PURQL
Rechtzaken
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zeidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
No. 3083
WOENSDAG 7 JANUARI 1925
39STE JAARGANG
IN HOG SIGNO VINCES
a
EERSTE BLAD.
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
f
Reclame-Mededeelingen.
verzacht dadelyk
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post 75 cent bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel.
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten wordtu berekend naar de plaatsruimte, die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
b,
7
De Politieke Cursusvergadering te Mid=
delharnis.
Zooals den bestuurderen onzer Kiesvereeni»
gingen per circulaire bekend gemaakt is, heeft
het C. C. besloten cursusvergaderingen te
houden, meer bepaaldelijk voor onze plaat»
selijke voormannen, of wel voor de bestuurs»
leden onzer plaatselijke kiesvereenigingen.
In ons ressort zullen deze cursussen gege»
ven worden door den voorzitter onzer Kas
mersectie, Ds. v. Lummel van Zuidland. De
genoodigden zullen in vier groepen samen
komen te Klaaswaal, te Middelharnis, te Rid»
derkerk en te Spijkenisse.
Deze cursussen handelen overDefensie,
Financiën, Sociale Wetgeving, Samenwerking
en 't optreden onzer Partij in de 2e Kamer.
Hiermede wordt een nuttig en een noodig
werk verricht.
De kennis der practische politiek laat helaas
bij velen nog zooveel te wenschen over. Ook
bij hen vaak, die aangewezen zijn leiding aan
anderen te geven.
En dit schromelijk tekort aan kennis be»
hoeft er tegenwoordig toch niet meer te zijn.
Vroeger was dat anders. Uit den aard der
partijpositie, toen onze partij in haar opkomst
was, de strijd voornamelijk liep over het ons
derwijs, de leiding bijna uitsluitend uitging
van één man, was het altijd niet mogelijk,
dat geheel ons volk volkomen op de hoogte
was met de politieke vragen van den dag.
De organisatie liet wel eens wat te wenschen
over. Maar dat is nu voorbij. Bescheiden en
ophelderingen in boeks en brochures vorm ligs
gen thans binnen ieders bereik. Van hooger
hand laat men niets ongedaan om onze men*
schen volkomen op de hoogte te stellen met
de dingen waarom het in ons politieke leven
gaat. De voorlichting kan niet beter zijn.
Onkunde hebben we nu ons zelf te wijten.
En het is zoo noodig dat we de dingen weten.
Kennis is macht. Ook politieke kennis geeft
ons macht. Macht om de waarheid te dienen.
Macht om onze broeders die dwalen het juiste
pad te wijzen. Macht om de leugen met sue*
ces te bestrijden. Macht om pal te staan ook
waar laster en leugen worden aangegrepen
om ons op het juiste standpunt te doen wans
kelen.
We zijn dan ook dankbaar voor deze curs
sus vergaderingen.
Het geschrevene woord heeft groote waarde,
maar het gesprokene woord soms nog groos
tere waardij, omdat dan de dingen met on*
eindig meer kracht op onze ziel aandringen.
En vooral als het woord tot ons komt uit
den mond van iemand als Ds. v. Lummel
De eerste cursus mochten we reeds ont»
vangen en daarbij bleek, gezien de 'flinke ops
komst ondanks het ongunstige weer, dat deze
nieuwe vorm van politieke voorlichting zeer
gewaardeerd wordt, 't Was een leerzame mids
dag. Wanneer we het lijstje nazien dat de te
behandelen stof in de vier vergaderingen vers
meldt blijkt dat Ds. v. Lummel er al een
groote moot van aangesneden heeft. Behalve
dat Zijn Eerw. sprak over het Millioenfonds
en het lijstenvraagstuk, werden ook behans
deld, de defensie, de financiën, de verhouding
tot andere partijen en een stuk der sociale
wetgeving, om van andere dingen nog maar
te zwijgen. Natuurlijk neemt dit niet weg dat
er, nog meer dan genoeg te behandelen overs
blijft voor de volgende drie cursusvergades
ringen. Moge de opkomst dan niet minder
groot, kon het zijn nog grooter wezen 1
Intusschen is het nu zaak, dat we de ops
gedane kennis productief maken.
De schat van kennis mogen we niet voor
ons zelf behouden. Ons brood moet uitges
worpen worden op het water. Slechts dan
zal het winste geven.
Laten we den tijd die ons rest tot de vers
kiezingen nuttig besteden. Onze menschen
moeten in vergaderingen der kiesvereenigingen
bijeen komen en daar moeten de dingen, die
wij hoorden besproken en overdacht worden.
Aanpakken dus 1
De Waarheid dwingt ons.
Zullen we kunnen spreken met den vijand
in de poort, dan moet onze kennis niet opj
pervlakkig, maar bezonken zijn
Laten we goed voor oogen houden 't Gaat
in het diepste wezen der dingen toch eigens
lijk nergens anders om dan om 'deze ééne,
alles beheerschende |factorZal in ons staats
kundig leven God erkent worden als de Sou*
vereine Schepper van hemel en aarde, of zal
de menschelijke rede als een godheid bes
wierookt worden.
Laten we den strijd van 1925 toch voor
alles in dit licht bezien 1
»Zyf gij, ezels veel te kleêm<.
Als elkeen had ook dr. Kuyper soms een
oogenblik van onbedachtzaamheid en als hij
dan een woord of een zin zich liet ontvallen,
die te zijnen ongunste kón worden geduid,
hoe was dan de liberale en de socialistische
pers er niet als de kippen bij, om door einde»
looze herhaling zulk een uitdrukking te has
me'ren in 't hoofd van het onnadenkende volk.
En nu zou dat nog hun recht zijn geweest.
Als ze zulk een uitdrukking genomen had»
den in den juisten zin, maar dat deden de
liberale staatsiepruiken net zoo min als de
»roode« piccolo's, want dan hielp het niet
dan miste het hapje peper en zout en was
smakeloosdan zou de teleurgestelde cabaret»
bezoeker, die zijn lippen lekte naar politieke
prikkellectuur gaan roepen, datsie z'n geld
terug moest hebben dat men 'm had bedót
't Moest dus visch zijn mèt mayonnaisessaus.
De visch dan van Kuyper.
De saus gemengd en bereid in de linksche
leugenskombuis.
Denk als méést illustre voorbeeld
Aan de »oude plunje« welbekend.
Een woord, door Kuyper in blanke onschuld
uitgesproken, en dat in 't zinsverband een
volmaakt verdedigbare beteekenis had
Maar in onvoorzichtigheid geboren 1
En op de schandelijkste wijze uitgebeend,
uitgebuit en den volke in de memorie gebrand
alsof Kuyper de man was, die in politieken
zin de lippen wischte, gelijk de »vreemde
vrouw in Salomo's Spreukenboek, zeggende
»Jok ik er niet mee al wat hij vroeger
had verkondigd, daarmee over boord werpen»
de, zoodra 't in zijn kraam te pas kwam, pre»
cies anders te spreken dan voorheen.
Men herinnert zich de \lootwet»hetze
Precies even vurig en venijnig was wat men
telkens Kuyper aandeed, den man, om déze
vier voor de greep weg nu maar in herinnering
te brengenden man van de paneelzagerij,
van de haringspeetsters, van de oude plunje,
van het »geen dag en geen nacht®, in welk
laatste geval de vijand zich zelfs niet ontzag
aan te randen de heiligheid van het gebed.
Soms was *t geïmproviseerde woord wat
onvoorzichtig, wijl het kon worden misduid
en zou het aan de schrijftafel bij nauwkeurige
correctie zeker vervangen zijn, maar welk
groot man overkomt dit niet en is 't niet
weergaloos klein, om den meestersschermer,
die elk zijner tegenstanders den degen uit de
hand sloeg, van achter, aangeslopen, spelde»
prikken toe te brengen, waartegen hij niet
genoeg op zijn hoede was geweest
In 1917, bij Kuypers tachfigsten verjaardag,
verscheen een overigens weinig beteekenende
brochure geschreven door «Willem Willemsz.«,
waarin echter in kreupelrijm déze rakeregels
voorkwamen
»Tot zijn vele critici,
die als criticasters deden,
had intusschen, op hun schreeuwen
dat in Kuypers mond gepast
voor mijn onbedachtzaamheèn,
zijt gij, ezels, veel te kleen
Daarmee ware inderdaad die balkende bent
behoorlijk gebrandmerkt geweest I
V<at niet wegneemt, dat de antirevolutionaire
partij meermalen in een beslissend politiek
oogenblik over de schenkels van déze vier»
voeters gestruikeld is
Ze wéten wel, wat ze doen
V Kras.
In de roomschskatholieke gelederen gaat het
er op 't oogenblik heftig naar toe.
Vóór en tégen St. Michaël.
En voor of tégen de Michaëlisten.
En ten slotte vóór of tégen hun dagblad
»De Morgen«.
Zooals men weet, zijn de Michaëllieden die»
genen onder de roomschen dewelke de »Coa»
litie« willen opblazen en zoo mogelijk met de
socialisten aanpappen willen.
Prof. Geurts in «De Tijd® bestrijdt hen fel.
En aan 't slot zijner filippica roept hij aan
't adres van het dagblad «De Morgen« uit
«Deze Morgen kenne geen dag de nacht
der vergetelheid valle plots over hem neer.
Bij de aanstaande verkiezingen doet hij
anders ons misschien meer kwaad dan alle
niefschristelijke bladen te zamen«.
Dit doet aan een oud»testamentische vervloe»
king denken De geesten staan hier wèl scherp
tegenover elkaar.
Neen niet »Duymaer«, maar d e Schrift
Mr. Marchant, de vrijzinnigsdemocraat
»Met den heer Duymaer van Twist valt
niet te debatteeren. VOLGENS HEM KOMT
DE OORLOG VOORT UIT DE ZONDE
Hierin vergist zich mr. Marchant.
Neen, mijnheer! niet «volgens hèm«!
Dat behoeft gij niet zoo smalend te zeggen.
Bij vergeleken is de heer Duymaer geen
haar minder dan gij zijt, maar in dit pleidooi
dat der zonde, wil de heer Duymaer gaarne
erkennen, dat hij niets is.
Neen, nogmaals 1 niet «volgens hem«
Maar volgens Gods onfeilbaar Woord.
Dat gij als zoodanig verwerpt, maar dat gij
tóch eenmaal, kGod geve nog aan déze zijde
des grafs 1 als waarheid zult moeten erkennen.
De Schrift leert het feit»der»zonde.
Als van centrale, de wereldshistorie behéérs
schende beteekenis.
Zonder zonde, kon er geen Oorlog zijn.
Waren we nóg in het Paradijs.
En alle rampen, die het menschdom over
zich heeft gehaald, zijn evenzoovele vruchtge»
volgen der zonde. En zij zullen verdwijnen,
met één slag, als in de Voleinding door onzen
Koning ook de zonde wordt te niet gedaan
en uitgeroeid.
Waarlijk, dat is geen verzinsel van den heer
Duymaer van Twist. Dat is geen verzinsel van
één onzerZoo spreekt en leert de Heilige
Schrift. Gods onfeilbaar Woord. En dat weet
gij ook wel. En gij zoudt royaal handelen,
door het rondweg zóó te zeggen Ik verzet
mij tegen Gods Woord, hetwelk ten onrechte
leert, dat de oorlog voortkomt uit de zonde.
En niet staan achter Duymaer van .Twist!
Dat is ook maar een mensch, wiens adem
in zijn neusgaten is. Maar stel u dan tegenover
Gods Woord en zeg ronduit, wat in uw hart
is Onzin Dan weten we, waar we met elkaar
aan toe zijn.
V Schuw ze
Letten we op de bioscoop.
Dat wordt een gevaar, veel erger dan de
schouwburg ooit is geweesteen groot gevaar,
ook voor onze jeugd.
Vooreerst zit er bij niet weinigen de ge»
dachte in, dat de bioscoop, met de schouw»
burg vergeleken, vrij onschuldig is. Daar komt
bij, dat de bioscoop zelfs in kleine plaatsen
dagelijks speelt, waar het tooneel maar eens
een enkele keer wordt aangericht.
En dan zijn daar de prijzen.
Bioscoop, dat is »nog te doen«
Maar alle teekenen wijzen er op, dat de
film steeds meer wordt ingericht tot een schan»
delijke prikkeling der zinnen, en der lusten
en booze hartstochten.
Gaan we er dan primo zelf nooit heen.
En waarschuwen we toch de jeugd.
Ik durf me vleien, dat mijn schrijven ook
nog wel hier en daar onder de oogen van
onze jonge menschen komt en dan zou ik
hun om hunner ziele welzijn toch wel willen
toeroepen Weest in Gods kracht sterk, door
afdoende en beslist te zeggen Neen
-En schuw »de« bioscoop, als instelling, die
geregeld haar vertooningen geeft, zooals ge
de besmetting van een kwade ziekte schuwen
zoudt.
Werp het nooit op 'n accoord
«Géén gemeenschap er mee zij uw eenige
leus.
Haat ze
Let op wat in Velsen gebeurde.
Daar is bioscoop»keur.
En de burgemeester vertrouwde op die keur»
commissie.
En is het daar niet pas gebeurd, dat niet
'n »anti«, maar 'n »soci«, de S.D A.P.er Schaar
zich ernstig beklaagde over de schunnige stuk»
ken, welke werden opgevoerd, en die soms
grenzen aan pornografie, d.w.z. aan vuiligheid.
Als zóó in den Raad wordt geklaagd
Zeg dan maar gerust't Is vuiligheid.
En daar was nu nog keur! Hoe zal 't niet
zijn in tal van plaatsen, waar géén keur be«
staat.
Haten we die »bioscoop«.
Zij is een belaagster der ziel.
40 cent per regel.
'Schrijnende Handen/
na de wasch
MOND. ADVIES fl 1.»
Alle zaken behandelt het
Bureau voor Rechtskundige Hulp
Haagscheveer 5 (bij Hofplein)
Telefoon 11862 Rotterdam
Kantoor van 10—8 uur. Geen Bijkantoren
Over 't water in 't algemeen en ten op»
zichte van het menschelijk lichaam
in 't bizonder.
(Slot.)
Daarna komt 't op de dikwijls vuile daken
terechtvan hier in de goten, die bij nader
inspectie vaak heel wat ongerechtigs bevatten
tenslotte in de regenputten, die gewoonlijk
geplaveid zijn met een dikke-laag modder en
soms door reten of scheuren e.d. in verbin»
ding staan het grondwater er naast en niet
al te ver van een privaat, 't Is duidelijk, dat
dit alles dan ook ver van 't ideale verwijderd
is. Men heeft zulk regenwater wel eens een
verdunde gieroplossing genoemd. Of als volgt
beschreven
Bouillon van vogelexcrementen,
Van doode spreeuwen een extract
Wat schoorsteeninhoud sediment,
Vermengd met rottend blad gehakt.
Dit is wat sterk uitgedrukt. Maar begrijpe»
lijk is wel, dat een Gelderschman, die ge»
woonlijk water uit diepe, frissche putten
drinkt, van zulk drinkwater een beetje vies is.
Daarbij komt nog, dat 't regenwater vaak we»
melt van allerlei gedierte en ongedierte. Niet
zelden vindt een spreeuw of muis er zijn graf
in, maar allerlei klein grut als watervlooien
tnz. leven en vermenigvuldigen zich er naar
hartelust in. Nu is een echte Flakkeesche maag
daardoor nogal niet gauw van streek en ver»
slindt dit alles met huid en haar, maar hoos
ren doet dit alles er toch volstrekt niet in en
gezond is het ook niet. Vroeger golden de
groote steden voor ongezond tegenover het
platteland en de statistiek bevestigde dit, die
aantoonde, dat het sterftecijfer in de groote
steden grooter was dan op 't land. De laatste
kwarteeuw zijn de rollen echter omgekeerd.
Nu is de sterfte in de steden voortdurend
lager dan op 't platteland, hoewel opeenhoo»
ping van menschen op een naar verhouding
kleine oppervlakte op zich zelf niet bevorder»
lijk is voor de gezondheid. Waardoor deze
omkeer
Door allerlei gezondheidsmaatregelen als
gezondheidsdiensten, geneeskundig schooltoe»
zicht, goede afvoer van vuilnis en faecaliën,
ziekenhuizen en niet 't minst een goede drink»
watervoorziening is de sterfte in de groote
steden sterker teruggebracht dan op 't platte»
land, waar alles in dat opzicht gebleven is in
den aartsvaderlijken toestand.
Men moet thans dus spreken van gezonde
steden en het ongezonde platteland.
Door zoo'n waterleiding overal gemakke»
lijke gelegenheid tot reinigen van handen enz.
En de gelegenheid maakt ook hier de gene»
genheid. Dit ook vooral van groot belang
voor hen, die bij 't bereiden of verhandelen
van voedingsmiddelen betrokken zijn. Vooral
als b.v een melkboer of melkhandelaar een
z.g. smettsofdrager is, dan het gevaar voor
verontreiniging van de melk met die smetstof
groot, vooral op 't platteland, waar die melk
niet ontsmet in flesschen wordt afgeleverd.
De vaak sterk bevuilde uiers van de koeien
hier maken besmetting van de melk met bac
teriën onvermijdelijk en het geschiedt dan
gewoonlijk (zonder wasschen van handen en
uiers) zeer onhygiënisch. De Regeering heeft
dit ingezien en er is een wetsontwerp in be»
werking waarin een behoorlijke watervoorzie»
ning in ieder melkbedrijf en eenig toezicht
daarop wordt voorgeschreven.
In een groote stad is de algemeene lichaams»
reiniging ook bevorderd door openbare bad»
huizen en volksbaden voor de mingegoeden.
In Rome een kleine 2000 jaren geleden in
den bloeitijd van den keizerstijd was men
hierin echter reeds veel verder voortgeschre»
den. Daar was een ontzaglijk groot aantal
openbare badhuizen ingericht, 't Ziet er niet
naar uit, dat men in onze -20e eeuw 't oude
Rome daarin zal evenaren, 't Is dus wel dui»
delijk, dat een goede watervoorziening zoowel
voor de persoonlijke als algemeene gezond»
heid van groot belang is. En niet 't minst
voor ons eiland. Want Flakkee is wel door
grootere wateren omringd, maar zelf arm aan
frissche binnenwateren.
Herhaaldelijk is er dan ook gebrek aan
drinkwater voor mensch en veekleine wa»
terloopen, kleine regenbakken, die dan nog
voor verschillende gezinnen moeten dienen
en daarvoor vaak aanleiding geven tot hevi»
gen twist, evenals in de Oostersche landen
tusschen de herders over 't gebruik van wa»
terputten voor 't vee.
't Zou dan ongetwijfeld een groote voor»
uitgang zijn, als men hier tot oprichting van
een waterleiding kon komen. Weliswaar leent
zich Flakkee daarvoor niet bijzonder goed
wegens de geringe dichtheid en verspreiding
der bevolking, maar waar een wil is, daar is
ook wel een weg te vinden. Zeker ook wel
op 't «rijke Flakkee«. 'k Heb meer dan eens
door Flakkeeënaars hooren spreken daarvan
en met een zekeren trots werd daarbij ver»
meld, dat ons eiland meer belasting opbracht
dan heel de provincie Drenthe. Of dit nu
wel zoo is, weet ik niet. We willen het echter
aannemen, maar dan zou ik willen vragen,
wat doet het rijke Flakkee dan met zijn geld
't Arme Drenthe heeft op hygiënisch gebied
heel wat meer tot stand gebracht. Behalve
waterleidingen zijn er tenminste 3 ziekenhui»
zenin Assen, Coevorden en Hoogeveen.
Deze laatste gemeente van pl.m. 14000 zielen
b.v. heeft een Gereformeerd ziekenhuis van
maar eventjes 60 beddenEn dan ligt deze
plaats nogal dicht bij Groningen. Met een
ziekenauto is men in minder dan geen tijd
in deze Academiestad met al haar hoogleeraren,
docenten, ziekenhuizen en allerlei hulpmid»
delen van een hoogeschool en toch een eigen
ziekenhuis in Hoogeveen
En hier op ons eiland moeten de zieken
een lange en bezwaarlijke reis maken naar
het ver afgelegen Rotterdam. En zelfs is hier
op ons eiland niet alleen niets, wat op een
ziekenhuis lijkt, maar we hebben zelfs niet
eens een behoorlijk ziekenvervoermiddel. Ge»
lukkig ziet het er thans naar uit, dat we het
volgende jaar toch een ziekenauto, en een
puike ook, voor onze ernstige zieken, die de
verre reis moeten maken, in gebruik zullen
kunnen stellen Als de mindergegoeden even»
goed naar hun krachten medewerken als de
meergegoeden, zijn voorgegaan, dan zal door
algemeene samenwerking, wat dit betreft, een
mooi resultaat bereikt worden.
Maar dit is slechts een eerste stap. Moge
een waterleiding op Flakkee de tweede zijn
en een behoorlijk ziekeuhuis als Hoogeveen
bezit de derde. Schenkt ons misschien de een
of andere Flakkeesche Caroegie, Carnegie, die
als arme jongen uit een groot arbeidersgezin
met zijn vader naar Amerika vertrekken moest,
door in 't leven te blijven die in Amerika
als klossenjongen zijn maatschappelijke loop»
baan in een weverij begon en daar tenslotte
een der rijkste mannen der wereld werd. Dit
is al merkwaardig, maar 't merkwaardigste was
nog, wat hij met zijn rijkdom deed. Hij wou
niet als rijkaard sterven. Hij had zijn schatten
in de maatschappij verdiend, dus de maat»
schappij zou hij ze weer schenken. En van
toen af begon hij aan zaken van gemeen»
schappelijk nut, als bibliotheken, ziekenhui»
zen, vereenigingen met menschlievend doel,
zijn geld bij millioenen tegelijk weg te geven.
De millioenen voor de stichting van het Vre»
despaleis in den Haag ook door hem verschaft.
Aan zijn familie verschafte hij slechts kleine
legaatjes. Hij vond het veel beter, dat zij even»
als hij zelf gedaan had, door flink werken
zich een positie moesten verschaffen dan dat
ze van zijn geld een gemakkelijk en lui leventje
konden lijden. De beste erfenis, was een zij
ner stellingen, is armoede, die dwingt tot uit»
plooiïng van alle ons geschonken talent. Een
merkwaardig man inderdaad. Wie doet het
hem na op Flakkee
Na de pauze werd getracht met lichtbeel»
den 't gezegde nog te verduidelijken en aan
te vullen. Door te zwakke lading der accu»
mulatoren kwamen deze, helaas, echter niet
tot hun volle recht. Na den spreker dank ge»
zegd te hebben, vooral zijn moeite, sloot de
Voorzitter de bijeenkomst.
Lezing door Dr. C. van Gelder Arts te
Nieuwe Tonge gehouden in de Bijz. School te
Herkingen op Dinsdag 9 Dec, 1.1. des avonds
half 7 uur