere is steeds voortgang. Hijzelf is de Onveranaerlijke, maar in het geschapene, in het werk Zijner handen, is steeds wisseling, wijziging, verandering, en dat moeten wij niet door star conservatisme willen tegen houden. Dat zal ons toch niet baten Met kalmen, majestueuzen tred, schijnt de Heere door de jaren en eeuwen heen en stiert het alles naar Zijn wil en raad. Wat een halve eeuw geleden was, Dat is nu niet meer f, Menschen en toestanden veranderen, f j De omstandigheden wijzigen zich. Wij hebben daarop te letten. K. Wij hebben er mee te rekenen. Wij moeten er ons alléén tegen ver zetten, voorzoover iets nieuws zondig zou zijn en nooit omdat het nieuw is en het vroeger niet zoo was. 't Is nog niet zoo heel lang geleden, De ouderen weten er nog wel van dat de verhouding tusschen werkgever en werknemer 'in het landbouwbedrijf, dus tusschen boer en arbeider, was min of meer patriarchaal. De arbeider werkte voor „zijn" boer En die zorgde voor „zijn" arbeider. En, om maar iets te noemen, ik kén tenminste wel een streek uit mijn jeugd, waar 't zoo was, als in den winter de verdienste erg gering was, dan zorgden de „boer" en de „vrouw" toch wel, dat er bij den arbeider nu niet beslist kommer en gebrek heerschten dat er eten was voor de maag en brand voor den haard, terwijl bij ziekte of kraam of iets dergelijks, de boerin wel zorgde, dat ze zich niet onbetuigd liet. En omgekeerd was 't ook weei zoo, dat de arbeider niet keek op een half uurtje langer of korter werk, het moest af en daarmee uit. Nu zijn er, gelukkig! nóg heel wat goede boeren en nóg heel wat goede arbeiders, maar die eigenaardige, ze delijke, patriarchale verhouding, die^ wordt zoo niet meer gevonden. Dat is de gang van den tijd. '~)e loop der omstandigheden. En dat moge nu de een toejuichen en de ander-betreuren, maar verande ren doet men het niet en ook dit al les is van den Heere. Als de verhou dingen zich vernieuwen, wederom zij het gezegd hebben wij wél scherp te waken dat geen zondige gewoonten insluipen, maar alleen omdat het nieuw is, zullen we géén verandering afwij zen. Bijvoorbeeld. Als daar arbeiders zijn, die zich door „roode" ophitsing laten aanporren tot een stuk „klassenstrijd", dan hebben onze christen-boeren groot gelijk, wanneer zij zeggen Daar wil len wij niets mee te maken hebben Maar als omgekeerd rustige, christen arbeiders er op aandringen, dat er niet met hen één-voor-één, maar met hun voorgangers zal worden gepraat over de arbeidsvoorwaarden, om zoo te ko- men tot een collectief contract, dan is daar uit 't oogpunt van beginsel niéts tegen in te brengen en mag het zeker niet worden afgewezen, omdat het iets nieuws is. We kunnen 't zeer wel begrijpen. 'n Collectief contract is iets nieuws. En we pleiten er allerminst voor, men versta ons weldat men 't een en 't ander, waar 't nog niet bestaat, nu maar hals over kop moet invoeren alle overdrijving schaadt. En iets nieuws moet groeien. Niet worden geforceerd. En waar de verhoudingen nog ouder wets zijn en zoowel de boer als de arbeider er zich goed bij bevinden, om man tegenover man en oog in oog over de arbeidsvoorwaarden af te pra ten. welvoer daar niet met geweld iets nieuws in Maar 't is soms ook anders. We kunnen streken in ons vader land, waar de verhoudingen wat scherp geworden zijn, óf ook waar boer en arbeider, helaasin socialen zin wat érg ver van elkaar af wonen en dan begint bij de arbeiders 't eerst, het verlangen op te komen om niet elk afzonderlijk met één boer te praten, maar gezamenlijk met alle boeren en dan over een „collectief contract." En nu willen we dit maar zeggen, dat het niet aangaat dit verlangen af te wijzen, alleen omdat het iets nieuws is. Er zit toch niets zondigs in Ja, als men eenmaal over de eerste nieuwigheid heen is, ondervindt men dat zoogoed als er schaduwzijden aan verbonden zijn, er óók voor den boer, nog wel voordeelen in te vinden zijn. „Ik wil handelen met eigen volk", wordt soms gezegd. Op zichzelf niet te verwerpen. Maar als nu een der partijen er de voorkeur aan geeft, om gezamenlijk en door middel van vóórsprekers te handelen wat is er tegen De andeie kan zich immers óók aaneen sluiten, ja dat is de bedoeling zelfs en óók eigen „voorsprekers" kiezen. Hoe wij „eigen volk" verstaan Volk, dat van weerskanten buigt voor Gods Woord. En dan hebt ge gelijk. Zie te handelen met zü.k „eigen volk". Dat den „klassenstrijd" verfoeit. En den socialen vrede wil. Doch daartoe is het noodzakelijk, dat van weerskanten de partijen, in dit geval de boeren en de arbeiders, zich met „eigen christenvolk" in eigen ver- eeniging organiseert. Doen we dat niet, zoo zullen ande ren zich wél organiseeren en ons óf op sleeptouw meenemen óf ons links laten liggen en hun eigen weg gaan. Laten we handelen „met eigen volk". Dat wil zeggen, de belijders met el kaar, ook al kan het noodig zijn met anderen voeling te houden. De belij ders, gezamenlijk, onder de tucht van Gods Woord. Nadruk verbodes. Van der jeugd af hield ik van een glas melk. daarmee ik natuurlijk niet zeggen wil, dat ik in m'n jeugd maar volop melk heb gehad. Mijn moeder moest met een klein traktement véél doen en ze had, gelukkig voor't huishou» den, een goeden economischen neus. En daarmee had ze al gauw geroken, dat melk nu juist niet het goedkoopste voedsel is. Ze kón voor sommige kinderen nuttig ja noodig zijn. Ook werd ze ons niet geheel onthouden. Doch aangezien we bij voedzaam bruin brood, aardappelen en wat spekvet en gort enz., aten als wolven, gezond waren en groei» den, diende de melk als zeer bescheiden bij» voeding. 'n Glas melk was es een tractatie. De chocoladeketel kwam op 'n feest. Ik dacht er als jo gen niet aan, dat er over die melk nog zooveel te doen kon zijn in dit wereldje, als tegenwoordig 't geval is. 't Eerste, dat ik me herinner, is geweest ik geloof in 't jaar 1880. Als ik dat jaartal goed onthouden heb, waar 'k overigens niet sterk in ben, dan was het toen, dat een zeer erge cholera»epidemie uitbarstte in Alexandrië, in Fgypte. En aangezien dit een internationale haven was en men tóén nog lang niet over de middelen en maatregelen beschikte, die men tegenwoordig in 't werk stelt tegen afwe» ring van besmettingsgevaar, was de vreès voor verspreiding der ziekte groot. Naar ik meen is zij toen ook in verschillen» de havensteden van Europa uitgebroken heeft ze o.a. te Marseille en te Hamburg nogal slacht» offers gemaakt en is ook ons land niet geheel vrij gebleven. Ook in die dagen wist men al, dat de be» smetting vooral door eet» en drinkwaren werd overgebracht, en de Overheid maakte zich toem o m. verdienstelijk, door het op allerlei wijs, in kranten, door plakkaten, strooibiljet» ten enz. de bevolking in 't hoofd te hameren «Kookt uw melk en uw drinkwater Die vermaning ging er toen in. Want de vrees was groot. Het jongere geslacht had wel niet een epide» mie meegemaakt, maar de vaders en moeders wisten te verhalen van 't jaar 1866 en die ver» halen waren wel in staat, om ons te doen be» grijpen, dat het met zoo'n ziekte hooge ernst was, als ze zich verspreidde over 't vaderland. Van dienzelfden tijd af, 'k weet dit nog heel goed I werd er bij ons in huis nooit weer 'n ongekookte droppel gedronken, totdat we de waterleiding kregen en de watergeleerden ons verzekerden, dat we dit zóó frisch uit de kraan geiust gebruiken konden. Later is, als elk weet, meer bepaald wat de melk betreft, onze wetenschap gedurig vermeer» derd en daarmee ook onze smart. Je las en je hoorde van bacteriën. Levende wezens, die slechts met een ultra» mikroscoop te zien zijn. En dan nog niet eens allemaal, want in den allerlaatsten tijd hoort men van parasieten of woekerdiertjes, 'n soort über»bacillen, die dan nog weer op of in die bacteriën moeten voorkomen en natuurlijk nóg weer duizendmaal kleiner zijn zoodat geen mikroscoop ze achterhalen kan. Maar de geleerden constateeren, dat ze er móéten zijn. Zooals de sterrekundigen uit de verschijnse= len weten te constateeren hier of daar aan den hemel moet een ster zijn, en als dan de kijker maar vervaardigd kan worden, die genoegzaam vergroot, dan blijkt ook werkelijk, dat die ster er is. Welnu, in de melk moeten die bacteriën al een heel vruchtbare voedings» en vermenigvul» digingsbodem vinden en zoo kan men mét de melk de kiemen van heel wat ziekten naar binnen krijgen. En dat is nu geen praatje Het is b.v. bewezen, iedere leek weet dit nu wel, dat de typhus, die vreeseiijke koortsziekte 't meest door melk wordt overgebracht. Ik drink dan ook nóóit rauwe melk. En dat niet uit bange vrees. Dan had een mensch geen leven Wij komen nu eenmaal in den loop onzer dagen en jaren met milliarden bacillen in aan» raking en hoeveel er aan en in ons lichaam van allerlei soort wel aanwezig kunnen zijn, daar zullen we de muts maar niet naar gooien en de mogelijkheid bestaat zeer wel, dat ze ergens in onze ingewanden een wereldoorlog voeren in 't klein. Maar 't rustigste leven heeft hij, dunkt me, die bij 't overdenken dezer dingen niet vergeet de voorzienigheid Gods, die 't al regeert en zonder wiens wil geen haar van ons hoofd valt en ook geen bacil zich beweegt. Ons leven en onze gezondheid zijn in Gods hand. En niet in de macht van eenig ander dier, groot of klein. Maar nu staat er ook weer geschreven, dat we den Heere onzen God niet verzoeken zul» len en als we nu overtuigd zijn, dat rauwe melk, die immers van de koe af tot onzen mond toe een vrij langen weg heeft af te leggen, gevaarlijk kén zijn en soms ook is, een gevaar dat door koken zeer veel verminderd worden kan, wel 1 wie dan geleerd heeft in den weg»der»middelen te gaan, die kookt de melk. En dat met name, wie de melk koopen moet. Echter, zoo zijn de menschen niet allen. Daar zijn tal van onverschilligen. Anderen, die het al te vaak vergeten, zich geen tijd gunnen, enz. En dat héét nu een van de hoofdredenen, waarom de wethouder van Amsterdam, De Miranda, het geheele melkbedrijf in handen der Overheid brengen wilde, om niet anders te laten drinken dan gepasteuriseerde melk. Nu zwijg ik over de politieke zijde dezer zaak, ze ligt natuurlijk precies op den weg der socialisten; 't is geen socialisme ;"t gebeurt in een op»en»top kapitalistische maatschappij, maar 't is toch weer 'n stapje in de richting van socialisatie, met uitschakeling van het «vrije bedrijf®. Doch hier wilde ik op wijzen. Bij de wekenlange besprekingen over die »Melkvoordracht« in den Amsterdamschen Raad, heeft men ook een interressant debat gehad tusschen de verschillende medici, die in dien Raad zitting hebben. Medici hooren tot den geleerden stand. En als zoodanig zijn ze onderworpen aan de «Ziekten der Geleerden«, om met Bilder» dijk te spreken en ze zijn 't vaak oneens. Zoo was er nu een dokter, tegenstander van de Voordracht, die vroeg»Ja, [nu wilt ge pasteuriseeren, tegen 't gevaar der bacillen, doch waar blijft ge dan met uw vitaminen Wéér wat nieuws, »vitaminen«. Nooit heeft iemand ze nog gezien. Te klein alweer voor de mikroskoop maar toch bestaan ze. Want ze bewijzen hun aanwezigheid en voor» al hun a/wezigheid. Men heeft ze zelfs in soorten, genoemd met de letters van alfabetvitamine A, vitamine B, enz. En als een bepaalde soort van vitamine in ons voedsel ontbreekt, dan kunnen we daar» door allerlei ziekten krijgen, als berri»berri, scheurbuik en nog meer. Make nu niemand zich ongerust I De wijze Schepper aller dingen heeft het ook zoo beschikt, dat als wij gewoon voedsel eten en drinken, zooals Hij het groeien laat en het niet met al te veel kunstmiddelen be» 40 cent per regel. MOND. ADVIES fl I.. Alle zaken behandelt het Bureau voor Rechtskundige Hulp Haagscheveer 5 (bij Hofplein) Telefoon 11862 Rotterdam Alle Belastingzaken door oud ambtenaar aan ons bureau verbonden. Kantoor van 8—10 uur. Geen Bijkantoren IN werken, om het maar èrg lekker te maken, dat we dan van alles 't noodige in 't lijf krijs gen. Wie een gewone, gezonde burger» en boere» pot kookt en eet, die heeft zich nergens over te bekommeren die krijgt de vitaminen, welke hij noodig heeft vanzelf wel in 't lichaam. Maar, zei nu een medicus in den Amster» damschen Raad op die nieuwerwetsche ma» nier pasteuriseeren je straks al die vitaminen en speciaal die, welke een klein kind noodig heeft, uit de melk weg en terwijl je tegen de typhus de maatregelen neemt, haal je de kans over je, dat andere ziekten zich vertoonen, juist omdat je de noodzakelijke vitaminen hebt dóód gepasteuriseerd. Wat dan weer de allerslevendigste tegen» spraak vond. De leeken hadden er 't aanhooren van. En zoo ziet men wel, er zit aan die melk heel wat vast. Best mogelijk, dat over vijftig jaar de geleerden van dan over wat die van thans beweren, op hun beurt in een schater lach uitbarsten, ik herhaal, wat ik in 't be» gin zeiik lust graag mijn beker melk, maar men kan nu misschien [begrijpen, dat ik tegen» woordig soms, den beker in de hand, in ailer» lei melkgepeins verzonken raak. Nu ik het toch over Amsterdam heb: Er gebeuren daar eigenaardige dingen. Zoo kwam het dezer dagen voor, dat een kantonrechter een overtreder voor zich kreeg zijn overtreding stond vast, hij had na 's avonds achten verkócht en ontkende dit ook niet. Totzoover is alles zeer eenvoudig. Doch de kantonrechter deed déze uitspraak «Gij zijt schuldiggij behoort te worden ge» strafter staat hechtenis voor, maar ik veroor» deel u tóch niet, ook niet «voorwaardelijk® en ik ben blij, dat de Wet mij dit veroorlooft. 't Was dan ook een eigenaardige zaak. 't Betrof een, ja ettelijke gevallen van kleine neringdoende, die 't juist van den avondjer» koop hebben moesten in hun bedrijfhande» laars in eet» en drinkwaren, sigaren e.d.g., die pas «loop® krijgen als 's avonds »het volk® op straat komt. Overdag wordt nog voor geen gulden ver» kocht. Maar 's avonds verdienen ze een broodje. Ook de Overheid erkende dit, want tot 1 Jan. j.l. hadden ze «speciale vergunning« gehad om na achten te verkoopen, doch omdat hier misbruik van was gemaakt, had de Burgemees» ter alle extravergunningen ingetrokken, vielen ze dus weer onder de verordening van winkel» sluiten én werden daardoor gewoon tot den bedelstaf gebracht! 't Zijn heel kleine zaakjes, in volksbuurten e.d.g., waar overdag geen mensch komt. Die menschen bleven doorverkoopen. «Anders vergaan we gewoon van den hon» ger«, zeiden ze. «Overdag zijn de verdiensten nihil«. Thans hebben ze op raad van een der rech» ters besloten, veertien dagen lang te sluiten, in de hoop, dat er van hoogerhand iets op gevonden zal worden, en een andere is, als we boven schreven, mede zóó overtuigd van de waarheid van 't geen deze winkeliers bewe» ren, dat hij ze niet wilde straffen. Het zijn allerminst »rooden«. «Wij willen niets liever®, zeiden ze op een vergadering, «dan aan alle wetten der Over» heid gehoorzamen, maar er is een hoogere wet, die zegt, dat we vrouw en kinderen niet mogen laten verhongeren«. Ik hoop, dat er wat op gevonden wordt. «Winkelsluiting® vind ik best. Maar de Wet moet niet een mensch, die een eerlijk stuk brood verdienen wil, dit door een warnet van bepalingen onmogelijk maken. Daar is toch de Wet niet voor Zij moet de schrik der boozen zijn. En zoo zou ze worden de schrik van den ijverigen patroon=bakker hier, van den eigen» werkenden winkelier daar. die hen zeis bij de kraag grijpt en als waren ze op boeven» daad betrapt, in de gevangenis werpt. De Wet behoort met rustige burgers wat voorzichtig te zijn. UITKIJK. Naschrift/De »pasteurisatie« van Amsterdam is met 23 tegen 22 stemmen intusschen uitge» steld. Men zal eerst zien langs anderen weg den dood der bactlleu en 't leven der vitami» nen te bevorderen. De Keerzijde van de Olympiade. Min. De Visser liet de mooie kant zien. Dat lag vanzelf op zijn weg Hij moest de aanvrage verdedigen van het »millioen«. Maar er is ook een keerzijde. Die willen we nu ook laten zien. Vooreerst dan, die Olympiade zal, voor zeker! eenige weken lang heel wat buiten» landsch geld in ons land kunnen brengen doch zij zal tevens heel wat binnenlandsch geld voor pret en plezier laten uitgeven. Kapitaalvorming is dit niet. Levensversobering al evenmin. Tienduizenden zullen, als er zóóveel moois te zien is, een reisje met een verblijf van en» kele dagen naar Amsterdam willen maken, die dat anders niet zouden doen. Van enkele dagen, zeggen we. Want naar een Tentoonstelling gaat men nog es één dag, maar wie van zoo'n Olympiade wat genieten wil, die moet wel een reisje ma» ken van enkele dagen op z'n minst. En Amsterdamsche reisjes zijn duur. En dan zullen ze peperduur zijn. Vele jaren geleden, toen er in Amsterdam een Internationale Tentoonstelling was, leefde in m'n woonplaats 'n echte pretboer, met pret» kinderen. Ze móésten toch naar Amsterdam. Dat kón toch niet overgaan 1 Maar de tijd was toen niet best en de boer zat erg schraal in zijn contanten. Wat deed hij Hij nam een beste koe uit de weide, ging er mee naar de markt, verkocht ze en van de opbrengst ging de familie, beurt om

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1925 | | pagina 1